God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.
Liefdevolle God, soms heb ik het gevoel, dat ik ‘ziek’ ben en genezing nodig heb. Maar mijn geloof en mijn hoop zijn meestal veel te klein om die genezing aan U te durven vragen. Wil daarom mijn geloof in uw nabijheid diepere fundamenten geven en mijn hoop op de warmhartigheid van Jezus sterker maken. Steek uw hand uit naar mij en raak me aan. Laat me voelen dat Gij van me houdt. En geef mij de creativiteit om uw liefde door te geven aan anderen.
Leid, vriendelijk licht, te midden ’t duister dat me omringt, Leid gij mij voort! De nacht is donker, en ik ben ver van huis – Leid gij mij voort! Richt Gij mijn voet; ik vraag niet om te zien De verre einder – één stap is mij genoeg.
IK was niet altijd zo, noch bad ik dat Gij Mij voort zoudt leiden; Ik verkoos mijn eigen weg te banen en te zien, maar nu Leid gij mij voort! Ik verkoos het felle daglicht en, alle vrees ten spijt, De hoogmoed beheerste mijn wil: herinner U niet voorbije jaren.
Zo lang heeft uw macht mij gezegend, ze zal me zeker Verder leiden! Door heide en ven en over rots en vloed, totdat De nacht is heengegaan; En met de morgen ’t gelaat der engelen glimlacht Die ik sinds lang heb liefgehad, en voor een tijd verloor.
Probeer altijd uw ogen gericht te houden op wat echt telt.Armen ontsluiten de echte rijkdom die nooit oud wordt, de rijkdom die aarde en hemel bindt en die het echt de moeite waard maakt om voor te leven: liefde.
Paus Franciscus is zondagin Rome voorgegaan in een viering in het teken van de Werelddag van de Armen, de derde editie van een jaarlijks initiatief dat hij zelf tijdens het Jaar van Barmhartigheid in het leven heeft geroepen. Hij bepaalde toen dat de dag telkens op de voorlaatste zondag van het liturgische jaar in de hele wereldkerk zou worden gehouden. Tijdens de viering in de Sint-Pietersbasiliek in Rome stond vanmorgen het beeld centraal van de Maagd van de Armen van het populaire bedevaartsoord Banneux. Zij is de patrones geworden van allen die op een of andere manier uit de samenleving worden gesloten. Het beeld, dat is opgesteld naast het biechtaltaar van de basiliek, is naar Rome overgebracht op suggestie van een Chileense priester en op aanbeveling van de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie.
Bidden is geen doekje voor het bloeden. Het maakt het onmogelijke niet waar. Wel is het een schreeuw om recht, om liefde, om vrede, om geluk. Het heeft te maken met mijn diepste zelf, maar ook met het leven van de wereld.
Bidden sluit aan bij onze diepste dromen: een leven in harmonie met elkaar; en een wereld waar het goed leven is voor iedereen, voor de kleinsten het meest.
Daarom is bidden nooit vrijblijvend. Het vraagt ook om onze inzet. Met mooie woorden alleen schiet ons bidden geen wortel. Onze woorden moeten gedáán worden: in onze naaste omgeving, maar ook wereldwijd.
ZOU GOD DAN GEEN RECHT VERSCHAFFEN AAN ZIJN UITVERKORENEN DIE DAG EN NACHT TOT HEM ROEPEN, OF ZAL HIJ DAN ONBEWOGEN BLIJVEN? (LUCAS 18, 1-8)
Dit zijn bemoedigende woorden tegen al het doemdenken van deze tijd in. Hier wordt een lans gebroken om te blijven volharden in het gebed. Om te blijven geloven en vertrouwen dat bidden een krachtig medicijn is, tegen alle wanhoop in.
God, ik kom tot U, met mijn kleine en grote zorgen. Geef mij de kracht om ze te dragen. Geef mij de moed om vol te houden. Ik dank U.
BEZINGT DE HEER EN TOKKELT DE SNAREN VOOR HEM. (PSALM 105)
En die liefde voed je meer door met je ogen te kijken dan met je handen te bewerken. Meer door stille beschouwing dan erop los te beuken. Daarom is het goed om lang en rustig naar Maria te kijkken, de wegwijzende.
Ook ik kan wel als Strauss en als Renan en zoveel andere verlichte heren het vreemde fenomeen analyseren, de fabels en parabels van de man die door het koren liep in Kanaän.
Historisch is het ook wel te verstaan, de oude mythe kan men er in horen: een god wordt gaarne uit een maagd geboren, doet wonderen en sterft zoals het graan om als het graan weer op te staan.
Maar als ik door het pad naar voren schrijd en om mij heen de arme stervelingen, mensen zo dwaas als ik, de lofzang zingen: 'O Heer, uw bloed roept voor altijd barmhartigheid, barmhartigheid'
dan ben ik niet verlegen met mijn God, dan is hij vlak bij mij, dan weet ik zeker dat hij mij aankijkt uit de donkre beker, dan eet ik zijn genadebrood, dan leef ik van zijn dwaze dood.
Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet. Elia was een mens als wij, en nadat hij vurig had gebeden dat het niet zou regenen, is er drie-en-een-half jaar lang geen regen gevallen op het land. Toen bad hij opnieuw, en de hemel gaf regen, en het land bracht zijn vrucht weer voort.
Waardig is het en goed dat wij u aanbidden, almachtige God die alle dingen hebt gemaakt, en dat wij u tezamen dankzeggen voor alle weldaden welke wij voortdurend uit uw milde hand ontvangen. Gij hebt ons bewaard in de nacht en ons het morgenlicht geschonken en nu mogen wij voor u staan. O Heer wij loven u en willen u dienen, deze dag en geheel ons leven, wij onderwerpen ons aan uw goede en heilige wil. Leid ons en bewaar ons in de vrede en de blijdschap en de vreze van uw heilige naam. Amen