God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Wij weten dat als ons lichaam sterft, wij een nieuw huis in de hemel krijgen, waar wij altijd mogen wonen. Dat is een huis door God gemaakt en niet door mensen. Wij ervaren nu nog wel allerlei moeilijkheden, maar kijken met verlangen uit naar de dag dat wij een hemels lichaam krijgen en dat zullen aantrekken als nieuwe kleren. Wij zullen niet als geesten zijn, maar een lichaam hebben. In ons aardse lichaam hebben wij het vaak moeilijk, maar wij zouden het vreselijk vinden ...om geen lichaam meer te hebben. Wij willen vanuit ons oude lichaam in ons nieuwe lichaam overgaan, zodat het sterfelijke door het leven wordt opgeheven. Daarvoor heeft God ons juist gemaakt en als onderpand heeft Hij ons de Heilige Geest gegeven. Wij houden dus de moed erin. Al beseffen we heel goed dat wij (zolang we in ons lichaam leven) nog ver van ons hemelse huis verwijderd zijn.
Witte Donderdag, een hoogdag van verbinding. Verbinding maken met Jezus van Nazareth. ‘Blijf dit doen om Mij te gedenken.’ Verbinding maken met allen die zich verzamelden rond de Tafel om te doen wat Hij ons voordeed. Verbinding maken met allen die vandaag, waar ook ter wereld samen komen om de zachte kracht van solidariteit te vinden in het gebaar van breken en delen. Verbinding maken met elkaar, om gemeenschap te vormen om samen een teken van hoop te zijn, om Zijn voorbeeld door te geven aan elkaar en aan wie na ons komen zal.
‘NOG VOOR DE HAAN KRAAIT, ZUL JIJ MIJ DRIEMAAL VERLOOCHENEN’ (JOHANNES 13,21-33,36-38)
Petrus komt hier niet al te best uit. Toch wordt hij door Jezus aangesteld als eerste herder van de Kerk! Duidelijk niet om zijn menselijke onfeilbaarheid.
Jezus, uw vertrouwen in Petrus... stelt mij vandaag een beetje gerust. Want ik ben maar een gewone kleine mens. Gelukkig hoef ik voor U geen supermens te zijn. U aanvaardt mij zoals ik ben, ook mijn kleinmenselijke kanten. Maar U blijft me uitnodigen om oprecht van U te houden, in U te geloven en steeds opnieuw te proberen om, met de kracht van uw Geest, het goede te doen. Daarvoor wil ik U vandaag danken.
God is niet veraf, nooit, voor wie gelooft. Met het doopsel zijn wij zijn kinderen geworden. Zijn Geest werd uitgestort in ons hart. Hij leidt ons van binnenuit. Hij draagt ons van binnenuit. Hij sterkt ons van binnenuit. Van binnenuit is de hemel reeds begonnen! Als we tenminste door de zonde Gods Geest van binnenuit niet gedoofd hebben. Laten we deze week niet na te biechten te gaan, zoals onze christelijke plicht is, zo kan God ons van binnenuit terug beter leiden. Dan zullen we van buitenaf gezien ook terug vriendelijker, geduldiger, behulpzamer, attenter kunnen zijn!
In zijn Kerkgeschiedenis besteedde Don Bosco uitgebreid aandacht aan de opwekking van Lazarus en vermeldde dit verhaal als één van de wonderen die het meeste indruk maakte op het volk. Trouw aan het verhaal uit het evangelie van Johannes beschreef Don Bosco de vriendschap tussen Jezus en Lazarus en stelde deze als voorbeeld voor iedere goede christen. Door te verwijzen naar het verdriet en de tranen van Jezus bij het overlijden van zijn dierbare vriend kon hij bovendien een heel menselijke kant van Jezus laten zien. Louter menselijk gesproken was er geen uitkomst meer: Lazarus was al vier dagen gestorven. Zijn zussen Martha en Maria hadden wel het vermoe-den dat er op de één of andere manier op het einde van de tijden een opstanding zou zijn uit de dood, maar ze begrepen (nog) niet wat Jezus bedoelde met de woorden: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, mag dan wel sterven, toch zal hij leven’. Pas toen Lazarus, na een gebed van Jezus, te voorschijn kwam, zo staat er, ‘gingen velen in Hem geloven’ (Joh 11,45).
