Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    26-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.men
    Een gedicht van Hadewijch 1225-1275

    Men moet in allen tide

    Men moet in allen tide
    Der minnen wesen blide
    Ende hare volghen in elke side,
    In allen weghen daer si gheleidt;
    Men moet hare leven blide
    Ende den rouwe dan also na ghereidt.


    (Men moet ten allen tijde
    blij zijn om de liefde
    en haar overal volgen,
    langs alle wegen waarop ze voorgaat;
    men moet om haar blij zijn
    en dan even bereid te lijden.)

    Strofische gedichten (13de eeuw) fragment

    schrijver

    26-04-2013 om 13:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    25-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hart
    Een gedicht van Pol de Mont 1857-1931

    Mijn hart is dood...

    Mijn hart is dood! – Wie zal het begraven?
    Wie zal het kisten? – Mijn hart is dood!
    Vaak schroeide ‘t van dorst, en géen kwam ‘t laven;
    de honger verteerde ‘t, geen schafte brood…
    Mijn hart is dood! Wie zal het begraven?
    Wie zal het kisten? – Mijn hart is dood.

    Mijn hart is dood… ! Men legge ‘t te rusten,
    te rusten in ‘t eerste, beste graf.
    Kom ál nu, mijn liefden, mijn jonge lusten,
    kom allen nu nader en leg het af..
    Mijn hart is dood… ! Men legge ‘t te rusten,
    te rusten in ‘t eerste, beste graf!

    Mijn hart is dood… Kom allen nu samen,
    mijn jonge liefden, een laatste keer.
    En noem het éens nog met de oude namen,
    en koos en vertroetel het als weleer…
    Mijn hart is dood… Kom allen nu samen,
    mijn jonge liefden, een laatste keer.

    Van alle de oudste, Gij, bruine blonde,
    Gij eerste liefde en de reinste mee,
    sluit Gij, zacht zoenend, zijn brede wonde,
    zoen weg al ‘t kwaad, dat het éens U dee,
    van alle de eerste, Gij, bruine blonde,
    mijn oudste liefde en de beste mee.

    Gij, donkre Fee, met uw zeediepe ogen,
    Gij liefde van vuur met uw kussen van vlam,
    raap Gij het lijk op, uit mededogen,
    draag Gij het mede als een arm dood lam,
    Gij, donkre Fee, met uw zeediepe ogen,
    Gij liefde van vuur met uw kussen van vlam.

    En Gij, o slanke, Gij, ranke, blanke,
    Gij schoonste en zoetste, die ‘t heeft bemind,
    leg Gij het te slapen,- o ‘k dank U, danke!-
    leg Gij het slapen gelijk een kind….
    o Gij, mijn slanke, mijn ranke, blanke,
    leg Gij het slapen gelijk een kkind.

    Dek Gij het toe met cypressentwijgen
    en strooi heel zachtjes er aarde op neer,
    en keer dan huiswaarts met plechtig zwijgen,
    vergeet zijn graf, en keer nimmer weer….
    Dek Gij het toe met cypressentwijgen,
    en strooi, voor eeuwig, er aarde op neer.

    Claribella (1893)

    schrijver

    25-04-2013 om 16:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914

    Gelijk een vogel

    Gelijk een vogel moede nederstrijkt
    Op 't nestje in loovren veilig weggeborgen,
    En 't kopje slapend buigt totdat de morgen
    Blij uit haar lichte wolkwaranden kijkt,

    En zachtjes zegt: ‘mijn hele hemel prijkt
    Alreê met rozen van mijn liefde en zorgen...’
    En 't is hem wèl dat nacht is opgeborgen -
    Hij rept de vleuglen al, zijn moeheid wijkt! -

    Zo strijk ik telkens, Liefste, moede neder
    Op 't nestje van uw liefde, tussen lover
    Van fijne huislijkheid, en als ge u over

    Mij neigt na rust, ontwaakt mijn ziel of teder
    Haar wekte morgenglans tot Dag van Zegen -
    Zij stijgt in 't licht het Licht der Liefde tegen

    Serena (1898)

    24-04-2013 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloemen
    Een gedicht van Hein Boeken 1861-1933

    BLOEMEN-TENTOONSTELLING IN DE HAARLEMMERHOUT.

    Wat tronen opgericht — en geen vorstinnen!
    Hoe heffen zwarte stammen 't dak omhoog
    Van baldakijn of luchten glorie-boog,
    Hoe wijken hier bossaadjen tot beminnen

    Verlokkend, zoden om de dans te ontginnen
    Van reien, daar zich licht-gewiekt bewoog
    De voet, die droeg de schoonste bloem omhoog:
    Gestalte, onwis zijn 't vrouwen of godinnen?

    Geef, vorsten, macht mij dat ik hier ze stuwe,
    De stoeten, volgend mijner ritmen dwang -
    Wat god zou dans en 't dansend zingen vieren?

    Of volken, zo nu heerschappij werd uwe
    Begift'ging, stuur naar hier der driften drang
    Dat hier mijn maat haar rustloos stormen stiere.

    April 1910.

    Verzen (1920)

    schrijver

    23-04-2013 om 21:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    Hoe?

    Hoe zal het blonde kindje zijn
    met neusje fijn en oortjes fijn
    en zachte haartjes als satijn?

    Hoe zal het blonde kindje zijn
    met oogjes blauw als morgendauw
    En rode lipjes als karmijn?

    Hoe zal het blonde kindje zijn
    met lidjes rond, en lachgezond
    en lonkend lachend zonder grijn?

    Voor 't kind - De Gids (1911)

    schrijver

    22-04-2013 om 16:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maannacht
    Een gedicht van Alex Guttelimg 1884-1910

    Maannacht

    De sterren glommen stil en breder
    Als parels in der neevlen zee,
    Zilver-doorvloeid was 't maanlicht weder,
    Wij liepen zwijgend en tevree.

    Vol was de maan, wier stralen banden
    In zuivre kring de dampen grijs,
    Gelijk een meer in marmren randen
    Omcirkelend een hel paleis.

    De wegen lijnden blank door donker.
    Bomen geveld de bermen langs
    Leken op eindeloos gekronkel
    Van slangen bleek van schubbenglans.

    En in het smallere bospad straalden
    Bemoste stammen sneeuwgelijk,
    Door kruinen zilvren schimmen daalden
    En dwaalden door hun sprookjesrijk.

    Hun sluiers wuifden... bleke haren...
    Blanke gewaden... manegloed...
    Was het de ritseling dier scharen,
    Dat kilte rilde door ons bloed?

    't Gehakte hout lag klaar in stapels:
    Altaren, Druïden-dienst bereid.
    Wuifden daarheen die bleke rafels?
    Wat vreemde zucht zwol wijd en zijd?

    Ons voeten stootten donkre vormen
    Als vreemd gedierte op witte grond,
    En angst-ontroering kwam bestormen
    Ons hart dat nergens uitweg vond.

    Opeens een poort van 't woud, en heide
    Lag vredig wijd... geen dampen grauw:
    Helstralend maan en sterren spreidden
    Hun schijnslen door het glanzend blauw.

    En bij een vijver tredend schouwden
    We in donkre spiegel 't maanbeeld klaar,
    Zuiver en rond, en de onverflauwde
    Sterren, doodstil, omkringden haar.

    Doorgloeide wolken (1911)

    schrijver

    21-04-2013 om 21:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.makker
    Een gedicht van Johan van 't Lindenhout 1893-1919

    Makker, de dag is óp; lóóp, om je deel te halen

    Makker, de dag is óp; lóóp, om je deel te halen
    Van 't bare zonnegeld, van dauw en ochtenddoop,
    En schater, sleetse zorg en nachtlijk leed ten koop,
    Om 't spoelen van de wind en 't lied der wielewalen.

    Makker, een open dag voor strijd en nieuwe hoop.
    Hij schuurt het hart weer blank, hij vult de lege schalen,
    Zó: heil de jonge dag! de wijn mag niet verschalen,
    Wijl 's nachts om onze peêl de broze weemoed sloop.

    Een donk're rozelaar, een vroege verzen-schrijver,
    Een bronstig peerd, dat draaft, de lucht welft stil en strak,
    Een vogel rijst en daalt en scheert de koele vijver...

    Makker, de dag is schóón, die door de windsels brak!
    Hij schrijdt in jong geweld en spilt zijn vreugd en ijver.
    En géén keert leeg naar huis, die hèm de hand toestak.

    schrijver

    20-04-2013 om 17:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lied
    Een gedicht van Jan Campert 1902-1943

    Het lied van de wijn

    Ik treed naar buiten op 't balkon
    en adem in de winternacht,
    nog staat de tafel achter mij
    gevuld met d' uitverkoren vracht
    van spijzen kostelijk bereid,
    der vruchten kleurge overvloed
    en restend in een enkel glas
    wat wijn, rood als ons bloed.

    Zij gingen heen - hun harde tred
    ver-echoot door de lege straat;
    de zwarte nacht gelijkt een stolp
    die over 't kleine leven staat,
    waarbinnen het begrensde spel
    òns leven, veilig wordt behoed
    tot aan de tijd dat plotseling staakt
    de maatgang van ons bloed.

    De wind vlaagt over mijn gelaat
    en koud en later wordt het uur,
    ik treed weer binnen het vertrek
    en zet mij eenzaam naast het vuur
    en denk aan het voorbije feest
    van vriendschap en van overvloed
    - ik glimlach om de volle vreugd'
    van 't jong en krachtig bloed.

    Dàn, met een lang-gewend gebaar
    heb ik het ledig glas gevat,
    en uit een grauw-bestoven fles
    schenk ik het oud en nobel nat,
    dat in het helder lamplicht wint
    een diepe kleur, een donk're gloed
    - zo werd eenmaal dit ledig lijf
    gevuld met stromend bloed.

    Ik hef het fonkelend kristal
    tegen het witte licht omhoog,
    opdat ik goed en algeheel
    voortaan oprecht beseffen moog
    hoe deze dunne, glazen schaal,
    ontstegen aan de vaste voet,
    het onnaspeurbaar raadsel bergt
    van 't eigen, brandend bloed.

    En dalend trager naar mijn mond
    zie ik als in een diepe droom,
    bevangen door een snelle roes,
    bedwelmd door 't edele aroom,
    een glooiend landschap waar de zon
    de jonge trossen rijpen doet,
    totdat ten langen lest zij zijn
    zwaar van een bronstig bloed.

    De donk're bruiden van dit land,
    met donk're ogen, donker haar,
    ik zie hoe dat hun rappe hand
    berooft de knoestige druivelaar
    als speelden zij een vluchtig spel;
    zij hebben nimmer dit vermoed:
    al bleef ik ver en vreemd van hen,
    zij zinderen doen mijn bloed.

    De droom vergaat en aan mijn mond
    breng ik het glas met zekere hand,
    in dit verkoren ogenblik
    doorslaat mij bliksemend een brand,
    een helder vuur, een snelle vlam,
    en plotseling ken ik nu voorgoed
    't verrukken vlagend van de wijn
    zijn ziel, zijn bloed.

    schrijver

    19-04-2013 om 16:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een gedicht van Willem G. van Focquenbroch 1640-1670

    ZING-ZANG

    IK heb het, bij mijn zolen,
    Dan eindlijk op mijn huid;
    Mijn hartje brandt op kolen
    En springt mijn vel schier uit.
    De stralen van uw ogen,
    Bestuurd door Venus' kind,
    Die doen mij vast verdrogen
    Als stokvis in de wind.

    ’k Heb van de nacht gekreten
    ruim twee paar emmers vol:
    ’k Heb schier de damp vergeten,
    Zo is mij ’t hoofd op hol:
    ’k Heb mijn gekrulde lokken
    Zo kaal geplakt om jou,
    Dat men uit al de vlokken
    Zes ballen maken zou.

    Ach, moet dit langer duren,
    Zo geef ik ’t hagje op,
    Al zou ik bij mijn buren
    Gaan lenen bast, balk en strop;
    Want ik wil, bij Sint Felten,
    Eer derven als een man,
    Dan zo door u te smelten,
    Als boter in de pan.

    Ach laat mijn ongelukken
    U porren tot gena:
    Zie, hoe mijn hart op krukken
    U huppelt achter na:
    Ei, wil dat eens ontvangen,
    En koestren in uw schoot;
    Wilt gij mij niet zien hangen,
    Ruim tien jaar voor mijn dood.

    schrijver

    18-04-2013 om 15:02 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regen
    Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925

    Regen

    Schaduwen van wie er gaat
    ingedoken over straat,
    kleren, hoofd en voetenhak
    weggeëffend, grauw en vlak
    als lei.

    Tuin en schutting allebei,
    heesters, perken en jasmijnen
    opgetild in een verdwijnen
    en het uitgerafeld pad
    heeft ook zijn stil verlies gehad.

    Tussen bleke huizenmuren
    hangt de dag van trage uren,
    evenwicht naar alle zijd;
    in de stilstand van de tijd
    lekt het sijpend ogenblik
    tik, tik.

    Gemengde Verzen III (1912)

    schrijver

    17-04-2013 om 19:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regina
    Een gedicht van Frans de Cort 1834-1878

    Regina

    Regina telt maar vijftien jaren,
    En hoe bekoorlijk is ze reeds!
    Haar halsje omgolven guldene haren,
    Haar mondje omdanst een lachje steeds.
    't Eenvoudigst mutsje dekt haar kopje,
    De stof haars kleeds is grof katoen. -
    Ei! klinkklank heeft het rozenknopje
    Om lief te wezen niet van doen.
    Wanneer zij op de dag des Heeren
    Soms met hare ouders wandlen gaat,
    Dan let geen mens op hare kleren,
    Maar allen treft haar zoet gelaat.
    Dan volgen aller gretige ogen
    Het ranke maagdelijn getrouw,
    En murmelt menigeen bewogen:
    Dat meisje wilde ik wel tot vrouw!

    Is hare schoonheid uitgelezen,
    Haar hart is mede louter goud:
    Dat zegt haar rozig, blozig wezen
    Elkeen, die 't eenmaal heeft aanschouwd.
    En de engel Gods, die hare gangen
    Vol teerheid overal bespiedt,
    Die kleurt er nooit een blos de wangen,
    Als hij in 't reine zieltje ziet.
    Nog hete 't meisje twee-, driemalen
    Der nieuwe lente wellekom,
    Dan zal ze, o liefde, u tol betalen,
    Dan zweeft een vrijerszwerm haar om.
    En vlecht u een de mirtebloemen
    Om 't blonde hoofd, o maagdelijn!
    Mag een zich uwen bruigom noemen,
    Wat hemel zal hem de aarde zijn!

    Liederen

    schrijver

    16-04-2013 om 11:11 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avond
    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Avond

    Het huis sliep achter zijn gesloten blinden,
    Wij zaten samen op de kille bank,
    De dag was als haar oude vader krank,
    De blaren fluisterden met moede winden.

    Moe van de geuren die zij moeten dragen
    Van graven oud en rozen uitgebloeid,
    Weemoedig vlagend door verwarde hagen
    En 't armlijk loof dat om de zerken groeit.

    Je hebt weinig gedacht en veel gezwegen
    En stil de handen om mijn hoofd gelegd,
    Zo zeggend: ‘Ook de grootste liefde kan niet tegen
    De dood die niets ontziet en alles slecht'

    Verzamelde gedichten deel1 (1947)

    schrijver

    15-04-2013 om 11:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blind
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Op een blind geboren maar uitstekend schoon kind.

    Onthield u 't Lot, bevallig wicht,
    Bij zo veel schoons het zonnelicht,
    't Was niet uit wrok, maar medelijden.
    Het maakte u, als Cupido, blind;
    Maar 't wilde, o albekorend kind,
    U voor Narcissus' ramp bevrijden.

    1795

    Mengelpoezy I

    schrijver

    13-04-2013 om 20:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lippen
    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    Ik kus uw lippen

    Ik kus uw lippen en uw ogen,
    Ik kus uw haren en uw mond,
    Ik kus mij moede en gezond;
    Kussende ben ik rondgetogen.

    Gij glimlacht en gij wilt gedogen
    Dat ik uw hand kus en uw voet.
    Ik eet uw vlees en drink uw bloed
    Ik kus uw lippen en uw ogen.

    Ik kus u in de vroege morgen,
    Ik kus u 's avonds en des nachts.
    Ik kus u stil en onverwachts,
    Ik kus u heftig en verborgen.

    Uw Liefde is zo wijd en vrij,
    Zo vol van deernis en ontferming,
    Dat ik nooit buiten uw bescherming
    Verdwalen kan; ik kus u blij.

    De Levensgift (1938)

    schrijver

    12-04-2013 om 13:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoofd
    Een mooi gedicht van Hans Uding

    GEEN RUIMTE IN MIJN HOOFD

    Géén ruimte in mijn hoofd, ik oog toch normaal
    ik weet het begin niet te vinden, het is weg
    weet niet meer waar ik de dingen leg
    mijn verstand is zoek, is aan de haal

    mijn echte ik is verdwenen, waar zou het toch zijn
    ik wil het weer terug, het doet mij zo pijn,
    toen kreeg ik visite van een lieve vriendin
    kreeg hoop en zag in het leven weer zin

    ik gaf haar de sleutel van mijn treurige hart
    keek naar de chaos en rotzooi met smart
    nu kan zij altijd bij mij naar binnenkomen
    samen in mijn opgeruimde hart wonen

    het was puin ruimen in mijn leven,
    dat zij mij terug heeft gegeven
    zonder haar hulp was ik zovér nooit gekomen
    ook de ruimte in mijn hoofd is weer te bewonen



    schrijver

    11-04-2013 om 19:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefde
    Een gedicht van Giza Ritschl 1869-1942

    Mijn liefde

    Mijn liefde ging in weemoed over,
    Voorbij is de pracht, het licht, de tover,
    Gedoofd zijn de vlammen, geblust het licht,
    Nu ga en sta ik met blind gezicht.

