Verdronken
in de herinnering Een lieve, mooie engel Te vroeg gedwongen
volwassen Haar ogen, in-treurig Het besef dat het zwarte
einde Naar haar klauwt
Sinds haar heengaan Drijft zij
als een lotusbloem Zweeft doelloos als een rozenblad Gebroken
is haar hart Smart verschroeit haar ziel
Maar zie De
stilte fluistert De nacht licht op Zij hoort een ijle stem
Nauwelijks herkenbaar Is haar zang Helder en puur
Ween
niet, mama Ik rust nu In een heerlijk oord Op lieflijke
heuvelruggen Rijzen Donkerblauwe ceders Ruisen
Jadegroene tamarinden Ik wacht op jou
Ween niet,
mama Ik vertoef nu Op albasten stranden In het peilloze
azuur Wenken Bloedrode koralen Ritsen Zilveren parels
Ik wacht op jou
Ik wacht op jou
|