...een huis, maar geen thuis een bed, maar geen slaap, een klok, maar geen tijd, een boek, maar geen kennis, plezier, maar geen geluk, medicijnen, maar geen gezondheid, bloed, maar geen leven, seks, maar geen liefde, macht, maar geen gezag, wapens, maar geen vrede, een schilderij van Eyskens, maar nog geen meesterwerk, een krant, maar nog geen laatste nieuws...
Een moeder is een brug tussen schoot en leven. Een vriend is een brug tussen allen en een ander. Een verpleegster is een brug tussen leven en dood. Een boer en tuinder is een brug tussen Schepper en schepping. Een vader is een brug tussen binnen en buiten. Een bedienaar is een brug tussen de mensen en God. Een bejaarde is een brug tussen nieuw en voorbij. Een dichter is een brug tussen droom en werkelijkheid. Een bestuurslid is een brug tussen voorbeeld en volmaaktheid. Een kind is een brug tussen 'nu-al' en 'nog-niet'. Een meisje is een brug voor de jongen. Een jongen is een brug voor het meisje. Een nacht is een brug voor de dagen. Een lied is een brug tussen klank en stilte. Een jongere is een brug tussen nu en toekomst. Een gelovige is een brug tussen hier en hiernamaals. Een zoen is een brug tussen mensen.
De mensen zijn eenzaam, bang en angstig omdat ze muren bouwen in plaats van bruggen.
"De vloek van de wereld is dat mensen gedachten hebben die enkel gedachten zijn die ze van anderen hebben gekregen. Het zijn niet hun eigen gedachten. Het zjn net koekoeken in hun hoofd. Hun eigen gedachten worden eruit gegooid en de koekoeksgedachten worden ervoor in de plaats gelegd. Ben je het daar niet mee eens? Hoe heet je?"
Sebastian Barry in Een lange, lange weg, Querido, Amsterdam, 2006, p. 15 - 16.
'Met een ontwapenende lyriek leidt Barry de lezer naar een hels niemandsland waar de werkelijke waanzin van de oorlog kan worden gevoeld en begrepen - maar niet meer uitgesproken.' The Observer (zie bijvoorbeeld p. 185 - 186)
BRUSSEL (KerkNet/Braambos) - In de Braambosuitzending van zondag 20 augustus 2006, om 9.30 uur op Eén en omstreeks 23.00 uur op Canvas, kan U kijken naar de reportage 'Space of silence', over de oprichting van een nieuwe abdij in West-Bohemen (Tsjechië). Een gemeenschap van trappisten beleeft er het benedictijnse ideaal van gebed en arbeid. Beelden van het dagelijkse gebed van de monniken worden afgewisseld met het in beeld brengen van de heropbouw van de abdij. Met veel respect voor de oude barokke ruïnes, herrijst er een nieuw, modern klooster. De aanwezigheid van bisschoppen uit gans Europa, van duizenden gelovigen en ongelovigen bij de inwijding van de abdij, toont het belang van deze nieuwe gemeenschap. In onze tijd is er veel nood aan een dergelijke 'space of silence'.
Een goed hoorapparaat is geen oplossing! Zonder er erg in het hebben wordt ons luisteren dus door vele dingen gekleurd, soms zelfs onmogelijk gemaakt. We willen zelf iets doen.
Hoorapparaatjes zijn wel voortreffelijks technische hulpmiddelen, maar hier kunnen ze niet veel helpen. Het gaat immer over levenshoudingen en die zijn niet zomaar te veranderen door een of ander technisch snufje. Luisterbekwaamheid veronderstelt openheid en ontvankelijkheid, betrokkenheid, eerbied en geduld voor de mens die we hier en nu ontmoeten: deze concrete mens met zijn manier van doen, met zijn spreken en zwijgen, met zijn gevoelens en zijn verwachtingen. Vanuit deze openheid en respect wordt ons luisteren 'sprekend'. Want het houdt de boodschap in dat de ander en mag zijn met zijn eigen persoonlijke belevings- en ervaringswijze, dat hij in zijn eigenheid bevestigd wordt. Als de ander zichzelf mag zijn, zullen we zijn ritme en tempo respecteren, haar/hem laten uitspreken en ons laten uitspreken. Deze fundamentele levenshouding drukt zich uit in de wijze waarop wij met de ander omgaan. Luisteren is dus geenszins synoniem van passief zitten zwijgen. Het vraagt om een actieve inzet.
