Een gedicht van Jacob Israël de Haan 1881-1924
Zaterdagavond
Avond; aan de bleke blauwe lucht, zie Hoe 't bloeisel van de sterren stil ontspruit, Ach: nu vieren vromen de Sabbath uit Met wijn en wierook, licht en melodie.
Mijn Vader schenkt de wijn over de randen Van zijn beker, teken van overvloed; Hij ruikt de specerijen scherp en zoet, En zegent het licht met geheven handen.
Dit is zijn bede: ‘Die 't onheilig scheidt Van 't heilig hoede ons in zijn veiligheid, Vermere ons als sterren in 't nachtgetijde.’
Vader, Vader, hoe fel heb ik geleden Sinds ik uw zegen schond en uwe beden En 't heilig niet van 't heilloos onderscheidde.
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/jacob_isra_euml_l_de_haan.jpg)
|