Een gedicht van Jan Engelman 1900-1972
Annabel
Mijn kleine, kleine Annabel zij zong zo zuiver en zo schel als fluiten op een glansrivier, zij was geluk en leefde hier
mijn kleine, kleine Annabel ik wist uw prille leden wel, de trilling van die bloemenmond wanneer een hand uw haren vond
mijn kleine, kleine Annabel de geest is lang, maar wij gaan snel: op 't koude laken ligt uw lijf en ik vind nergens meer verblijf
mijn kleine, kleine Annabel als ik in hemel of in hel moet varen met mijn lichte lied, verloochen, maar vergeet mij niet
Tuin van Eros (1933)

|