DUIZELIGHEID
Deze pagina heeft tot doel u informatie te geven over duizeligheid
en daarbij behorende klachten. Als u recent voor deze klacht bij
een keel-, neus- en oorarts (kno-arts) bent geweest, dan kunt
u op deze plaats daarover meer gegevens lezen. Hebt u er nog nooit
mee te maken gehad, maar wilt u er wat meer over weten, dan geldt
hetzelfde.
Wat is duizeligheid?
Iedereen is wel eens duizelig geweest. Toch is het moeilijk het
begrip duizeligheid te omschrijven.
In het algemeen wordt onder duizeligheid verstaan het gevoel dat
beleefd wordt als de relatie tot de ruimtelijke omgeving verstoord
is. Normaal gesproken krijgt ieder mens voortdurend informatie
over de ruimte om zich heen en over de positie die het lichaam
daarbinnen inneemt. Die informatie is afkomstig van de volgende
systemen:
- De evenwichtsorganen. Het evenwichtsorgaan is gelegen in het
rotsbeen en vormt met het binnenoor het slakkenhuis. Het evenwichtsorgaan
is gevoelig voor de stand van het hoofd en voor veranderingen
van de snelheid van het hoofd.
- Het tweede belangrijke zintuig, dat onze oriëntatie beïnvloedt,
zijn de ogen. Dit weet iedereen uit eigen ervaring: als men
de ogen sluit, is lopen of stilstaan moeilijker.
- Tenslotte beschikken wij over het zogenaamde diepe gevoel
in spieren en pezen. Vooral de signalen uit de benen en de nek
geven informatie over de stand van het lichaam, en van het hoofd
ten opzichte van het lichaam.
Al deze informatie, van de evenwichtsorganen, de ogen en het
diepe gevoel, wordt verwerkt in de hersenstam en de kleine hersenen.
Van daaruit gaan prikkels naar de spieren van het lichaam, zodat
wij houding en evenwicht kunnen aanpassen en bewaren.
Er gaan ook signalen met informatie naar de grote hersenen waar
het bewustzijn zetelt. Indien daar verkeerde of nog niet bekende
signalen binnenkomen, ontstaat het gevoel van duizeligheid. Duizeligheid
is dus de ervaring van een gevoel, dat op zichzelf - net zoals
pijn - niet gemeten kan worden. Van pijn echter weten we vaak
waar het vandaan komt, van duizeligheid meestal niet, en dat maakt
het zoeken naar de oorzaak van de klacht soms erg lastig.
Verschijnselen van duizeligheid
De meeste mensen klagen bij duizeligheid over draaierigheid, een
licht gevoel in het hoofd, het gevoel alsof de wereld om hen heen
draait of dat zijzelf rondtollen. Als u dit gevoel heeft, kunt
u gedesoriënteerd zijn en moeite hebben met het bewaren van
uw evenwicht. Dit onaangename gevoel kan gepaard gaan met allerlei
andere klachten zoals angst, transpireren, geeuwen, zuchten, misselijkheid
en braken. Klassieke voorbeelden van bovengenoemd ziektebeeld
zijn wagen- en zeeziekte.
Oorzaken van duizeligheid
Elke stoornis op een van de plaatsen in het hele systeem kan duizeligheid
en/of evenwichtsklachten veroorzaken.
1. Vooral een acute aandoening van één evenwichtsorgaan
leidt tot heftige duizeligheid met misselijkheid en braken. Vaak
ziet men de omgeving draaien. Soms heeft men ook het gevoel alsof
men opzij geduwd wordt of in een put valt. De klachten kunnen
van enkele seconden tot weken duren, waarna spontaan herstel optreedt.
Bij dit laatste speelt het centrale zenuwstelsel een belangrijke
rol.
De meest bekende oorzaken van een stoornis van het evenwichtsorgaan
zijn:
- Een ongeval met hoofdletsel (scheur door het rotsbeen; hierin
liggen het binnenoor en evenwichtsorgaan).
- Ontstekingen (griep, middenoorontsteking).
- Ziekte van Ménière (zie de betreffende pagina).
- Doorbloedingsstoornissen van evenwichtsorganen en/of hersenen.
- Een goedaardige tumor op de evenwichtszenuw.
2. Ook kunnen aandoeningen van het gezichtsvermogen en vooral
van de oogspieren aanleiding geven tot duizeligheid. Dit treedt
bijvoorbeeld op bij het in gebruik nemen van een (nieuwe) bril
of bij oogspierverlammingen.
3. Het diepe gevoel kan gestoord raken bij aandoeningen van het
zenuwstelsel in de benen, bijvoorbeeld bij suikerziekte. Een andere
bekende oorzaak is de beschadiging van de nek, optredend bij autobotsingen
(whiplash-trauma).
4. Duizeligheid ontstaat ook bij stoornissen van de regelcentra
in de hersenstam en de kleine hersenen, bijvoorbeeld:
- Doorbloedingsstoornissen, zoals bij hartritmestoornissen en
veranderingen in de bloeddruk.
