Inhoud blog
  • Nieuw screeningsprogramma voor zwangere vrouwen
  • Hechtingsstoornis
  • Gehechtheid bij kinderen
  • Reactieve hechtingsstoornis
  • Infant Mental Health sociaal-emotionele problematiek bij risicobaby's
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Zoeken met Google


    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.


    Laatste commentaren
  • Zwaarlijvigheid (Claudine)
        op Iedereen Borderline?
  • Hechtingsprobleem

    Voor ouders, hulpverleners, en leerkrachten, die zich zorgen maken over kinderen, met Hechtingsprobleem, Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
    16-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen en jongeren met een depressie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen T. Braams, T. Talma

    Kinderen en jongeren met een depressie

    Het komt veel meer voor dan velen denken: depressiviteit bij kinderen en jongeren. Maar te vaak krijgen depressieve kinderen onvoldoende hulp omdat de depressie niet herkend wordt. Voor alle volwassenen die met kinderen omgaan, is dit boek een belangrijk hulpmiddel. Het boek geeft heldere informatie over herkenning, begeleiding en hulpverlening.  
     
    Een boek uit de serie Rondom het kind over psychische en medische problemen bij kinderen. De serie kenmerkt zich door:  
    - duidelijke uitleg over achtergronden en (mogelijke) oorzaken  
    - praktische adviezen  
    - aandacht voor de gevolgen thuis of op school  
    - serieuze en integere benadering  
    - beknopte omvang en handzaam formaat  
    - geschreven door deskundigen: artsen, psychologen of pedagogen  
    - voor ouders, leerkrachten en hulpverleners  

    http://www.rondomhetkind.nl

    16-05-2008 om 19:22 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op Ooghoogte van het Kind

    Op Ooghoogte van het Kind

    Over Infant Mental Health in Nederland

    Begin jaren '90 bracht Marja Rexwinkel samen met RINO-directeur Marieke van Dam een bezoek aan de Londense Tavistock Clinic en maakte daar kennis met baby- en peuterobservatie. Bij terugkomst zette ze samen met andere docenten bij de RINO de eerste cursus op dit gebied op. Naast coördinator van het Infant Mental Health team van het Nederlands Psychoanalytisch Instituut in Amsterdam, is Marja Rexwinkel nu hoofddocent van de opleiding Van-nul-tot-drie en geeft ze ook de specialistische vervolgcursus Ouder-baby/peuter psychotherapie. Ze vertelt over de ontwikkelingen van de Infant Mental Health in Nederland.

    behandelen op ooghoogte van het kind

    Vóór de komst van de Infant Mental Health was de zorg voor het jonge kind in Nederland erg versnipperd en lag met name bij de consultatiebureaus. Rexwinkel werkte in die tijd bij de RIAGG Den Haag, waar ze onder andere samenwerkte met de afdeling Sociale Psychiatrie. "De zorg ging in die tijd voornamelijk uit naar de psychiatrie van de volwassen ouder en het was schokkend om te zien hoe weing aandacht er besteed werd aan de zorg voor jonge kinderen. Ik kan me een geval herinneren van een vrouw die op straat was aangehouden omdat ze rondliep met een bewegende sporttas. Daar bleek een baby in te zitten. Er was al die tijd aandacht voor de psychiatrie van de moeder geweest, maar niet voor de baby of de ouder-babyrelatie."

    Toch werd vanuit de consultatiebureaus veel zorgwerk gedaan, zegt Rexwinkel. "Als ik een politieke opmerking mag maken, vroeger ging er veel geld naar preventie, en kon de GGZ ook meer doen – maar dat is in de loop der jaren allemaal wegbezuinigd. Inmiddels komt de aandacht voor preventie langzamerhand weer terug, mede door de media-aandacht die een aantal schrijnende gevallen hebben gekregen, maar ook op grond van onderzoeksgegevens, met name gehechtheidsonderzoeken die aangeven dat problemen bij de bron aangepakt moeten worden."

    Geld op de bank

    De laatste jaren wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan waaruit blijkt dat de bron van veel problemen onder adolescenten en volwassenen gezocht moet worden in de eerste levensjaren. Maar, zo benadrukt Rexwinkel, "het is belangrijk om te beseffen dat dit niet een eenvoudig causaal verband is. Het is te makkelijk om te zeggen, als kind ging er iets mis, dus er zijn later problemen. Dat legt ook veel teveel de schuld bij de ouders. Het gaat om een complexe relatie tussen kind, ouder en omgeving."

    De IMH werkt vanuit een zogenaamd transactioneel ontwikkelingsmodel. "De positieve ervaringen en vaardigheden die een kind op jonge leeftijd opdoet kan je zien als geld op de bank. Als je wat gespaard hebt kan je later leuke dingen doen. Met minder geld op de bank is dat moeilijker. En als je schulden hebt wordt het helemaal moeilijk."

    "In een behandeling kunnen ouders en kinderen als het ware oefenen met nieuw gedrag in de veilige aanwezigheid van de therapeut."

    Hoe meer risicofactoren op jonge leeftijd aanwezig zijn – of hoe meer protectieve factoren ontbreken – hoe meer kans op problemen. "Dat zijn vicieuze cirkels. Het kind vertoont een bepaald gedrag, het huilt bijvoorbeeld veel, de ouders weten zich geen raad, worden overbezorgd of trekken zich uit het contact terug, het kind voelt deze onrust en huilt nog meer, dit bevestigt de ouders in hun zorg enzovoorts." En dat kan al beginnen vanaf de geboorte. Immers, voor de ouders kan het krijgen van een baby een zeer stressvolle gebeurtenis zijn. "Als het evenwicht bij een van de ouders of tussen de ouders wankel is, kan dat verstoord worden door de komst van een kind."

    Mentaliseren

    Een belangrijk aspect is het vermogen tot mentaliseren, het vermogen om te zien dat het gedrag van een ander en jezelf voortkomt uit een binnenwereld van gevoelens en gedachten. Rexwinkel noemt een voorbeeld: "Een moeder is een dagje naar Artis geweest met haar kind. Het kind is bekaf, maar moeder moet nog boodschappen doen. In de supermarkt is het kind aan het jengelen en zeuren. Dan kan je als moeder twee dingen denken. Of je wordt boos op je kind omdat het zo ondankbaar is. Heb je je de hele dag uitgesloofd, loopt het nog te zeuren ook. Dan neemt ze het gedrag van het kind dus concreet. Of je denkt, dat kind is gewoon moe, laat maar even, straks kan 'ie naar bed. Dan snapt ze dus dat het gedrag voorkomt uit een gevoel. De moeder die boos wordt op haar kind mist daar het vermogen tot inleven in de situatie van haar kind."

    En ook dat werkt weer interactioneel. Want een kind leert mentaliseren in de relatie met sensitieve en betrouwbare ouders, dus als de ouders dat niet kunnen dan zal het kind het ook niet leren. De omgeving kan voor het kind onvoorspelbaar en onveilig worden.

    "Een baby is de beste cotherapeut die je je kan wensen."

    De relatie is de patiënt

    In de overkoepelende IMH-visie wordt vanuit twee perspectieven naar de ouder- kindrelatie gekeken: vanuit een ontwikkelingsperspectief en vanuit een relationeel perspectief. Rexwinkel: "De relatie is de patiënt. Wat overigens niet wil zeggen dat individuele- en omgevingsfactoren niet van belang zijn, maar die wegen we binnen de relatie. Dat zit dicht bij een systeemtherapeutische benadering, maar bij ons ligt uiteindelijk altijd de nadruk op de ontwikkeling van de baby."

