Inhoud blog
  • Waarom wij 'christenen' genoemd?
  • Wij het lichaam van Christus, de Kerk
  • Ouderen tellen nauwelijks mee
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Diaconaat: kerk in uitvoering

    30-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maar niet kan mij meer van u scheiden.

    Godsontmoeting literair

    God in een poëtische spiegel

    Aan de hand van een aantal representatieve moderne en hedendaagse gedichten uit Noord en Zuid, gaan we eerst op zoek naar het eigene van religieuze poëzie.
    Binnen het brede domein van de religieuze poëzie bakenen we vervolgens de judeo-christelijke poëzie af.
    In die laatste onderkennen we drie tendensen:
    een van het leven naar de bijbel,
    een van de bijbel naar het leven en
    een waarin bijbel en leven naadloos in elkaar overgaan.

    Het volgende gedicht van Maria Vasalis mag je een voorsmaak bieden:

    In de oudste lagen van mijn ziel,

    waar hij van stenen is gemaakt,

    bloeit als een gaaf, ontkleurd fossiel

    de stenen bloem van uw gelaat.

    Ik kan mij niet van u bevrijden

    er bloeit niets in mijn steen dan gij.

    De oude weelden zijn voorbij

    maar niets kan mij meer van u scheiden.

    Data

    Donderdagen 5 en 19 oktober 2006, telkens van 20u tot 22u

    Inleider

    Hugo Roeffaers S.J. is emeritus hoogleraar van de UFSIA (Universiteit Antwerpen) waar hij Engelse literatuur en Taalfilosofie doceerde.

    Hij publiceerde onder meer Van Yeats tot Heaney. Een eeuw Poëzie, Acco, Leuven,1997 en Taal enWoordkunst. Een filosofische verkenning, Garant, Antwerpen, 2004.

    Kosten

    8 euro, inclusief tekstmateriaal

    Inschrijven

    Door 8 euro over te maken op rek. 447-8630601-48 van Oude Abdij, Drongenplein 26, 9031 Drongen, met vermelding poëzie.

    30-07-2006 om 20:19 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de onderste lagen van mijn ziel

    In de oudste lagen van mijn ziel,
    waar hij van stenen is gemaakt,
    bloeit als een gaaf, ontkleurd fossiel
    de stenen bloem van uw gelaat.

    Ik kan mij niet van u bevrijden
    er bloeit niets in mijn steen dan gij.
    De oude weelden zijn voorbij
    maar niets kan mij meer van u scheiden.

    Maria Vasalis

    30-07-2006 om 18:11 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God in meer dan een scheidsrechter
    Duitse bisschop schrijft brief aan kinderen
    ’God is meer dan een scheidsrechter’

    Geplaatst op 30/7 '06 om 3:09u
    Door Theo Borgermans (Bron: Kath.de)

    ERFURT (RKnieuws.net) - Mgr. Joachim Wanke, de bisschop van het Duitse Erfurt, heeft een vakantiebrief geschreven aan de kinderen van zijn bisdom. Als uitgangspunt nam hij de Wereldbeker Voetbal, die onlangs in Duitsland gehouden werd.

    “Bij de Wereldbeker Voetbal heeft men vele sterren: de doelwachters en spitsen, de middenvelders en de verdedigers… Maar er is nog een andere belangrijke persoon bij het voetbal: de scheidsrechter. Hij zorgt ervoor dat de regels gerespecteerd worden (…) Ik denk dat ons leven een beetje zoals het voetbal is. Voor ons christenen kan God daarbij zo’n scheidsrechter zijn. Ik wil U daarover graag enkele vakantiegedachten geven”, opende de bisschop zijn brief.

    Hij herinnert eraan dat het fluitje één van de belangrijkste werktuigen van de scheidsrechter is: “Zo kunnen de spelers weten wanneer het spel onderbroken wordt of doorgaat (…) Ik geloof dat ook God zich in de wereld laat horen. Tot op heden kunnen we zijn signalen horen, zien en terugvinden (…) Als een speler bij het voetbal een gele kaart krijgt, dan merken we vaak dat hij naar de scheidsrechter loopt en probeert uit te leggen waarom het eigenlijk geen fout was. Of men met God kan discussiëren? Wellicht denk je dat dit onmogelijk is. Maar ik ben er vast van overtuigd dat bidden tot iets dient. God hoort onze gebeden en Hij laat zich horen.”

    De gelijkenis met het voetbal gaat volgens de bisschop wellicht ook nog op andere manieren op. Zo is de scheidsrechter diegene die het hardst moet lopen. “Ook God moet in de wereld kort op de bal zijn. Op elk ogenblik interesseert Hij er zich voor wat er met ons gebeurt. Hij is elk ogenblik aandachtig en niets ontgaat Hem.” Hij wijst de jongeren er tot slot op dat ze in de vakantie allicht tijd hebben om een stille plaats op te zoeken. Daarvoor is de kerk een bijzonder geschikte plaats. Daar kunnen ze zich rustig neerzetten en naar het kruis kijken. Ze kunnen er bidden: God, gij ziet mij. Dank U dat ik belangrijk voor U ben. (…) God is meer dan allen maar een scheidsrechter en men kan ook zijn andere kanten ontdekken. Probeer dat eens! Ik wens jullie een goede vakantie en ik nodig jullie uit om ook aan de religieuze kinderweek en de kinderbedevaart deel te nemen.” (tb)

    30-07-2006 om 07:41 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoeken mensen God of zoekt God de mensen?
    Zoeken mensen God of zoekt God mensen?

    Reilander: "'Heel vaak zijn we niet echt bezig met God, maar zijn we op zoek.
    Zoveel mensen lijden nu onder druk, ontgoocheling, hartenpijn vanuit het leven en deze maatschappij.
    Mensen missen de ervaring dat God van hen houdt.
    Soms staan ze er gewoon niet voor open, maar vaak wordt de stem van God verstikt door lawaai, door een gebrek aan gemeenschap en aan sereniteit.
    In onze maatschappijn lijkt het middelpunt zoek. De middelpuntvliedende krachten zijn te sterk.
    Daarom komen ook veel jongeren bij ons in Combermere langs om na te denken, rust te vinden en soms ook te zoeken naar gemeenschap.
    Het gaat erom dat we onze identiteit vinden. Die ligt in onze waardigheid als mens, los van bezit, salaris, intelligentie of rijkdom.
    In Combermere vinden jongeren in gebed en gemeenschap vaak een nieuwe bestaansreden;"

    Jan Glorieux interviewt Teresa Reilander en Joanne Dionne van 'Madonna house' in Marche-Les-Dames, in Tertion 26 juli 2006 p. 14.

    29-07-2006 om 07:29 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebruik van transport dat schade toebrengt aan het milieu een 'symptoom van zonde
    Transport dat schade toebrengt aan het milieu een 'symptoom' van zonde noemen, is een straffe uitspraak. Maar waarom zouden wij er niet ernstig over nadenken!

    BISSCHOP VAN LONDEN VERDEDIGT UITSPRAKEN OVER VERKEER
    BRUSSEL (KerkNet/ChristianToday) - Bisschop Richard Chartres van Londen blijft bij zijn uitspraken over het verkeer.
    De anglicaanse bisschop had dit weekend in een gesprek met 'The Sunday Times' gezegd dat het gebruik van transport dat schade toebrengt aan het milieu als een 'symptoom van zonde' mag bestempeld worden.
    De bisschop anticipeerde met zijn uitspraak op de publicatie van een brochure van de Kerk van Engeland en Wales, met tips voor gelovigen om op een milieuvriendelijker manier te leven.
    Ze worden daarin ook aan hun taak herinnerd zorg te dragen voor de schepping.
    Volgens de bisschop is het tijd dat mensen bewuster met het milieu omgaan en daarmee bij hun beslissingen en keuzes ook meer rekening mee te houden.

    "Het maken van egoïstische keuzes zoals een vliegvakantie of de aankoop van grote wagens zijn symptomen van zonde", aldus bisschop Chartres.
    De bisschop bevestigde dinsdag in een gesprek met BBC 4 dat hij nog steeds bij die uit spraken blijft. In dat interview verklaarde de geestelijke dat hij kan aanvaarden dat grote gezinnen grotere wagens nodig hebben en anderen op het platteland leven.
    Toch vindt hij dat het christelijke zondebesef al te zeer wordt ingekrompen. "We moeten ook over zonde durven spreken met betrekking tot onze omgang met de schepping en onze verantwoordelijkheid voor de naasten, in het bijzonder voor de armsten."
    Het is volgens hem absoluut niet ongepast om ook inzake het milieu over morele verantwoordelijkheid te spreken. "Het is een zonde als we uitsluitend met onszelf rekening houden en een leven leiden zonder verantwoordelijkheid en verbondenheid." Hij onderstreept in dat verband ook het belang van de manier waarop we omgaan met de energie, omdat dit een impact heeft op de schepping en andere mensen.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    28-07-2006 om 08:00 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De diaken is geen kartonnen priester
    De diaken is geen kartonnen priester.
    'Karton' staat voor 'Ersatz'!

    Identiteit diakenambt nog niet uitgekristalliseerd.

    Twee opvattingen lijken tegenover elkaar te staan:

    1. Vertegenwoordiger van armen en zwakkeren

    De opvatting die heerst in het bisdom Rutenburg-Stuttgart (de thuishaven van het IDZ), laat zich goed samenvatten in volgende zin: de diaken treedt niet op als plaatsvervanger van de priester, maar als vertegenwoordiger van de armen en de zwakkeren.

    Dat hij regelmatig assisteert in de H. Mis is daarmee niet strijdig, maar als de diaken preekt, dan doet hij dat alleen om de armen en zwakkeren stem te geven in de geloofsgemeenschap. Huwelijken en uitvaarten die hij doet, komen voort uit contacten die hij in zijn diaconale werk heeft opgedaan.

    De diensten van diaken in de liturgie en in de verkondiging is in deze opvatting dus een afgeleide van zijn diaconale taak.

    De diaken is immers voor de diaconie en de naastenliefde.

    De diakenopleiding is daar op afgestemd.

    Dáár is hij voor gewijd en daarom geeft de diaken binnen de parochie ook leiding aan alle diaconale activiteiten.

    Dit impliceert dat iedere parochie een diaken moet hebben.

    Omdat priesterschap en diaconaat in deze opvatting bovenal onderscheiden ambten zijn, heeft men moeite met het feit dat in onze traditie ook priesterkandidaten de diakenwijding ontvangen.

    Bij mannen die zich kandidaat stellen voor het diaconaat wordt er in Rottenburg-Stuttgart nauwgezet op toegezien dat zij roeping hebben voor het diakenambt in deze zin. Zoals de diocesaan gedelegeerde voor het diaconaat opmerkte: een gehuwde man met een mogelijke priesterroeping wordt afgewezen als kandidaat voor het diakenambt.

    2. Liturgie, verkondiging en naastenliefde

    De opvatting aan de andere zijde van het spectrum legt meer nadruk op het drievoudige dienstambt van de diaken: de diaken wordt gewijd voor de diaconie van de liturgie, van de verkondiging en van de naastenliefde.

    In deze opvatting is meer plaats voor het feit dat het Tweede Vaticaanse Concilie het diaconaat als zelfstandig ambt óók heeft ingevoerd vanuit het perspectief van het priestertekort.

    Deze visie op het diakenambt is minder eenzijdig en biedt de mogelijkheid om roepingen te erkennen van mannen met verschillende charisma’s.

    Ook een man wiens eerste aanleg en oriëntatie niet op het charitatieve vlak ligt, kan in deze visie zeer wel voor de diakenwijding in aanmerking komen.

    Het is echter niet de bedoeling dat de diaken een soort “Ersatzpriester” wordt.

    Waar deze opvatting heerst – zoals onder meer in het bisdom “s Hertogenbosch – blijkt het tot nu wel moeilijk om precies helder te krijgen wat de eigenheid van het diaconaat is.

    De eigen spiritualiteit wordt vaak verbonden aan het gehuwd zijn van de meeste permanente diakens.

    Vanuit Rottenburg-Stuttgart werd hier tegenin gebracht dat dan de toelating tot het priesterambt van ‘viri probati’-gehuwde mannen die zich hebben bewezen - de doodsteek voor het zelfstandige diakenambt kan betekenen…

    De gewetensvraag werd voorgelegd wie van de gehuwde diakens in die situatie nog principieel voor het zelfstandige diakenambt zou blijven kiezen (al is het, om het zelfstandige diakenambt te beschermen, nu al niet vanzelfsprekend dat een gehuwde diaken die weduwnaar wordt, vervolgens als priesterkandidaat wordt geaccepteerd).

    Dit was actueel, omdat in die dagen het gerucht ging dat Paus Benedictus XVI bereid zou zijn om gehuwde mannen van 55 jaar en ouder toe te laten tot het priesterschap.

    Tijdens het congres was ook de mening te horen dat de eigenheid van het permanente diaconaat pas zou blijken als veel celibataire mannen voor het diakenambt zouden kiezen. De gedachte daarachter: pas dan zou écht bewezen zijn dat het om een eigen roeping gaat onderscheiden van het priesterschap.

    3. Conclusie

    De conclusie moet zijn dat de ontwikkeling van een eigen identiteit van het zelfstandig diakenambt nog problematisch is.

    Eigenstandig ambt of niet: veel diaken zijn gelukkig in hun ambt én leveren een onmiskenbaar belangrijke bijdrage aan de Kerk.

    Onder hen bevindt zich vermoedelijk een flink aantal dat niet te vatten is n de strikte definitie volgens Rottenburg-Stuttgart.

    Peter Broeders, diaken in Nieuwsbrief / IDZ :Nederland-Vlaanderen, n° 4, juli 2006, 3 – 5, als verslag van een te Freising ( bij München) gehouden internationale studieconferentie met als thema: “Diaconaat als profetisch ambt in de globaliserende wereld”.

    27-07-2006 om 14:29 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat betekent het voor een vrouw mee diakenvrouw te zijn?

    Mededeling: onderstaande tekst is een werkvertaling, dus helemaal niet af. Er is nog veel werk aan. Toch geef ik hem mee omdat het een echt levensdocument betekenti

    De rol van een diakenvrouw[i]

    In de poging om in woorden uit te drukken wat het betekent de vrouw van een diaken te zijn, kwam ik tot het besluit dat wij vrouwen die gehuwd waren (zijn)met een diaken eigenlijk dezelfde vrouwen waren (zijn) die wij altijd al waren geweest. Door ‘ja’ te zeggen op de wijding van onze echtgenoot (Hoe dan ook door ‘ja’ te zeggen waren wij hun ‘diaconate teammate = diaconale teamgenoot) (ploegmaat) geworden. En hadden ons zonder het te weten (te beseffen) onszelf geëngageerd tot (voor) een reeks van nieuwe uitdagingen, concerns (= be-zorg-d-heid, gevoel van betrokkenheid) en verantwoordelijkheden.

    Voor mij betekent de vrouw van een diaken te zijn dat ik naar de noden van mijn echtgenoot en mijn gezin meestal op dezelfde wijze (aan-)kijk als ik altijd al gedaan had (heb). Koken, kuisen (poetsen), wassen, strijken, naaien, taxi spelen voor de kinderen (de kinderen wegbrengen, voeren met de auto), en helpen bij het onderhoud van ons huis en tuin waren allemaal een deel van mijn normale dagdagelijkse gewoonten (routine). Alhoewel, hoe meer na de wijding het apostolisch engagement (betrokkenheid) groeide (toenam), hoe meer ik werd achtergelaten om thuis te wedijveren ( te concurreren). Elke rol (taak) die ik vroeger op mij nam als huishoudster had een andere betekenis gekregen.

    Koken betekende nu dat ik het uur van onze gezinsmaaltijd moest plannen rekening houden met Phil’s uurrooster (agenda) voor de avond (met Phil’s avondprogramma) (avondrooster, avondagenda). Poetsen hield in dat ik de stapel boeken en papieren voor zijn lopende projecten (ondernemingen) moest afstoffen en gesorteerde dingen verplaatsen waarmee ik niet wist wat te doen op zijn reeds overvolle bureau. Bij de was hoorde bij gelegenheid een zwart hemd en een lange witte albe[ii], terwijl ontwerpen en stikken van stolen in verschillende liturgische kleuren tot mijn naaihobby begon te behoren. Zelfs de taxidienst (service) die wij voor onze kinderen moesten verzekeren was veranderd daar ik heel vlug ontdekte dat het een volledige opdracht voor mezelf werd. Mijn job (taak) in het onderhoudsdepartement was ook veranderd. Als de zekering van mijn droger uitviel (doorbrandde) had ik die reeds vervangen voor Phil van zijn werk naar huis kwam. Nooit te voren had de vrouw van de elektricien overwogen iets (zo iets) dergelijks te doen. Als de wasmachine het begaf belde ik naar een hersteldienst, heel goed wetend (beseffend) dat Phil niet de tijd zou hebben om het vlug te herstellen. Als de auto in het verkeer blokkeerde dan repareerde ik hem.

    Blijkbaar maakten andere diaconale koppels dezelfde ervaringen mee:

    “Mijn man is nooit thuis als ik hem nodig heb om rond het huis iets (karweitjes) te doen,” beklaagt zich een echtgenote. “Mijn lijst voor karweitjes voor hem wordt altijd maar langer. En mijn werk is nooit gedaan.”

    “Ik ben verontwaardig (ik neem het hem kwalijk) als mijn echtgenoot tijd vrij heeft om te relaxen (uit te rusten) terwijl ik nog altijd rond het huis moet werken,” laat een ander vrouw horen (melden). “Toch (?) is een van mijn grootste bezorgdheden dat mijn echtgenoot niet genoeg uitrust. Daardoor voel ik mij bijzonder schuldig als ik het hem kwalijk neem dat hij tijd vrij maakt (neemt) voor zichzelf.”

    De kritische opmerkingen (commentaren) van mijn vriendinnen werden veroorzaakt (opgewekt) door twee andere belangrijke punten – de nood aan tijd om karweien rond het huis die alleen door onze echtgenoten zouden gedaan worden en de nood aan tijd voor hem om te relaxen (uit te rusten) en zichzelf te verfrissen (op te frissen).

    In het verleden (vroeger) had ik nooit de nood gevoeld om overbezorgd (overdreven bezorgd te zijn) te zijn over Phil’s gezondheid – zowel fysisch (lichamelijk), sociaal, emotioneel, als geestelijk (spiritueel). Phil had altijd al redelijk zorg gedragen voor zichzelf. Hoe dan ook (evenwel), met de aanvang (met de plotselinge toename van) met de diaconale bezigheden (taken, opdrachten) werd de tijd voor het persoonlijk welzijn van mijn echtgenoot zeldzaam.

    “Ik heb echt geen tijd nu,” (zegde) antwoordde Phil mij toen ik er hem op wees dat het woord “tennis” feitelijk (practisch) van de kalender (agenda) was verdwenen. “Maak je geen zorgen. Ik heb meer dan genoeg lichamelijke oefeningen door electische kabels te trekken op het werk, door tijdens de zomer met de bal te spel met de kinderen in de achtertuin, en door sneeuw te ruimen tijdens de winter.”

    Hoe dan ook dat ( dat was echter niet het soort…) was niet het soort oefeningen waar ik aan dacht (die ik in mijn hoofd had). Door Phil aan te moedigen om tijd te nemen om zich te ontspannen met zijn vrienden, had ik niet alleen zijn lichamelijke gezondheid op het oog maar evenzeer zijn sociaal en emotioneel welzijn. Tijd doorbrengen (tijd voor zijn vrienden), met of zonder mij, was noodzakelijk voor het sociaal welzijn van mijn echtgenoot, en weg kunnen (weg gaan)(afstand nemen) van de stress en de spanningen van thuis, het werk, en het diaconaat kon niet anders dan goed zijn voor zijn emotioneel welzijn.

    Dan (?), met de bedoeling te helpen zorg te dragen voor de spirituele gezondheid van Phil, moedigde ik hem aan om elke dag wat tijd te nemen voor rustig, persoonlijk gebed en om te genieten ( te profiteren) van de gelegenheid om te bidden in gemeenschap, bezinningsdagen en retraites inbegrepen.

    Ik hoopte dat de maatregelen ( de acties, de handelingen,…) die ik nam als Phil gezondheidsraadgever hem zouden helpen hem te verfrissen (te laten uitrusten) en veel van de stress zouden wegnemen (ontlasten) dat het diaconaat in zijn leven had meegebracht.

    Behalve mijn toegenomen bezorgdheden (inspanningen,…) voor alle aspecten van Phil’s gezondheid, plaatste zijn geestelijk ambt mezelf als zijn diaconale ploegmaat voor enkele nieuwe en onverwachte verantwoordelijkheden. Telefoneren (opbellen), brieven en dienstmededelingen typen, en waakzaam zijn voor al de noden van mijn echtgenoot en voor zijn bezette agenda plaatste mij in de rol (maakten van mij) van de privésecretaresse van de diaken.

    Maar verrassend genoeg (verbazingwekken), een andere rol welke ik zonder het te weten opmij had genomen was die van beschermer van mijn echtgenoot. Phil was gedurende jaren mijn ridder in schitterende wapenuitrusting geweest, maar het scheen (het bleek) dat ik als diakenvrouw, de schone maagd (vrouw) was geworden die voor hem stond met uitgestrekte armen (met getrokken wapens) om hem proberen te beschermen tegen iemand of iets die hem op een of andere wijze zouden kunnen kwetsen. Ik probeerde Phil te beschermen tegen heel de wereld, zichzelf inbegrepen.

    Het moet dwaas (dom) van mij geweest (het was dwaas, dom van mij geweest) om te denken dat iedereen van mijn echtgenoot zou houden, zoals ik hem aardig, sympathiek vond, of, wat betreft zijn geestelijk ambt hem zouden waarderen (naar waarde schatten). Maar ik (but I did want?) ik deed dat graag (maar ik deed dat omdat ik graag wilde) om zeker te zijn dat zoveel mogelijk mensen Phil zouden aanvaarden en zijn inspanningen waarderen. Mijn belangrijkste bezorgdheid als verdediger van mijn echtgenoot bestond erin mijn echtgenoot en zijn geestelijk ambt (?) te beschermen tegen afwijzende kritiek van degenen to whom he was ministring) (tot wie hij gezonden was). Om dat te verwezenlijken keerde ik terug tot mijn vroeger beroep als leerkracht om door woorden en daden te tonen wat het diaconale ambt eigenlijk betekende.

    Bovendien (daar mee samenhangend (daarbij komt nog) wist Phil, dat hij (na de wijding) volgend op de wijding, dat hij alvorens het huis te verlaten voor de uitoefening van zijn diaconaal ambt een hele litanie van vragen kon verwachten. “Heb je je albe mee? Heeft je stool de juiste liturgische kleuren? Heb je je lectionarium mee? Heb je de aantekingen van je homilie mee? Alles wat je nodig hebt?” Als ik naar Phil’s plannen voor een gebedsdienst luisterde of naar een programma dat hij aan het opstellen was, dan was ik zijn klankbord, en ik werd voortdurend op de hoogte gebracht over alles wat aan het gebeuren was in de uitoefening van zijn ambt.

    Meestal werden de vrouwen van diakens de hardste (strengste) critici van hun echtgenoot, vooral als het erop aankwam te luisteren naar ideeën voor homilies. “Bij gelegenheid vind ik dat ik waardevolle suggesties kan geven over de inhoud, en ik moet toegeven dat het horen van mijn gedachten (ideeên) uitgesproken vanaf de preekstoel, van tijd tot tijd opwindend is,” deelt een vrouw mee.

    Voor ons, had mijn dienst als raadgever bij de uitoefening van het ambt (als raadgever van …) twee bijkomende voordelen. Dat mijn echtgenoot naar mijn mening vroeg en die waardeerde was voor mij heel bevredigend (deugddoende, deed mij deugd,…), maar het diende ook om ons altijd maar dichter bij elkaar te brengen in onze relatie als gehuwd koppel.

    Mettertijd, als ik zag dat Phil het goed deed, begon ik mij meer ontspannen te voelen en minder zorgen te maken over zijn aanvaarding. “Ben je zeker dat je alles mee hebt?” werd mijn enige vraag als Phil wegging voor de uitoefening van zijn ambt. Wat een verandering ten opzichte van de litanie van vragen waarmee mijn echtgenoot werd geconfronteerd toen hij pas was gewijd. Luisterend naar zijn homilies van op de kerkbank, vertrouwde ik er eenvoudig op dat zij goed zouden zijn – zenuwachtig vertrouwvol misschien, maar niettemin vertrouwvol. Ondanks het feit dat Phil zijn homilies kort hield en tot the point, het maakte niet uit hoe lang hij reeds gewijd was, telkens mijn diaken voor een groep sprak, was ik altijd zenuwachtig voor hem.

    Alhoewel het in de gaten houden van de uitoefening van zijn ambt mij ongetwijfeld tot zijn strengste critici had gemaakt, wist ik dat ik ook zijn grootste fan was. Hoe fier was ik als hij assisteerde aan het altaar, iets nieuw opstartte in onze parochie, of constructieve veranderingen aanbracht in bestaande programma’s.

    Phil laten weten (te kennen geven,…) hoe fier ik op hem was en over zijn engagement (de belofte, de inzet) dat hij genomen had, was een van de belangrijke delen van mij rol als fan (supporter); hem altijd loyaal zijn was de andere. Natuurlijk (vanzelfsprekend) waren er ook anderen tot wie het geeigend was (dat het passend was) om mijn occasionele ( bij gelegenheid?) ontevredenheid over onze diaconale levensstijl uit te drukken. Phil had er recht op, had er nood aan, te weten wat ik voelde, daar de communicatie de basis van onze relatie was. Anderen in de diaconale gemeenschap deelgenoot maken van wat wij diep in ons voelden was voordelig (nuttig) voor degenen onder ons die diaken waren evenals voor de diakenvrouw, want het leerde ons (het liet ons zien) dat wij niet alleen waren met de ervaringen die wij meemaakten. Bij gelegenheid aan een dichte vriend (of vriendin) een kritische kanttekening maken (in vertrouwen nemen?) als ik depressief was of overwerkt hoefde niemand pijn te doen (te kwetsen). Maar mij beklagen bij een lid van onze parohiegemeenschap betekende dat ik het risico nam om Phil’s goede naam (reputatie) en zijn ambtelijk werk te beschadigen. Het maakte niet uit hoe ik mij op dat ogenblik voelde, ik wist dat het nodig was om een loyale fan (supporter) van mijn echtgenoot en van zijn dienst in de kerk te zijn.

