Startplaats : Bareldonkkapel Afstand : 10 km Parkeergelegenheid : op de Donklaan langsheen het Kapelleplein O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën Sedert onheugelijke tijden stond er, waar nu de startplaats is van het Bareldonkpad, op de glooiing van de zandheuvel, een kapelletje met beeweg toegewijd aan de H.-Maagd: O.-L.-Vrouw ter Groenenstraten geheten, waarschijnlijk naar de dreef die van Berlare door Bareldonk naar Overmere leidde. Het werd in de 15e eeuw herbouwd en in 1774 gerestaureerd tot de huidige Donkkapel. In 1935 werd de bedevaartplaats verrijkt met zeven kapelletjes (VII Weeen van O.-L.-Vrouw) en een prachtige Kalvarieberg met levensgrote beelden van de hand van beeldhouwer Alois De Beule (1861- 1936). Voor de wandeling is het wellicht aangewezen nog even te verpozen in deze oase van vredige stilte en vrome kunst. Of we kunnen ook nog Huize Bareldonk met zijn Madonna-museum binnenlopen (open op verzoek bij conservator, Donklaan 123). Daarna stappen we op langs de Donklaan en de Groene Dijk (even volgen we het parcours van het Boerenkrijgpad). Op het einde van de Groene Dijk kiezen we de richting Sluis. Voor de eerste gebouwen van het Sluis (verbonden met de Schelde door de Berlaar) duikelen we het Berlaars Broek binnen en begint de heerlijke wandeling door het recent opengesteld natuurdomein. Berlare Broek is een in 1862 drooggelegd moeras waarin 53 vijvers werden aangelegd of uitgediept. Het bevat ongeveer 13.000 populieren (beplantingen die vroeger werden aangewend voor de lucifersfabricage) met in de onderetage hoofdzakelijk els en wilg en in mindere mate, boskers, berk, vogelkers, spork, vlier en olm. In 33 vijvers kan openbaar gevist worden (de andere dienen als reservaat ). Wandelen is alleen toegelaten op de uitgestippelde wegen. De rijke fauna en t10ra maken van het domein een attractiepool voor de rustige en gemotiveerde natuurliefhebber. Lichtjes oplopend uit het Berlaarse Broek langs de Kattestraat komen we over het Schuitje en de Ridderstraat aan een nog overblijvend gedeelte van de Gratiebossen. Die bossen vormden in de 17e en 18e eeuw een uitgebreid en dichtbegroeid domein tussen Zele, Lokeren, Berlare en Overmere. Zij waren berucht en onveilig wegens de roversbenden die er zich schuil hielden. Tenslotte dalen we weer af naar het Broek, om langs de dam en de heu-vels en gedeeltelijk langs het natuur reservaat de Turfput, de Zandstraat te bereiken. Over de Olmendreef en de Schrie-kenstraat stappen we door naar de mooie residentiele wijk Urbana, om langs het aloude Pachthof, onze startplaats, Donkkapel, opnieuw te bereiken.
Door de warmte even uitgeteld, dank aan alle bezoekers voor hun aanwezigheid op ons blog. Maar ik moet even plat voor terug op normaal ritme te komen. Zaterdag normaal terug
In het hart van Nederland, aan de rand van Apeldoorn, ligt het ruim 300 jaar oude Paleis Het Loo. Sinds 1984 is dit voormalige Koninklijk Paleis na een grondige restauratie opengesteld voor het publiek.
De kostbaar ingerichte vertrekken geven een beeld van drie eeuwen bewoning door de Oranjes, terwijl de gereconstrueerde tuinen met hun waterwerken en sierlijk belijnde bloemperken de sfeer van de 17de eeuw ademen. Door zijn fraaie ligging in een van de mooiste natuurgebieden van Nederland heeft een bezoek aan het paleis in elk jaargetijde zijn bekoring.
Het paleismuseum bestaat uit een hoofdgebouw (Corps-de-Logis) met links en rechts twee paviljoens, verbonden met dienstvleugels rond het voorplein (Basse-Cour). In de Oostvleugel, de vroegere keukens, zijn thans delen van de museumcollectie tentoongesteld. Op de bovenverdieping is het Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden gevestigd. In de voormalige Oranjerie houdt de museumstaf kantoor.
De Westvleugel (voormalige paardenstallen) wordt gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen. Ook bevindt zich in deze vleugel restaurant De Balzaal. De stallen en koetshuizen bevinden zich direct bij de hoofdingang.
Achter het paleis liggen de ommuurde tuinen, met daar weer achter het paleispark, toegankelijk via het parkeerterrein bij de hoofdingang.