    In de opleiding Van-nul-tot-drie maken cursisten kennis met meerdere vormen van interventies: kortdurende, laagdrempelig interventies van vijf gesprekken, en langdurige, op gehechtheid gerichte interventies. "De kortdurende interventies lijken qua vorm op het model van het consultatiebureau. Daarom noemen we het ook geen therapie, maar een consultatie. Zoals je naar het consultatiebureau gaat voor een lichamelijk consult, zo kan je bij ons een emotioneel consult krijgen. Vaak blijkt vijf keer ook genoeg te zijn. En voor de complexere gevallen kunnen we in vijf keer zorgen voor een goede diagnostiek en doorverwijzing."

    Participerende observatie

    Naast theoretische kennis en klinische vaardigheden is baby-observatie de belangrijkste pijler van de opleiding. Cursisten observeren twee jaar lang wekelijks een baby in zijn of haar gezin. "Het gaat om participerende observatie, dus cursisten leren ook gevoelig te zijn voor hun eigen reacties. De ervaring van de baby-observatie helpt om nauwkeurig te observeren en te verdragen wat er in de therapiekamer gebeurt. Dat is immers een belangrijke basis voor elk interventie. In plaats van een baby die ontroostbaar huilt te willen troosten - wat toch je eerste reactie is – leer je om de moeder te helpen om haar baby te troosten. Want dat is waar het om draait. In een behandeling kunnen oude spoken uit het verleden van de ouders naar boven komen, maar kunnen ouders en kinderen ook oefenen met nieuw gedrag in de veilige aanwezigheid van de therapeut."

    In de Nederlandse IMH wordt niet zozeer geprobeerd gedrag in de ouder-babyrelatie symbolisch te duiden, als wel om samen met de ouders naar betekenis te zoeken en nieuwe betekenissen uit te proberen. "Door bepaald gedrag te benoemen vergroten we het uit. Bijvoorbeeld: een moeder heeft verdriet, en we zien dat de peuter weg wil, de kamer uit. Door uit te leggen aan zo'n peuter wat er aan de hand is, reguleren we de gevoelens van ouder en peuter in de kamer."

    "Zoals je naar het consultatiebureau gaat voor een lichamelijk consult, zo kan je bij ons een emotioneel consult krijgen."

    Op bezoek bij een vreemde mevrouw

    Het praten tegen baby’s en kleuters in de behandeling heeft nog een ander doel, namelijk modelling, het voordoen van gedrag aan de ouders. Als Rexwinkel nieuwe ouders met een kind op bezoek krijgt begroet ze ook de baby of peuter. "Dan vertel ik dat ze bij een vreemde mevrouw op bezoek zijn om te praten. Zo'n moeder zegt dan 'Je hoeft het niet aan hem uit te leggen hoor, hij begrijpt het toch nog niet.' Maar de volgende keer dat ze langskomen zie je dat de moeder tegen haar kind vertelt dat ze weer bij die mevrouw zijn. Dat heeft ze dan overgenomen – en daar gaat het om."

    "Je hebt ook therapeuten die alleen met de ouders praten, die het lastig vinden zo'n baby in de kamer. Een baby praat niet, dus hoe betrek je die bij een behandeling? Dat vergt een speciale expertise. Maar ik zeg vaak, een baby is de beste 'cotherapeut die je je kan wensen. Er gebeurt immers van alles – een baby wil aandacht, huilt, lacht, moet verschoond of gevoed worden, reageert op zijn ouders en op wat er in de kamer gebeurt – en dat zijn allemaal interacties waar je meteen op kan reageren. Wij leggen ouders dan ook uit dat wij de baby belangrijk vinden, omdat door samen goed te kijken en erover te praten we misschien beter kunnen gaan snappen wat er aan de hand is. Vandaar ook dat we op de grond zitten en werken, op ooghoogte van het kind."

    Dit artikel is een vervolg op The Cellotaped Therapist, On psychotherapeutic treatment for infants, dat eerder verscheen in de RINO brochure 2007-08.