    Als beschermer van Phil voelde ik de nood (voelde ik het noodzakelijk) mijn echtgenoot niet alleen te beschermen tegen degenen voor wie hij het ambt uitoefende. Met onze druk bezette levensstijl kwam mijn rol als degene die ons gezin in het midden hield (die op ons gezin focuste?) van pas. Daar wij niet graag iemand kwetsten die ons heel nabij waren of niet wilden dat zij het diaconaat, en dan vooral Phil, ons gebrek (schaarste) aan aanwezigheid zouden verwijten, deed ik een heldhaftige poging om heel bewust te zijn (attent te zijn, van heel bewust er op te letten) van hetgeen in het leven van de anderen gebeurde. Waakzaam zijn (aandacht hebben) voor de noden van onze familie of vrienden –hetzij door erin betrokken of erin aanwezig te zijn, door te helpen in een programma, of door gewoonweg begripvolle luisteraars te zijn- dat was allemaal een deel van mijn job. “Vergeet niet dat er vrijdag een ontmoeting is van de welpen van de padvinders.” “Het is de verjaardag van je moeder. Hoe gaan wij het doen (?) (wanneer ongeveer?) om haar vanavond te bezoeken?” Mijn echtgenoot hoorde regelmatig deze en andere herinneringen (geheugensteuntjes).

    ?Wanneer (als) ik de aandacht richtte op het middelpunt (When I concentrated on the focusing), konden Phil en ik samen tot stand brengen (voltooien) wat voor ons belangrijk was op elk gegeven moment. Door onze aandacht te richten op het belangrijkste hielp om de rangorde in onze prioriteiten te behouden en een evenwicht in ons leven (en ons leven in balans) te houden, beiden onmisbaar voor ons gezin om stormachtig weer te vermijden.

    Een andere rol die de diakenvrouw op zich neemt is dat van de gezinsbarometer te zijn. Ergens van begin tot einde (?) (Somewhere along the line) verwierf ik een groeiende gevoeligheid voor de stemmingen, gevoelens, en noden van alle gezinsleden – een gevoeligheid die mij in contact hield met het emotioneel klimaat van ons huis (huishouden?). Phil kon altijd weten (van mijn gezicht aflezen) wat de gezinsatmosferische druk van de dag was door naar mijn gezicht te kijken gekoppeld aan de toon van mijn stem. Als op mijn gezicht ‘storm’ stond te lezen dan wist mijn echtgenoot dat het tijd was (werd) om uit te vinden waarom dat zo was, zo dat wij samen de gepaste maatregelen (handelingen, plannen) konden nemen om het goede weer te herstellen. Op deze wijze (manier) waren wij beschermd tegen het gevaar uit elkaar geblazen te worden door de extra (de toegenomen) beroering,onrust, dat het diaconaat in leven van ons allemaal had meegebracht.

    Als ik voelde dat Phil zijn eigen ergste vijand aan het worden was door overwerk, dan was het tijd (dan werd het tijd) voor mij om hem in bescherming tegen zichzelf te nemen door …(?)(becoming the Household foot stomper).”Nee, niet nog iets anders deze week!” “Hoe kunnen wij het wat kalmer aan doen en wat meer tijd nemen voor jezelf?” Deze en gelijkaardige opmerkingen hielpen mijn diaken te beschermen die in zijn enthousiasme en zijn verlangen aan pastoraal te doen (?) de neiging had om van tijd tot tijd te overdrijven.

    Van de andere kant, als ik voelde dat Phil zou kunnen gekwetst worden omdat hij zichzelf aan het uit putten was of zich ontmoedigd voelde, dan werd ik zijn cheerleader (aanvoerster van toejuichers) aan de zijlijn. Hem een brede glimlach toeflitsen van op mijn plaats in de mensenmassa (?) (de menigte) (de vergadering) kon zijn zelfvertrouwen opkrikken (bevorderen) als hij zenuwachting werd bij uitspreken van een homilie of een groep toesprak. “Hoe fier ben ik over jou (hoe trots ben ik op jou)” wilde ik hem vertellen. Het was geen leugen.(Het was niet gelogen). Phil deed het goed in zijn ‘endeavors’ (?), en zijn optreden maakt een verschil in onze gemeenschap – een feit waarvoor ik de vrijheid nam er hem aan te herinneren als het noodzakelijk was.

    Als Phil gefrustreerd scheen door zijn onvermogen om meer voor de anderen te doen, dan wilde ik hem er aan herinneren, dat op het huidige ogenblik (het huidige moment), onze kinderen groot brengen (opvoeden) het grootste deel van onze tijd zal blijven in beslag nemen. Later, als de kinderen volwassen zullen zijn, dan zouden wij allebei vrijer zijn om werken van liefde te volbrengen buiten ons huishouden (ons gezin) (buitenhuis).

    Een bijkomende (extra), echt vruchtbare (effectieve) manier om mijn steun en mijn vertrouwen in mijn echtgenoot te tonen bestond er in zijn gebedspartner te worden. Eens dat wij tot het besef kwamen hoe belangrijk het gezamenlijk gebed was, werd het, al was het maar enkele minuten, (gezamenlijk) gedeeld gebed, een belangrijk deel van elke dag. Als het enigszins mogelijk was woonde ik de jaarlijkse retraite voor diaconale koppels samen met mijn echtgenoot bij. Op die manier waren wij bekwaam (in staat) om spiritueel te groeien, te samen en als persoon (persoonlijk), in een gedeelde ervaring (in een gemeenschappelijke ervaring). Bovendien, terwijl Phil buitenshuis bezig was zijn pastoraat uit te oefenen probeerde ik tenminste enkele minuten te besteden om God te vragen Phil te zegenen in zijn werk, werd ik zijn gebedssteun (zo doende werd ik zijn gebedssteun). Uiteindelijk begon ik mij te realizeren (begon ik te beseffen) dat thuis blijven om voor de kinderen te zorgen terwijl ik dikwijls liever bij hem was geweest om hem te helpen in zijn pastoraal werk op zichzelf reeds een gebed was.

    Hoe dan ook, daar ik meende een belangrijk aandeel te hebben gehad in de vorming van Phil, verlangde ik er naar, misschien had ik er zelfs nood aan, eveneens een meer actieve en belangrijke bijdrage (aandeel) in zijn apostolaat te hebben. Ik mag dan wel niet gewijd zijn, maar ik had er geen enkele twijfel over om wegen (manieren, wijzen) te erkennen waarin ik actief zou kunnen delen in zijn gewijd ambtelijk werk. Niettegenstaande het feit dat ik genoot van mijn gezin en wist dat dingen die ik thuis deed heel belangrijk voor ons allen waren, was ik soms toch gefrustreerd door mijn beperkt aandeel (deel) als diaconaal ploeg manager (as diaconal team manager). Ik kon het niet helpen maar benijdde de diakenvrouwen waarvan de kinderen volwassen waren. Ongetwijfeld waren zij vrijer om hun echtgenoot te helpen indien zij er voor kozen (als zij daar voor kozen).

    Hier waren de aanmoedigingen van Phil heel belangrijk om mij gaande te houden. “Bedankt dat mijn gerief voor het predoopselprogramma klaar lag toen ik van mijn werk thuis kwam.” “Er waren van morgen vriendelijke opmerkingen over mijn homilie. Ik waardeer echt de gedachten die je met mij deelde en je aanmoedigingen.” “Bedankt dat je het gazon hebt gesproeid. Ik zag er niet naar uit om het vanavond te doen.” Deze en andere uitspraken van mijn echtgenoot hielpen mij er zeker van te zijn dat mijn rol in ons diaconaal streven (?) belangrijk waren en werden gewaardeerd. Ondertussen keek ik uit naar de tijd (het ogenblik) dat ik in staat zou zijn om meer ten volle deel te nemen aan het diaconaal apostolaat.

    Wetende (beseffende) dat de werkelijkheid (de feitelijkheid? De realiteit?) van het leven in een druk gezin met een huis vol van opgroeiende kinderen en zeker zijnde van Phil’s waardering voor de kleine dingen die ik voor hem regelde (?), hielpen mij mijn ongedwongen (rustige, stille), ondersteunende rol te aanvaarden als een speciale (bijzondere) ministry en op zich als een geschenk (een gave) aan mijn echtgenoot, mijn gezin, mijn kerk, en mijn God. Hoe trots (fier) was ik op Phil. Hoe fier was dat ik zijn stille steun was. Hoe fier was ik, als na verloop van tijd, ik de blijvende (voortdurende) stille bewondering van anderen bemerkte zowel voor Phil als voor zijn werk.

    “Ben je ooit jaloers geweest van je echtgenoot?” vroeg een van de vrouwen mij. “Ik wil zeggen niet alleen van zijn weg zijn van je (thuis), maar ook van de bewondering die andere vrouwen voor hem hebben?” Van het weg zijn (van het van thuis weg zijn), dat verstond ik; de ‘andere vrouwen’ had ik nooit ondervonden.

    “Ik kon mijn man niet vinden tijdens een bijeenkomst na een speciale liturgische viering”, vervolgde zij.

    “Dat is niet ongewoon,” lachte ik, veel relativerend. “Phil en ik hebben hetzelfde probleem om elkaar in de menigte (het volk) terug te vinden.”

    Maar mijn vriendin lachte niet toen zij haar ervaring verder vertelde. “Als ik rondom naar hem vroeg, had iemand gezien dat mijn man (echtgenoot) aan het babbelen was met een vrouw in een kamer achterin de hall. Dat op zich zou niet verkeerd zijn, maar iemand anders had mij juist verteld dat die bepaalde vrouw verliefd was op mijn man. Terwijl ik zelf mijn taartje met koffie was gaan halen, was mijn diaken echtgenoot een drankje gaan halen voor die ‘andere vrouw’.

    “Het slechtste van al was dat toen ik mijn man vertelde wat ik wist en hoe jaloers ik was toen ik zelf zag dat hij aan het babbelen was, alleen, met die bepaalde vrouw, dat hij mij niet kon begrijpen. ‘ Je bent dom aan het worden. Jij legt die dingen verkeerd uit,’ antwoordde hij mij. Maar ik wist dat het niet waar was (dat het zo niet was. Die vrouw kon haar ogen niet van mijn man houden. Dat was voor mij een heel nieuwe ervaring, want ik was vroeger nog nooit jaloers van hem geweest, en had het echt moeilijk om met die situatie om te gaan. Gelukkig is die vrouw naar een andere parochie verhuist. Hoe dan ook (er zijn echter tegenwoordig), er schijnen tegenwoordig vrouwen te zijn die achter mannen met een romeinse boord lopen, en ik heb mij voorgenomen dat geen enkele van hen mijn man zal inpikken!”

    Ik was er rustig van overtuigd (zeker van) dat ik nooit jaloers zou zijn op (van) andere vrouwen in het leven van Phil – of zij nu met hem samenwerkten bij het uitvoeren van projecten of die hun bewondering voor hem uitdrukten. Tenminste dat was wat ik dacht tot op een avond na een gebedsdienst. Uit eigen beweging bracht in het materiaal van Phil naar de auto, laadde ze in en reed de auto dichter bij de zaal waar (?) de receptie doorging. De avond was koel en de boekentas, de bandopnemer en geluidsbanden waren zwaar en moeilijk te verplaatsen. “De dienares van de dienaar” herinnerde mezelf met een binnenpretje terwijl is sukkelde met de accessoires.

    Toen ik de zaal binnenkwam waar de ontmoeting plaats vond, zochten mijn ogen onmiddellijk naar Phil, en het duurde niet lang voor ik hem vond (kon thuis brengen) – omringd door half dozijn vrouwen die hem bewonderden. Wat mij eigenlijk (echt) overstuur maakte was dat hij leek te genieten van de aandacht. Voor het grootste deel waren het getrouwde vrouwen, en ik wist instinctief dat er weinig kans was, zelfs geen, dat er onder hen waren geïnteresseerd in een liefderelatie met mijn man. Alsof er iets geweest was (?) (If they had been), Phil had weldra zijn handen vol met mij, en hij was slim genoeg omdat te begrjpen(?). Waarom kon toen de lelijke kop van de jaloersheid opsteken?

    Ik stak het incident uit mijn hoofd tot op de dag dat ik (enkele) sommige van mijn ervaringen deelde met vrouwen van diakens. Als ik er hen over vertelde ( als ik hen er verslag over gaf) knikte een vrouw van in de zestig bevestigend. In feite was zij zo opgewonden dat zij zichzelf niet kon inhouden. “Ik begrijp (ik herken alles) helemaal (precies, juist) wat je wil zeggen”, zegde ze. “Bijna juist hetzelfde is mij overkomen.”

    Mijn persoonlijke ervaring (ontmoeting?) met afgunst maakt mij (nog) meer dan ooit vastbesloten om de romantiek in ons huwelijk te bewaren en ons huwelijk voortdurend groeiend. Op die wijze, mocht een of andere vrouw geïnteresseerd geraken in Phil, dan zou ik mij niet bedreigd voelen door haar.

    Vertrouwen had nu zijn weg gevonden in ons leven als diakenvrouwen – vertrouwen niet alleen ten opzichte van andere vrouwen maar ook in ee ander belangrijk aspect van het apostolaat van onze man – (confidentiality) =?. Phil werd soms geroepen om te luisteren naar sommige zeer persoonlijke aangelegenheden. Bij gelegenheid (?) (at times) hoorde hij in feite de biecht van iemand alvorens die persoon zich tot een priester wendde om de genade van het sacrament van vergeving te ontvangen. Deze aangelegenheden, als zij aan hem werden meegedeeld, waren duidelijk alleen voor de oren van mijn man bedoeld. Om die reden, indien anderen zich goed voelden als zij Phil in vertrouwen konden nemen, dan was het nodig dat zij er zeker konden van zijn dat hij het niet verder zou vertellen, zelfs niet aan mij. Tot de wijding waren wij een koppel geweest dat de gewoonte had bijna alles met elkaar te delen (uit te wisselen, te vertellen,…), zo (daardoor) was het niet bijzonder lief (?) (om zo maar voor lief te nemen?) om van dit klein deel van Phil’s leven uitgesloten te worden. Maar als ik goed naar mijn eigen leven keek, kwam ik tot het beself dat ook ik vrienden had die mij in vertrouwen namen, en het gebeurde dat ik mij niet vrij voelde daarover een woord verder te vertellen, zelfs niet aan Phil.