Vijfde tv'tje! * Te vlug veralgemenen Als een moeder vertelt over de persoonlijke moeilijkheden die zij heeft met haar opgroeiende kinderen, wordt er nogal eens gereageerd met een uitspraak in de zin van: "Ja, de jeugd van tegenwoordig..." Door zo'n reactie wordt er niet voldoende tijd genomen om het unieke van het verhaal of de beleving van juist deze mens te beluisteren. Waar dat unieke wordt weggehaald, heeft men niet geluisterd naar het persoonlijke van dit verhaal. Met zo'n veralgemenende uitspraak nodigen we de ander bovendien niet uit om verder te vertellen, maar blokkeren we eerder het gesprek over dit onderwerp.
De ander heeft nog maar een paar woorden gezegd, of we hebben al een waardeoordeel over hem gevormd. We vinden hem sympathiek of vervelend, bij de zaak of ouderwets, typisch mannelijk of vrouwelijk. We hebben vlug een positief of negatief waardeoordeel over onze gesprekspartner of over het verhaal dat hij ons vertelt. Luisteren betekent echter niet direct een oordeel klaar hebben, maar proberen door te dringen tot de betekenis die een situatie heeft voor degenen met wie we in gesprek zijn.
*Te vlug een ander verhaal er tegenover zetten Mensen vergellen over de ziekte die ze hebben meegemaakt, over een operatie die ze moeten ondergaan, over de moeilijkheden met de kinderen. Zo'n gebeuren roept bij ons associaties op. We leggen willekeurig een verband met eigen ervaringen. We gaan spontaan denken aan datgene wat we zelf meegemaakt hebben. En we beginnen te vertellen dat we zo'n ziekte ook ooit gehad hebben, dat iemand uit onze eigen vriendenkring dezelfde operatie heeft ondergaan. Daardoor wordt er niet voldoende tijd genomen om het onherhaalbar unieke van het verhaal of de beleving van deze mens te beluisteren. Daarenboven heeft hij geen boodschap aan een vergelijking met wat een ander heeft meegemaakt. Hij is immers bezig met wat hem overkomen is. Wat we een gesprek - een dialoog - noemen, betekent dikwijls alleen maar dat twee monologen elkaar afwisselen. De één vertelt zijn verhaal of brengt zijn mening naar voren; de ander wacht tot zijn beurt gekomen is. Hij heeft een nog sterker verhaal in petto of hij weet nog beter hoe het eigenlijk zit of hoe het eigenlijk moet. We gaan dan niet in op wat onze gesprekspartner zegt. Hoeveel wordt er niet naast elkaar heen gepraat!
* Te vlug oplossingen aanbieden Wanneer iemand een moeilijke situatie of een probleem aan ons voorlegt, willen we graag helpen. Het gebeurt dan nogal eens dat we niet de tijd nemen om de situatie vanuit verschillende hoeken te bekijken. We gaan integendeel zo vlug mogelijk aan de ander duidelijk maken wat hij het best zou kunnen doen. "Als ik u was, zou ik..." Beter is het hem/haar de kans te geven zijn hart te luchten. Al pratend krijgt hij/zij de wellicht een ander zicht op zijn/haar eigen situatie.
De vierde valkuil die ons bij het 'luisteren' bedreigt: het 'te ver vooruit reageren'. Opdat vlak hebben we nogal wat tv's in huis, in de betekenis van 'té vlug'. Het eerste: * Te vlug goede raad geven "Ik versta dat je het moeilijk hebt op je werk... op school...met de kinderen...Ik versta dat je oude vader of moeder je zorgen baart. Maar je moet daar niet zo zwaar aan tillen." Het zijn goed bedoelde raadgevingen. Bij zulke uitspraken houden we halt bij het verstand, maar het belangrijkste blijft achterwege: we leven niet mee. Dan hebben we nog niet geluisterd naar wat de ander daarbij beleeft en wat dit voor hem of haar betekent. De weg tussen het verstand en het hart moet nog afgelegd worden.
