BRUSSEL (Kerknet/Tertio) - Onder het motto 'Anders is ook mooi' beloven de Vlaamse senioren tijdens de ouderenweek, van 20 tot 26 november a.s., extra aandacht te hebben voor de diversiteit onder de derde leeftijd. Tertio laat in zijn editie van vandaag woensdag enkele bejaarden van rusthuis Molenheide in Wijnegem aan het woord. Ze maken duidelijk dat het niet in alle rusthuizen kommer en kwel is wat de klok slaat. In de Achterkrant richt Tom Claus, de coördinator van 'Aandacht voor Senioren', met een aantal frisse initiatieven de aandacht op de eenzaamheid van veel bejaarden.
BRUSSEL (Kerknet/KatholiekNederland/ANP/DPA) - De opgetuigde kerstbomen in de winkelcentra in de VS heten opnieuw officieel kerstboom en niet langer 'feestboom'. Werknemers wensen elkaar en de klanten ook weer 'vrolijk kerstfeest' in plaats van 'vrolijke feestdagen'. Vorig jaar december leek het in de Verenigde Staten nog politiek incorrect om Kerstmis als christelijk feest te vieren. Grote warenhuisketens wilden de niet-christelijke minderheden niet voor het hoofd stoten. Door de zelfcensuur waren liedjes als 'White Christmas' en 'Stille Nacht' in veel winkelcentra niet te horen.
Boycot Christelijk-conservatieve, maar ook andere groepen riepen op tot een boycot van bedrijven die Kerstmis in de ban hadden gedaan. De rechtse zender Fox News berichtte dagelijks over de vermeende hetze tegen kerstmis. Verontruste burgers richtten actiecomités op zoals 'Redders Van Het Kerstfeest'. "We hebben ons lesje geleerd'', benadrukte een woordvoerster van het supermarktconcern Wal-Mart vandaag. De verkoop voor Kerstmis vormt een kwart tot 40 procent van de jaarlijkse omzet in de branche.
Kruipt eens in de huid van een kevertje dat zich op de grond tussen het hoge gras voortbeweegt. En sta dan stil, om verbaasd rond te kijken naar die hoog boven je hoofd oprijzende reuzenhalmen Dat doet zon insect natuurlijk niet. Maar wij mensen zijn niet altijd zoveel beter. Als we namelijk door een bos lopen, zijn we ongeveer in dezelfde situatie als dat beestje tussen het gras Met dit verschil, dat de boom het hoogtepunt, de bekroning vormt van het plantenrijk.
De boom in het enkelvoud. Waarbij we liefst denken aan een min of meer alleenstaande boom. Want in een bos komt de boom minder tot zijn recht: we dreigen door het bos de boom niet te zien. Daar gaat het ons om: de boom leren zien.
Maar hebben we dan niets belangrijkers te doen? Dat is het juist: sommige onbelangrijke dingen zijn in het leven (léven) van een mens nu eenmaal niét zo onbelangrijk. Onder meer meditatief bezig zijn. Een pleidooi hiervoor achten we overbodig: er is voldoende literatuur over meditatie als tegenwicht tegen drukte en gejaagdheid; als herstel van dát stuk van onszelf waarvan het verlies de psycholoog M. Wertheimer ertoe bracht een volwassene te definiëren als een ontaard kind; als een manier om meer te beantwoorden aan de bedoeling van een Schepper die de mens vreugde wilde zien beleven aan de tuin van zijn schepping.
Een uitstekend middel hiertoe: aandacht overhebben voor een boom, tijd verliezen aan die boom. Waarom juist een boom? Omdat, als we een algemeen menselijk symbool zoeken, een symbool dat aansluit bij diepere lagen van ons wezen en dat, bewust gemaakt, de opbouw van onze persoonlijkheid ten goede komt, we het best terecht kunnen bij de boom: hij ligt in een tweevoudige betekenis het meest binnen ons bereik.
Het protest tegen het ondoordacht vellen van bomen en de populariteit van het boompjes-planten zijn slechts de buitenkant van een diepere liefde en verering voor de boom, waarto we de aanleg in ons dragen.
Probeert u maar eens die aanleg tot ontwikkeling te brengen. Begin met iets over bomen te lezen. Verzamel mooie afbeeldingen van bomen. Blader eens rustig in een boek met afbeeldingen van het boom-symbool. Maar vooral bekijk bomen in levende lijve.
