O, gij daar op hoge hakken Die uw kuiten doen verheffen En heupen stuwen Tot een gewei van een edelhert Mij overkomt de ware zin U, eens in dromen te huwen Maar, helaas, ik ben u niet werd
Het hoofd dat u behoort Drijft op wolken In mijn aards paradijs O, mijn verre lieve Gij brengt mij van de wijs Laat krachten in mij kolken En laat mijne ziel zo achter Innig verstoord
Schouders, zoals ik die zie Wiegend op en neer Mijn ogen wagenwijd openend In blinde lust Zij maken mij sprakeloos en veel meer Ach, schenk mij even niet het ware licht Dat ook op uw schaduw rust
gister herleeft in elke dag met telkens de vraag of ik ooit eens morgen als zuiver beleven mag
iedere keer opnieuw plak ik de verscheurde krant om te zien of oud nieuws eens zal verjaren of het verleden een keer verzandt al was het maar dat zwarte inkt in een grijze tint op zou klaren
als ik op mijn kussen de ogen open zoek ik als van zelve naar de verdreven echo weet inmiddels dat ik even na het waken de laatste bladzijde herinner om daarna gewichtloos met ademen de zon moet raken
soms slaap ik door en verdampt de herinnering of is hoop sterker dan het vlees dan waan ik me even gelukkig als ik in de dichtbij zijnde verte over deze ochtend lees
ik ga maar moet jij gedacht hebben en jij vond achter iedere kraam ogen die zochten naar jou de regen huilde met je mee en de stille dood verliep in kou
verdwaald vocht je jouw weg naar buiten maar telkens die dove roep terwijl de diepte verdween en de aarde enkel afmeren kende het bracht je verder heen
haar hoofd rust zacht op mijn herfst droomt van een lange zomer waar ik nog jaag, ren langs het strand en om een glimlach vraag, zij om een reikende hand
de afstand lijkt steeds groter het slapen dieper dan ooit seizoenen nerven mijn vel jonkheid verdwijnt, mijn toekomst dooit
haar wang verraadt verte de ogen spiegelen mijn hart de grens wordt steeds meer verlegd; sterven groeit hard
als ik jouw ogen niet mag zien schuilt je ziel in de schaduw dat je daar voor kiest jezelf zodoende voor mij bevriest wil je mij het liefst ontwijken of ben je ongrijpbaar schuw
in ieder geval trek je de nacht verder naar je toe ik die naar je lacht botst tegen een duistere macht die zegt, laat me met rust; Ik toon je niets