Toen ik nog in Rio leefde hield ik ervan alle zondagen, of beter, alle mogelijke zondagen, door te brengen in een restaurant, vlak aan het strand van Piratininga, ongeveer veertig minuten weg van mijn woonplaats, de lange brug over die Rio De Janeiro rechtstreeks verbindt met de stad Niteroi, aan de andere kant van de Baai van Guanabara. Alhoewel relatief gezien dichtbij, gelijkt dat bepaald strand van Piratininga op een plaats ver in het binnenland gelegen en toch betreft het zich om het eerste strand aan de Atlantische Oceaan, richting "noorden" van Rio.
Het restaurant, slecht verzorgd en waar men ook slordig bediend wordt, was eigenlijk op zichzelf de moeite niet waard zich daarvoor speciaal en zo ver voor te verplaatsen, maar de veroverende rust en het geluid van de ruisende bomen en de bruisende golven, dichtbij, plus het frontaal zicht op de zee, de ferme en verfrissende bries altijd, en waarom niet, ook de verscheidene ijskoude biertjes en de gezellige caipirinhas, trokken mij geweldig aan en één dag winst daar vergoedden drie dagen verlies in Rio. Het was wel niet helemaal veilig in de omgrenzende streek, maar eens in het restaurant voelde ik mij onmiddellijk ontspannen. Meerdere van mijn broers en vrienden heb ik daar bewust naar toe geloodst en nooit heeft iemand zich daar later over beklaagd. Het droeg de naam van Castelinho (Kasteeltje), alhoewel het niets van een kasteel weg had, maar wel een torentje bezat, vanachteren, op de parkeerplaats, dat van verre, op zoiets als een toren van een kasteeltje geleek.
De eigenaar was duidelijk een homo, al ver over de zestig, maar verfde zijn haar in een koperachtige kleur, net alsof hij nog dertig was. Nochtans was hij niet afstotelijk en zelfs niet afschuwelijk. In korte woorden: het betrof zich om een deftige potter, ietwat klein van gestalte, maar redelijk goed voorzien rond zijn heupen. Ik heb hem zelfs eens toevallig ontmoet in de krant O Fluminense, terwijl hij uit het kantoor van de President stapte. Ik mag niet beweren dat ze daar niet over zaken hebben gepraat en misschien schreef hij zelfs artikels over kastelen en gietijzeren hekkens, die in de krant gepubliceerd werden, of zowel bezocht hij zijn vriendje op zijn werk, maar dat laatste, dat zal wel achterklap en laster vertegenwoordigen.
Ik ben niet bepaald zot op vis, maar mijn vrouw wel en elke keer dat we daar verzeild geraakten was het vis, verse vis, vis die gisteren gevist geweest is en jawel hoor, de vis daar, badejo of enchova, ongeveer veertig cm lang, was degelijk fris en smakelijk, reden waarom ik mij sommige keren ook bediend heb. Mijn vrouw vrat letterlijk alles op, van kop tot staart, inclusief de ruggengraat, die ze volmaakt leeg zoog.
We zijn daar geraakt op alle manieren: met de auto, op mijn Harley Davidson, de overzet boot en zelfs met de fiets, waardoor wij daar meestal arriveerden wanneer de andere mensen het al aan het aftrappen waren. Maar ze verloren de speciale zonsondergang aan de westkant en de machtige maanopgang aan de oostkant, midden in de oceaan. Prachtig.
Ik zal er niet veel over uitwijden, maar onze terugkeer ging altijd gepaard met een uitbarsting van expliciete seks, geparkeerd aan het strand, terwijl we geconcentreerd uitkeken naar de voorbij passerende duikboten...
Objectieve informatie over enkele van de meest belangrijke kranten van Brazilië
Eerst en vooral, de liberalen en rechtsgezinde mensen in het algemeen hier, gebruiken het volgende spreekwoord: "quem não tem competencia, não se estabelece", wat overeen komt met: "wie niet bekwaam is, richt zijn eigen firma niet op".