Kijk er b.v. naar als u in de trein zit. Ook in de winter! En natuurlijk in de lente, als ze allen nog maar met fijne tule of met donzige gaas zijn omhangen. Verwonder u over de vele vormen die ze aannemen: lange fijne pluimen of kort dikke vederbossen, reusachtige sparrekegels of opengevouwen waaiers. Zelfs geteisterde, gehavende bomen zijn het bezien waard: meer nog dan gave bomen spreken zijn van levenskracht en levensmoed.
We kunnen van de primitieve mens nog wel wat leren, zegt men vaak. Zonder dat we daarom bomen hoeven te vergoddelijken. Bij de verkondiging van het christendom door Bonifatius ging er af en toe een heilige eik voor de bijl. Jammer misschien, maar doordat die ene boom werd geofferd, konden we de overige bekijken als wat ze zijn: beeld van onszelf, van de mens, die geschapen is naar het beeld van God.
De dringende vraag van vandaag waar ik het deze morgen samen met u over wil hebben lijkt me dezelfde als de kwestie die Johannes Paulus II zo sprekend omschreef als die van de eucharistische verstomming. Ja, hoe kunnen we dat met stomheid geslagen worden oproepen, dat zelfs provoceren? Een verbijstering vervuld van dankbaarheid voor het Sacrament waarin Christus voor altijd zijn liefdesmysterie heeft willen concentreren. Hierbij neem ik de precieze uitdrukking van de Dienaar Gods over[i]. Hoe kunnen we een verrukking opwekken die eerst de christenen en daarna heel de mensheid naar de bron van het leven toe kan brengen? Hoe de mensen de schoonheid van de liefde laten zien en die omzetten in een kracht die de harten en de hele mensheid van gedaante doet veranderen? Want het gaat hier inderdaad om schoonheid. Een schoonheid die de wereld heeft gered. Een schoonheid die schittert als de glans van de waarheid over God en als de vervulling van het geluk waar het hart van de mens voor geschapen is. De geconsacreerde hostie is de meest hoogstaande icoon van Gods schoonheid zoals die in Christus is geopenbaard, de waarlijke, levende, levenbrengende, eenmakende tegenwoordigheid van de mooiste onder alle mensen (Ps 45,3).
1.boom m bomen, -pje (plantk.) gewas met (één) houtige stam die zich eerst op zekere hoogte boven de grond vertakt: (bijb. Gen.2, 9 en 17) de der kennis des goeds en des kwaads, , de - des levens twee bomen in het Paradijs (bij. Gen. 2, 9);
een kerel als een -, een van een kerel groot, fors gebouwd;
(zegsw.) hoge bomen vangen veel wind hooggeplaatste personen staan bloot aan kritiek;
er zijn wel hoger bomen gevallen wel vreemder dingen gebeurd;
de bomen groeien niet tot in de hemel (Duits: die Bäume wachsen nichtin den Himmel) alles heeft zijn natuurlijke grens;
men moet geen oude bomen verplanten (of: verzetten) oude lieden moeten blijven waar ze zijn;
door de bomen het bos niet zien geen kijk hebben op het geheel doordat men zijn aandacht teveel wijdt aan bijzonderheden;
aan de vruchten kent men de boom s mensen karakter toont zich in zijn werken;
ook gezegd van kinderen in betrekking tot hun ouders (bijb.z.o.a. Mt 7, 17 20)
de kat uit de boom kijken een afwachtende houding aannemen;
tengevolge van de vele liefhebbers zaten bij de opening van de markt vele verkopers in de boom vroegen ze te hoge prijzen; (zegsw.)
1. We verplaatsen ons in de geest naar een mooi landschap met bomen we wandelen de weg loopt tussen weiden, langs een bos, een heuvel op We overschouwen vandaar het landschap misschien zien we in de buurt een mooie loofboom, die boven zijn omgeving uitsteekt misschien hebben we er onderweg een gezien die we mooi vonden we gaan ernaartoe wij kijken ernaar (We mogen erbij gaan zitten als we willen.)