Deze kever heeft prachtige kleuren; lichtgroene dekschilden met ver uit elkaar staande kleine witte tot gele vlekjes. De onderzijde, borststuk en poten zijn kopergroen, en over het hele lichaam is een parelmoerachtige glans aanwezig. De poten zijn dichtbehaard, de krachtige kaken zijn geel en de ogen opvallend groot en rond. Men krijgt bij levende exemplaren zelden de kans om de kleuren eens rustig te bekijken; bij koel weer blijft de kever in de schuilplaats, alleen bij zonnig weer komt hij tevoorschijn. Omdat het dan vaak erg warm is, is de groene zandloopkever razendsnel. Er wordt haastig over de grond gerend, en om de zoveel meter wordt een stukje gevlogen om nog sneller te zijn; het zijn erg goede vliegers met een uitstekend zichtvermogen.
Deze soort lijkt sterk op de strandzandloopkever (Cicindela maritima) en de basterdzandloopkever (Cicindela hybrida), maar deze laatste twee soorten hebben vaak donkerdere kleuren en een wat dwarsgestreept vlekkenpatroon. De groene zandloopkever heeft vaak twee kleine witgele vlekjes aan weerszijden van het achterlijf. Ook houdt de groene zandloopkever van wat meer begroeiing op de bodem, de andere soorten van wat kalere zandvlakten.
Levenswijze:
Het habitat bestaat uit zanderige omgevingen zoals heide, duinen, bosranden en verstuivingen, altijd in open terreinen waar niet veel bomen staan, of ver uit elkaar. Het menu bestaat uit allerlei geleedpotigen, zowel insecten als tweevleugeligen, mieren en zelfs op spinnen wordt gejaagd; de prooi wordt aan stukjes geknipt en opgezogen nadat er verteringsappen aan zijn toegevoegd. De kever is te zien van april tot september. Ook de larve leeft van prooien die vanuit een tunneltje gegrepen worden met de kaken, in het tunneltje wordt ook een keer overwinterd. De eitjes worden rond mei afgezet en de kever leeft een larvestadium van anderhalf jaar. In de herfst van het tweede jaar vindt verpopping plaats en pas het volgende jaar, na de tweede overwintering, verschijnt de nieuwe kever.
Wandelen in de duinen van het Westhoek Natuurgebied
Situering
Het reservaat ligt ingesloten tussen de Noordzee in het noorden, de Franse/Belgische grens in het westen, de N386 (Duinhoekstraat) in het zuiden en in het oosten tenslotte het Calmeynbos en de bebouwing van De Panne.
Het reservaat heeft een oppervlakte van 340 à 345 ha en maakt deel uit van het grootste aaneengesloten duingebied van de Vlaamse kust. Het vormt samen met de Krakeelduinen, het Calmeynbos, de Oosthoekduinen en de Fransen duinen van Le Perroquet (225 ha) een uitzonderlijk natuurgebied. De Westhoek (vaak verward met de gelijknamige regio in zuidelijk West-Vlaanderen) is al sinds 1935 als landschap beschermd en heeft sinds 1957, samen met de Hoge Venen, het statuut van staatsnatuurreservaat. Het is daarom het oudste Vlaams staatsnatuurreservaat.
Het natuurreservaat De Westhoek vormt het meest gaaf gebleven zeeduinlandschap van de Vlaamse kust. Men kan er het dynamische proces van duinvorming in de verschillende stadia van ontwikkeling waarnemen. Dit resulteert in duinlandschappen met een zeer uiteenlopende ouderdom, vorm en begroeiing. Min of meer evenwijdig met de kustlijn kunnen van noord naar zuid volgende zones worden onderscheiden: het strand, de voorduinen, de noordelijke pannengordel, het centraal stuifduin (de Romeinse vlakte), de zuidelijke pannengordel en ten slotte de binnenduinen.
Het Calmeynbos te De Panne werd vanaf ca 1900 aangeplant met loof- en naaldbomen door Maurice Calmeyn. Het bos wordt doormidden gesneden door de Kerkstraat, de verbinding tussen Adinkerke en De Panne. Het oostelijk deel van het Calmeynbos (20 ha) is eigendom van de gemeente De Panne en sluit aan bij de Oosthoekduinen. Dit deel van het bos wordt samen met de Oosthoekduinen, Duinzoom Oosthoek als Vlaams Natuurreservaat beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het westelijk deel van het Calmeynbos (46 ha) is eigendom van de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA). Samen met de daarop aansluitende Krakeelduinen (52 ha) wordt dit natuurgebied beheerd door de IWVA. Dit duinbos heeft een rijke fauna en flora weten te ontwikkelen. Tijdens de zomer vliegt de Wielewaal van boom tot boom. Tussen de ondergroei van Vogelmelk, Maarts viooltje en Look-zonder-Look zoekt de Groene specht naar lekkere mieren.
Ik ben Rik
Ik ben een man en woon in Antwerpen / Deurne (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 23/08/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Fotograferen in de natuur, wandelen, lekker eten en samen tijd door brengen op een aangename manier..
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek