Wanneer ik in't buitenland ben dan fotografeer ik graag oude poorten en deuren, ik heb er al tientallen gefotografeerd in Griekenland, op Malta en nu ook in de Provence.
Deuren.
Een deur is zo maar geen gat in de muur, het zij van een krocht, een kasteel of een vervallen schuur.
Door die opening, in die bouw van stenen, komen vrienden, maar ook vijanden, maar die laatste zijn snel verdwenen.
Door dat gat waarin al zo lang die houten kader ruste, droeg men mijn wieg, mijn wieg waarin zij mij nog aaide en suste.
Door die deur droeg ik ook mijn kersvers vrouwtje, vlak voor de huwelijksnacht, Wist ik toen wat in nu weet, had ik mij misschien bedacht.
Nu probeer ik mijn schat haar goesting te doen, ik zou ze zelfs dragen op mijne rug. anders vlieg ik door diezelfde deur terug.
Maar vrienden, denk eens na, een deur is een van die noodzakelijke dingen. anders moesten we allemaal door't venster springen.
En zo heb ik al bladeren vol geschreven, over deuren, poorten en andere toegangswegen.
Nu sluit ik dit deurtje, ik doe het dicht. Maar dat is ook het einde van mijn gedicht.