2. We zoeken contact met de boom We voelen ons verbonden met onze verre voorvaderen: sinds de oertijd voelt de mens zich met de boom verwant We bekijken hem met liefdevolle aandacht we bekijken hem zolang totdat we zijn figuur precies kunnen natekenen..;
3. We laten langzaam onze blik van onder naar boven gaan We zien de stevige stam op de plaats waar de takken uitschieten de kruin met haar takkenen twijgen en bladeren We beschouwen de boom in al zijn rust, zijn sterkte, zijn gezonde gestalte, en laten hem op ons inwerken De boom doet ons goed we nemen hem in ons op
4. Geen twee bomen zijn perfect gelijk, ook al zijn ze allebei herkenbaar als twee exemplaren van dezelfde soort Wat is de geschiedenis van mijn boom?...Welk verhaal lees ik aan zijn voorkomen af?...Wat heeft er allemaal bijgedragen tot zijn persoonlijke gestalte: stormen, droogte, nabijheid van andere bomen, ingrepen van de mens
5. Zonder de boom helemaal uit het oog te verliezen, concentreer ik mij nog eens, door op het ritme van mijn ademhaling te letten Ook de boom ademt ik haal mijn adem uit de ene zelfde ruimte waarin álle leven ademt mensen, dieren, bomen, planten en bloemen Ik hap in de lucht, die ook de lucht is van al het andere leven en geef die even later weer terug aan het geheel Ik ben in communicatie met het geheel van het leven op aarde Ik sta niet apart
6. Weer kijk ik naar de boom ik neem méér waar dan de uiterlijke vorm ik zie dat in hem iets beweegt van een orde die hem en mij overstijgt een orde die door de vorm heen breekt en waardoor hij bij ál het levende is De boom boeit mij, niet door wat ik zie, maar door het onzichtbare geheim dat erin leeft
7. Aan een boom kan men van alles zien: zijn botanische eigenschappen, zijn economische betekenis, zijn schoonheid, enz. Maar wanneer dat alles gezegd is, blijft er nog iets: dat hij de indruk maakt méér te betekenen dan wat hij zintuigelijk waarneembaar is dat hij degene die hem beschouwt, in een geheel eigensoortige beweging, door het direct waarneembare en over zichzelf heen, meeneemt naar een andere boom, naar een ander zinvol verband
De boom is vergankelijk, maar verwijst naar iets onvergankelijks hij is onvolkomen, stukwerk, maar is met alles wat hij is, betrokken op iets dat héél is en volkomen hij schiet te kort om het verlangen naar zin te vervullen, maar ademt iets dat ten diepste en voorgoed bevredigt hij is onbeschut, maar laat iets van eeuwigheid en geborgenheid doorschemeren da zelf geborgenheid kan geven Dat eeuwige is niet gewoon hijzelf Wel bestaat hij van daaruit en daarnaartoe (R.Guardini)
8. Ik adem zoals een boom de boom ademt zoals ik Tussen de boom en mij bestaat een diepe verwantschap Zoals ik bén, zo is ook de boom: al wat hij doet is boom zijn Hij presteert niets Hij leeft Hij wil niets Hij gehoorzaamt aan een innerlijke wet Zoals hij is en leeft, zo neem ik de boom in mij op ik adem hem in ik voel mezelf als die boom Ik word die boom (In mijn voorstelling richt ik mij nu op, in geval ik was gaan zitten.)
9. Ik word mij bewust van mijn lichaamsbouw, die is als die van een boom mijn wervelkolom is in mijn bekken verankerd zoals een boom verworteld is in de grond De onderste wervels zijn aaneengegroeid tot het heiligbeen dat geeft vastheid aan mijn basis Los van die basis groei ik scheef Als ik mijn bewegingen en mijn innerlijke houding laat voortkomen uit een gezonde basis, dan gedijt de boom die ik ben Ik trek de wortels door tot in mijn voeten ik sla ze in de grond, ze breiden zich daar uit
10. De tegenpool van mijn wortels zijn mijn takken Het bovengedeelte van de boom die ik ben, mijn schouders, armen en hals, is beweeglijk geeft de mogelijkheid tot contact met de buitenwereld Ik geef de takken in mij de kans om zich te ontplooien naar alle kanten naar voren en naar achteren naar rechts en links en naar boven Ik geef mijn wezen de tijd om zich te ontplooien de open lucht in Bladeren ontluiken ze ademen de lucht in die mij omringt ze leven ervan Ze nemen het licht op dat van boven komt Dat alles laat ik gebeuren Ik beleef dit als een weldaad
11. Zo sta ik sterk diep geworteld in de grond van het grote geheim dat mij draagt dat mij voedt mijn kruin ontplooiend in hem die de lucht is waarin ik adem het licht dat mij verkwikt Mijn wezen bloeit en draagt vrucht tot mijn vreugde den die van mensen om mij heen tot vreugde ook van de Onzichtbare uit wie alles voortkomt naar wie alles toe gaat die mij mijzelf laat worden
Sta me toe te beginnen met een persoonlijke ervaring om wat ik u later zal vertellen eerst te situeren in het concrete leven. Een twintigtal jaren geleden liep ik stage bij een advocaat en was ik zeer actief in de politiek als afgevaardigde in het parlement van mijn kanton en als secretaris van een Zwitserse parlementaire groepering. Ik werd dus geconfronteerd zowel met de grote maatschappelijke vraagstukken als met persoonlijke en familiale problemen. In het kader van mijn opleiding tot advocaat hield ik me ook bezig met een jongeman die iemand had verkracht en 7 kinderen had verbrand. Door dit contact tussen een soms verontrustende realiteit en mijn geloof steeg in mijn hart de kreet op: Als er geen liefde is, kan de wereld niet veranderen! Ik besloot toen om de kerstvakantie door te brengen in Cottolengo in Turijn, een instelling voor de opvang van mensen met een zeer zware fysieke en psychische handicap. Ik herinner me hoe ik daar aankwam. Ik was zojuist vertrokken uit het Zwitserse parlement en kwam terecht in deze nieuwe wereld van onze gehandicapte broeders en zusters. Ik werd meteen in de realiteit van die plek gestort want, samen met een broeder hebben we twee uur lang 18 zieken gewassen die van onder tot boven vies waren. Nadat ik eerst had gereageerd op wat ik rook en op de kleuren die ik zag, werd ik op diezelfde avond gegrepen door de uitspraak van Christus die vlees en bloed werd (en wat voor vlees!): Alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan (Mt 25). Toen ik klaar was met het wassen van mijn gehandicapte broeders ging ik tegen middernacht naar beneden, naar de kapel waar het heilig sacrament dag en nacht was uitgestald. Voor mij kwam er toen die schok en de zekerheid van Zijn aanwezigheid: de aanwezigheid van Jezus, boven in bed, in de persoon van mijn armzalige broers en op het altaar de aanwezigheid van Jezus in het heilig Sacrament. Jezus was daar echt aanwezig in de gedaante van die broer én in de gedaante van brood. Dezelfde unieke Jezus. Sinds die dag heeft die zekerheid me nooit meer verlaten, al is dat jammer genoeg nog stamelend en onsamenhangend. In elk leven is er zo een fundamentele ervaring. Het is wat de Franse dichter Charles Péguy een van te voren en een daarna noemt. Deze grondslagleggende gebeurtenis roept voor elke mens ook een vraag op. Daarna zal hij natuurlijk een stap moeten zetten, moeten volhouden in de loop van de tijd, maar er is iets gebeurd dat het leven voortaan een andere smaak geeft. Die ervaring van het sacrament van het altaar en het sacrament van de broeder blijft me nog steeds achtervolgen. Zij is het fundament van Eucharistein, onze kleine gemeenschap waar we jongeren die gewond en gebroken zijn door drugs, alcohol, geweld of depressies opvangen. Tegelijk hebben we in onze huizen steeds de eeuwigdurende aanbidding van het Heilig Sacrament.
De dichter Ovidius, vertelt hoe de goden Jupiter en Mercurius eens incognito in Klein-Azië rondwandelden. Om de mensen op hun houding tegenover vreemdelingen te toetsen, klopten ze bij hen aan en vroegen om gastvrijheid. Overal werden ze afgewezen, behalve bij het arme, bejaarde boerenechtpaar Filemon en Baucis, die hen met open armen ontvingen en naar hun beste vermogen onthaalden. Als beloning mochten de oudjes een wens uitspreken. Ze vroegen om nog lang samen te mogen leven en daarna samen te sterven. Zo gebeurde ook. Op een avond, terwijl ze in de tuin wandelden, veranderden ze langzaam in een boom, Filemon in een eik en Baucis in een linde. Beide bomen, met in elkaar verstrengelde takken, als twee met elkaar innig verenigde mensen, kon men er later nog zien staan.
Iets dergelijks gebeurde ook met een onsterfelijk wezen, de nimf Dafne. Apollo verlangde vurig naar haar, maar zij ontvluchtte hem. De god achtervolgde haar, maar op het moment dat hij haar wilde omarmen, riep zij Moeder Aarde aan, en terwijl zij verdween, schoot er op die plaats een laurier op. De verandering van Dafne in een boom is vaak uitgebeeld: haar voeten worden wortels, haar gewaad wordt een schors, haar opgeheven armen worden takken, en haar haar gaat over in gebladerte. Deze afbeeldingen geven eigenlijk niet zozeer het voorval weer, ze beelden de gelijkenis uit tussen mens en boom. Op deze gelijkenissen berust de verderop volgende meditatie.
We gaan even op deze gelijkenis in, en kijken hoe een kind een boom tekent. Het trekt een horizontale lijn van links naar rechts: de grond. Daarop plaatst het een flinke verticale lijn: de stam. Aan het boveneinde zet het een aantal rechte streepjes, die zich in de bovenruimte naar links en rechts verdelen. Wat onder de horizontale lijn zit, heeft het kind niet uitgebeeld. Vraag je om ook de wortels te tekenen, dan zal het vanuit de voet van de stam enige lijntjes trekken in de benedenruimte, het kromme spiegelbeeld van wat er boven te zien is. Vraag niet wat voor een boom dat is. Het is geen afbeelding van een boom, maar een symbool ervan. En op een voortreffelijke wijze heeft het kind het wezenlijke van de boom en van de mens tot uitdrukking gebracht: van boven groeit de boom naar de hemel, van onderen groet hij de grond in. (H. Hilger)
Wie de volgende meditatie wil gebruiken, doet er goed aan de tekst langzaam en met tussenpozen opeen geluidsband in te spreken. Alleen als je de tekst hoort , kan hij echt werken. Het geheel kan moeilijk veel korten zijn dan twintig minuten, ook als men een of ander gedeelte weglaat. In die twintig minuten is niet noodzakelijk de aanloop begrepen: eerst een poosje geconcentreerd in de meditatiehouding zitten, zich door het rustgevende ritme van de adem dieper tot rust laten brengen, en met gesloten ogen onbeweeglijk in die rust verblijven. (Onze meditatie maakt weinig aanspraak op originaliteit. Jürg Zink en Klemens Tilmann hebben al eerder zon meditatie uitgewerkt. Ook een bladzijde van Toon Hermans kan men in het onderstaande herkennen.)
Als het waar is dat wij ons innerlijk in de uiterlijke wereld weerspiegeld zien, dan is het te verwachten dat de nabije wonderen die de bomen zijn, daarin een grote rol spelen. De psycholoog C.G.Jung noemt de volgende betekenis-aspecten op: groei, leven, ontvouwing van lichamelijke en geestelijke vorm, ontwikkeling, groei van onder naar boven en andersom, moederlijkheid (bescherming, schaduw, dak, vruchten), levensbron, vastheid, duurzaamheid, worteling (ook: niet van de plaats kunnen), ouderdom, persoonlijkheid en tenslotte dood en wedergeboorte.
Deze waarlijk niet oppervlakkige betekenismogelijkheden maken waarschijnlijk dat er zeer sterke emoties rond bomen ontstaan kunnen.
BRUSSEL (KerkNet/ENI/Kipa-Apic) - De rooms-katholieke priester John Brinkman zei tijdens de klimaatconferentie dat de alarmerende statistieken over de opwarming van de aarde ons niet tot wanhoop mogen aanzetten. Ze moeten integendeel net een aansporing zijn om tegen die evolutie te vechten. "Mensen kunnen door statistieken overweldigd worden, maar de kritieke momenten die daaruit volgen moeten een aansporing zijn om te handelen". Naar aanleiding van deze conferentie lanceerden Caritas Internationalis en de Conferentie van Afrikaanse Kerken een oproep tot de geïndustrialiseerde landen om de arme landen te vergoeden voor de gevolgen van de koolstofuitlaat. "We roepen de aanwezigen hier op te erkennen dat de geïndustrialiseerde landen en hun ondernemingen met enige haast de arme landen hiervoor schadeloos moeten stellen". Volgens de Conferentie van Afrikaanse Kerken dreigen de klimaatveranderingen nefaste gevolgen te hebben voor 600 miljoen mensen in Afrika: "Voor ons zijn de klimaatveranderingen geen theoretisch probleem. Voor ons is het een kwestie van overleven. De conferentie in Nairobi, die op 6 november van start ging, duurt twee weken.
De diaken herkent zich het best in de diensbaarheid en de dienst dan in de bediening (assisteren aan het altaar, dopen, ...)! Citaat uit mijn aantekeningenboek 1, 1974 - 1975
Wortels vragen eerbied en vertrouwen. Mensen kunnen elkaars diepste wortels in tederheid raken maar ook onherroepelijk kwetsen. Elk mens moet zijn eigen wortels beschermen op straffe van identiteitsverlies. Hij moet ergens voeten in de aarde hebben. En dit houdt heel wat in: verbondenheid met zijn familie, met zijn afkomst, met zijn cultuur, met de natuur (ecologie is een reactie van eerbied voor de wortels, zoals ook een terugkeer nar gezonde seksualiteit). Wij kennen allen ontwortelden: mensen opgegroeid tussen twee culturen, die dikwijls nergens thuis zijn en een oppervlakkige indruk maken als missen ze een echte humus. De kosmopoliet is daarom dikwijls de moderne Ahasverus; zijn vermeend universaliteit openbaart zwaar wortelverlies door overijld en vroegtijdig overplanten. Zei Chesterton niet dat hij van de hele wereld hield, maar wel vanuit zijn eigen kleine tuin.
Ook het collectieve geheugen is een voedende wortel. Het verminderen van geschiedenislessen is daarom pedagogisch kortzichtig. Hier past de bekende uitdrukking: Ware traditie is vooruitgang die geslaagd is.
BRUSSEL (Kerknet) - De relatie tussen geloof en wetenschap is een verhaal op zich. Al van in de Oudheid heeft er steeds een haat-liefderelatie bestaan tussen beide, al konden de brokken tot met het aanbreken van de Verlichting en het positivisme nog min of meer gelijmd worden. Het kerkelijke leergezag, met eerst paus Joannes Paulus II met zijn encycliek 'Fides et Ratio' en recenter paus Benedictus XVI in zijn indrukwekkende toespraak tot de academici van de Unversiteit van Regensburg, deed de voorbije jaren ernstige pogingen om beide opnieuw dichter bij elkaar te brengen en opnieuw een dialoog aan te gaan. Onduidelijk blijft of de wetenschap zelf nog zo'n dialoog wil aangaan. De bekendste Amerikaanse geneticus, Francis S. Collins, is alvast ervan overtuigd dat dit wel het geval is. Collins, die baanbrekend werk leverde rond de ontcijfering van het menselijk DNA, vertelt over zijn ontdekkingen en legt daarin het verband met God. Dat is op zich al me rkwaardig, want Collins groeide op als agnost en werd later - mee onder invloed van zijn studies chemie - een uitgesproken atheïst. Maar langzaam maar zeker kwam in aanraking met vragen naar de zin en de uiteindelijk oorsprong van alle dingen. Collins vermijdt in zijn betoog de uitersten van een per definitie afwijzen van God, maar ook van een orthodox, dogmatisch geloof dat dweept met 'Intelligent design' e.a. Toch is hij ervan overtuigd dat het geloof in een transcendente, persoonlijke God best kan samengaan met een wetenschappelijk beeld van de wereld, waarin ook evolutie een plaats kan krijgen. Een meerwaarde in zijn betoog is dat hij bijzonder goed op de hoogte blijkt van alle betrokken spelers in het debat tussen geloof en wetenschap en ook uitvoerig op hun argumenten inspeelt. Dat levert een fraai boek op, dat vooral de zinzoeker zal aanspreken. Wie meer wil te weten komen over creationisme en de evolutieleer, kan daarvoor weldra ook terecht in de vertaling naar h et Nederlands van 'Darwin of God, een verbeten strijd' van Michael Ruse. De auteur, een hoogleraar filosofie in de Verenigde Staten, betoogt daarin dat beide stromingen twee tegengestelde, maar aan elkaar verwante antwoorden formuleren op de teloorgang van het geloof, sinds de Verlichting. Beiden pretenderen ook het antwoord in pacht te hebben. Ruse bekent zich duidelijk tot het darwinisme, maar blijft tegelijk kritisch voor zowel creationisme als evolutieleer. Hij geeft ook een duidelijker inzicht in het debat, al vergt het toch een flinke portie moed om een turf van 352 pagina tot op het einde door te lezen. Francis S. Collins, 'De taal van God', Baarn, Ten Have, 2006, 220 p., 19,90 euro, ISBN 90-259 5721-8. Michael Ruse, 'Darwin of God, een verbeten strijd', Baarn, Ten Have, 2006, 352 p., 32,50 euro, ISBN 90-259 5739-0. Tijdens de Boekenbeurs, tot 12 november a.s., besteedt Kerknet elke dag aandacht aan ee n of andere bijzondere publicatie van het voorbije jaar.
