2. Koken op zijn Engels
Samenstelling : 1 l water,15 gr zout (eventueel citroensap)
Bereiding : a) grote vissen(of stukken) worden in koud water gezouten opgezet.
b)de kleine specimen of in moten gesneden vissen in kokend water gelegd.
c) Toepassing : voor vis die van vel ontdaan werd of in darnes werd gesneden.Voor grote vissoorten die op hun geheel gekookt worden.
Pocheren :
a) Samenstelling : visfumet of water, witte wijn(ook soms rode),zout, citroensap.
b) Bereiding : een braadslede boteren en de visfilets erin rangschikken. Kruiden met zout en peper. Bevochtigen en bedekken met een geboterd papier.Vervolgens in de oven laten gaar worden zonder te laten koken.Het woord
pocheren betekent laten gaar worden onder het kookpunt, (zie vaktermen).
c) Toepassing : voor zeetongen, forellen,tarbot en alle visfilets. Het kooknat wordt gebruikt om
de saus te bereiden.
Vb. zeetongfilets Duglere.
|