Dit najaar verschijnt bij uitgeverij Halewijn Diakonaat in Vlaanderen, het verslagboek van een recent congres van de interdiocesane commissie voor het permanent diaconaat. Het bevat bijdragen van Marcel Gielis, Paul Zulehner, Kris De Poortere en Alphonse Borras.
"Soms denk ik wel eens: zou de wereld niet beter af zijn zonder religie? Om daar een idee van te krijgen, moet je kijken naar Lenin, Stalin, Mao Tse-tung en de nazi's."
Madeleine Albright in Tertio van 9 augustus 2006, p. 6 in een interview met Cees Veltman, p. 5 - 6. Interview naar aanleiding van publicatie van haar boek: De macht en de almacht. Over Amerika, God en de toestand van de wereld, Anthos-Manteau, Antwerpen.
Heeft een goed verstaander maar een half woord nodig?
Heeft een goed verstaander maar een half woord nodig?
Als mensen elkaar zeer goed kennen, zou dat wel kunnen. Maar er schuilt ook een gevaar ishet al te vlug denken dat we iets verstaan hebben. Ongeduld en impulsiviteit spelen ons vaak parten. We zijn vaak al 'uitgeluisterd' voor de ander 'uitgesproken' is. Vandaar een vierde valkuil die ons bedreigt: het 'te ver vooruit reageren'. Op dat vlak hebben we nogal wat tv's in huis, in de betekenis van 'té vlug'. Volgende keer noem ik er enkele.
Het is goed ons bewust tezijn vanveelgemaakte luisterfouten. We zetten hier een aantal valkuilen op een rijtje, zonder daarom volledig te zijn.
Opgeruimd staat netjes Om goed te luisteren dienen we in de eerste plaats los te komen van onself en in ons hart plaats vrij te maken voor de persoon van ander, voor zijn verhaal, voor zijn beleving.
Er zijn veel stempelaars Een andere valkuil is dat we dikwijls op voorhand al een beeld gevormd hebben van die ander die ons aanspreekt. Door onze vooroordelenen en eerste indrukken geven we hem geen kans om te zijn wij hij op dat ogenblijk echt is of om aan ons mee te delen hoe hij de dingen beleeft.
De filters doen hun werk Elk luisteren is onvermijdelijk selectief. Dat kan ook niet anders. We kunnen niet altijd voor alles openstaan. Onbewust selecteren we. We zijn altijd concreet gesitueerd op een bepaalde plaats, een bepaald tijdstip en in bepaalde levensomstandigheden. Ieder van ons heeft zijn eigen gevoeligheden, zijn eigen interessepunten en ook zijn eigen afkeer. De ene boodschap laten we gemakkelijk binnen. Voor andere onderwerpensluiten we ons eerder af.
Het is goed ons bewust te zijn van veelgemaakte luisterfouten. We zetten van af morgen hier een aantal valkuilen op een rijtje, zonder daarom volledig te willen zijn. Wij beginnen met: 'Opgeruimd staat netjes'!
Kinderen kunnen echte filosofische vragen stellen, waarbij volwassenen wel even met de mond vol tanden staan. Zo stelde een meisje aan haar moeder de vraag: "Mama, hoe komt het dat een mens twee oren heeft en maar één mond?" Even was moeder uit het lood geslagen, maar toen antwoordde ze: "Waarom we maar één mond en twee oren hebben? Omdat we misschien tweemaal zoveel tijd moeten besteden aan luisteren dan aan praten?" Een filosofisch antwoord op een filosofische vraag. Maar wel een kostbare raadgeving.
