Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924
Weemoed
Wat is 't nog dat mijn hart behoeft? Wat is dit wonderlijk verdriet - Ik voel mij doof en diep bedroefd, En zit en zie - en weet het niet.
Wat is het dat mij zwijgen doet, Hoe is mijn ganse lichaam stom - Is 't leven slecht - is 't leven goed - Of niet - of wel - waarom - waarom?
Wat is 't dat 'k weet - en wat of wie Dat ik verloor of dat ik won - Ik weet het niet, en zit en zie - - En in mijn handen ligt de zon.
Uit stilte en strijd
|