Op het dauwgras
staan de cederbomen
ranke hemelbomen
verliefd op de wind
de zachte zomerwind
die zijn verhalen fluistert
en stil zijn weg gaat
in de vouwen van de nacht…
*
Ik zie haar schreden
in de koele hoeken
van het zomerwoud
de nevels van stilte
bijna onzichtbaar
als spinragbloemen
dwaalt zij op vleugels
van ijl rozenrood…
*
Hoe kan ik haar vinden
zo ver op de weg
van mooie dromen
helder als water
op zoek naar het gouden land
waar de wegen kruisen
van alle sterren...
van alle harten...
|