God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Doe recht aan
weerlozen en wezen, kom op voor verdrukten en zwakken, bevrijd wie weerloos
zijn en arm, red hen uit de greep van wie kwaad wil.
Deze Psalmwoorden hebben me sterk aangesproken en me tot daden overgehaald, want hoe reageer je op een mens die dakloos is en van wie de vriendin pas zwanger is? Uit de greep van het kwaad was zeker geen ijdel woord, want de jongen is een ex-drugverslaafde. Dat is inderdaad deze Psalmwoorden handen en voeten geven ... Maar niet eenvoudig als men u dan de rug toekeert eens zorgen ontvangen. En toch, het is onze verdomde christelijke plicht!
Het kruis is het onverwoestbare teken van de liefde van God voor elk van ons. Laat wij onze vreugde, zorgen en tekortkomingen aan het kruis toevertrouwen. Daar zullen wij een hart vinden dat ontvankelijk is, dat ons begrijpt, vergiffenis schenkt en ons helpt om elke broeder en zuster met dezelfde liefde te beminnen.
Bidden, danken, me beschikbaar stellen, zegen en hulp vragen bij alles. Me klein maken ook, erkennen dat ik niets heb en ben, maar alles van Hem verwacht. En vandaag een groot dankgebed voor mijn ouders die vandaag 59 jaar gehuwd zijn.
God, onze Vader, U bent met ons begonnen en op weg gegaan om ons tot voltooiing te brengen en in uw huis op te nemen. Wij bidden U: laat Jezus onze leidsman zijn, opdat wij in zijn licht hoopvol met elkaar mogen leven; laat ons groeien in het geloof dat Hij onze toekomst is, vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid.
Geest van God, wees Gij het vuur in onze liefde. Beziel ons tot navolging van Jezus die onvermoeibaar Gods goedheid toonde aan elke mens die Hij ontmoette.
Ja, niet zoals nu, maar reeds de dag na mijn geboorte werd ik boven de doopvont gehouden, en dan nog in de kapel van het ziekenhuis met enkel de peter en de meter; zonder receptie nadien.
Vandaar vandaag dan ook deze tekst.
Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door de kracht van de Heilige Geest.
De liefde is geduldig
en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen
zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos
maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar
vindt vreugde in de waarheid.
Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt
ze, in alles volhardt ze.
Allereerst vraag ik u gebeden, smekingen, voorbeden en dankzeggingen te verrichten voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij, ongestoord en rustig, een in alle opzichten vroom en waardig leven kunnen leiden (1 Tim 2,1).
Deze lofzang gaat terug naar de oproep die de apostel Paulus doet in zijn eerste brief aan Timoteüs.
Heel terecht bij de troonwissel tussen Koning Albert I en prins Filip die vandaag koning wordt.
Aanwezige, blijf bij ons op de avond van het leven, op de avond van deze wereld; blijf bij ons met uw genade en uw goedheid, met uw Woord en Sacrament, met uw troost en zegen; blijf bij ons als de nacht van pijn en angst, de nacht van twijfel en onzekerheid, de nacht van de dood ons overvalt; blijf ons en al uw mensen nabij in tijd en eeuwigheid.
De eerste reis van paus Franciscus: Lampedusa. Een trendbreuk die kan tellen. Geen theologische discussies met de intellectuele wereld zoals Ratzinger, geen kruistochten voor de nieuwe evangelisatie zoals Wojtyla, geen eerste officieel bezoek aan een van de machtigen der aarde. 8 juli wordt een evangelische tocht naar het niemandsland van bootvluchtelingen tussen wanhoop en hoop. Op haar beurt moet de Romeinse curie de wanhoop nabij zijn, maar de kleinen der aarde kunnen hopen. Franciscus: nomen est omen.
Als je los van het verhaal van de Barmhartige Samaritaan de vraag krijgt: Wie is je naaste? antwoord je spontaan: Wie in nood is. Met dit antwoord zit je naast het evangelie van vandaag. Je antwoordt op: voor wie ben ik een naaste? ni...et op: wie is voor mij een naaste? Als je het evangelie aandachtig leest, stelt Jezus de vraag: Wie van deze drie lijkt je de naaste te zijn van de man die in de handen van de rovers is gevallen? Als je wil weten wie je naaste is, moet je beginnen waar de parabel begint. Je naaste is wie jou ziet liggen, wie jou ziet zoals je hier en nu bent en leeft; wie je niet ziet door een donkere bril van vooroordelen; wie niet kijkt naar je fouten en mislukken van vroeger; wie naar je luistert, je laat uitspreken en je verhaal niet onderbreekt met wat hij zelf meemaakte. Wie dat doet loopt niet in een boog om je heen. Je naaste is wie olie bij heeft, jou zalft en laat ervaren: wat voorbij is, is voorbij, ik draag je mee de toekomst in met al je kwetsuren, met al je pijn. Jouw naaste is wie je op zijn lastdier tilt, wie je verder voert, je brengt waar je weer op adem, weer tot leven komt. Je naaste is wie jou zoveel waard vindt, dat hij voor je een waard vindt, iemand aan wie hij je toevertrouwt bij zijn afwezigheid en die voor je een prijs wil betalen. Liefhebben begint met de ervaring van geliefd te zijn. Hier raken we de kern van dit stukje evangelie: wij hebben liefde en ontferming nodig. Die liefde en ontferming ontvangen wij altijd van God in zijn vergeving, zijn bijstand en de gave van zijn Geest. Maar liefde en ontferming zijn ook gaven van mensen. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan met de vraag: wie is mijn naaste? moet je niet doen piekeren over hoeveel behoeftige mensen jou als naaste voelden en je met angst vervullen als dat er weinig zijn. Dit verhaal en die vraag moeten je wel diep dankbaar stemmen tegenover God en tegenover je meest nabije mensen die je zien, olie en wijn aan je besteden, je op hun lastdier tillen en je heling, geluk en toekomst bieden. Die dankbaarheid maakt persoonlijk voelbaar wat de uitnodiging Ga en doe gij evenzo door jouw doen en laten aan heelheid en geluk meebrengt voor anderen. Laten wij, vanuit die dankbaarheid, de uitspraak wie goed doet, goed ontmoet omdraaien en met hart en ziel het omgekeerde waar maken: omdat ik goed ontmoet, doe ik goed!
Want alles wat in de
wereld is zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht -, dat
alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar
begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid.