xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> .
Mispels
De mispel is haast een museumstuk; je ziet ze nauwelijks meer en ze worden nog maar zelden geplant. Jammer, want de struik bloeit mooi en geeft nog lekkere vruchten ook.
Herkomst De wetenschappelijke naam van de mispel (wilde mispel, mispelaar, mispelboom) is Mespilus germanica. De mispel (of medlar tree (Eng.), neflier, mêlier, mesplier (Frans) en mispel (Duits)) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Nauw verwant aan mispels zijn perenbomen, kweeperen, lijsterbes en meidoorn.
Geschiedenis De mispel was een zeer belangrijke vrucht tijdens het Romeinse Keizerrijk en Middeleeuwen nog voor de introductie van andere fruitsoorten in West-Europa. Drieduizend jaar geleden werd de mispel al in de omgeving van de Kaspische Zee (Noord-Iran) aangeplant en kwam 700 v.Chr. naar Griekenland en 200 v.Chr. naar Rome. De mispel is door de Romeinen verder verspreid. De mispel werd in de Middeleeuwen vooral in Frankrijk en Duitsland aangeplant en in Nederland in kloostertuinen. De Mispel kwam in Duitsland verwilderd veel voor in de bossen, waardoor men dacht dat de boom daar autochtoon was, hetgeen in de naam germanica nu nog tot uitdrukking komt.
Aanplanten en vermeerderen De mispel vormt een kleine boom die ongeveer 4,5 m hoog kan worden. De mispel bevrucht zichzelf, dus zijn twee exemplaren voor de bestuiving en vruchtzetting niet nodig. Mispels vermeerderen gebeurt doorgaans enkel via enting, op meidoorn als onderstam. Zaaien kan ook, maar deze methode wordt zelden toegepast omdat de plant zich bijzonder traag ontwikkeld en eerder zal uitgroeien tot een kleine heester.
Gezondheid Mispels bevatten veel tannine en verder nog suikers, eiwitten, organische zuren (vooral appelzuur), pectine, cellulose, mineralen, provitamine A en vitamine C.
Seizoen Het verzamelen van de mispelvruchten kan eind oktober of begin november gebeuren. Er worden droge kleine harde goudbruine vruchten gevormd, die begin oktober rijp, maar dan nog ongenietbaar, melig en wrang, zijn. Bij voorkeur moet het al enkele nachten licht gevroren hebben, dan worden de vruchten zacht en bruin, en dan kunnen ze na een poosje wel gegeten worden. Wacht niet met plukken tot de meeste vruchten op de grond gevallen zijn. Valfruit beschimmelt namelijk gemakkelijk en die vruchten zijn niet eetbaar.
Aanbevolen wordt ze in oktober of november na een nachtvorst te plukken en ze met de bovenkant naar onderen twee tot drie weken te bewaren op een koele plaats. De vrucht wordt 'beurs' waarbij de kleur via een fermentatieproces verandert van groen/wit naar donker bruin en de smaak zoet weeïg proeft. Ook is het mogelijk de vruchten enkele dagen in de diepvriezer te leggen, waarna ze gegeten kunnen worden. De mispel is klaar om te eten wanneer de ganse vrucht, maar niet de bruine kartonachtige pel, verrot is.
Smaak en verwerking De opvallende mispelvruchten zijn bijzonder geschikt voor bloemsierkunst en voor het verwerken tot jam, confituur en gelei. De smaak valt zoetzuur te noemen, maar vanwege de malse en korrelige structuur haken heel wat mensen af. Door ze dan weer als confituur te verwerken of te gebruiken in taart, komen diverse ongekende smaken vrij.
Recept
Mispellikeur
Ingrediënten:
300 g mispels (niet stuk snijden) 300 g witte suiker (anders is je drankje donker) 1 liter jenever van 38 graden drie kruidnagels voor elke mispel.
Bereidingswijze: Steek de kruidnagels in de mispels. Doe alles in een grote glazen pot. Voeg de andere ingrediënten erbij en laat 3 maanden staan. Doe dan de kruidnagels uit de mispels en laat nog drie maanden staan. Je moet wel even geduld hebben, maar het wachten brengt op: een lekker drankje
|