Is het een krant, of niet..
In de vroege jaren zeventig bestonden er hier vier (of vijf?), belangrijke kranten.
Vlug een korte uiteenzetting over elk van hen:
- "Estado de São Paulo" - SP: uiterst rechts gezind, met het lemma: "Familie, Traditie en Eigendom". Ze kritiseren vooral de Staat, bewerend dat hij noodzakelijkerwijze onbekwaam is, vergeleken met de competentie van het vrij initiatief en verdedigden daarom meteen de militaire Staatsgreep van 1964, tegen de links gezinde mensen in, die door rechtmatige verkiezingen aan de macht waren geraakt en sociale hervormingen probeerden in te planten. Ze vergaten echter aandacht te schenken aan de administratie van hun eigen krant en besloten zichzelf de laatst gefabriceerde "letterpress machine" van de wereld aan te schaffen, terwijl de meerderheid van de kranteigenaars, in de vroege jaren zeventig, al hadden beslist "offset" te gaan. Die machine noemde "Headliner Mark 5" en was het laatste model en laatste drukpers van die serie, ooit gefabriceerd door MGD Graphic Systems, de grootste fabriek, op dat gebied, van de wereld. Die absoluut verkeerde beslissing (eens geïnstalleerd moet eender welke drukmachine, op zijn minst, dertig jaar blijven duren) constitueert één van de belangrijkste oorzaken van hun financiële aftakeling en rechtstreekse ruk, op naar de toestand van algemeen faillissement. Ze zijn gered geweest, uitsluitend door de ingreep van diezelfde Staat die ze minachtten en die hen, om hen financieel uit de slobber te helpen, het drukken aanbood van praktisch alle telefoonboeken (toen onder Staatsbehering) van de belangrijkste steden van het land. Ze verdedigen tegenwoordig nog altijd hun oude, middeleeuwse, principes en vergeten voorzichtig dat ze nog bestaan, dankzij de bereidwillige Staat die de slecht beheerde, private, firma's te hulp schieten, wanneer ze oordelen dat het moet;
- "Jornal Do Brasil" - Rio: heeft diezelfde historische industriële fout begaan (typografie verkiezend boven offset, wanneer het uur van beslissing was aangebroken en een ouderwetse "Hoe" drukpers heeft ingevoerd, toen het dan al duidelijk was dat zulk een type van machine geen toekomst kon garanderen aan een moderne, vooruitstrevende, krant). Politiek gezien echter was "Jornal Do Brasil" de enige duidelijke tegenstander van de militaire Staatsgreep. De krant is failliet gegaan omwille van deze industriële vergissing en is niet gered geweest vanwege de Staat en zijn toen heersende, rechtsgezinde, regering. Wat er van over gebleven is, is nu, een karikatuur van wat de krant eens betekend heeft;
- "O Globo" - Rio: uiterst rechts gezind en effectieve verdedigers van de militaire machtsgreep die ze zo lang hebben ondersteund als enigszins mogelijk was en de daad, zonder enige twijfel zouden herhalen, indien de noodzakelijkheid en kans opnieuw zouden opdoemen. Ze zijn echter, op het correcte moment, "offset" gegaan, de kwaliteit van de druk uitermate verbeterend, inclusief met de publicatie van enorm veel gekleurde bladzijden, wat praktisch onmogelijk was te realiseren met "letterpress". Ze beschikten toen over een aankoopkantoor in de VSA die de export naar Brazilië regelde aan verlaagde prijzen om zo, plaatselijk, minder belastingen te moeten betalen. Logisch Amerikaansgezind tot in de botten en de marteling en de dood ondersteunend van elke links gezinde mens. Gevaarlijke beesten;
