God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Moeder Maria, bidt gij voor ons, kleine mensen, nu we gaandeweg beseffen welke vreugde wij als kruimels slechts aan elkaar delen, welke genegenheid wij zo schraal verdelen, welke last wij elkaar verkopen, welke bittere spijt wij soms moeten proeven. Moeder Maria, bid voor ons, uw kinderen, help ons dat kleine 'ja-woord' oprecht te spreken, neem ons mee naar de tafel van de Heer Jezus, om onze lege kruiken weer te vullen. Laat ons, als het 'alleen staan' weegt en drukt, geduldig luisteren naar Jezus' woord: “Ziedaar, uw moeder!” Moeder Maria, uw leven lijkt zo eenvoudig, uw gegeven zijn edel, schoon en volledig: leer ons hoe het moet, als wij stil vallen, hoe het verder kan, als wij twijfelen, hoe wij met u zullen bidden om te aanvaarden als ons 'ja-woord' onverwachte eisen stelt. Moeder Maria, blijf voor ons bidden, neem ons bij de hand, hoe onwillig wij soms zijn, breng ons bij die plaats en bij dat moment, waar wij in vreugde en overgave zeiden: “Ja, Heer, hier ben ik helemaal voor U”. Moeder Maria, wij leggen ons leven in uw handen. Amen.
FIL WILLEMEN. Vriend van God. Don Bosco Spectrum Nr. 3. Don Bosco Provincialaat, Sint-Pieters-Woluwe."
We zouden moeten geloven dat in elke jongere, in elke man of vrouw die in verdriet of wanhoop leeft, Jezus zelf voor onze deur staat. En je zult zien dat elke bezoeker, zelfs hij die je niet hebt uitegenodigd of die geen heilige is, de sfeer verandert. Want in Jezus' naam iemand opnemen, wie het ook is, welk verleden hij ook heeft, is Jezus zelf opnemen. En telkens als je samen met anderen aan tafel gaat en iemand het brood breekt, is Jezus in je midden.
De wil van God ontdekken we alleen maar door week na week, zondag na zondag, te kijken en te luisteren naar de woorden en de daden van Christus en deze in gebed te overwegen. In gebed mogen we ook onze eigen intenties aan God toevertrouwen. De wereldvrede en de kleine wereld van het eigen gezin verdienen daarbij een bijzondere aandacht. "Het wapen waarmee wij de wereld overwinnen is geen ander dan ons geloof" (1 Joh. 5:1-9).
Luisteren naar Gods Woord in de Schrift? Met de woorden van de psalmist zingen voor God? In de stilte van je hart zomaar bij Hem aanwezig zijn? Of is het Hem jouw diepste vreugde vertellen en met je eigen woorden alles wat je meemaakt aan Hem toevertrouwen? Zo’n bidden, zo leven in verbondenheid met Hem zal jou wellicht gemaakt hebben tot wie je geworden bent: de blije, gelovige, sterke vrouw, zachtmoedig en trouw, moeder van velen.
En als wij straks in augustus jouw tenhemelopneming vieren, dan gedenken wij op die manier de kern van jouw leven: opgenomen worden in Gods Liefde, heel dicht bij Hem mogen zijn en blijven voor altijd… Maria, ik ben blij dat ik je zo mocht leren kennen, dat jij zo voor elk van ons Maria wilt zijn.
Maria, je leefde zo sterk in de overtuiging dat God van je hield, dat je rechtop bleef in alle situaties van het leven, ook in de heel moeilijke, ook onder het kruis. En dat, Maria, maakt jou dan weer zo goddelijk: een vrouw van God, een vrouw aan God gegeven. Jouw hele leven lijkt wel een uitnodiging te zijn tot elk van ons, een oproep om diezelfde weg te gaan: vrouwen en mannen van genade worden: mensen die het leven als geschenk van God ervaren en Hem daarom heel nabij weten, ook in momenten van pijn en lijden, ook in situaties waar het enkel nacht en duisternis is. Dat lijkt soms een onmogelijke opgave, maar ook hierin ga jij ons voor, toon jij ons de weg naar hoopvol leven: het gebed.
Een kostbaar goed in ons leven is troost. Niemand kan zonder troost. het is gelukkig nog niet opgepikt door de commercie. het is nog niet platgewalst door songs en soaps, zoals ‘liefde’ of ‘gezelligheid’.
Troost past niet in de commercie. Waarom niet? Misschien wel het meeste hierom: troost neemt verdriet en pijn serieus en de commercie kan niets met verdriet en pijn. Troost is zo kostbaar omdat het leed erkent. Je troost iemand niet door te zeggen: Ach, zo erg is he...t niet. Kop op, je komt er wel weer uit.” Zelfs niet door te zeggen: “Na regen komt zonneschijn.” Want nu is er de regen, nu zijn er de tranen. Natuurlijk is de hoop dat het beter wordt een troost. God troostte Israël in ballingschap met de aankondiging van de bevrijding (Jesaja 40) Na dit tranendal komt het paradijs. Maar dat neemt het tranendal niet weg. Je moet eerst door het tranendal heen.