    Tekst Bernard Vehmeyer
    RINO Noord-Holland / Nascholing en opleiding GGZ

    http://www.rino.nl/paginas/29119.html

    09-05-2008 om 23:54 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen beinvloed door emoties van moeder
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kinderen beïnvloed door emoties van moeder



    Foto en artikel, Bron NU

    Voor meer nieuws http://www.nu.nl/news/1554172/151/rss/Kinderen_be%EFnvloed_door_emoties_van_moeder.html

    De mate van angst die een moeder ervaart tijdens haar zwangerschap beïnvloedt de manier waarop haar kinderen informatie verwerken. Dit is de conclusie van het onderzoek van Maarten Mennes aan de Universiteit van Leuven.

    Vooral wanneer kinderen op zichzelf zijn aangewezen om beslissingen te nemen, blijkt de angst die hun moeder ervoer tijdens haar zwangerschap invloed te hebben.

    Emotionele toestand
    De onderzoeker heeft voor zijn studie gebruik gemaakt van een onderzoek dat 20 jaar geleden werd opgestart door Bea Van den Bergh. Zij volgde een groep zwangere vrouwen en ondervroeg hen over hun emotionele toestand op verschillende momenten tijdens hun zwangerschap.

    Vervolgens onderzocht ze de kinderen later op vaste tijden in hun ontwikkeling. Zij concludeerde dat een deel van de aandachtsproblemen en hyperactief gedrag bij kinderen verklaard kan worden door de mate van angst ervaren door de moeder tijdens haar zwangerschap.

    20-jarigen
    Mennes onderzocht dezelfde groep, inmiddels 20-jarigen, met computertaken die onder andere het geheugenfunctioneren en het strategisch combineren van taken of informatie nagingen. De resultaten tonen aan dat de mate van angst die een moeder ervaart tijdens de 12de tot de 22ste week van haar zwangerschap de prestatie van haar kind negatief beïnvloedt.

    De onderzoeker pleit voor preventiemaatregelen rond stress en angst tijdens de zwangerschap.

    09-05-2008 om 12:32 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechting kan veilig zijn maar, afhankelijk van de omstandigheden, ook op verschillende manieren onveilig

    Hechting is de band tussen ouder en kind die voort- komt uit de manier waarop ouder en kind vanaf de geboorte met elkaar omgaan. Hechting kan veilig zijn maar, afhankelijk van de omstandigheden, ook op verschillende manieren onveilig.

    Een veilige hechting is belangrijk omdat het de basis
    legt voor de manier waarop het kind met zijn om- geving omgaat. Op basis van de vertrouwensband met de eerste verzorger (meestal de moeder) ontwikkelt het kind een bepaalde mate van vertrouwen in zichzelf en in de ander.

    Dit vertrouwen is van groot
    belang voor de hele verdere ontwikkeling. Veilig gehechte kinderen hebben een grotere kans op een gunstige psychosociale ontwikkeling, ze zijn doorgaans coöperatiever, hebben minder conflicten, kunnen beter omgaan met emoties en hebben meer zelfvertrouwen.

    Bovendien blijkt hun zelfvertrouwen
    bij te dragen aan een gunstige verstandelijke ontwik- keling. Veilige hechting is een basis voor een optimale ontwikkeling.

    Hoe ontstaat veilige hechting?
    Voor het ontstaan van een veilige hechting is de mate waarin het kind zich begrepen en geaccepteerd voelt van groot belang.

    Veilige hechting ontstaat als een
    kind merkt dat zijn gedrag tot positieve reacties leidt. Door reacties leert het kind dat zijn gedrag effectief is; het kind kan iets bewerkstelligen.  Iedere keer als een kind een positieve reactie op zijn gedrag krijgt wint het kind aan zelfvertrouwen.

    Tegelijkertijd leert het kind de
    positief reagerende persoon steeds meer te vertrouwen. Het kind leert die persoon kennen als iemand die hem begrijpt en het beste met hem voor heeft.

    Wat doen kinderen om een
    hechtingsband te krijgen?
    Kinderen doen vanaf hun geboorte hun best om hun ouders aan zich te binden. In het begin hebben ze daartoe slechts zeer beperkte middelen: kijken, huilen en zuigen. In de loop van de tijd krijgen ze meer bindingsmogelijkheden: lachen en zich vastklampen en later bijvoorbeeld ook volgen en roepen.