- "Folha de São Paulo" - SP: origineel centrum-rechts gezind maar nu uiterst rechts. Industrieel beschouwd hebben ze zich, op het juiste moment, offset machines aangeschaft. De krant werd, industrieel beschouwd, redelijk goed geadministreerd tot op het ogenblik dat de oude eigenaar de plaats schonk aan zijn zoon. Sedertdien is de krant fel Amerikaans en Joods gezind geworden, alle middelen aanwendend om minder belastingen te moeten betalen en daarvoor zelfs niet terug deinzend een valse invoer te realiseren, terwijl proberend de Staat te kelderen, erin gelovend dat ze zelf onfeilbaar zijn. Gevaarlijke beesten;
- "O Dia" - Rio: ook te laat overgeschakeld naar "offset", maar toch nog juist op tijd genoeg om de trein van de kleuren en de kwaliteit niet te missen. Misschien centrum links te classificeren, alhoewel origineel toebehorend aan een ex-gouverneur van de Staat van Guanabara (Chagas Freitas) en later verkocht aan Ary Carvalho, eigenaar van de krant "Ultima Hora" in Rio en medeoprichter van de krant "Zero Hora", in Porto Alegre (beiden al lang geleden gestorven en, destijds, zoals de meerderheid, niet gevoelig voor eventuele wetoverschrijdingen).
... nu ben ik er mij ineens bewust van geworden wat men werkelijk bedoelt wanneer men spreekt over een hondenleven hebben.
Als de hond in kwestie niet verplicht wordt, net zoals een vogeltje in een kooi met amper één stokje, in een piepklein appartementje zijn leven te verslijten, waar hij enkel en alleen maar over één vierkante decimeter beschikt om zich neer te vlijen aan de voeten van zijn eigenaar en nerveus zijn poten moet uitstrekken om de drang naar wilde bokkensprongen te kunnen bedwingen, terwijl hij geduldig moet wachten op alles wat door zijn meester moet voorzien worden, dan wordt hij aan de ketting gelegd, buiten, zonder eten noch drinken in zijn bereik, met de blakende zon op zijn kletskop, gefolterd door ne hele hoop huidziekten gepaard met jeuk, veroorzaakt door honderden aandringende mieren, vliegen, muggen en andere parasieten en bloedzuigers in het algemeen en voorbij passerende en uitdagende kinderen die met stenen naar hun rug mikken, in het bijzonder, enz..
Ik bezocht de nieuwe woning van een vriendin, hoog op een helling in de wijk van Ouro Preto, in Olinda en haar buur was niet thuis. Maar zijn hond wel...
...vast gebonden aan een ketting, korter dan een meter lang. Ik zag ontroerd hoe de hond zich amper kon bewegen in zijn beperkte toegewezen ruimte om zich, om de minuut, in een andere houding neer te leggen, moe dat hij was van altijd verplicht te worden uit te moeten rusten van oefeningen die hij nog nooit had gedaan, vandaag niet, gisteren niet en sedert hij bekwaam was recht te kruipen en zijn eerste wankelende stappen te pogen, ook niet en hoe de ketting overal ambeteerde, hoe hij zich ook keerde en draaide en niet in staat was hem uit te rekken, terwijl hij probeerde zijn tanden te gebruiken om de ketting te ontwrichten, veronderstellend dat het lekkere beenderen waren misschien en plotseling tot het besluit kwam dat er iets gebroken was jawel, maar niet de ketting en wel zijn achterste speciale daarvoor dienende kieke-been-kraak-tanden en het zo onmogelijk was een betere plaats op te zoeken, waar het koeler was en de grond vochtiger en hoe hij waarschijnlijk van honger en dorst leed (dat ben ik niet zeker, want ik weet niet hoe een hond dat kan tonen), want er stond geen enkele voorziening dichtbij, maar ik toch vast stelde dat zijn geschonden vel fel jeukte, want hij trachtte zichzelf voortdurend te scharten daar, vooral met zijn achterpoot, die echter bleef haperen en zelfs verhinderd werd door die smerige ketting, uitgevonden door den enen of den anderen beul, zodat hij beleefd om hulp zocht en mij braaf begon aan te staren en medelijden trachtte te verwekken om hem, aub, te bevrijden van zijn verschrikkelijke gevangenis, terwijl ik vast stelde dat de eigenaar, de Beul van Ouro Preto wellicht, niet opdaagde, zelfs na zes uren geduld.
En beseffen dat hij, de meester dus, morgen of overmorgen, verrast zal opmerken hoe lelijk zijn hond eigenlijk wel aan het worden is en zo mager, met zijn ribben duidelijk zichtbaar en dat geschonden olifantvel, zelfs tot onder zijn oksels, stinkend van de uitgedroogde stront en pis van verleden week, maar toch nog nat genoeg van de stront van gisteren, want vandaag had hij nog niets binnen gekregen, terwijl de ambetante vliegen uit en in zijn oren en onder zijn staart kruipen en hij, de hond, niet meer weet wat te doen om ze te verjagen, terwijl hij, de hond nog altijd, eindelijk en uitgeput van de rust en zonder energie om de ketting, voor de honderdduizendste keer, te trachten te vermurwen en te besluiten dat hij, de eigenaar en meester, liever een andere hond zou bezitten, helemaal van hem alleen, schoon en jong, huppelend van de opgestapelde energie en die hij dan rap van een ketting zou voorzien om hem zeker niet te verliezen en ook zijn huis te bewaken, zodat het gevestigd akkoord schoon en juist zou zijn voor beiden, hond en smeerlap en hij zich van zijn oude hond zou kunnen ontdoen, bijna één-jaar-lang-oud, met een houten knuppel in zijn tedere en onschuldige handjes, want een spuitje is niet betaalbaar...
't Is eigenaardig, maar de mensen hier, de straten, de marktpleinen, de wegen, de kanalen, de stranden, de zee, de stromen en rivieren, de wouden, de velden, de weien, enfin alles is zo verschrikkelijk vuil, besmet, besmeerd en in wanorde, overhoop, verslenst, verteerd en in puin omvormt, zodat er geen enkele hoop ontsnapt op mogelijke verandering, vandaag nog of morgen. Een totale en onverwoestbare warboel. Een vicieuze cirkel, waarin iedereen zijn uiterste best doet niet achter te blijven op zijn voorganger.
De miljoenen plastieken supermarktzakjes, de duizenden schuimschaaltjes, de uiteengerukte ontelbare krantbladzijden, de honderden vol gespoten capootjes en vooral de magere kwaliteitsstront, komen er langs alle kanten uit puilen, rond drijven, voorbij passeren, uitbarsten en opduiken, de omgeving versmachtend met zijn typisch stinkende en verpestende stank. Ratten, muizen, kakkerlakken, vliegen, luizen en vlooien hebben al lang de strijd overwonnen en iedereen helpt, koortsachtig, de toestand, rapper dan zijn buur, te verergeren.
De beter voorziene mensen, omdat ze beweren dat ze, terwijl ze hun sigarettenpeukjes, gebruikt toiletpapier, appelsienschellen, banaanpellen en plastieken flessen en blikjes, door de ramen van hun belangrijke wagens en vensters van hun chique appartementen lanceren, spugen en hun vuile neuzen reinigen, in alle richtingen, onbetwistbaar bijdragen rechtstreeks werk te garanderen aan honderden werklozen, met de exclusieve bedoeling en bewust de boel, voor hen, op te ruimen.
De minder voorziene, op hun beurt, zijn vuil omdat ze, aandachtig, het voorbeeld aan het volgen zijn van wat van boven komt.
De pot verwijt de ketel dat hij er zwart uit ziet. Dat de Europeanen, in het algemeen, zich viezer gedragen dan de Brazilianen, is niet zeker, alhoewel ze niet alle dagen hun bad pakken (maar als ze het dan toch eens doen, maken ze er wel degelijk hun werk van en wentelen ze zich, met duidelijk genoegen, in hun stomend ligbad, met schuim tot over hun oren), terwijl de laatste enkel en alleen maar en vliegensvlug, een stortbad nemen, zonder zelfs een washandje te gebruiken om hun penis (en andere voortplantingskanalenl) zorgvuldig te reinigen (dat voorwerp, het washandje bedoel ik, is hier nog niet gekend), zonder zeep, alias.
Van de andere kant en zonder de eerste steen te willen werpen, ik zal nooit vergeten hoeveel het wel onverdraaglijk stinkt in Middelkerke, werkelijk volgepropt met de stront van honderdduizend honden die daar, in tienduizend appartementen, opgestapeld zitten te verteren en waar niemand zich verantwoordelijk voelt hun afschuwelijke uitwerpselen terug naar huis mee te nemen, zodat de algemene stront-verwijder, speciaal gecontracteerd door het gemeentebestuur, intussen al steenrijk is geworden en waarschijnlijk zelfs competeert met de plaatselijke notaris.
Hier, in compensatie, zie ik geregeld (pasmen?), mensen die hun gezelschaps hondje dagelijks, ene keer, buiten laten en niet vergeten een plastieken zakje over hun hand te schuiven, waarmee ze de verse en nog hete stront opscheppen en meenemen naar hun eigen woning, indien ze, het stapelvolle zakje bedoel ik, een paar blokken verder, niet terug op de straat werpen, bekennend dat ze, in feite, alleen maar indruk wilden maken...
Er bestaan mensen die gene halve frank waard zijn.
Ik heb het al eerder ne keer gehad over diene meneer Eduardo Monteiro, één van de zonen van ex-senator Armando Monteiro, rechtstreekse afstammeling van Agamenon Magalhães, ex-gouverneur van de Staat van Pernambuco en bekende politicus. Een oudere broer van Eduardo, Armando Monteiro Neto (President van de CNI) en een neef, Mucio Monteiro Neto (huidig Minister van Staat) zijn levende getuigen van de belangrijkheid van de familienaam Monteiro.
Toen ik in direct contact werd gebracht met de familie, was Eduardo nog Directeur President van de krant Diário De Pernambuco, titel die hij veroverd had omwille van het feit dat de krant enorme schulden had gemaakt bij de bank die aan de familie Monteiro toebehoorde, Banco Mercantil de Pernambuco, veroorzaakt door de noodzaak een bankgarantie te bekomen voor de invoer van gazettenpapier afkomstig vanuit Zweden, Canada en de VSA. De bedoeling was geweest die schulden te vereffenen door hun eigen administratie in de krant te plaatsen, met ondermeer Paulo Pugliese, zogezegd een specialist in de recuperatie van wankelende firmas.
Enkele maanden daarna echter sloeg het noodlot in op hun eigen familie, die toen nog tientallen firma´s beheerde, waaronder verschillende suiker en alcohol fabrieken, de plaatselijke vertegenwoordigers van Mercedes, Honda en Fiat, enorme boerderijen in het binnenland en weet ik veel. De federale regering had hun bank failliet verklaard en de eigenaars rechtstreeks verantwoordelijk gesteld voor alle eventuele schulden die de bank bezat, zodat ze verplicht waren geweest onder te duiken, voor enkele maanden alleszins en verkozen in chique hotels te overnachten om te vermijden door de officiële afgevaardigden van het gerecht, bij hen thuis, genotificeerd te kunnen worden.
Van de andere kant was hij, Eduardo, ontslagen geweest als Directeur President van Diário De Pernambuco, door de mede-eigenaars van de groep Diarios Associados aan wie de krant (nog altijd) toebehoort en die de belofte hadden ontvangen vanwege de federale regering (FHC), dat ze, mits verdediging van zijn tweede presidentieel mandaat, hij instructies zou verstrekken aan de advocaten van de Staat om de financiële vergoeding (die zich in het gerecht al jaren lang aan het voortslepen was), veroorzaakt door het sluiten, vanwege de toen heersende militaire regering, enkele jaren eerder, onder druk van Roberto Marinho (O Globo) aan de Radio Clube De Pernambuco, niet verder te contesteren, wat een contante geldinjectie in de groep betekende van praktisch 220.000.000,00 dollars. Zijn ontslag had natuurlijk alles te maken met het feit dat hij, Eduardo, onmiddellijk zijn handen zou willen gelegd hebben op deze indrukwekkende som, nodig om er zijn eigen bank mee te redden.
Hij heeft dus letterlijk de trein zien passeren, zonder er op te hebben kunnen springen.
Uitsluitend gemotiveerd door haat en uit pure en loutere wraak besloot hij een nieuwe krant op te richten in Pernambuco, met de bedoeling Diário de Pernambuco (de oudste krant van Latijns Amerika, bijna 200 jaar) definitief te kelderen.
En daar kwam het moment eraan dat ik geroepen werd die taak te vervullen. Vanaf het concept van de krant, de bepaling van het type drukpers, de prijsonderhandeling en aanschaffing van alle nodige machines, plus hun installatie, de financiering van het gehele project, de aanpassing van een bestaand gebouw (dat eerder een bankfiliaal was geweest), kortom alles, is door mijn handen en hoofd gepasseerd.
Terwijl ik de machines aan het monteren was passeerde Dr. Eduardo (zoals hij genoemd werd) dagelijks langs en elke keer weer ondervroeg hij mij: zijde gij er zeker van dat mijn krant de beste kwaliteit zal hebben van de streek? Zal ik de machines gemakkelijk kunnen uitbreiden, naargelang de nood het eist? Zal ik aan de groeiende circulatie van de krant kunnen voldoen...??..
...en ik maar altijd, alles, bevestigen, ondermeer omdat de verkochte machines van een recentere technologie waren, uitgerust met nauwkeurigere "jaw-type-folders" in plaats van de toen algemeen gebruikte "tuckerblade rotary folders", en "satelliet-type units" in plaats van "stacked units", bestemd voor het drukken van gekleurde bladzijden... beloften die ik allemaal, één voor één, heb volbracht en de nieuwe krant is op de geplande dag gelanceerd geweest, met absoluut succes, rap de eerste plaats innemend op gebied van circulatie (het was wel ook de goedkoopste krant) en tevens de beste drukkwaliteit bezat...
Met de ondervinding die ik toen al opgestapeld had, had ik hem, gedurende een evaluatievergadering, gewaarschuwd had dat kranten zelden winst maakten, vooral gedurende de eerste jaren van bestaan en had er nog aan toegevoegd dat hij speciaal moest letten op zijn te betalen rekeningen, zodat hij meteen antwoordde dat ik me daar absoluut geen zorgen moest over maken..., dat hij daar specialist in was en inderdaad toen ik mijn eerste factuur aan hem voor legde, nadat zijn nieuwe krant al ingehuldigd was, werd ik prompt op de laatste plaats van de rij gezet om mijn goed verdiend geld te ontvangen... en hij is me nog altijd een pak schuldig..
Ziede, indrukwekkende familienamen zijn niet altijd een bewijs van eerlijkheid, trots en betrouwbaarheid...
Om de gewoonte niet te verliezen ben ik gisteren weeral eens geniepig naar mijn huidige stamcafé geslopen met de bedoeling het stof door mijn keel te spoelen, mijn blik naar een onbepaald voorwerp in de verte te richten en gewoon te relaxen, zowel geestelijk als lichamelijk. In korte woorden: de rust mij te laten overwinnen en zelfs te laten overwelven en als het niet anders kan, wat later, enkele problemen te trachten te verteren, zodat ik s anderendaags, met pas hervulde tanks, mijn strijd opnieuw kan starten, of zowel, enkele dringende en nodige beslissingen nemen.