Troosten is gewoon naast de ander staan. Of een arm om de ander slaan. Of even de trillende hand vasthouden, maar dan wel zo dat die hand mag trillen. De aanwezigheid van de trooster is genoeg. Troosten is het bloed weer laten lopen. Op een wond zit een vuile korst. Die korst moet je laten zitten. Daaronder stroomt het bloed. Dat moet je laten stromen. Dan heelt de wond, de korst er vanzelf af. Troost begint met het verlies, de schuld, het onbegrip, reëel te nemen. Geen antwoorden geven, ook niet op de vraag naar het waarom. Troosten is iemand zelf het antwoord laten vinden. God heeft zelf ook geen antwoord klaar. Hij lijkt wel te zwijgen. Hij is ons nabij. Niet meer en niet minder. Maar meer hoeft ook niet.
Maria, uw magnificat is een lofzang waaruit pure vreugde, bewondering en dankbaarheid opborrelen. De kleine dienstmaagd van de Heer zingt Gods grootheid uit. God heeft u klein geschapen en groot gemaakt door zijn liefde, omdat gij totale openheid zijt voor Hem. ... Arm aan uzelf, rijk aan God, zo is heel uw leven één Magnificat geweest van geloof, hoop en liefde. God laat geen mens in de steek. Hij is een God van trouw. Hij heeft een hart voor ieder van ons. Maria, leer ons niet enkel onze pijn en ons leed met anderen te delen, maar ook de diepste vreugde die God zelf is. Maak van ons getuigen van uw Zoon in woord en daad.
Maria, nooit is er een kunstenaar in geslaagd Gods gelaat te tekenen. Dit voorrecht werd u voorbehouden, eenvoudig en bescheiden meisje uit Nazareth, Gods Geest overschaduwde u zodat gij Hem een menselijk gelaat mocht geven. Zo waart gij Gods woord nabij, dat in u mens werd. Het meesterwerk van Gods goedheid voor ons, werd ook uw meesterwerk: ontvangenis en overgave.
Maria, open ons hart voor het Woord van God, zodat wij een wegwijzer zijn op de grote levensbaan naar Hem.
Het kompas dat Jezus aan zijn leerlingen geeft, is dit: laat niet altijd je eigenbelang richting geven, maar let op het belang van de ander en speciaal van de zwakste. De herder past zijn tempo aan, niet aan de snelste loper, maar aan het ziekste lam. Jezus erkennen als onze herder, wil zeggen dat we ons wel zorgen maken over de wereld van overmorgen en dat we kunnen omzien naar mensen. De toekomst mag offers vragen en de schepping mag eerbied afdwingen.
BRUSSEL (KerkNet/CWN) – Kardinaal Fernando Filoni, de prefect van de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren, heeft op de jaarlijkse ontmoeting van de verantwoordelijken van de Pauselijke Missiewerken in Rome gezegd dat het 'oneerlijk' is dat de helft van de geestelijken uit sommige Afrikaanse en Aziatische bisdommen in het Westen actief is. De geestelijken werken er in een gunstiger pastoraal klimaat, terwijl hun eigen bisdom een gebrek aan priesters heeft: "Daardoor wordt aan deze bisdommen de pastorale kracht ontzegd die onmisbaar is om een impuls te geven aan het christelijke leven."
Dit artikel kan ik volledig en jammer genoeg beamen, want ik was zelf een paar maal in India temldden (zeer) jonge seminaristen, priesters en missionarissen. Ik was er achteraf steeds van verwonderd hoe velen konden studeren in Rome, daarna verbleven in Zwitserland of Duitsland.
Het ergerde me vooral als die priesters een reis maakten vanuit India over Jerusalem naar Rome om via Lourdes teug te keren naar hun land. Velen van hen werden missionaris in Europa, of worden zelfs ingezet inde Verenigde Staten. Dit alles waar de inhheemse bevolking zo een grote nood heeft aan priesters.
Draag me op met een gelovig hart en laat me niet alleen. Ik ben slechts waardevol als je gebed me draagt. Wanneer je bent heengegaan zal ik hier blijven branden tot je terug komt. Ik zal aan anderen vertellen dat je hier bent geweest en tot de Heer zal ik spreken van de vlam in je hart.
Vandaag brand ik weer de roepingenkaars en bid om roepingen voor het priester- en diakenschap, voor pastorale werkers en werksters, voor predikanten en om roepingen voor het religieuze leven. Voor catechisten en gelovigen, vrijwilligsters en vrijwilligers die zich in zetten voor de kerkgemeenschap. Voor hen die zoekende zijn en de richting nog niet vinden. Ik noem de namen van mensen die ik meedraag in mijn gebed en bid om leiding en zegen op hun levensweg. Dat ieder van ons haar/zijn eigen roeping telkens weer mag vinden en volgen.