Een week lang was de katholieke kerk in Brussel op haar best: dynamisch, uitnodigend, ongegeneerd zichzelf en toch helemaal open voor de stad en voor de wereld. Veelkleurig en eenstemmig tegelijk.
Het congres Brussel-Allerheiligen 2006 met als thema Kom en zie verliep onmiskenbaar in crescendo. Na een gesmaakte culturele aanloop tijdens het weekend van 28 en 29 oktober, liep de basiliek van Koekelberg maandag vol voor de lezing van Andrea Riccardi, de stichter van de Sant Egidiogemeenschap. De toon was meteen gezet: Brussel-Allerheiligen 2006 zou een feest worden van de hele kerk: van rijk en arm, jong en oud, man en vrouw, clericus en leek, religieuzen en leden van nieuwe bewegingen. De wit-paars-oranje rugzakjes en de witte sjaals de hele week lang het uniform van de congresgangers tooiden de meest verscheiden outfits: pijen en habijten van allerlei kleur en snit, nette pakken en vlotte jeanskledij, Romeinse boordjes en blote navels. Zowel in de officiële regie als in informele babbels hoorde je afwisselend en zelfs door elkaar Nederlands, Frans, Duits en Engels. Ook het Portugees en het Hongaars de talen van twee andere congreslanden waren nooit uit de lucht.
Had de evaluatie van kardinaal Danneels tijdens de persconferentie op maandag nog iets van een opluchting, dinsdag heerste na de lezing van de Engelse dominicaan Timothy Radcliffe zichtbaar en hoorbaar blijdschap: ,,We registreerden vandaag duizend nieuwe inschrijvingen, meldde hulpbisschop Jozef De Kesel. ,,Nooit gehoord, grapte Danneels: ,,Iemand maande me aan de basiliek van Koekelberg uit te breiden. Donderdag liet een organisator zich met een ontspannen glimlach ontvallen: ,,We hoeven alleen mee te drijven met de stroom.
●
De in vorige congressen beproefde formule bleek de congresgangers te bekoren. Na een theoretische voormiddag met inhoudelijke lezingen, gevolgd door een stijlvolle eucharistie met kijkvriendelijke reuzenschermen in de basiliek van Koekelberg , volgde een praktische namiddag, Een batterij behulpzame vrijwilligers begeleidde de duizenden congressisten na de middageucharistie naar de refters in de naburige scholen. In de klaslokalen hadden vervolgens tientallen werkwinkels plaats over zowat alle terreinen van het kerkelijke leven.
Die ateliers fungeerden als praktische laboratoria van katholiek leven. Telkens ging een twintigtal deelnemers uit verscheidene landen en continenten dieper in op een of andere vraag over gelovig leven. Zo kon wie in de vernieuwing van het parochieleven geïnteresseerd was, terecht in een werkwinkel geleid door Dominique de Lafforest, een in Bretagne geboren priester, verbonden met de Emmanuel-gemeenschap. Die beweging was door de organiserende kardinalen aangezocht het congres voor te bereiden en praktisch te ondersteunen. Emmanuel is een uit Frankrijk afkomstige nieuwe beweging van voornamelijk leken, charismatisch geïnspireerd en sterk op de eucharistie georiënteerd.
De Lafforest, die twintig jaar pastoor was in de Sacré Coeur-parochie van Ukkel, leidde een atelier over de vraag hoe een parochie missionair kan zijn. Naast een rist tips begon en eindigde De la Forrest met een basisregel van christelijke gemeenschapsvorming. ,,Het geloof verkondigen is geen kwestie van methodiek. We moeten voor alles, in gezamenlijk gebed en in de sacramenten, verbonden blijven met Christus en zijn Woord aandachtig beluisteren. Dan wordt onze zending wel duidelijk en trekken we mensen aan. De deelnemers beaamden die conclusie met een gezamenlijk Salve Regina: Toon ons, na deze ballingschap, Jezus.
