God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
"Ik wens de kerk toe - maar dat kan zij zelf niet voortbrengen - dat er een heilige zou opstaan, zoals een Franciscus van Assisi. Franciscus heeft een het geluk gehad Christus te vinden zoals die werkelijk was, met een diepte en een frisheid die ongehoord waren. Deze inspiratie de hem de totale Christus leerde kennen, deed hem tegelijkertijd ook al de rest ontdekken: de eenvoud van het evangelie, de liefde voor de armen, de passie voor de blijde boodschap, het leven als broeders... Wat in hem gebeurde is ook voor de kerk nodig: een beweging van radicale bekering en een echte nieuwe evangelisering.
Deze profetische woorden van tien jaar terug, uitgesproken door Kardinaal Godfried Danneels, lijken precies nu gestalte te krijgen in paus Franciscus.
Vermits Abrahams offer zowel in de Bijbel als in de Koran voorkomt, drukt de kaart expliciet de band uit met de christelijke en de joodse traditie. De illustratie op de wenskaart toont een kerk, een synagoge en een moskee in bijna identieke stijl, maar met voldoende kenmerken voor het specifieke onderscheid.
De tekst op de achterzijde luidt: Ter gelegenheid van het Offerfeest wensen we alle moslims veel geluk toe! Verenigd in Abraham durven we hopen op een goede verstandhouding tussen iedereen. Laten we elkaars godsdienst met respect behandelen".
De Blijde, Droeve en Glorierijke mysteries zijn de ruggengraat van ons
geloof. Maria, de moeder van Jezus, speelt er de bemiddelingsrol tussen God en
mens. Zij is de vrouw, die het ware gelaat van Gods goedheid toont en tegelijk
dicht bij ons staat en meeleeft met elk van ons.
Consult not
your fears but your hopes and your dreams. Think not about your frustrations,
but about your unfulfilled potential. Concern yourself not with what you tried
and failed in, but with what it is still possible for you to do.
Zouden onze oefeningen in vrede dichtbij, met ons bidden, de vrede veraf toch niet dienen? Ik geloof van wel. Als ieder op eigen plek een stukje vrede kan brengen dan wordt die grote wereld ook iets vrediger, en daar moeten we niet te gering naar kijken. Daar ligt voor ons een begaanbare weg naar vrede, al is het maar een beetje meer vrede, om te gaan.
God, Schepper van al wat bestaat, van de ruimte en de aarde, van de zeeën en het land, van de gewassen en de dieren: heel uw schepping zingt van uw zorg. U kent ons als geen ander, U bouwt voor ons een huis, U bereidt voor ons een herbergzame plek en verjaagt voor ons de chaos. Daarvoor danken wij U God, en wij vragen: wijk niet van ons in nacht en duisternis, blijf bij ons, vannacht, morgen en al de dagen van ons leven, want 'Ik-zal-er-zijn' is immers uw Naam.
Een rozenkrans of paternoster is
een gebedssnoer dat bij vele mensen nog gebeden wordt. Vroeger was het
gebruikelijk om elke avond in de koude dagen van het jaar samen met ouders en
kinderen, bij de kachel of Leuvense stoof, de paternoster net voor het
slapengaan te bidde,.
De rozenkrans bestond oorspronkelijk uit 5 grote en 50 kleine kralen en wordt
gebruikt voor het rozenkransgebed. Dit gebed bestaat uit het bidden van het
Onze Vader (15 maal) en het Weesgegroet (150 maal) door de rozenkrans driemaal
te doorlopen. Tijdens dit gebed wordt het leven en lijden van Jezus overwogen,
alsookde verrijzenis.
Het bidden van 150 maal een Weesgegroet is in feite een vereenvoudiging voor
het gewone kerkvolk dat de 150 psalmen niet uit het hoofd kon opzeggen, zoals
de kloosterbroeders dat wel konden. Volgens de katholieke overlevering dankt de
rozenkrans haar naam aan een openbaring van Maria zelf: iedere keer dat een
Weesgegroet wordt gebeden, schenkt men haar een mooie roos. Elke complete
rozenkrans is, zo heet het, voor haar een kroon van rozen.
De verkorte versie van het
rozenkransgebed is het rozenhoedje. Hiervoor gebruikt men de rozenkrans of
paternoster (met zijn 5 grote en 50 kleine kralen) slechts éénmaal.
Het bidden van een rozenkrans gaat gepaard met het gedenken van
geloofsgeheimen.
