Van het grote scherm naar het kleine is maar een kleine stap. Van subtiele sensualiteit naar de keiharde seksindustrie is dat ook.
Tenminste als je mijn kronkelende gedachtegang kunt en wilt volgen, hahaha.
Maar geen nood, ik help jullie op weg.
Ik ben een grote fan van het eerste uur van de boeken van, Baantjer. Ik heb ze allemaal gelezen en herlezen, net als de boeken van Aghata Christie trouwens.
Met mijn lamentabel geheugen geven die telkens weer plezier omdat ik toch steeds vergeet wie de dader blijkt te zijn.
Wegens komkommertijd in tv land geeft men nu de serie van Baantjer op tv, en ja, ik kijk er ook nu na de zoveelste herhaling weer naar.
Volgen jullie me nog? Want ik hoor jullie denken: Wat heeft dit in godsnaam met muziek te maken? Geen nood, we naderen de clou.
In elke aflevering gaat rechercheur De Cock, met cee oo cee kaa, op een bepaald moment naar het café van Lewietje, om zijn gratis borrel cognac te drinken. Lewietje geeft dan meestal ongeweten een hint die bij De Cock een belletje doet rinkelen en hem de oplossing van de moord doet vinden.
Dat cafeetje ligt middenin de rosse buurt van Amsterdam. En in dat cafeetje speelt natuurlijk ook muziek.
Beginnen jullie al een beetje te begrijpen waar ik naartoe wil?
Zo niet dan zal het jullie wel duidelijk worden wanneer je mijn liedje hoort. Want dat is de typische muziek die in dat cafeetje van Lewietje middenin de rosse buurt langs de Amsterdamse grachten altijd wordt gespeeld.
En dat is wat jullie vandaag van me meekrijgen.
Geniet, dans, of zing vrolijk mee met:
AAN DE AMSTERDAMSE GRACHTEN
(?)
TANTE LEEN
DE ZANGERES:
Tante Leen werd geboren als, Helena Kok Polder op 28 januari 1912 te, Amsterdam.
Zij was een Nederlandse volkszangeres.
Samen met haar gabber Johnny Jordaan mag zij aanspraak doen gelden op de titel "de Stem van de Jordaan".
Tante Leen trad pas op 43-jarige leeftijd voor het eerst op. Daarvoor verdiende ze de kost als schoonmaakster en garnalenpelster.
Bezoekers van het café waar ze werkte en zong om de gasten te vermaken schreven haar in voor een talentenjacht die platenmaatschappij Bovema had uitgeschreven om de Stem van de Jordaan te vinden.
Ze behaalde de tweede plaats achter Johnny Jordaan.
Vanaf dat moment luidde haar bijnaam de nachtegaal van de Willemsstraat.
Vanaf 1960 batte zij aan de Niewendijk 103 cafe Royal uit samen met haar tweede echtgenoot (haar eerst man kwam om tijdens een bombardement) waar ze elke dag optrad.
In 1968 werd ze uitgenodigd om Nederland te vertegenwoordigen op het Eurovisiesongfestival, maar ze sloeg de uitnodiging af.
Zij beëindigde haar zangcarrière in 1975 en bracht de laatste jaren van haar leven door in een verzorgingshuis.
Tante leen overleed op 5 augustus 1992.
Er staat een borstbeeld van haar op het Johnny Jordaansplein naast het beeld vann Johnny Jordaan zelf.
HET LIED:
Componist Goemans vond inspiratie voor het lied toen hij in 1949 op de brug liep waar Prinsengracht en Leidsegracht elkaar kruisen.
Een paar jaar later hoorde Dick Schallies, pianist bij het Metropole Orkest, het hem spelen.
Via via kwamen ze bij muziekuitgever Metro terecht. Die wilde het lied wel uitbrengen.
Goemans schreef toen binnen 2 dagen een tekst bij zijn muziek, in het Nederlands én het Engels.
In 1956 zetten Hans Boskamp en zijn vrouw Nan Aan de Amsterdamse grachten voor het eerst op plaat.
Johnny Kraaykamp was de eerste die Aan de Amsterdamse grachten zong, in Café de Paris bij het Leidseplein.
Daarna zijn er 5 versies van het lied op grammofoon uitgebracht.
Wim Sonneveld nam het lied in 1962 op en ook Tante Leen, Louis Dusée en Louis Neefs zongen het op plaat.
T IS MAAR DAT U HET WEET!