Op verscheidene plaatsen, bijvoorbeeld in zijn boek
Il Cattolico istruito, schreef Don Bosco dat dit wonder inging tegen de wetten van de natuur en dat het alleen te begrijpen was als het werk van God. Hij noemde het tevens een bewijs van de goddelijkheid van Jezus Christus, want alleen God is het Leven, dat sterker is dan de dood.
Machtige Vader, Schepper van hemel en aarde, ik dank U voor deze prachtige morgen. Dank U wel voor de zon, de regen, de bomen, de bloemen en de schoonheid van uw hele schepping. Dank U, Heer God, voor de regen aan zegeningen in mijzelf en mijn leven, dankzij uw genade, vriendelijkheid en liefde. Amen.
Hoe talrijk zijn uw werken, Heer. Alles hebt U met wijsheid gemaakt, vol van uw schepselen is de aarde (Psalm 104 vers 24).
Aanwezige God, nu de dag verstilt vragen wij U, blijf bij ons en ken ons bij onze namen; bewaar ons wanneer uw Naam verbleekt door onze twijfels en wanhoop ons verblindt; bewaar ons als de nacht ons verstomt en angst aanjaagt; bewaar uw schepping voor het duistere dreigen van een blijvende nacht; bewaar ons voor elkaar, voor onze vrienden, voor hen die van ons houden, voor hen met wie wij het leven delen; bewaar ons in deze nacht; bewaar ons in alle dagen en nachten, tot in uw eeuwigheid.
Genadevolle Heer, dank U wel dat uw liefde en zorg de plannen die U vandaag in mijn leven uitgewerkt wilt zien, helpt realiseren. Help mij daarom in uw naam succes te hebben. En het zal ook lukken, door uw genade, want uw goedheid voor uw kinderen is eeuwig. Ik prijs U, Heer! Amen.
God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk (2 Corinthiërs 9 vers 8).
Laat je raken Laat je raken door een traan de afgewende blik het hoofd in de handen... het hulpeloze schouderoptrekken het zwijgen aan de andere kant van de telefoonlijn.
Laat je toch maar raken door het zoveelste beeld van een uitgehongerd kind een aan flarden geschoten man een schreeuwende vrouw op de vlucht voor onrecht en zinloos geweld.
Laat je raken door het stoere masker en de brutale bek heen en raak een tedere ziel.
Laat die kromgebogene stom gemaakte verlamd geworden mens met zijn leven je raken voor het eerst of nog een keer en steeds opnieuw tot je geraakt wordt diep vanbinnen voor altijd.
"Ik stel mij twee vragen: waar is God en waar is de mens? Ik vraag mij soms af waar de mens is in deze 21ste eeuw. Als de mens zichzelf zoekt, dan vindt hij God. De weg naar eerlijkheid, waarheid, goedheid en schoonheid, is een lange weg en sommige mensen vinden dat pad nooit in hun leven. Maar er zijn zovele eerlijke, oprechte mensen en liefhebbers van goedheid en schoonheid, dat wij uiteindelijk een heel volwassen persoonlijkheid krijgen die in staat is om God te ontmoeten."
Heiligverklaring van Don Bosco op Pasen, 1 april 1934
In 2014 is het precies 80 jaar geleden dat Don Bosco heilig verklaard werd, op 1 april 1934. Dit gebeurde op Pasen, wat zeer ongebruikelijk is, maar het was de wens van paus Pius XI die in 1883 als jonge priester Don Bosco persoonlijk ontmoet had en toen zeer onder de indruk was. Aan het moment van de heiligverklaring gingen vele jaren van studie en onderzoek vooraf: het proces werd opgestart op 3 juni 1890, amper twee en een half jaar na de dood van Don Bosco. Omdat de Kerk het risico niet kan lopen iemand heilig te verklaren die dit niet waardig is, wordt het leven van een kandidaat-heilige gereconstrueerd en grondig onderzocht. Uiteindelijk leidde dit tot de zaligverklaring van Don Bosco op 2 juni 1929 en de heiligverklaring in 1934.