    Voordat
    kinderen kunnen praten is huilen één van hun belangrijkste communicatiemiddelen. Kinderen huilen niet, zoals vroeger wel gedacht werd, om 'hun stem te oefenen' of omdat ze niets beters te doen hebben. Huilen is bij baby's een manier om iets duidelijk te maken.

    Wat zij duidelijke willen maken verschilt. Het
    kind kan honger hebben, het te koud of juist te warm hebben, bang of moe zijn, zich vervelen of ziek zijn. Het is de taak van de ouders om uit te vinden wat er aan de hand is.

    Door steeds te zoeken naar welke
    behoefte het kind duidelijk wil maken met het huilen leren ouders na verloop van tijd verschillende manieren van huilen van hun kind te onderscheiden.
     

    Wat kunnen ouders doen om een veilige hechting met hun kind te bevorderen?

    Ouders dragen bij aan het ontstaan van een veilige
    hechting door zoveel mogelijk gepast te reageren op signalen van hun kind. Een gepaste reactie maakt het kind duidelijk dat het begrepen is, dat de ouder bereid is te helpen en dat het probleem, eenmaal kenbaar gemaakt, begrepen en verholpen kan worden.

    Prompt reageren betekent ook dat ouders reageren
    als het signaal gegeven wordt. Het zal niet voor iedere ouder op ieder moment mogelijk zijn direct te reageren. Maar het helpt al als de ouder aan het kind duidelijk maakt meteen het signaal te hebben opgevangen en zo snel mogelijk te zullen helpen.

    Gepast reageren houdt verder in dat de reactie
    aansluit bij de stemming en behoeften van het kind. Een huilend kind zal zich eerder begrepen voelen door troostende woorden/gebaren dan door afleiding of vrolijk gelach.

    Tips:


     •Borstvoeding is  bevorderlijk voor de band tussen moeder en kind. Dit wil niet zeggen dat alleen bij het geven van borstvoeding de band versterkt wordt. Het geven van kunstvoeding is ook een bevorderlijk moment voor ouder en kind om de band te versterken, met name als de ouder hierbij veel huid op huid contact heeft.

    •Baby's voelen zich het beste in de nabijheid van
    hun ouder(s), ook 's nachts. Het in elkaars nabijheid slapen heeft verschillende voordelen: a) (borst)voeding geven is minder bewerkelijk b) ouders kunnen 's nachts sneller op hun kind reageren.

    Het in elkaars nabijheid slapen betekent niet dat het kind in het ouderlijk bed slaapt maar in een eigen wieg of bed naast het bed van de ouder. Dit om de kans op wiegendood te verkleinen.

    •Baby's hebben veel behoefte aan lichamelijk
    contact. Veel dragen (gebruik een draagzak/doek), knuffelen en bijvoorbeeld babymassage is bevorderlijk voor een veilige hechting.

    •Baby's zijn leergierig, samen spelen is goed voor
    de (hechtings-) ontwikkeling. Ook het aanmoedigen van het doen van ontdekkingen werkt gunstig. Baby's hebben geen kwade bedoelingen, hoe lastig hun gedrag soms ook kan zijn. Probeer het gedrag te accepteren. Als ouders kinderen vertrouwen in hun goede bedoelingen, gaan kinderen ouder(s) en zichzelf vertrouwen. Voor meer informatie of vragen kunt u terecht bij uw consultatiebureau-team of op www.oudersonline.nl

    NB waar ouders staat kan ook ouder/verzorger(s)
    gelezen worden. NB waar hij staat in de tekst kan ook zij gelezen worden. Bron: Mr. Drs. Noortje Tan

