Waaslandiaxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
dwars over de nog autoloze Noordstraat
stond een reclamewagen
een stacaravan van een nieuw
soort zigeuners
jingles uit de jukebox
een metalen stem die schalt
en lalt, grappen nabootst
van regionale radioclowns
de buurvrouwen vegen hun handen
aan hun schort, troepen samen
op de stoep alsof de dode koningin
weer verrezen is, het dorp
vereert met een bezoek
vlaggen, wimpels, cadeautjes
voor groot en klein: speculaas
en peperkoek uit de fabriek
in het bloeiende land van Waas
loten, zakkenlopen in lange
jutebalen jij doet mee, valt
keer op keer, komt als laatste aan
de lolligaard wijst op de golvende
klinkers van de straat: 'geildre, kunt lachen en smullen maar wie gaat er
al die putten weer vullen'
hij vraagt jouw naam: 'ha,
Staafke Mottebol, geen wonder'
ha, nee 't, zeker, een dubbel wonder:
de geboorte van een naam, een
geuzennaam, en een beurs
met vijftig knikkers
laat dat stuk eigenwaan
zijn lol en kraam: 'applaus
voor Mottebol, zijn billekens
van puree'
Staafke straalt, de buurmeisjes,
zelfs de kijvende wijven
glunderen mee
|