- Stofwisselingsstoornissen, zoals een laag bloedsuikergehalte
bij een ontregeling van suikerziekte.
- Vergiftigingen, vooral door alcohol of medicijngebruik.
5. Ook de grote hersenen zijn gevoelig voor de boven genoemde
stoornissen. Daarenboven kunnen psychische toestanden als stress
en spanningen via een indirecte weg ook tot duizeligheid leiden.
6. Tot slot kunnen stoornissen in de zenuwen en de spieren, die
houding en evenwicht bewaren, "omgekeerd" het gevoel
van duizeligheid veroorzaken.
Kortom, een lange reeks van klachten en vele oorzaken die het
de patiënt en de dokter niet gemakkelijk maken om met de
klacht duizeligheid om te gaan.
Onderzoek
Verreweg het belangrijkste deel van het onderzoek is uw eigen
verhaal! Op grond daarvan kan vaak al vermoed worden wat de oorzaak
van de duizeligheid (geweest) is en welk onderzoek verricht zal
moeten worden.
In uw verhaal wordt gelet op de volgende vier aspecten:
- Om wat voor een soort duizeligheid gaat het? Voelt men bewegingen
in het hoofd of van het hele lichaam? Draait de omgeving? Bestaat
er valneiging of het gevoel te vallen? Is men licht in het hoofd?
Schommelen of wiebelen, etc?
- Het verloop in de tijd. Ontstonden de klachten geleidelijk
of acuut? Hoe lang heeft de duizeligheid bestaan? Is de duizeligheid
continu aanwezig?
- Zijn er bepaalde omstandigheden waaronder de klachten optreden
of verergeren? Afhankelijk van hoofdbewegingen? Optredend in
bed, bij rechtop gaan staan of tijdens lopen, in drukke winkels
of op het werk?
- Zijn er andere verschijnselen, zoals oorsymptomen? (verminderd
gehoor, éénzijdig of tweezijdig, oorsuizen, pijn
of vol gevoel in het oor), misselijkheid, braken, hoofdpijn,
het gevoel flauw te vallen of weg te raken, hartkloppingen,
transpireren, moeite met praten of slikken, dubbelzien of uitval
van een gezichtsveld, benauwdheid, angst, etc.
Verder zal nog gevraagd worden naar het bestaan van andere ziektes,
terwijl ook het medicijngebruik nauwkeurig bekend moet zijn!
U begrijpt, dat het verhaal erg lang kan zijn en dat bij het eerste
bezoek aan de kno-arts niet alles ter sprake kan komen. Vaak komt
er later nog een gelegenheid, bijvoorbeeld tijdens het aanvullend
onderzoek. Zoals al gezegd is, kan het gevoel van duizeligheid zelf
niet gemeten worden, maar de orgaansystemen die een bijdrage leveren
aan het handhaven van oriëntatie, houding en evenwicht kunnen
wél nader onder de loep genomen worden.
Het meer algemene onderzoek, dat mogelijk al door de huisarts is
verricht, kan bestaan uit het meten van hartslag en bloeddruk, een
algemeen bloedonderzoek, inspectie van de oren, beoordelen van oogbewegingen,
houding en evenwicht en meten van gevoel en reflexen.
Zonodig kan het algemene onderzoek gevolgd worden door een meer
specialistisch gehoor- en evenwichtsonderzoek en in uitzonderingsgevallen
door een scan (CT of MRI).
Aan de hand van uw verhaal en de resultaten van het aanvullende
onderzoek lukt het meestal stapje voor stapje de oorzaak van de
duizeligheid op te sporen.
Behandeling
Uw dokter is vooral geïnteresseerd in de oorzaak van uw klachten
om een zo goed mogelijke behandeling te kunnen instellen: als men
weet waar "de fout" zit, dan is er misschien ter plaatse
ook iets aan te doen. Voor de klacht duizeligheid zelf bestaat geen
medicijn!
Grofweg kan de behandeling als volgt worden onderverdeeld:
- aanpak van de oorzaak: een aandoening van een evenwichtsorgaan
kan door de kno-arts vaak goed behandeld worden. Algemene ziekten,
van hart en bloedvaten, suikerziekte, bloedarmoede en aandoeningen
van het zenuwstelsel kunnen behandeld worden door de huisarts
of andere specialisten.
- aanpak van de gevolgen: gelukkig is het centrale zenuwstelsel
meestal in staat de beschadiging van een deel van het evenwichtssysteem
te compenseren. Bij het aanleren hiervan kan hulp geboden worden,
bijvoorbeeld door een fysiotherapeut.
Slotwoord
Het is niet mogelijk om op deze voorlichtingspagina alle details
voor elke
situatie te beschrijven (zie ook de tekst op de introductiepagina).
Het kan
zijn dat u ondanks de uitleg van uw arts nog vragen heeft of dat
u meer
informatie wilt. Aarzel dan niet contact op te nemen met uw kno-arts
en om nadere uitleg te vragen. Aan dat verzoek zal graag worden
voldaan.