    10/2006 GkD-JGZ401 (043) 3 690 630
    Kraamzorg (24 uur per dag) (043) 3 690 680
    Jeugdgezondheidszorg (043) 3 690 670
    Verplegen en Verzorgen (24 uur per dag) (043) 3 690 660
    Uitleen van hulpmiddelen
    (043) 3 690 620
    Voedingsvoorlichting en dieetadvisering (043) 3 690 610
    GroenekruisService (lidmaatschap)
    E-mail info@groenekruisdomicura.nl info@groenekruisdomicurakraamzorg.nl Internet www.groenekruisdomicura.nl www.groenekruisdomicurakraamzorg.nl
    Bezoekadres
    Mockstraat 1, Maastricht Postadres Postbus 1307, 6201 BH Maastricht GroenekruisDomicura Kraamzorg is in bezit van het ISO HKZ kwaliteitscertificaat en het kwaliteitskeurmerk van Zorg.


     

    09-05-2008 om 00:36 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tom woont gewoon ergens anders
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hijltje Vink

    Tom woont gewoon ergens anders

     De moeder van Tom kan niet meer voor hem zorgen; daarom gaat hij naar een kindertehuis. Prentenboek met eenvoudige, gekleurde illustraties voor kinderen vanaf ca. 7 jaar en een informatief gedeelte voor de jeugd vanaf ca. 9 jaar.


    Met illustraties
    Aantal delen: 3 delen
    Uitgeverij De Banier Bv

    05-05-2008 om 00:25 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onzekerheid bij de opvoeding van kinderen
     Onzekerheid bij de opvoeding van kinderen

      IPZO behandelt angstklachten die typisch gebonden zijn aan opvoeding en ontwikkeling van het kind. Bij ouders ontstaan soms veel onzekerheden over thema's als: eten, slapen, zindelijkheid, grenzen stellen en contact maken met het kind.

      Bij wat oudere kinderen beginnen ook aspecten van autoriteit sterker te gelden: ''Wie is de baas?'' en "Welke eisen kan, mag en durf ik te stellen?". Ook de angst van ouders om hun eigen angsten en onrust op het kind over te brengen is een bekend fenomeen.

      In dit geval is men bang voor de 'besmettelijkheid' van angstklachten: ''Als mijn zoontje/dochtertje ziet dat ik bang ben voor honden, dan wordt hij/zij het misschien ook.''

      Bij schoolgaande kinderen kunnen faalangst, verlegenheid/teruggetrokken gedrag, niet naar school willen gaan, hyperactiviteit, druk gedrag en andere ontwikkelingsproblemen de ouders voor moeilijke vraagstukken stellen. "Moet ik mijn kind dwingen om toch te gaan?" "Moet ik er met de onderwijzer over praten?" "Wat kan ik doen om mijn kind rustiger/ evenwichtiger te krijgen?" "Heeft mijn kind specifieke hulp nodig?" etc.

      Ook kunnen thema's als hechtingsangst, bindingsangst of verlatingsangst bij ouders en/of het kind een rol gaan spelen en doorwerken in de opvoeding.

      Vestigingen van IPZO zijn gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Als u een afspraak wenst te maken kunt u aangeven naar welke vestigingsplaats uw voorkeur uitgaat.

      IPZO psychologen zijn aangesloten bij het Nederlands Instituut van Psychologen, N.I.P.

      Wenst u aanvullende informatie dan kunt u contact opnemen met een van onze psychologen.

      Informatie bij:           Drs. Jan van den Berg

    02-05-2008 om 22:59 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bordeline, het is niets meer dan een hechtingsprobleem

    BORDERLINE

     

    Grenzen vervagen

    Vanachter een gesloten deur

    Gedachten plagen

    De leegte heeft geen kleur

     

    Het vullen van gaten

    Met allerlei alternatieven

    Je de wereld inpraten

    Niemand leest je brieven

     

    Emoties voelen

    Begrijpen, delen

    Weten wat mensen bedoelen

    Wanneer ze met gevoelens spelen

     

    De pijn een plek geven

    Tussen het wit en zwart

    Overleven

    Want de wereld is hard

     

    Er zijn geen grenzen meer

    Het hoofd is dol

    Niet plat dit keer

    De aarde is hol.