●
In de vooravond konden de deelnemers panelgesprekken bijwonen over maatschappelijke kwesties: werkgelegenheid voor allochtonen, het eenwordende Europa, de mens en het lijden (zie hieronder), leven in een grootstad en de band tussen levensbeschouwelijke inspiratie en politiek.
Met die initiatieven toont de kerk in Brussel dat ze werkelijk sacrament van heil voor de wereld wil zijn, dat ze niet knus en navelstaarderig, maar met een groot hart voor de wereld in de stad aanwezig is. Het publieke karakter van het congres was overduidelijk. Verscheidene vooraanstaande politici namen deel. Onder hen Brussels minister-president Charles Picqué (PS), minister van Werk Benoît Cerexhe (CDH) en parlementslid en toekomstig schepen Steven Vanackere (CD&V). In het zog van het congres slaan vier Brusselse immobiliënorganisaties van christelijke signatuur de handen in elkaar om meer panden van de kerk voor sociale huisvesting te bestemmen.
Brussel-Allerheiligen 2006, met zijn centrale thema Kom en zie, ging niet onopgemerkt voorbij in de straten van de hoofdstad. Zelfs de argeloze journalist, door de persdienst voorzien van een tricolore rugzak, ondervond aan den lijve de interesse van buitenstaanders. Op weg naar een debat over politiek en levensbeschouwing, word ik door een groepje jongeren, samentroepend aan een tattooshop, aangeklampt: ,,Expliquez-nous à quelle réunion vous participez! Na een woordje uitleg over een Europese ontmoeting van katholieken en hun verlangen om de stad te helpen humaniseren, word ik vriendelijk bedankt en ontvang ik de beste wensen voor een goed verloop van het congres.
●
Dat christenen vanuit een specifieke bron de stad bevloeien, illustreerden de vele kerken en kapellen die ook s avonds hun deuren openden voor aanbidding. Zo ook de kapel van de Rijke Klaren in de buurt van de Beurs. Donderdag rond 19 uur overvallen je bij het binnenkomen de stilte en de intieme duisternis. Verlicht is alleen het koor en het altaar, met daarop de monstrans met de hostie, in een kring van kaarsen en bloemen. Mensen komen, knielen en bidden. Even of voor langere tijd. Je ziet er verrassend veel twintigers en dertigers.
Achterin liggen een balpen en een boek met handgeschreven, meertalige gebedsintenties. Tussen de vele persoonlijke dankwoorden en smeekbeden, lees ik: Kom en doe ons zien.
De boom in mijn tuin verliest elke dag veel van zijn bladeren. Elk jaar laat hij dit gebeuren, tot hij daar staat, zonder schaamte, naakt en recht, midden in de tuin. Onder hem alleen nog een tapijt van rottende bladeren. Hij wacht, een winter lang.
Ook ik in mijn leven verlies elke dag een blad aan mijn levensboom. Alleen laat ik het zo moeilijk gebeuren. Loslaten is voor mij zo moeilijk.
Er zijn mijn oude spullen op de zolder die ik bijhoud voor...je weet maar nooit. Er zijn mijn ontelbare gewoontens die blijf doen...zomaar. Er is het beeld van mezelf dat ik koester, omdat hetmij - in een ver verleden - ooit is aangepraat.
Er is het spreekwoord dat zegt: "Gooi geen oude schoenen weg, voordat je er nieuwe hebt." Maar om zoveel, dat ik moeilijk kan loslaten, loop ik soms, een leven lang met oude schoenen die teveel kwellen.
Loslaten, is spullen weggooien waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe zaken, is gewoonten doorbreken waardoor tijd ontstaat voor wat wezenlijk is, is het beeld van mezelf, - 'dit kan ik niet...' - waar ik al jaren in geloof, achter me laten.
Loslaten, is je kwetsbaar maken en op blote voeten durven gaan omdat je oude schoenen weggegooid zijn en je er nog geen nieuwe hebt.
Leen Vermeire in Bestuursblad KVLV, november-december 2006, p. 31.w