*
*
Ik noemde je mijn allerliefste Je geur bedwelmde me als een zee vol jasmijn
De zoete fluisterwind was je gezang de weemoed van het zomerse land je gewaad
In de lach van je ogen zag ik een wereld die blij danste in zon en maanlicht
Maar aan het eind bleek het sprookje even bedrieglijk als de schoonheid van een luchtkasteel
smaakte ik enkel de bittere illusie die zo vaak schuilt in een mooie droom...
|