God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken, zing en speel voor hem, spreek vol lof over zijn wonderen, beroem u op zijn heilige naam. Wees blij van hart, u die de HEER zoekt.
Wat vragen de leerlingen eigenlijk? Zij zien het geloof van Jezus. Dat maakt een diep verlangen in hen wakker. Dat geloof kunnen zij niet veroveren door eigen inspanningen. Eigenlijk vragen de leerlingen aan Jezus om te mogen delen in zijn geloof. Verlangen wij dat ook?
Heer Jezus, geef ook mij meer geloof. Zo graag zou ik kunnen geloven zoals U. Dat zou een droom zijn.
Reeds vóór de eerste mis zat boer Fransen achteraan in de kerk roerloos op zijn stoel. Toen de pastoor van Ars om twaalf uur het Angelus kwam luiden, zat boer Fransen nog steeds op dezelfde stoel in dezelfde houding naar het tabernakel te kijken. Verwonderd en tegelijk zeer nieuwsgierig vroeg de pastoor aan de boer wat hij hier die hele voormiddag gedaan had. Terwijl hij naar het tabernakel wees, zei boer Fransen: “Hij is hier en ik ben hier, en ik vind het goed om zomaar een tijdje bij Hem te zitten.”
Vanavond brand ik weer de roepingenkaars, ik noem namen en bid voor alle christenen die zoeken naar hoe in hun leven de weg te gaan van hun roeping. Ik vraag om vrede en volharding en om vertrouwen op onze Weg met God. En ik bid dat God mensen blijft roepen en dat wij Hem horen en met vreugde ingaan op zijn roepstem.
Loof de HEER, want hij is goed - eeuwig duurt zijn trouw. (Psalm 136:1)
Eeuwig duurt zijn trouw.
Maar liefst 26 keer wordt het herhaald. Blijkbaar is dit het waard om heel vaak gezegd te worden. Hoe vaker je het zegt en zingt en fluistert en schreeuwt en jubelt, hoe dieper het kan doordringen in je gedachten en in je hart en in je ziel en in heel je lijf. Want hier moeten we heel diep van doordrongen en helemaal vol van zijn: Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. De God die schept, de God die wijs is, de God die wonderen doet, de God die zeeën splijt, de God die zijn vijanden verslaat, de God die van zijn volk houdt, de God die ons leidt naar het beloofde land, de God die ons redt, die God: Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. Daar kun je nooit genoeg van krijgen. In eeuwigheid niet.
Gebed: God, Heer, Redder, Schepper, Koning - u die de God van de hemel bent - eeuwig duurt uw trouw! Amen.
Bidden is kijken, beschouwen, bidden is stilstaan bij, bidden is aandacht, zoals liefde aandacht is....
Veel mensen zeggen: ik zie God niet, Hij is onzichtbaar. Maar ze willen Hem niet zien. Ze nemen er geen tijd voor. God is onzichtbaar zoals een mens vaak onzichtbaar is. We willen iets van God zoals we iets van een ander mens willen en dat verhindert dat we Hem werkelijk zien. Als de ander moet zijn zoals jij hem hebben wilt, zie je hem niet echt. Daarvoor moet je kijken zonder hebzucht, angst, ijdelheid, jaloezie.
Vrienden, op Koningsdag ging ik voor in het Te Deum in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal te Brussel. In mijn homilie herinnerde ik aan de oproep van de apostel Paulus in zijn brief aan de christenen van Rome om elkaar hartelijk te beminnen met broederlijke genegenheid. Het zijn woorden van bijna tweeduizend jaar oud, maar als men ze hoort, is het alsof de historische afstand er niet meer is. Ze zijn niets van hun zeggingskracht verloren. Ook niets van hun actualiteit. Natuurlijk zijn het woorden gericht tot medechristenen. Maar ze reiken verder dan kerkelijke grenzen. Ze raken ons juist in onze menselijkheid.
Het is niet de pijn die zeer doet maar wel de angst en de onzekerheid, het gevoel een drenkeling te zijn en geen oever meer te zien.
Het is niet de pijn die zeer doet maar wel geen grond meer voelen geen hand kunnen grijpen en geen enkel lichtpunt zien in het duister van de nacht. Vlak naast de pijndrempel ligt de afgrond van de levensvragen, en die is beangstigend diep. Waarom? Waartoe? En voor wie en voor wat?
Het is niet de pijn die zeer doet maar: geen antwoord weten, zich verraden en verloren voelen - als een speelbal in de wind - tussen toeval en twijfel.
Zijn grootste pijn was niet op Golgotha maar in de boomgaard van Olijven. Zijn angst werd bloed en zweet en schreeuwen naar de Vader. Daar heeft Hij voor ons een weg gebaand: "Ik ben verrezen en nog bij jou. Mijn hand ligt op je schouder. Ik blijf bij jou tot alles is volbracht."