Mijn aandacht werd ineens afgeleid naar verscheidene opeenvolgende luide smakkende kusgeluiden dichtbij, die gewoonweg niet te negeren waren. Juist voor mijn tafel, praktisch in de richting van mijn blik dus, ontdekte ik drie mannen, terwijl ze gezellig zaten te babbelen. Op de knieën van de grootste ervan zat een jongetje van een jaar of zeven die niet stil wou blijven, terwijl de vader hem luidruchtig op de wang kuste, dan in de nek en vervolgens op zijn borst, zonder ooit het gesprek met de andere twee mannen te verbreken, maar af en toe wel zijn woorden inslikkend om tijd te vinden het kussen te herbeginnen, altijd vergezeld van luide smakken, zodat zelfs de aandacht van de andere aanwezige mensen er op getrokken werd en scheve commentaar veroorzaakte, zonder effect nochtans.
Niet alleen de smakken maar ook de voortdurende verplaatsing van het kind op zijn schoot en de stoel op zichzelf, hem altijd maar dichter en dichter bewegend, terwijl vooruit leunend, achteruit trekkend, omhelzend, kussend, bekijkend en vertroetelend deden het mij moeilijk worden mijn blik ervan af te wenden. Een ietwat vuilere geest kon zich misschien en waarschijnlijk andere toestanden hebben verbeeld, maar bij mij was het duidelijk: het betrof zich om de liefde die een vader aan zijn zoon en overigens aan iedereen aanwezig, wilde tonen, alhoewel de manier die hij daarvoor aanwendde niet helemaal normaal genoemd mocht worden. De liefde voor een kind mag niet op zo een geweldige manier uitgedrukt worden. Niet zodanig verpletterend en overheersend. Ik vermoedde dat hij gescheiden leefde van zijn vrouw en recht had op kinderbezoek, ene keer per week misschien, waarvoor hij dus plechtig zijn vrienden uitnodigde, om allemaal samen enkele pizzas op te gaan vreten, vergezeld van veelvuldige flessen, heet-hoofd-verfrissend-bier, terwijl hij hen perse wilde bewijzen hoeveel hij wel van zijn zoontje hield, zodat de bezen er van alle kanten af vlogen...
Ik moet eerlijk bekennen dat dat gedoe mij ernstig begon te vervelen en zelfs hinderde. Er passeerde gene minuut zonder op zijn minst twintig kussen, altijd luidruchtig, uit gedeeld te hebben, zodat ik overwoog recht te staan en hem er op te wijzen dat zoveel liefde van een vader naar een zoon homofiele gevoelens van dat jongetje bekwaam zou zijn op te wekken en daarna misschien levenslang met diene ambetante hindernis te kempen zou hebben. Van de andere kant, de man was zeker en vast een hoofd groter dan ik, woog over de 100 kilos zonder dik te zijn, en zag er uiterst flink en fris uit.
Ik heb dus, respectvol, mijn mond maar gehouden, voor alle zekerheid..
Terwijl ik mijn blik in een andere richting wrong ontdekte ik aan de aangrenzende tafel twee jongens, recht tegenover elkaar gezeten, met aan hun gemeenschappelijke zijde een meisje dat voortdurend op de tafel bonsde van het plezier, maar tegelijkertijd haar beide knieën in de richting van het bovenbeen van beide jongens knelde en wreef, terwijl op de tippen van haar voeten steunend, zodat daar zeker gene andere uitleg voor kon gegeven worden tenzij de bedoeling hen beiden op te hitsen, de ene niet wetend van de andere, zodat ze blijkbaar uit was op een toekomstig, complex, driehoeksgeval..