Er zijn heel wat vaardigheden die grondig aangeleerd worden op school. We hebben leren lezen en schrijven. We hebben zelfs leren zwijgen en spreken. Daar werd veel leertijd ingestoken. Maar er wordt weinig geïnvesteerd in het leren luisteren. Niet alleen de bereidheid, maar ook de bekwaamheid tot luisteren moet ontwikkeld worden, om er echte 'levenskunst' van te maken.
"We zeggensoms van iemand datwe goed met hem kunnen praten en we bedoelen daarmee dat hij goed kan luisteren."
Kunnen luisteren is een enorme levenskunst. Dat klinkt misschien vreemd in de oren. Want laat het duidelijk zijn: luisteren en luisteren is twee. Dat weten we allen uit ervaring. Hoe deugddoend zijn niet de momenten, waarop we ons eluisterd weten. Maar we kennen op dat vlak ook onze teleurstellingen en ontgoochelingen. We botsen op eigen of andermans tekortkomingen en blunders. Luisteren is immers een vaardigheid en die moet aangeleerd worden, zekerin onze lawaaierige cultuur waar het woord leeg geworden is. Gesprekken waarin goed geluisterd wordt , zijn zeer kostbaar. We zeggen soms van iemand dat we goed met kunnen praten en we bedoelen daarmee dat hij/zij goed kan luisteren.
Prachtig artikel van Maurits Gilissen in Mensen Onderweg november 2005, n°9, p. 2 - 6. Ik laat jullie, samen met mij, even in grasduinen!
BRUSSEL (KerkNet) - Welzijnszorg maakt zich zorgen, omdat de armoede steeds verder toeneemt. Steeds meer mensen doen een beroep op voedselpakketten en noodopvang en de kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. I n landen als Duitsland, maar evenzeer in ons land besnoeit de overheid op terugbetalingen en uitkeringen, of men gaat pensioenen en uitkeringen privatiseren. "Uiteraard zijn de zwaksten in de samenleving hiervan het eerste slachtoffer". In de campagne voor dit jaar heeft Welzijnszorg gekozen voor het thema 'Samen armoede uitsluiten': "Armoede is meer dan een gebrek aan geld. Armoede veroorzaakt uitsluiting. Gezinnen in armoede ervaren dagelijks dat ze er niet bij horen. Hun kinderen worden niet uitgenodigd op verjaardagsfeestjes, reclame herhaalt steeds opnieuw wat ze niet kunnen krijgen, ze leven in slechte en ongezonde woningen, ze voelen zich nagestaard en onaangepast. Armoede en uitsluiting maken dat mensen zich soms letterlijk in hun woning opsluiten". Op eigen kracht uit de armoede geraken, is volgens Welzijnszorg een moeilijke opdracht. Daarom moeten we het samen doen. "Mensen samenbrengen is een eerste stap". Toch is armoede uitsluiten niet enkel een zorg van mensen die in armoede leven. Daarom doet welzijnszorg ook een beroep op politici om de kant van mensen in armoede te kiezen. "Zij zijn immers in staat met beleidsmaatregelen in te grijpen op de oorzaken van armoede". Het versterken van de sociale zekerheid staat hier voorop. Bovendien kan het toch niet langer zijn dat het inkomen van mensen in armoede onder de armoedegrens blijft. Met de nieuwe campagne wil men tevens de modale Vlaming zelf bewust maken van armoede. Zo wil men ertoe bijdragen dat ook zij zich engageren en mee de strijd tegen armoede aangaan.
Concurrenten voelen priester en diaken zich als zij naar elkaar kijken!
Priesters en diakens moeten samen leren kijken naar de Heer en de vraag stellen: "Heer, wat wilt gij dat ik doen?" En wij moeten onze ogen openen voor de noden van de mensen. Elke mens heeft recht om in contact te komen met de zorg van de Heer die zijn leven heeft gegeven voor alleen ( : De zorg van de Goede Herder tegenwoordig stellen en representeren!). Pastoraal heeft immers twee polen: enerzijds Christus, zijn heilsboodschap, zijn evangelie en anderzijds de concreet gesitueerde mens.