    De houding aannemend van “Wat de Heer mij willen laten weten (kennen), dan zal hij daartoe zeker de weg voor vinden. Al het andere is niet belangrijk” maakte het mij veel gemakkelijker het feit te aanvaarden dat de rol van vertrouweling soms eiste (vereiste) van geen vragen te stellen en geen antwoorden te krijgen.

    Blijkbaar was vertrouwen een belangrijk deel van de rol waartoe ik geroepen werd te vervullen als vrouw van Diaken Phil, om reden dat hoe vollediger ik mijn diaken vertrouwde, hoe bekwamer (hoe beter ik werd) ik werd om afstand te nemen van sommige eisen (aanspraken) ten opzichte van hem. Ik neem aan (ik veronderstel?) dat ik eerder bezitterig ben geweest voor de aandacht die mijn man mij schonk, evenals voor (van) de tijd (die wij gebruikten) om samen dingen te doen. Hoe dan ook (hoe je het ook bekijkt?) als vrouw van Diaken Phil Mraz, vond ik dat het nodig was van sommige aanspraken op Phil’s tijd en aandacht afstand te doen, zowel (evenals) als het feit te erkennen dat heel wat (?) energie (inspanningen) die hij vroeger gebruikte om samen met mij en ons gezin dingen te doen, nu rechtmatig op anderen werden gericht (ergens anders op gericht?).
    Bij zijn wijding had ik vreemd gevoel van verlating ondervonden toen Phil onze gebedsbank verliet en zijn plaats aan het altaar innam. Op dat ogenblik heb ik instinctief (intuïtief) geweten dat ik dat ik een deel van Phil terug (gaf) aan God gaf om in de kerk te dienen. In mijn hart was hij nog “mijn diaken”, en zelfs nadat ik had uitgesproken dat ik hem vrij aan de Heer gaf voor zijn dienst (om in zijn dienst te staan), ondervond ik(?) dat ik van tijd tot tijd er naar verlangde om alles van hem terug te nemen.

    “Het komt dikwijls voor dat ik er de voorkeur zou aangeven mijn man thuis te hebben eerder dan weg om anderen te dienen (ministering),” vertelde een diakenvrouw. “Er zijn veel gelegenheden dat ik hem mis samen zittend in de bidbank, vooral bij kerkelijke plechtigheden waarbij ik zoveel andere koppels samen zie zitten. Hoe graag zou ik hem aan mijn zijde hebben voor onze traditionele parochiale hernieuwing van de huwelijksbeloften als ik rondom mij koppels hand in hand zie hun beloften hernieuwen staande voor hun glimlachende kinderen. Maar als het gebeurt dat wij op die dag dezelfde mis bijwonen, dan ben ik gelukkig als onze ogen elkaar ontmoeten over de hoofden heen van degenen die in de bidbanken zitten (en ons scheiden?) en wij wederzijds onze engagement ten opzichte van elkaar hernieuwen.”

    “Het heeft voor een vrouw veel te betekenen als zij een kind laat gaan, maar het is een totaal andere kwestie als je uw echtgenoot laat gaan. Het is een beetje schrikwekkend, bijwijlen vereenzamend (?) (op zijn eentje achtergelaten, bijwijlen irriterend (ergerlijk), en meestal komt het niet goed uit (komt het ongelegen),” vertelde een andere vrouw.

    Door geleidelijk aan, wat afstand te doen, maar niet alles, werd mijn persoonlijke aansprak makkelijker (?). Verbazingwekkend, doordat ik mijn man niet aanklampte (aanplakte) of hem voor mij houden, veroorzaakte een kettingreactie van blijde gebeurtenissen (van blijheid?); hoe meer vrijheid Phil kreeg, hoe meer ik van hem ontving – zijn liefde, zijn bewondering, en zijn zelfmedeling aan mij (?). Als ik afstand nam van wat bezitdrang en overbescherming, dan was hij in staat om te dienen (apostolaat uit te oefenen) met een groter zelfvertrouwen en vrijheid. Werkelijk, Phil had mij nodig als degenen die hem vrijheid schonk om zo te groeien en meer en meer de diaken te worden zoals God hem geroepen had te zijn. Door vertrouwen te geven en hem los te laten had ik een andere en nieuwe rol verworven – die van enabler (diegene die bekwaam maakte, die het mogelijk maakt, degenen die kansen schept).

    Phil bij de wijding helpen met het aantrekken van de liturgische gewaden was een uitwendig teken geweest voor het ondersteunen van zijn werk voor de kerk en mijn bereidheid om hem te helpen op welke wijze ik maar kon, maar ik ben er mij bij de wijding weinig van bewust geweest wat het leven als diakenvrouw allemaal met zich zou meebrengen.

    De lijst van de rollen was veel langer dan ik ooit had kunnen inbeelden wat het zou worden: echtgenote, beminde, metgezel (kameraad), beste vriendin, huishoudster, gezondheidsraadgever, diaconale ploegmaat, privésecretaresse, beschermer, onderwijzeres, strengste criticus, raadgever bij het ambtelijk werk, loyale fan (trouwe supporter), gezins (family focuser), gezinsbarometer, foot stomper, cheerleader, gebedspartner, gebedsondersteuner, ploegmanager, quite (trouwe?) supporter, vertrouwengeefster, luisterend oor, vrijheid schenker, bekwaammaakster.

    Ik neem aan (ik veronderstel) dat ik als vrouw van Phil altijd al deze dingen voor hem ben geweest. Maar om de een of andere reden waren samen met de wijding van de zijde van Phil de noden toegenomen en een verhoogd bewustzijn van die noden aan mijn zijde. Afzonderlijk gezien leken (schenen) elk van de bijkomende noden vergeleken met mijn vroegere vrouwelijke rol klein en zonder grote betekenis; de meeste van die bijkomende rollen hadden een weg in mijn leven gevonden zonder dat ik het me zelf realiseerde. Echter, samen genomen namen de verschillende soorten een aanzienlijker deel van mijn tijd en energie in beslag dan ik had verwacht of besefte, daar elke soort werk een bepaalde hoeveel van lichamelijke, mentale, of emotionele tijd in beslag nam. Elk van de bijkomende opdrachten hadden er toe gediend mijn reeds drukke leven nog meer ingewikkeld te maken doordat zij bij mijn voortdurende veranderde lijst van persoonlijke verantwoordelijkheden toegevoegd werden.

