Een weinig bekende term uit de blues-taal is een Griot (spreek uit graaiot). De griots waren oorspronkelijk West-Afrikaanse muzikaanse die ten tijde van de slavernij in Amerika gezongen blues brachten, voornamelijk vrij traditionele tekesten over: familie, dorp, leiders. Dit gebeurde door op een zingende wijze histories en verhalen te brengen. De Griots begeleidden zichzelf meestal op een snaarinstrument. Volgens vele musicologen waren de Griots een essentieel onderdeel bij het ontstaan van de akkoestische blues binnen de Afro-Amerikaanse gemeenschap
Soul is een stijl die hier nog niet of nauwelijks aan bod is geweest. Bij deze breng ik jullie de biographie van een van de (in mijn ogen) beste soulzangers aller tijde: OTIS REDDING.
De Amerikaanse soulzanger Otis Redding (1941-1967) wordt door velen als de meest invloedrijke soulzanger van de jaren zestig gezien. Na zijn vroege dood in 1967 steeg zijn ster tot legendarische hoogten.
Otis Redding werd geboren in Dawson, Georgia en groeide op in Macon. Met Johnny Jenkins and the Pinetoppers kreeg Otis Redding in 1959 plaatselijk succes. Duidelijk is in zijn muziek de invloed te horen van Little Richard en Sam Cooke. In 1960 nam Otis Redding een nummer "Shout bamalama" op, waarop de invloed van Little Richard onmiskenbaar aanwezig is. Na een kort verblijf in Los Angeles in 1961, waar hij enkele singles opnam, keerde Otis Redding teleurgesteld terug naar Macon en sloot zich weer aan bij The Pinetoppers.
Tijdens opnamen met The Pinetoppers nam Otis Redding ook enkele solonummers op. Deze ballads sloegen goed aan en zijn ster steeg snel. In Engeland namen The Rolling Stones enkele nummers van Otis Redding op: "Pain in my heart" en "That's how strong my love Is". Hierdoor raakte Otis Redding ook bekend bij het Engelse publiek.
In 1967 werd Otis Redding door het Engelse blad Melody Maker uitgeroepen tot zanger van het jaar. In de Verenigde Staten breekt Otis Redding pas tijdens het popfestival in Montery door naar het blanke publiek.
Otis Redding kwam in 1967 bij een vliegtuigongeluk om het leven. Postuum bereikte Otis Redding met "Dock of the bay" in 1968 voor het eerst de eerste plaats van de hitparade.
De Amerikaanse blueszanger Jimmy Witherspoon werd in 1923 geboren in Gurdon, Arkansas. Jimmy zong reeds op jonge leeftijd in het koor van de Baptistenkerk van zijn gemeente. Tussen 1941 en 1943 werkte Jimmy Witherspoon bij de koopvaardij. Na terugkomst ging hij op tournee met de band van Jay McShann.
In 1949 had Jimmy Witherspoon zijn eerste hit met "Tain't nobody's business if I do". In de jaren hierna nam Witherspoon veel R&B-materiaal op. Hij maakte grote indruk op het Monterey Jazz Festival in oktober 1959. Tijdens dit festival trad Jimmy Witherspoon op met Ben Webster. Opnamen van dit concert verschenen onder de titel "At the Monterey Jazz Festival" (1959). In het verlengde hiervan ligt "Some of my best friends are the blues", met arrangementen voor blazers en strijkers van Benny Golson.
In de jaren zestig toerde Jimmy Witherspoon veel door de Verenigde Staten en Europa. In Europa liet Witherspoon diepe sporen na. Veel, vooral Engelse bands gebruikten zijn muzikale ideeën. Aan het begin van de jaren zeventig stopte hij met optreden en werd diskjockey bij een radiostation in Los Angeles. Op aandrang van de van The Animals bekende zanger/gitarist Eric Burdon keerde Jimmy Witherspoon terug naar de concertzalen. Met "Love is a five letter word" verscheen hij weer in de hitlijsten. Jimmy Witherspoon overleed in september 1997.
De Engelse bluesmuzikant John Mayall werd geboren in 1933 te Macclesfield. Mayall wordt als de vader van de Engelse blues beschouwd. Hij ontdekte veel nieuw talent. Voor veel muzikanten betekende de Bluesbreakers een springplank aan het begin van hun carrière: Eric Clapton, Jack Bruce, Mick Taylor, Keef Hartley, Aynsley Dunbar, Peter Green, Mick Fleedwood, John McVie en vele anderen.
Vanaf zijn dertiende speelde John gitaar en piano. Hij was beroepsmilitair en vocht in Korea. Na terugkomst formeerde hij The Powerhouse Four. John Mayall richtte aan het begin van de jaren zestig zijn Bluesbreakers op. Het eerste album "John Mayall plays John Mayall" werd live opgenomen in een Londense club.
In de jaren zestig speelde John Mayall vooral elektrische blues met glansrollen voor de gitaristen Eric Clapton en Mick Taylor. Rond 1968 brak hij ook door in de Verenigde Staten en kocht een huis in de buurt van Los Angeles. Aan het begin van de jaren zeventig kwamen er langzamerhand meer jazz-invloeden in zijn muziek. "Jazz-blues fusion" (1972) is daar een goed voorbeeld van.
John Mayall bleef platen opnemen en concerten geven in de jaren die volgden. Wat niet veranderde was de immer wisselende samenstelling van zijn band.
Belangrijke albums van John Mayall zijn onder meer: "London Blues (1964-1969)", "Blues Breakers With Eric Clapton" (1966), "A Hard Road" (1967), "Blues From Laurel Canyon" (1968), "Turning Point" (1969), "USA Union" (1970), "Jazz Blues Fusion [LIVE]" (1972), "A Sense Of Place" (1990) en "Spinning Coin" (1995).
Volgens my een van de meest invloedrijke Rock Gitaristen die ook een zeer begenadigd Blues Gitarist was: JIMI HENDRIX
De Amerikaanse gitarist en zanger Jimi Hendrix (1942-1970) wordt als de invloedrijkste gitarist van de jaren zestig beschouwd. Hendrix was de eerste gitarist die feedback en andere geluidseffecten gecontroleerd kon gebruiken.
Jimi Hendrix werd geboren in Seattle als James Marshall Hendrix. Na het overlijden van zijn moeder werd Jimi opgevoed door zijn grootouders. Reeds op vroege leeftijd hield hij zich met muziek bezig. Op school speelde Hendrix in verschillende schoolbandjes. Nadat hij van school was gestuurd, meldde Jimi Hendrix zich bij de 101st US Airborne. Tijdens een mislukte parachutesprong raakte hij ernstig gewond aan zijn rug en enkels. Hendrix werd afgekeurd en moest de militaire dienst verlaten.
In de eerste helft van de zestiger jaren speelde Jimi Hendrix in de begeleidingsband van verschillende bekende en minder bekende grootheden, waaronder James Browne, Solomon Burke, Sam Cooke, Little Richard, Ike & Tina Turner en Jack Wilson. In 1966 woonde Jimi Hendrix in New York, waar hij onder meer speelde met Jack Hammond, de Isley Brothers en Curtis Knight. Bovendien trad hij op met zijn eigen groep Jimmy James and the Blue Flames. In Greenwich Village wordt hij in 1966 ontdekt door de voormalige bassist van de Animals, Chass Chandler.
Chandler nam Jimi Hendrix mee naar Engeland, waar hij de gitarist koppelde aan bassist Noel Redding en drummer Mitch Mitchell. De eerste singles van deze groep, The Jimi Hendrix Experience, werden grote hits in Europa ("Hey Joe", "Purple Haze" en "The wind cries Mary"). Hoewel Jimi Hendrix bekend stond als een rustige jonge man, wass daar tijdens zijn optredens niets van te merken. Hendrix speelde gitaar met zijn tanden en achter zijn rug. Aan het einde van zijn optreden tijdens het festival van Monterey in 1967 stak hij zijn gitaar in brand. Dit optreden betekende zijn doorbraak in de Verenigde Staten van Amerika.
In 1968 kwam Jimi Hendrix met het dubbelalbum "Electric Ladyland". Van dit album verschenen diverse uitvoeringen, want de hoes, met blote dames, bleek niet overal te kunnen. Bovendien kwam een selectie van de nummers uit onder dezelfde naam, maar dan op een enkele plaat. Op deze plaat speelden naast Redding en Mitchell ook andere musici als Jack Casady, Al Kooper, Buddy Miles, Steve Winwood en Chris Wood mee. De bekendste nummers van dit album zijn "Crosstown Traffic", "Voodoo Chile" en het Dylan-nummer "All along the watchtower".
In 1969 verliet Noel Redding The Experience om Fat Mattress op te richten. Hij werd vervangen door Billy Cox. Met de nieuwe bezetting speelt Jimi Hendrix tijdens de festivals van Newport en Woodstock. Op nieuwjaarsdag 1970 speelde Hendrix met Cox en drummer Buddy Miles in de Fillmore East. De opnamen van dit concert verschenen later als "Band of gypsies". Op deze plaat staat onder meer de lange gitaarsolo "Machine gun".
In de zomer van 1970 neemt Jimi Hendrix zijn eigen studio Electric Ladyland in New York in gebruik. Het concert tijdens het Isle of Wight-festival was zijn laatste optreden. In oktober 1970 stikte Jimi Hendrix tijdens zijn slaap, door overmatig slaapmiddelgebruik, in zijn eigen braaksel.
De mensen achter de schermen van de muziek mogen ook wel eens wat meer bekendheid krijgen. Daarom laat ik jullie nu kennis maken met de legendarische producer en eigenaar van de Sun-Studios: SAM PHILIPS.
Sam Phillips (1923-2003)
De Amerikaanse producer en platenbaas Samuel (Sam) Cornelius Phillips werd geboren in 1923 in Florence, Alabama. Hij werkte enige tijd bij radiostations in Alabama voor hij zich in 1945 in Memphis vestigde. In Memphis werkte Phillips als talent scout, die platenlabels attendeerde op nieuw talent.
In 1952 richtte Sam Phillips Sun Records op en bracht platen uit van The Prisonaires, Rufus Thomas en Howlin Wolf. In 1954 gaf hij de popmuziek een verrassende wending toen hij Elvis Presley begeleidde bij de opnamen van "Thats all right, mama" en "Blue moon of Kentucky". Phillips begreep dat de tijd rijp was voor rauwe zang van de blues. Indien gezongen door een blanke, zou dat een groot succes moeten worden. In de studio moedigde Phillips Presley aan om de brave zang achterwege te laten en het gevoel te laten prevaleren.
Twee jaar later verkocht Sam Phillips zijn Elvis-contract voor het toen astronomische bedrag van 35000 dollar aan RCA. Dankzij het grote distributiekanaal van RCA kon Elvis Presley snel tot een internationale ster doorgroeien.
Sam Phillips stond aan de wieg van het succes van vele musici: Johnny Cash, Jerry Lee Lewis, Roy Orbison, Carl Perkins, Charlie Rich, Conway Twitty en vele anderen. In de jaren zestig verkocht Sam Phillips Sun Records. Hij verdiende daarna een fortuin als een van de eerste investeerders in de hotelketen Holiday Inn. De Sun studio in Memphis werd een museum.
Sam Phillips overleed in juli 2003 op 80-jarige leeftijd in een ziekenhuis in zijn woonplaats Memphis.
Groeten, Jay
PS Op de foto ziet u Sam Philips samen met "zijn" Elvis Presley
Hé! Waar is mijn foto gebleven??? Ik krijg er hem met de beste wil van de wereld niet terug op!!
Most blues begin with 'Woke up this mornin'.....' This is to differentiate blues musicians from most other musicians, who sleep past noon."
Vertaald: De meeste bluesliedjes beginnen met Ik werd wakker deze morgen . Dit wordt gedaan om Bluesmuzikanten te onderscheiden van andere muzikanten die meestal tot s middags slapen.
De Amerikaanse gitarist Chet Atkins (1924-2001) wordt ook wel de architect van de Nashville-sound genoemd. Chet Atkins werd geboren in Luttrell, Tennessee. Hij groeide op in armoe en zijn eerste muzikale onderricht kreeg hij van zijn vader en zijn halfbroer. De nadruk bij deze lessen lag op het religieuze lied. Aanvankelijk speelde Atkins naast gitaar ook viool, maar aan het einde van de veertiger jaren legde hij zich geheel toe op zijn favoriete instrument, de gitaar. Atkins ontwikkelde een geheel eigen "fingerpicking"-stijl naar het voorbeeld van Django Reinhardt en Merle Travis.
Chet Atkins was zeer productief in de vijftiger jaren. Hij was niet alleen soloartiest, maar ook producer en sessiemuzikant. Hij verkreeg landelijk bekendheid dankzij het radioprogramma The Grand Ole Opry. Als muzikant of producer was hij onder meer te horen op platen van Eddy Arnold, Perry Como, The Everly Brothers, Roy Orbison, Elvis Presley en Jim Reeves. Later werkte hij ook met uiteenlopende muzikanten als Waylon Jennings, Mark Knopfler, Willie Nelson en Ravi Shankar.
Vanaf de zestiger jaren werden de soloalbums van Chet Atkins gekenmerkt door orkestbegeleiding en gemakkelijk in het gehoor liggende achtergrondzang. Tot het midden van de zeventiger jaren was Atkins als stafproducer in dienst van het platenlabel RCA. Ook werkte hij met gitaarbouwer Gretsch aan de ontwikkeling van de gitaar.
Misschien een wat minder bekende naam in de blueswereld, maar toch een man die heel wat heeft bijgedragen bij de ontwikkeling van de Blues. Als je een opname van deze man te pakken kan krijgen, aarzel dan zeker niet om ze aan te schaffen. Schitterend gewoon!!
De Amerikaanse blueszanger en gitarist Blind Lemon Jefferson (1897-1930) werd geboren in Couchman in Texas. Deze bluesman behoort tot de invloedrijke blueszangers uit de jaren twintig. Tot zijn navolgers behoorden onder meer Lightnin' Hopkins, Big Joe Williams, T-Bone Walker en B.B. King.
Lemmon Jefferson werd blind geboren. Hij speelde reeds op jeugdige leeftijd op straat en tijdens feesten. Naast de wat hardere bluesnummers omvatte zijn repertoire gospel, ballads en gevangenisliederen. Blind Lemon Jefferson trad op in Texas en reisde daarna door het zuiden van Georgia. In de twintiger jaren werd Dallas zijn woonplaats, van waaruit hij zijn trips maakte. Rond 1925 tekende Blind Lemon Jefferson een platencontract bij Paramount Records. Voor dit label nam hij onder eigen naam bluesnummers op. Onder het pseudoniem Deacon L.J. Bates nam Jefferson religieuze nummers op.
Blind Lemon Jefferson was de best verkochte zwarte muzikant van de jaren twintig. In december 1930 kreeg Jefferson in Chicago een hartaanval. Hij werd op straat achtergelaten, waar hij overleed.
Bekende nummers van Blind Lemon Jefferson zijn onder meer: "Black shake moan", "Long lonesome blues", "Booger rooger blues" en "See that my grave is kept clean".
De Amerikaanse blueszanger, gitarist en songschrijver Jimmie Lee Robinson (1931-2002) werd geboren in Chicago in april 1931. Hij kreeg de bijnaam "Lonesome" (eenzaam). Moeder Robinson kreeg veertien kinderen, waarvan er slechts vier bleven leven. Jimmie Lee werd vernoemd naar de blueszanger Jimmie Lee Lane.
Reeds jong maakte Jimmie Lee kennis met de blues. Hij zag elk weekend bluesmuzikanten spelen op de openluchtconcerten op Maxwell Street. Jimmie Lee Robinson maakte in 1942 zijn debuut op Maxwell Street. "De rijken hadden alles en wij alleen de blues", verklaarde Jimmie Lee later.
In de begintijd werd hij begeleid door alles dat geluid voorbracht: wasborden, stokken en keukengerei. Aanvankelijk speelde Jimmie Lee Robinson akoestische blues. Later gebruikte hij ook de elektrische gitaar. In de jaren vijftig speelde Jimmie Lee Robinson met de band van Little Walter en nam hij platen op met Jimmy Reed, Magic Sam en Eddie "Playboy" Taylor. In 1965 bezocht hij met andere Amerikaanse folk- en bluesmuzikanten Europa.
Aan het einde van de jaren zestig liep de belangstelling voor bluesmuziek terug en moest Jimmie Lee Robinson allerlei baantjes aannemen om brood op de plank te krijgen. Hij werkte in een winkel en werkte als portier en timmerman. In deze periode trad hij sporadisch op met grootheden als Billy Boy Arnold, Bo Diddley en Tommy Tucker. In de jaren negentig verschenen weer enkele albums met werk van Robinson, waaronder "Guns, gangs and drugs" (1996) en "Maxwell Street blues" (1998).
In 1998 baarde hij opzien door zijn protest tegen de stadsrenovatie in Chicago rond Maxwell Street. Met hongerstakingen en protestliederen probeerde hij de aandacht van de pers en de politiek te trekken om te voorkomen dat deze historische plek door de slopers zou worden platgewalst.
Jimmie Lee Robinson overleed in Chicago op 6 juli 2002. Recent was botkanker bij hem geconstateerd. Hij besloot niet tot het laatst te wachten en maakte in eenzaamheid met een geweerschot een einde aan zijn leven.
De Amerikaanse soulzanger en pianist Raymond Charles Robinson werd in september 1930 geboren in Albany, Georgia. Nadat hij op 7-jarige leeftijd door de ziekte glaucoom blind werd bezocht hij een muziekschool voor blinden in St. Augustine, Florida. Vanaf zijn zestiende werkte Ray Charles als beroepsmuzikant.
Eind jaren vijftig kreeg Ray Charles als blues- en jazzpianist zijn eerste successen. Aan het begin van de jaren vijftig nam hij "Mess around" en "It should've been me" op. Eind jaren vijftig lijfde de muziekuitgeverij Atlantic Records Charles in. In de volgende jaren nam hij bijna al zijn grote successen op.
Ray Charles had weinig last van zijn handicap. Hij leefde het normale muzikantenbestaan. Seks speelde een grote rol in zijn leven. Er waren veel vrouwen in zijn leven en hij werd de vader van tenminste twaalf kinderen. Ook was Ray Charles jarenlang verslaafd aan heroïne. Uiteindelijk kwam hij in 1965 van zijn verslaving af.
Hij speelde een mix van soul, gospel, rhythm & blues en jazz. Tot zijn grote succes behoorden "Georgia on my mind", "Hit the road Jack", "I've got a woman", "Hallelujah I love you so", "I can't stop loving you" en "What'd I say". Charles had lak aan bestaande conventies. In het begin van de jaren zestig nam hij ook een country-album op. Er werden meer dan een miljoen exemplaren op genomen. De liefde voor zijn vaderland bezong hij met "America the beautiful".
Ray Charles overleed in juni 2004. Hij werd 73 jaar.
Onder het motto Belgium is Great breng ik u hier een levensoverzicht van een van de grootste Jazz-Muzikanten die ons landje rijk is. We hebben het hier over Jean Toots Tielemans.
- Geboren : Brussel, België 1922 Immigreerde : USA 1952 - Speelde accordeon vanaf 3 jaar - Begon harmonica te spelen als hobby - Won zijn eerste gitaar bij een weddenschap. - "Gegrepen" door Jazz tijdens de Duitse bezetting - Eerste idool : Django Reinhardt - Vroege invloed : Charlie Parker - Bijnaam "Toots" naar muzikanten Toots Mondello en Toots Camarata - Eerste internationale doorbraak met Benny Goodman op Europese concerttoer in 1950 - Eerste US-jobs : lid van Charlie Parker's All-Stars in Philadelphia; George Shearing Quintet; ... - Componeerde "Bluesette",1962 - Ontwikkelde een nieuwe klank : fluiten en gitaar in unisono - Floot voor commercials : meest gekende "Old Spice" - Harmonicasolist voor film-muziek : Midnight Cowboy, The Getaway, Sugarland Express, Cinderella Liberty, Turks Fruit, Jean de Florette , ... - Concerteerde en nam op met mensen als George Shearing, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, Bill Evans, Jaco Pastorius, Natalie Cole,Pat Metheny, Paul Simon, Billy Joel, ... - Harmonica-solist - TV : Sesam Straat, Baantjer - Jaarlijks winnaar van Down Beat lezers- en criticipoll "verscheidene instrumenten" - Favoriete compliment (van wijlen Clifford Brown) : "Toots, the way you play the harmonica they should not call it a miscellaneous instrument"
Dit stond in een CD van Quincy Jones over Toots
" I can say without hesitation that Toots is one of the greatest musicians of our time. On his instrument he ranks with the best that jazz has ever produced. he goes for the heart and makes you cry. We have worked together more times than I can count and he always keeps me coming back for more ..."
Beste, Gisteren heeft hetzelfde trio gespeeld waar ik ik in een vorig stukje ook al over schreef nl. Little Eddy (piano), Jef Tommelein (Tenor Sax), Jean Groenen (Gitaar). Het was in het kleine café aan de Antwerpse Groenplaats weer volop ambiance met bekende en minder bekende Jazznummers. Dezelfde commentaren die ik gaf in het vorige artikeltje waren ook deze keer weer van toepassing.
Wie Little Eddy en zijn trio aan het werk wil zien kan op 25 december aanstaande in de namiddag terecht in HET HOFKE op de Sint-Andriesplaats te Antwerpen.
Nathaniel Adams Cole werd geboren op 17 maart 1919 te Montgomery, Alabama.
Hij was een Amerikaanse pianist en zanger en had aanvankelijk een vaudeville-orkest, Shuffle along. Hij gaf van 1936 tot 1945 zijn naam aan een beroemd trio (in eerste formatie met Oscar Moore en Wesley Prince).
Nadien trad hij hoofdzakelijk op als zangsolist en herhaaldelijk ook als filmacteur, onder andere in St. Louis Blues. Cole werd door zijn trio-opnamen als een van de groten uit de jazzwereld beschouwd.
Zijn echtgenote, Maria Ellington, zong in de band Duke Ellingtons. Ze leerden elkaar kennen toen deze band en Nat in 1947 optraden in een bar van New York, 10 maanden later trouwden ze. Ze kregen 5 kinderen: Carol, Natalie, Kelly en de tweeling Timolin en Casey.
Toen hij grote populariteit als zanger van amusementsmuziek kreeg, deed dit zijn reputatie als jazzsolist sterk afbreuk.
Op 15 februari 1965 stierf hij op 45-jarige leeftijd aan longkanker te Santa Monica, Nat King Cole was een man die trots was op zijn huidskleur.
In de jaren negentig raakte Cole opnieuw populair, dankzij zijn dochter Nathalie Cole, die op de cd Unforgettable haar zang combineerde met oude opnamen van haar vader.
Een biografie die zeker niet mag ontbreken; COUNT BASIE. Ik heb ook een uitgebreide biografie van Basie binnengekregen; maar die moet ik nog vertalen; ik zal die later nog wel publiceren.
Geboren te Red Bank, op 21 augustus 1904
Overleden te Hollywood, 26 april 1984
Amerikaans jazzpianist, componist, arrangeur en orkestleider, opgeleid door zijn moeder en door Fats Waller, nam in 1935 de leiding over van het orkest van Bennie Moten, dat in de jaren dertig en veertig één van de belangrijkste exponenten van de toen opkomende swingstijl werd.
Ook later bleef Basie een belangrijk orkestleider doordat hij in zijn stijl van musiceren wel met de nieuwere stromingen meeging, maar deze niet zonder meer overnam en doordat zijn op bluesthemas en riffs gebaseerde composities en arrangementen door hun eenvoud het improviseren binnen een jazzorkest gemakkelijk mogelijk maken.
Sinds Basies dood treedt het orkest op onder leiding van kornettist Thad Jones (tot 1986), tenorist Frank Foster (tot 1995) en trombonist Grover Mitchell.
Een CD die niet mag ontbreken in collectie van iedere Country liefhebber is Millennium Country. Deze CD bevat een sfeervolle collectie van oude en hedendaagse country-music. Onder de artiesten die erop staan vinden we onder andere Johnny Paycheck, Freddy Fender, Maar ook een aantal nieuwe artiesten waaronder de schitterende Reba McIntyre. De mix tussen oud en nieuw maakt de CD aangenaam om te horen omdat tussen de nieuwe nummers ook echte meezingers staan. Voor elk wat wils dus. Het nadeel dat de cd heeft is dat er geen begeleidend boekje bij zit met informatie over de opnamen en de auteurs. De geluidskwaliteit is gewoonweg fantastisch te noemen. Ook de geremasterde nummers klinken alsof ze pas gisteren om hyper-moderne apparatuur zijn opgenomen. Hoewel de samenstelling van Millennium Country door Belgen is gebeurd heeft deze CD toch in Amerika het label Hot Country gekregen; iets dat zelden weggelegd is voor niet Amerikaanse CDs.
Door sommigen wordt hij een van de geniaalste pianisten gevonden van zijn generatie; anderen vinden hem een regelrechte ramp. Voor mij zit de beoordeling ergens in het midden daartussen.
De Amerikaanse jazzpianist en componist Thelonious Monk werd in oktober 1917 geboren in Rocky Mount, North Carolina. Op 4-jarige leeftijd verhuisde Thelonious Monk met zijn moeder naar New York. Vader bleef achter. In de jaren dertig verhuisde het gezin naar een klein appartement in de wijk San Juan Hill. Monk zou in dit gebouw blijven wonen tot het enkele jaren voor zijn dood werd afgebroken.
In zijn tienerjaren begon Thelonious Monk op te treden. In de jaren dertig en veertig was Monk pianist in het huisorkest van Minton's Playhouse in Harlem. In deze club begeleidde hij de toen onbekende musici als Kenny Clarke, Dizzy Gillespie en Charlie Parker. Dit was de tijd waarin de bebop ontstond en Thelonious Monk aan de wieg van deze jazzstroming stond.
In 1944 kwam het succes voor Thelonious Monk. Zijn compositie "Round midnight" werd door het orkest van Coorite Williams uitgevoerd. "Round midnight" werd een jazzklassieker en werd door vele groten in de jazzwereld gespeeld en vastgelegd. Na de oorlog kreeg Thelonious Monk een contract met Blue Note. In 1947 verscheen zijn eerste album. Door een arrestatie wegens drugsbezit werd hij in 1951 veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestig dagen. Algemeen wordt aangenomen dat Monk hiermee een vriend een hand boven het hoofd hield, omdat hij zelf geen drugs gebruikte. Thelonious Monk raakte door zijn veroordeling wel zijn vergunning kwijt, waardoor hij niet meer in de clubs in New York kon optreden. De jaren vijftig waren daardoor erg moeilijk. Monk trad weinig op en gebruikte de tijd die daardoor vrijkwam voor het componeren van nieuwe stukken: '"Bemsha swing", ''Blue Monk", ''Little rootie tootie'' en "Pannonica". In 1957 trad Thelonious Monk weer op in de Five Spot in New York.
In de jaren zestig brak Thelonious Monk door naar het grote publiek. Hij werkte regelmatig met een kwartet, waarin onder meer de saxofonist Charlie Rouse speelde. Thelonious Monk was te zien in alle belangrijke concertzalen in de Verenigde Staten en Europa. Monk trad ook een aantal keren voor het voetlicht met grote orkesten en kreeg daarmee erkenning voor zijn indrukwekkende composities.
Thelonious Monk overleed in 1982 op 64-jarige leeftijd in het ziekenhuis Englewood in New Jersey.
Gezien het niet altijd buitenlandse artiesten moeten zijn die ik bespreek, komt er hier nog een Belg aan bod: DJANGO REINHARDT
Reinhardt, Django (1910-1953)
De Belgische gitarist Django (Jean Baptiste) Reinhardt werd in januari 1910 geboren in Liberchies in Henegouwen. De zigeunerfamilie van Django reisde veel. De familie trok door Frankrijk, Corisca en Noord-Afrika. Django Reinhardt groeide daarna op in een woonwagenkamp bij Parijs.
Lezen en schrijven kon Django Reinhardt niet. Wel leerde hij gitaar, banjo en viool spelen. Samen met zijn broers speelde Django in Parijs. In 1928 ontmoette Reinhardt Louis Vola. Enkele jaren werd hij lid van zijn kwintet. In de winter van 1928 raakte Django Reinhardt zwaargewond aan zijn linkerhand. Hij verbleef twee jaar in een ziekenhuis en zijn pink en ringvinger bleven misvormd en verlamd. Hierdoor moest hij een nieuwe gitaartechniek aanleren.
Via de kunstschilder Emile Savitry leerde Django Reinhardt de jazz kennen van Louis Armstrong, Duke Ellington en anderen. Na het horen van de Amerikaanse jazzmuziek zocht Django Reinhardt aansluiting bij Franse jazzmuzikanten. Met Stéphane Grappelli (viool), zijn broer Joseph (slaggitaar), Roger Chaput (slaggitaar) en Louis Vola (contrabas) vormde Django Reinhardt het Quintet du Hot Club de France. Ze kregen een platencontract bij Ultraphone. Het Quintet du Hot Club de France trad op tot 1939.
Stéphane Grappelli vestigde zich in Londen en Django Reinhardt reisde terug naar Parijs. Tijdens de Tweede wereldoorlog had hij, hoewel de Duitsers veel zigeuners naar concentratiekampen stuurden, weinig problemen. Hij trad zelfs op voor de Duitsers in Parijs en werd gevraagd om in Berlijn te spelen voor het Duitse opperbevel. Hier had Django Reinhardt weinig trek in en hij vluchtte naar Zwitserland, maar werd vlak voor de grens opgepakt. Reinhardt werd overigens weer snel vrijgelaten.
Na de Tweede Wereldoorlog speelde Django Reinhardt met het orkest van Duke Ellington. Ook kwam hij in contact met Les Paul en B.B. King. Vanaf 1947 trad Django Reinhardt weer op met Stéphane Grappelli en in zijn laatste levensjaren schilderde hij steeds meer. Rheinhardt was een virtuoos gitaarspeler, die de emotie nooit uit het oog verloor. Zijn composities werden door anderen genoteerd, want Django Reinhardt kon geen noten lezen.
Django Reinhardt overleed in mei 1953 op 43-jarige leeftijd in het Franse Samois-sur-Seine aan een hersenbloeding. Groeten, Jay
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben Jürgen "Jay" De Cleen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Guitarking.
Ik ben een man en woon in pendel tussen Antwerpen en Rupelmonde (België) en mijn beroep is Muzikant en manager.
Ik ben geboren op 16/12/1978 en ben nu dus 46 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, filosofie, genieten van het leven.