    Mijn ziel werd zeer zwaar beproefd,
    Mijn hart ziek en diep bedroefd;
    Mijn gemoed heel somber, kil en koud,
    Mijn trekken vaal, moe en oud.

    Mijn leven gaat nu doelloos heen,
    Ik leef, doch ach, in vrees alleen;
    In kwelling, onrust, angst en nood,
    Ik verwacht niets meer, alleen de dood.

    De Beweeging jaargang 10 (1914)

    10-04-2013 om 11:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nacht
    Een gedicht van W.L. Penning 1841-1924

    In de nacht

    Hoe vaak in dromen eensklaps mist' ik u...
    En angstig zoekend - want in lijfsgevaren,
    Hulp'loos in doodsgevaren wist ik u -
    Zoekend die mij zocht, raadloos bleef ik waren;
    En denkend mij úw angst, slaakte ik een kreet -
    Die juichtoon werd, naast u me ontwaken deed!

    In dromen voorgevoeld had ik uw dood.
    Nu hij u wegnam, hoor ik vaak in dromen
    Uw stem zo klaar als ik die ooit genoot,
    En zie ik u blijmoedig naderkomen;
    Zalig verrast, klopt dan mijn hart zó luid
    Dat ik ontwaak....
    En 't sprookje is gruwzaam uit.

    schrijver

    09-04-2013 om 09:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.april
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    Half-april

    gij blauwgekaakte wolken daar
    halfwit omtrent uw boorden,
    die gruwzaam in de hemel moert,
    en grimt in ’t gramme noorden:
    hoe lange speelt gij, koud en kil,
    de baas nog hier? ’t Is half april!

    ’t Is onbermhertig koud; en ’t kan,
    de zonne ondanks gebeuren,
    dat ’s morgens, al dat gers is, wit
    geruwrijmd, staat te treuren!
    Waar wilt gij, boos geweld, naartoe,
    des winters? Wij zijn wintermoe!

    ’t Moet zomer zijn, geen koude lucht,
    die bijt en straalt; ’t moet open,
    dat, wachtende, in de botte zit,
    of weer in ’t gers gekropen,
    van schuchterheid, voor ’t nijpen van
    de hardgevuiste winterman!

    Staat op, gij oosters zonnelicht,
    en schiet, bij volle grepen,
    uw schichten uit; doorkwetst, doorlijdt
    het graf, daarin, genepen,
    de zomer zat: verrijzenist
    des konings kind! te late al is ’t!

    Hallelu-jah! dan zingen zal,
    dat ’t wederklinkt alomme,
    de gorgel los, de vogel en
    de luidgekeelde blomme;
    de klepel zal de klokke slaan
    en kondigen den Koning aan.

    12-04-1897

    --------------------------------------
    Moeren: morrelen
    Gers: gras
    Gorgel: keel,strottenhoofd

    Laatste verzen

    schrijver

    08-04-2013 om 14:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een gedicht van Albrecht Rodenbach 1856-1880

    [uit het zangdicht: Arnold.]

    In het land van Utopeia
    groent en blauwt ene eeuwige mei,
    glanst ene eeuwige lentezonne,
    zingt eene eeuwige vogelenrei,
    blinken marmeren sloten tussen
    myrtenwoud en waterkant,
    en het is een zalig land
    't land van Utopeia.

    In het land van Utopeia
    draagt elk herder vurige min
    tot het puur etherisch wezen
    ener vorstelijke engelin,
    wier getrouwe wederminne
    zedens tart en edelstand,
    en het is een zalig land
    't land van Utopeia.

    Och het land van Utopeia!
    Hoe gewillig het lief ook zij,
    trilt haar luchtige volmaaktheid
    des verliefde greep voorbij;
    edoch hoe platonisch ook, hoe
    feller zijne liefde brandt,
    en het is een zalig land
    't land van Utopeia.

    Al de gedichten (1888)

    schrijver

    06-04-2013 om 18:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    05-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontevreden
    Een gedicht van Gerrit van de Linde 1808-1858

    Op iemand ontevreden

    Zeg, wandelaar, zeg,
    Je moet niet denken, dat ik voor mijn plezier hier leg.

    Mengelpoezy - grafschriften

    schrijver

    05-04-2013 om 19:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!