God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Dank voor deze nieuwe morgen. Dank voor de zon. Dank voor deze spijzen die u ons geeft en de mensen die wij zullen mogen ontmoeten. Dank voor de muziek. Dank voor de kleuren. Dank voor mijn handen en voeten. Dank dat ik mag zien. Dank dat ik mag horen. Dank dat ik kan spreken. Voor dit alles en voor zoveel meer wat ik dagdagelijks zo vanzelfsprekend vind, zeg ik U, dank mijn Heer en God!
Je mag nog zo diep in de put zitten, jezelf waardeloos voelen, dan nog mag je geloven dat God je in het leven wil en dat hij je liefheeft. Hij heeft je echter niet alleen gewild op het ogenblik dat je leven begon in de moederschoot. Hij is nu ook nog bezig met ons te willen. Je mag een fundamenteel vertrouwen in Go hebben. HIJ SCHRIJFT JE NIET AF.
Elke dag worden wij aangespoord te geven. De noden zijn wereldwijd dan ook bijzonder groot. De vragen tot hulp komen de laatste tijd als een tsunami over ons heen. Ik hoor dan wel eens zeggen dat ht voor rijken wel gemakkelijker is te geven, want dezen geven uiteindelijk toch meer. Of dat ook zo is laat ik hier in het midden, want het zijn nog vaak zij die geven van wat zij niet bezitten.
Het is inderdaad God die de gelukkigen de ongelukkigen laat zien. Armen geven beter dan rijken. Bedenk dat er veel leed is in de wereld, en zweert u het verdriet niet af.
Dheeraj Sabu IMS received an impelling call from the Lord to set apart himself to prepare the laity for the spread of the word of God. He organized groups and gathered people from among the catholic communities of South India and brought them to North India where the need of proclamation and evangelization is much. The Jesus Youth collaborates with him.
Voor het geloof is het van levensbelang dat wij mensen zijn die, ondanks een technische zakelijke bekwaamheid, zin krijgen en blijven hebben voor het oneindig vele dat aan ons ontsnapt.
Aan de kerk hebben we inderdaad heel veel te danken, ook al bekritiseren we haar, terecht of tenonrechte. Maara ls kinderen, zieken, beproefden, armen, ongelukkigen, hopelozen en angstigen naar ons toekomen, dan hebben we dat te danken aan de kerk. Wij zijn wel veel te zondig en te zwak om zoveel vertrouwen te genieten dat mensen blijven komen. En dat al eeuwen lang. Uit onszelf zouden we nooit zoveel krediet verdienen! Maar het is een grote vreugde in dienst van de kerk te staan en zo van al die mensen. Misschien ook een reden dat we hier zijn, zowel om te geven als te ontvangen?
"Ik wil niet medeplichtig zijn aan het nog slechter laten verlopen door het kwade uit te vergroten".
Nog een late reactie op de vraag die men me stelde hoe ik stond tegenover de diverse spottende publicaties en de grote oogst aan grappen rond Mgr. Vangheluwe. Ik heb deze dan ook bewust niet doorgemaild.
Ik vond deze tekst in één van onze kranten heel toepasselijk als antwoord én als wederwoord. Het is triest te zien hoe mensen meeheulen, zelfs van katholieke, christelijke huize!
God, goede Vader laat over ons komen uw Geest van barmhartigheid dat wij genade vinden in Uw ogen verzoening ademen en van vreugde zingen om de nieuwe schepping
en dat Zijn vuur ontvlamme en onze lippen zuivere van leugen als wij bidden vergeef ons onze schulden zoals ook wij vergeven.
Geloven wij in hetgene waarvoor wij bidden? Of is het enkel lippendienst, verstooid rondkijkend ...
Als wij tijdens de mis de kans krijgen om te bidden en te danken voor de ander, denken wij dan niet heel spontaan aan onze moeder en vader, aan die verre vriend of die lieve zus, of zelfs aan die buur die ernstig ziek is ... Inderdaad, dat doen we.
MAAR het is je wellicht ook al overkomen dat de eucharistieviering al bijna zijn einde nadert zonder we maar een moment hebben gedacht aan - laat staan gebeden voor - een broer of zus waar we het helemaal niet zo goed mee doen, omwille van welke reden dan ook.
Dan maar een schietgebedje om het goed te maken voor het slapen gaan. Neen, zo werkt het niet en dat voelen we. Dat zegt die GEEST van ons aan.
Mea culpa.
Onze Vader, die in de hemelen zijt ... En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
De meimaand sluit bijna zijn deuren, maar de meimaand van 2010 was niet als de voorgaande. Er was de aanhoudende koude, geen lentebloesems, geen zon, maar vooral werd de meimaand als Mariamaand overschaduwd door wat ons is aangedaan. Wij, gelovigen, christenen, kerkmensen werden gehuld in een mantel van rouw. Het lichtblauw van Maria werd grijs tot zwart. Haar beeltenis vond je pas in de schaduw, misschien al met de ogen half gesloten in bed. We konden niet meer bidden hoe graag we ook wilden. We werden als mens diep gekwetst en wij hadden het moeilijk onze ogen te richten op Jezus (de bisschopsleuze trouwens van Mgr. Vangheluwe) en op onze hemelse Moeder. Zeker voor mensen van het bisdom Brugge was deze meimaand niet als alle andere. Je kon het ook merken op mijn beide blogs. Willens nillens werden we er dagelijks mee geconfronteerd via de media. Zelfs de Bloedprocessie te Brugge moest er bijna aan geloven. Voor mensen die geworteld zijn in een Mariaoord, die gedronken hebben aan de genadebron van Onze-Lieve-Vrouw, was deze meimaand een maand van pijn en smarten. Misschien een moment, een gelegenheid wat echt belangrijk is aan te stippen. Terug te gaan naar die bron; uit alle vakantiebestemmingen alles achter laten en op reis te gaan, op bedevaart naar LOURDES.
Onze-Lieve-Vrouw .... van waar dan ook, met welke titel dan ook, BID VOOR ONS.
Als de vreugde in ons ontbreekt - of in onze kerk! - moeten we ons afvragen: zijn we wel klein en arm genoeg? Waar de kleinen zijn, heerst vreugde. Daar is immers de Geest van Jezus.
Als ik vandaag denk aan het ontslag van bisschop Vangheluwe en aan alle beschadiging die dit heeft meegebracht voor de kerk vandaag bij ons en elders, dan stel ik mij de vraag wat het slachtoffer daarmee bereikt heeft voor zichzelf. Dezefeiten zijn zeker erg, langs geen kanten goed te praten en zeer pijnlijk in de familie. Maar, rekening houdend met het feit dat het over feiten gaat zo ver in het verleden dat ze niet meer strafbaar zijn voor het gerecht, vraag ik mij af welke instantie er achter zat om dit op die manier in het nieuws te brengen. Het kan mijn inziens alleen wraak zijn die erop uit is en de dader te vereenzelvigen met deze daden en de kerk, in het bijzonder in haar ambtsdragers, zeer grote schade toe te brengen. Deze beschadiging was trouwens al volop bezig. deken Dewulf van Lokeren