    “Het leven van een vrouw is een voortdurende ervaring van verandering, naar mijn mening veel meer dan in het leven van een man,” zegde een andere vrouw. “ De meeste levenservaringen die wij als getrouwd koppel meemaken hebben een grotere invloed op de vrouw dan op de man.” Uitspraken als deze van andere diakenvrouwen hebben mij geholpen mijn theorie te ondersteunen dat als een man gewijd is, dat in vele, maar niet in alle gevallen, zijn vrouw de enige is die geconfronteerd wordt met zoveel bijkomende verplichtingen en zorgen waardoor zijn dikwijls een meer overstresst leven leidt dan haar man.

    Een artikel in een nationale diaconale uitgave bevat bewijzen die mijn vermoeden verder ondersteunen. Diakens en hun vrouwen die een workshop over burnout en een jaarlijkse regionale diaconaats conferentie in Denver bijwoonden beantwoorden zestien vragen van een self-rating (persoonlijk waardecijfer toekennen?) van een Inventaris van burnout geestelijken (Clergy Burnout Inventory). Op de vijfenzestig diakens die gebruik maakten van deze vragenlijst, ontdekten 20 procent dat zij een bepaalde graad van burn-out hadden ondervonden. Echter (maar, evenwel) van de negenveertig vrouwen die de zelfde vragen beantwoordden, hadden bijna 35 procent scores die aanwezen dat verschillende graden van burnout hadden ondervonden (meemaakten, ondervonden). Vrijwel 15 meer vrouwen dan mannen leden onder symptomen van burnout. De figuren (voorstellingen) van de hoogste scores wat betref burnout vormen eens te meer een overtuigend bewijst die mijn hypothese ondersteunen. Slechts één man, maar zeven vrouwen, scoorden in die rang. Eén en half procent van de mannen tegenover 14 3/16 procent voor de vrouwen waren uiterst burnout.[iii]

    De gepubliceerde resultaten van workshoponderzoek ondersteunde mijn vermoeden dat veel van de vrouwen meer moeilijkheden hadden dan hun mannen om vredig (rustig) om te gaan met de drukte en de stress die het diaconaat in hun leven had teweeg gebracht. Het bewees ook dat veel andere vrouwen, niet alleen die van ons bisdom, gelijkaardige spanningen (als ik - ?) hadden ondervonden. Terwijl men geneigd is om de aandacht te richten op de mannen in het diaconaat en alles wat zij er in meemaken (en alles wat zij er door meemaken), zou het misschien goed zijn dat men ook wat meer aandacht zou schenken aan wat er met de vrouwen gebeurt.

    Toen onze bisschop bij de wijding de mannen er voor waarschuwde (verwittigde) dat hun wijdingsambt lijden met zich zou meebrengen, besefte hij toen wel (wist hij toen – was hij er zich van bewust) dat de vrouwen ook zouden lijden? Hoewel (ofschoon)in die tijd het lijden niet altijd de moeite waard scheen, alles wat ik meemaakte om mij aan te passen aan mijn rol van diakenvrouw was de moeite waard. Het bijkomend werk, de stress, en de emotionele strijd als gevolg van mijn aanvaarding van alle aspecten ( terreinen, gebieden?) welke ik bediende voor mijn echtgenoot had geleid tot een enorme grote

    persoonlijke groei van mijn kant.

    Ofschoon (hoewel) ik oppervlakkig gezien nog altijd dezelfde vrouw lijk die slaafs haar man achterna liep toen hij tot de opleiding voor diaken werd aangenomen, het feit dat het diaconaat zoveel verandering in ons leven heeft teweeg gebracht, kan mij niet onberoerd achtergelaten hebben. Bij het onderzoek naar wat het betekent een diakenvrouw te zijn, is het misschien nodig na te denken over de vrouw die op haar eigen voeten staat.[iv]

    Vertaling door diaken Maurice Temmerman, eerste (proef)vertaling op woensdag 26 juli 2006



    [i] Hoofdstuk 7: The Role of an Deacon’s Wife in Ministry and the Family of the Permanent Deacon van Dottie Mraz, The Liturgical Press, Collegeville, Minnesota, 1987, 159 bladzijden.

    [ii] De bisschop van het bisdom Clevelland, Ohio vroeg aan de permanent diaken bij het uitoefenen van hun ambt een clergycostuum te dragen, romeinse boord inbegrepen.

    [iii] Zie David Balk, “Burnout and the Permanent Diaconatet: Threat to Ministry. Opportunity for Grace,” in Diaconal Quartely x, no. 1 (winter 1984) p. 13 – 24.

    [iv] Hoofdstuk heeft als titel: The Woman Who Is a Deacon’s Wife. Vertaald: ‘De vrouw die een diakenvrouw is’.

    26-07-2006 om 16:23 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De uitdaging voor de kerk is massaal

    Uit een interview met José Comblin, priester, theoloog en vroeger medewerker van Dom Helder Camara en andere profetische bisschoppen

    Wat is de rol van de kerken in dit proces?

    De Protestantse Pinksterkerken blijven groeien ten koste van de katholieke kerk.
    Dit is een beweging die ondertussen al 25 jaar gaande is.
    Hoe komt dat?
    In de kerken van de Pinksterbewegingen worden de mensen die het moeilijk hebben (sociaal, economische, persoonlijk...) aangesproken op hun eigen ervaring en leven.

    Zij worden uitgenodigd kun strijd als mens te delen met elkaar, zij worden overtuigd van hun waarde en waardigheid.

    Zij worden ook opgeroepen om te getuigen van hun geloof.

    De Pinksterkerken zijn wervende kerken, die persoonlijk heil beogen voor hun leden, als personen en als groep.
    De Latijns-Amerikaanse bisschoppen maken zich ongerust over de vermindering van het aantal katholieken en hun overstap naar Pinksterkerken.
    Maar in deze kerken worden mensen warm onthaald en aanvaard zoals ze zijn.

    Daartegenover staat de katholieke kerk die van voorschriften en de leer de belangrijkste pijlers maakt voor het leven als gelovige.
    Zulke kerk vraag het volk niet.
    José Comblin twijfelt er dan ook aan of het tij te keren is.
    Daarenboven is de ondermijning van de Latijns-Amerikaanse volkskerk van de jaren '70 zeer systematisch en grondig gebeurd.
    Mobiliserende bisschoppen (zoals Dom Helder Camara) en priesters zijn vervangen door kerkelijk personeel dat veraf staat van het volk.
    Zelfs als ze een volkse achtergrond hebben, distantiëren zij zich vaak van de gewone mensen.
    En aan de leken worden slechts mindere rollen toebedeeld, onder streng toezicht.

    De uitdaging voor de kerk is massaal.
    De richting waarin deze moet gaan en de rol die ze moet vervullen zijn uit bovenstaande analyse duidelijk.

    25-07-2006 om 15:27 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 14/11-20/11 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 22/08-28/08 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Gastenboek
  • kunstgroeten uit Keerbergen
  • Athea & Lana wensen U nog een aangename dag....
  • Vriendelijke groetjes uit Tessenderlo.
  • groetjes uit Koekelare
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!