God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Paus Franciscus roept de jongelui op aandacht te blijven hebben voor oorlogsslachtoffers en mensen die in extreme armoede leven, maar ook voor de gewone dagelijkse zorgen en de eenzaamheid.
Verlies nooit de hoop.
De Heer heeft een mooie droom en Hij wil die met jouw hulp verwezenlijken.
De vissen van een rivier zeiden tot elkaar: "Men beweert dat ons leven uit het water komt, maar nooit hebben wij water gezien, wij weten niet wat het is." De verstandigsten overlegden: "Wij hebben gehoord dat er in de zee een verstandige en geleerde vis leeft, die alle dingen kent.... Laten we naar hem toe gaan en hem vragen ons het water te tonen."
Zo maakten enkelen van hen zich op om de grote wijze vis te zoeken. En ... ze vonden hem en legden hem hun vraag voor. Toen hij geluisterd had, sprak hij: "Jullie domme vissen! Verstandig zijn jullie, de enkelen die zoeken. In het water leven jullie en bewegen jullie en hebben jullie je leven; uit het water zijn jullie gekomen, naar het water keren jullie terug. Jullie leven in het water, maar jullie weten het niet!"
Zo leef je in God, God is in alle dingen, en alle dingen zijn in God.
Esseens verhaal.
VERHAAL VAN DE DAG 14 JANUARI UIT '366 HOORDRUPPELS'
Voor allen, Heer, die eenzaam zijn. Voor allen, die U zijn vergeten. Voor allen, die zichzelf zo klein, zo hopeloos onbelangrijk weten. Voor ieder, die geen blijdschap kent. Voor elk, die onder druk moet leven. Voor ieder, die gij een talent, geen tien talenten hebt gegeven. Voor allen, die met scherpe tong, de ander ondoordacht bezeren. Voor ieder, die in lang niet zong, Voor elk, die 't liefste moet ontberen. Maar ook voor allen, die zich rijk beschouwen en op zichzelf vertrouwen. Voor allen, die een sterke dijk van haat rondom zich bouwen. Voor allen, bid ik U, o Heer, voor allen, die U zelf niet vragen en voor mijzelf bid ik steeds meer of ik blij en dapper mijn kruis mag dragen. Amen.
God van liefde en leven, die zich schaart aan de kant van de geringen en geen mens verloren laat gaan, Gij, die geen mens ten prooi laat vallen aan wie hem haten, die naar elke mens omziet in duisternis, ziekte en machteloosheid, blijf hen nabij, nu, morgen en altijd.
Het is door te bidden dat je komt tot geloof, wie gelooft heeft vertrouwen, wie vertrouwen heeft laat zich leiden door God, en als de Geest je rust, vrede, vreugde en harmonie brengt komt het van de Heilige Geest.
U was er al voor wij bestonden, Wees voor ons een bron van levend water. Water dat leven geeft, bezielt en sprankelt. Dat ons doet groeien en toekomst geeft, Water dat toekomst geeft, aan de aarde en de mensen die haar bewonen. Wees een bron die nooit uitgeput raakt opdat we steeds opnieuw mogen beginnen waar de hopeloosheid en de dood, het dreigen te winnen van het leven. God leer ons leven als gedoopten.
HET WEZENLIJKE VAN DE LIEFDE IS NIET DAT WIJ GOD HEBBEN LIEFGEHAD, MAAR DAT HIJ ONS HEEFT LIEFGEHAD EN ZIJN ZOON HEEFT GEZONDEN OM VERZOENING TE BRENGEN VOOR ONZE ZONDEN. ( 1 JOHANNES 4, 7-10)
Dit ene vers is als een sleutel om het leven als christen te begrijpen:
Gods liefde is eerst, ons antwoord volgt.
God, U bent de eerste... in het beminnen. Ik dank U voor uw liefde voor mij, voor ons, en voor alle mensen. Op uw liefde mag mijn leven een antwoord zijn, elke dag opnieuw.
MOGEN DE BERGEN VREDE BRENGEN AAN HET VOLK EN DE HEUVELS GERECHTIGHEID. MOGE HIJ RECHT DOEN AAN DE ZWAKKEN, REDDING BIEDEN AAN DE ARMEN, MAAR DE ONDERDRUKKER NEERSLAAN.
Ik beneen ruwdeken endraag helemaal geen grootsheid in me, maar ik kan wel warmte encomfort geven aan hen die me gebruiken, vooral opkoude en vochtige nachten. Ik werd gekocht door een vreemde priester en zijn moeder op de markt van Turijn. Ze namen me mee naar een armoedig huisje niet ver weg, maar het was er wel vochtig en koud genoeg! Uit de woorden die zij met elkaar wisselden, kon ik opmaken dat ik gekocht werd om de dekens te vervangen die de goede Don Bosco gegeven had aan enkele jonge gasten die hij een onderkomen in huis had geboden. De volgende dag waren ze verdwenen en hadden ze de dekens meegenomen. DonBosco had enkele dagen later opnieuw onderdak geboden aan enkele jongens, maar het was nog slechter afgelopen: zij waren er ook met het hooi en het stro vandoor.
Ik had een klein hartje voor mijn toekomst: deze twee gaven me niet de indruk vlug ontmoedigd te zijn. En zo bleek het ook. Een avond in mei. Het regende pijpenstelen. Don Bosco en zijn moeder waren net klaar met het avondeten wanneer er iemand op de deur klopte. Het was een jongen van ongeveer 15 jaar, helemaal nat en verkleumd.“Ik kom uit Valsesia en ik heb geen familie meer. Ik wil werken in de bouw, maar ik heb nog geen werk gevonden. Ik heb het zo koud en ik weet niet waar naartoe …"
“Kom binnen”, zei DonBosco. “Zet je bij het vuur. Je bent veel te nat … je zou wel ziek kunnen worden.” Mamma Margherita bereidde hem iets te eten. Dan vroeg ze hem: "En nu, waar ga je naartoe?” "Ik weet het niet.Ik had drie lire toen ik in Turijn aankwam, maar ik heb alles al uitgegeven.” Stilletjes begon hij te wenen.“Alsjeblief, stuur me niet weg.”Margherita dacht aan de dekens die waren gaan vliegen en bekeek me vragende ogen. “Je zou hier wel kunnen blijven, maar wie verzekert mij dat je niet met mijn kookpotten aan de haal gaat.” “O nee, mevrouw. Ik ben wel arm, maar ik heb nog nooit iets gestolen.”
Don Boscowas buiten in de regen al enkele bakstenen gaan halen. Hij bracht ze binnen, maakte vier stapeltjes en legde er wat planken op. Dan haalde hij de strozak van zijn eigen bed en legde die op de planken. “Slaap hier maar, mijn beste, en je mag blijven zolang als het nodig is. Don Bosco zal je nooit weg sturen.”
We vieren het feest van wat in de volksmond wordt genoemd: DRIEKONINGEN.
Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.