Een gedicht van Abraham van Collem 1885-1933
Liever dan mens te zijn, werd ik een wolk
Liever dan mens te zijn, werd ik een wolk, Te drijven tussen woeste vlammenzeeën; Zij groeien aan het ochtendfirmament.
Liever dan wolk te zijn, werd ik een boom, Hij staat hoog op in het heet licht te kijken, Iedere gedachte is een blad.
Liever dan boom te zijn, werd ik een zee, De zee wordt door oud gouden licht begoten, Duizenden gestalten neemt zij aan.
Liever dan zee te zijn, werd ik een God, God maakt zonnen, manen en de sterren, Met zijn hand raakt hij den einder aan.
Liever dan God te zijn, werd ik een mens, Ik zou de mensheid maken tot een God Van alle goden, zonnen en planeten.
Nieuwe liederen der gemeenschap (1920)

|