Als de angst verstilt... en Hij aanwezig is in jouw wezen, dan zwijgen alle vragen. Dan is de pijn het strakgespannen koord dat jou met Hem verbindt.
Drie woorden: Geloof, Hoop en Liefde. Ik hoop dat ze blijven bestaan, Want anders zal het met de mensheid gauw zijn gedaan. Dus, geloof hoop en liefde Voor ieder mens, én dier. Dan delen wij verdriet en liefde met al wat in ons zit. Het is de korte samnvatting van het belied van de huidige paus Franciscus, die meer aandacht vraagt voor mens en natuur, voor het behoud van de aarde, en zo voor verbeterde levensomstandigheden van de armsten, ver of dichtbij. De Heilige Franciscus achterna. Laten wij dat dan ook heel concreet beleven en gestalte geven in de kleine dingen die we doen mogen.
VANDAAG VIEREN WE HET FEEST VAN SINT-MAARTEN, METEEN OOK MIJN PATROON EN NAAMFEEST. DANKBAAR DAT IK ZIJN NAAM GESTALT MAG GEVEN IN MIJN DAGELIJKS LEVEN, WANT OOK IK PROBEER WAAR MOGELIJK MIJN MANTEL TE DELEN.
BIJ DEZE WENS IK DAN OOK ALLLEN EEN PRETTIG NAAMFEEST AAN HEN DIE EEN AFGELEIDE VAN DE NAAM MAARTEN MOGEN DRAGEN!
Volgens kardinaal Rainer Maria Woelki, de aartsbisschop van Keulen, hebben katholieken en protestanten nog altijd onvoldoende gemeenschappelijks om een oecumenische Eucharistie te vieren. Er bestaat volgens (nog) geen basis voor een dergelijke gemeenschappelijke dienst omdat beide kerkgemeenschappen het niet eens zijn over de centrale kwesties in verband met de Eucharistie. Voor katholieken is de eucharistie geen gewone maaltijd. Zij is het ware lichaam en bloed van Christus in de getranssubstantieerde gaven van brood en wijn. De werkelijke aanwezigheid van Christus is een onweerlegbare zekerheid voor katholieken.
Eén van de meest gewijde, folkloristische broden is dat van Sint Hubertus, patroon van de jagers die zijn feestdag vierde op 3 november. Vroeger leidde men jachthonden de kerk in om ze te laten zegenen op Sint Hubertusdag. Dit werd gezien als voorbehoedmiddel tegen hondsdolheid. Om diezelfde reden at men die dag de door de kerk gewijde Sint Hubertusbroodjes.
Vrienden van God. Dat is de magnifieke omschrijving voor de heiligen en voor ons allemaal. Je hoeft niets te doen om Gods vriend te zijn. Je wordt het zomaar, uit pure Liefde.
Jezus is duidelijk. Hij vat de hele Wet samen in één woord: bemin!
Bemin God. Bemin uzelf. Bemin uw naaste.
Ze staan gelijkwaardig naast elkaar en zijn met elkaar verbonden. Ik kan God niet beminnen als ik mezelf of mijn naaste haat. Ik kan mijn naaste niet beminnen, als ik mezelf haat. God is liefde. Waar liefde is, is God.
God, liefde is zoveel meer dan zoete, romantische gevoelens die komen en gaan. Liefde is een keuze: telkens weer ‘ja’ zeggen tegen de ander zoals hij is, ‘ja’ zeggen tegen mij, zoals ik ben, ‘ja’ zeggen tegen U, zoals U bent. Help me, vanuit uw ‘ja tot ons’ te leven.
Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid.
Op Allerzielen, 2 november, vindt op de parochies een bijzondere viering – een eucharistieviering of een gebedsdienst - plaats waarin de parochianen die het afgelopen jaar zijn overleden, worden herdacht. Meestal worden hun namen één voor één afgeroepen en wordt voor elk van hen een kaarsje aangestoken. Het kruisje dat tijdens de uitvaart van de overledenen van het voorbije jaar in de parochiekerk op een herdenkingswand of herdenkingstafel werd gelegd, wordt tijdens die dienst overhandigd aan de nabestaanden die het dan mee naar huis kunnen nemen. De liturgische kleur is paars (of grijs).
Elk jaar viert de rooms-katholieke Kerk op 1 november het feest van Allerheiligen. Centraal staat het leven na de dood. In de feestelijke eucharistieviering die dag wordt het leven van de heiligen en martelaren, gekend en ongekend, herdacht. Allerheiligen wordt gevierd als een zondag. Er is niet zoveel onderscheid met de vieringen op de andere zondagen, zij het dat het om een hoogdag gaat met eigen accenten in de liturgie (eredienst). De liturgische kleur is wit.