Zaterdag 10 aprilxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Om 08u20 vangt onze busreis aan naar Shangri-La, gelegen aan de grens van Tibet. Deze stad is in 2000 ineens van naam veranderd en heette vroeg Zhondian. We reizen ditmaal met een agentschap en blijven dus de hele tijd met eenzelfde groep samen, wel allemaal Chinezen en ook met een zeer spraakzame Chinese gids. Spijtig dat we het niet kunnen verstaan maar de belangrijke zaken worden door Emily vertaald.
Bij een eerste sanitaire stop maak ik nu kennis met hurkwcs naast mekaar, het is weer wat anders. We rijden door een zeer mooi bergachtig landschap met de besneeuwde toppen en het uitzicht lijkt vaak op een postkaart. Voor we een oude brug moeten overrijden wordt door de gids gevraagd uit te stappen en te voet over te steken, alleen de ouderen mogen blijven zitten. We kijken eens rond en zien geen ouderen, dus we stappen af. En nu blijven we met de vraag zitten
. was dit voor ons bedoeld? Bij een volgende halte naderen we de bekende Tijgersprongkloof, een xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />16 km lange kloof uitgesleten door de Yangtzerivier. De bus rijdt ver de kloof in naar een van de beroemdste rotsblokken en van hier schijnt de beroemde tijger het water te zijn gesprongen om aan zijn jager te ontkomen. Hier heeft de kloof haar naam verdiend. We maken een hele mooie wandeling van 5 km verder langsheen het water en de prachtige flank van de berg. Het landschap en de monumenten laten ons kennis maken met Tibet en we bezoeken het Songzanlin-klooster waar momenteel 900 monniken wonen en waar de tempel dateert uit de 17de eeuw. Hier is het verboden fotos te nemen en we hebben respect voor deze religie. De Boeddhas in alle vormen en kleuren kan je hier terugvinden, en de tempel is versierd met allerlei gekleurde doeken en dit geeft een zeer speciaal effect.
De avond valt stilaan en we dineren bij een Tibetaanse familie met hun gebruikelijke vormen van animatie voor toeristen. Hier zijn we dus echte toeristen en we ondergaan dit. Om half tien nemen we onze intrek in het hotel, wat afgelegen en bijna helemaal in hout. Het is hier ijskoud, geen verwarming in de kamer, enkel een verwarmde matras. We zijn moe en na een kattenwas zoeken we ons bed op. We nemen de twee dekens bij mekaar en liggen kort bijeen om warm te krijgen. Morgen is er een nieuwe dag!








|