Wat vliegt de tijd, toch. Het is alwéér oktober. De maand van het Rozenkransgebed. Daarbij zijn we dan weer extra met Maria in gesprek. Mediteren samen met Maria is Jezus ontmoeten. Want Maria verwijst voortdurend naar Jezus. Niemand in de mensengeschiedenis heeft het privilege gehad zo dicht bij Jezus te staan als Maria. Maria brengt ons binnen in het leven van Jezus, vanuit Zijn ontvangenis in haar schoot.
Diep geraakt door de woorden van onze Paus Franciscus
(interview):
'Ik heb slechts één
dogmatische zekerheid: en dat is dat God aanwezig is in het leven van elke
persoon. God is present in het leven van iedereen. Ook als het levenvan een persoon een
puinhoop is, als het verwoest is door ontucht,door drugs, of door
om het even welke reden, dan is God toch aanwezig in zijn leven. Men
kan en men moet Hem vinden in elk menselijk leven.
Ook als het leven van
een persoon overwoekerd wordt door onkruid endoornen, dan nog is
er steeds ruimte waar het goede zaad kan ontkiemen.
Getrouwe God, onze toevlucht en onze sterkte, in uw liefde weten wij ons geborgen. Daarom bidden wij: houd uw oog op ons gericht, bewaar ons in uw liefde en laat ons uw heil aanschouwen, als wij ontwaken in Jezus, de Mensenzoon, die bij U leeft tot in eeuwigheid.
Zelfs al bidden niets zou opleveren, materiaal, dan brengt het mensen toch tezamen. Dan is er toch al een resultaat: verbondenheid van mensen. Maar dat ook Moslims zich bij die oproep tot gebed aansloten, betekent dat dit bidden iets "oplevert", iets "brengt". Het sticht, creëert gemeenschap. Als dat niets is, dan weet ik het niet!
Heer onze God Uw moeder Maria kan ons leren weer vreugde te vinden omdat haar en onze Heer bij ons is. Haar Magnificat is haar manifest: God als bron van onze levensvreugde.
Zijn wij echt Mariaal?
Dat zijn we niet wanneer we alleen veel weesgegroetjes bidden en ons voor de rest laten overweldigen door angst en pessimisme.
Dan zijn wij niet mariaal. Dan zijn we zelfs helemaal niet christelijk! Christelijk en mariaal zijn we wanneer we diep in ons hart, zoals in het hart van Maria, een warme golfstroom voelen van fundamenteel vertrouwen in God voor wie niets onmogelijk is.
Hij is in staat ons, kleine mensen, groot en gelukkig te maken. Hij verheft!
Deze kreeg ik van een bloglezer. De moeite om met jullie te delen en er even bij stil te staan. Zelf denk ik niet - en ik geloof het nog minder dat God dit toestaat - maar als vrije mensen doen wij dat elkaar aan. Zou Hij niet treuren over zijn schepselen?
God kennen is goed en dat heb ik gedaan, maar ik zie Hem
niet zo goed meer, ik blijf dus zoekende alhoewel ik tijdens mijn zoektocht Hem
overal tegen kom, en toch is er altijd nog die twijfel.
Er gebeurt zoveel onrecht en Hij de schepper van hemel en
aarde laat dit zo maar toe....
Ik beschouw de Kerk een beetje als een veldhospitaal net na een slag. Het heeft geen zin om aan een zwaargewonde te vragen hoe hoog zijn cholesterolgehalte is en hoe het zit met zijn suikergehalte. Met moet eerst zijn wonden helen, pas nadien kan men over de rest praten. Wonden helen, wonden verzorgen en men moet van onderuit beginnen. De Kerk heeft zich soms laten inkapselen in details en kleine voorschriftjes. Het belangrijkste is nochtans de Blijde Boodschap: Jezus Christus heeft je gered! Daarom dienen de kerkbedienaars wezenlijk bedienaars van de barmhartigheid te zijn.
Je bent moe? Je wordt beproefd? Je bent verstrooid? Je wordt bekoord? Je
bent ongerust? Het doet er allemaal niets toe. Alles verdwijnt in deze strikt
aanhankelijke houding die de grond is van het ware gebed. Aanhangen in de
armoede, in de verlatenheid, in de meest volledige zelfvergetelheid is altijd
mogelijk. We gaan niet naar het gebed om aan onze behoeften te voldoen, ook niet
uit
Nieuwsgierigheid, niet uit gulzigheid: we bidden om met God in contact
te treden, met heel ons vermogen tot aanhangen: Adhaesit anima mea: dat is
alles.
Naar: Pour toi, quand tu
pries ... door François Cassingena-Trévedy