Een gedicht van Rutger Kopland
Groen uitgeslagen
Ze zijn er een beetje bij blijven liggen, die duizenden gedichten over de oude, beschimmelde dingen. Maar
vanuit de trein weer zulke ontroerende moestuinen gezien, met peulen, bietjes, de piepers voor de winterdag, alles in een groeizaam regentje, het fietsen- schuurtje waar vader achter tegen plast.
Grootmoeder weer begraven. Het mistte vaag en de zon scheen vaag en er was niets meer aan te doen, alles was betaald. Eenmaal gaan we allemaal werd er gezegd. Om te huilen zo mooi.
In een rivier deze zomer hele grote gladde en groen uitgeslagen rotsblokken gezien en bevoeld met net zulke prachtige details als bij jou, wel van steen natuurlijk.
Rutger Kopland uit: Alles op de fiets, Van Oorschot, 1969
|