Ga met zo een gerucht in uw oren zorgvuldig een pintje gaan drinken om uit te rusten, uw gedachten in de juiste richting te persen en te proberen de problemen van morgen, vandaag nog, op te lossen..
Mijn eerste echte en eigen installatie heb ik verricht in de stad Niteroi, rechtover Rio, aan de andere kant van de Baai van Guanabara, waar ik zelf, eerder, de machine had verkocht aan een zekere meneer Alberto Torres, een oud heertje, eigenaar van een krant met de naam O Fluminense die mij blijkbaar echt beminde (ik heb last van oude heertjes die mij beminnen) en een eigenaardige karaktertrek bezat die compenseerde voor zijn gebrek aan technische kennis. Wanneer iemand geen kloten van iets verstaat moet men snugger genoeg zijn om niet voortdurend in de luren te worden gelegd. Zijn tactiek bestond erin tien keer dezelfde vraag te stellen, in andere woorden, gedurende tien verschillende gelegenheden. Indien uw antwoord verschilde van de ene naar de andere keer, dan waarde gij, in zijn opvatting, een dwaas die niet te vertrouwen was. Omdat ik altijd hetzelfde antwoord verstrekte, in dezelfde woorden, won ik langzamerhand zijn vertrouwen en alhoewel ik vier concurrenten moest bestrijden heb ik die zaak, met grote onderscheiding, gewonnen. Niet ene enkele keer alias, want hij heeft me daarna nog vier verdere machine-uitbreidingen besteld, over de loop van de jaren. Maar om de gang van de zaken niet in te lopen, keer ik dus terug naar mijn eerste installatie.
Ik had aan Mr. Alberto (ex-volksvertegenwoordiger en toen al dicht bij de tachtig, terwijl de echtgenoot van zijn dochter zijn belangrijkste afgevaardigde was in de krant, tot hij hem eens betrapt heeft in zijn kantoor, met zijn secretaresse op zijn schoot en zijn broek rond zijn enkels) beloofd dat de installatie gereed zou zijn vóór de verjaardag van de krant, toen al meer dan honderd jaar oud. Die belofte zou ik niet kunnen vervullen hebben indien ik besloot te wachten op onze Prima Dona, die een complex werkprogramma moest voldoen, tenzij ik besliste zelf het werk aan te pakken. En dat is het wat ik heb gedaan.
Ik besloot, wijs dat ik toen al was (zoals die oude aap die zijn hand niet in een donker gat steekt), een locale mechanieker, Delio genoemd, mij te doen vergezellen in mijn taak en die gespecialiseerd was in de installatie van Sheetfed offset presses, van het merk Solna (Zweeds), zodat ik op zijn minst over iemand zou kunnen beschikken voor de alledaagse simpele mechanische kwesties.
We beschikten over amper drie weken tijd om de installatie te voltooien, waar de configuratie en de grootte van de machine op zijn minst vijf weken vereiste, onder normale omstandigheden.
Ik besloot daarom geen sacrificies te meten en alle dagen van de week, inclusief zater- en zondagen, op te offeren om het mij mogelijk te maken die deadline te bereiken. Bovendien besloot ik ook alle dagen uit te rekken tot een gat in de nacht, zodat we meerdere keren later dan middernacht huiswaarts keerden. Diene bepaalde mechanieker was toen ook al rond de zestig en het waren natuurlijk zijn gloriejaren niet meer. Sinds hij aan de overkant van de stad woonde en om acht uur s morgens, terug aan het werk moest, besloot hij, op den duur, boven op de enorme papierrollen te slapen...
We zijn uiteindelijk geslaagd in ons objectief, hebben de krant, gedrukt in offset en met veel gekleurde fotos, ingehuldigd op de beloofde verjaardag, maar ongelukkig genoeg is die bewuste mechanieker, enkele dagen daarna, bezweken onder de druk, slachtoffer geworden van een eerste hartaanval..