     

    Bordeline, het is niets meer dan een hechtingsprobleem waar mensen in meer of mindere mate last van kunnen hebben.

    Het heeft vaak te maken met traumatische ervaringen in de jeugd die ervoor gezorgd hebben dat mensen zich niet of nauwelijks aan een ander kunnen hechten.

    Dit werkt door in relaties, werk en de omgang met dieren.

    Angst speelt een grote rol en het niet hechten komt voort uit die angst, want iets of iemand verdwijnt uiteindelijk toch wel uit je leven dus waarom zou je je hechten.

    Ook leegte speelt en grote rol, die leegte probeert men op alle mogelijke manieren te vullen.

    Dit uit zich in bijv. het constant veranderen van werk, materieel alles willen hebben, van de ene relatie in de andere springen, verslaving aan bijv. alcohol en nog veel meer.

    Grensoverschrijdend gedrag en niet zien dat dit zo is, maar het doodnormaal vinden en niet begrijpen dat anderen het niet hetzelfde zien.

    Ze voelen zich vaak miskend en hebben een groot gebrek aan zelfvertrouwen. Dit is heel kort, er is op internet een hele hoop te vinden over dit onderwerp.

    30-04-2008 om 20:17 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit de kinderschoenen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Auteurs: Vandeputte J., Buitelaar J., Cohen P., Matthys W. (red.)
    ISBN 9789023236122
    (ISBN10: 9023236122)

    Uit de kinderschoenen


    60 jaar Kinder- en Jeugdpsychiatrie UMC-Utrecht

    Hoe breng je 60 jaar kinder- en jeugdpsychiatrie op een toegankelijke manier in beeld?
    Het antwoord op die vraag is Uit de kinderschoenen, een jubileumboek waarin schetsmatig de ontwikkeling wordt beschreven die de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het UMC-Utrecht in de afgelopen 60 jaar heeft doorlopen. Dit gebeurt aan de hand van observaties van professionals.

    De verschillende bijdragen, die op zichzelf staan en zijn geschreven in de persoonlijke stijl van de auteur, gaan over alle facetten van het vak, variërend van beleid tot incident en van syndroom tot persoon. Stuk voor stuk ademen ze de Utrechtse geest, zowel ten aanzien van het wetenschappelijk onderzoek als ten aanzien van het klinisch werk. Het resultaat is een ook voor de niet-professional boeiende reis door een intrigerend vakgebied.

    Jan Duyx, Psychiater - Plaatsvervangend opleider en medisch hoofd Jeugdcircuit

    Patricia Schothorst, Psychiater - Medisch hoofd Gesloten Unit

    Herman van Engeland, Psychiater - Hoogleraar / afdelingshoofd

    Annemarie van Elburg, Psychiater - Hoofd polikliniek & deeltijdbehandeling Jeugdpsychiatrie

    Elleke Berkvens, Gezinstherapeut / psychotherapeut - Hoofd Sectie Gezinstherapie

    Walter Matthys, Psychiater - Medisch hoofd Vosseveld

    Iris van Schothorst, Pedagoog / psychotherapeut - Gezinstherapeut

    Lukas Heijs, Verpleegkundige / bedrijfskundige - Manager zorg Neurodivisie – van 1985 tot 1997 werkzaam als hoofdgroepsleider en coördinerend hoofdverpleegkundige

    Peggy Cohen-Kettenis, Klinisch Psycholoog / psychotherapeut - Coördinerend hoofd Secties Klinische Psychologie, Psychotherapie en Gezinstherapie

    Charlotte Smit, Bewegingswetenschapper / psychomotorisch therapeut - Psychomotorisch therapeut

    Mariëtte Robbe, Psychotherapeut - Psychotherapeut / gezinstherapeut

    Claudia Emck, Psychomotorisch therapeut / psycholoog - Gedragswetenschappelijk stafmedewerker

    Karel Basjes, Verpleegkundige - Coördinerend hoofd Vosseveld

    Jan Vandeputte, Psycholoog / psychotherapeut - Hoofd Sectie Psychotherapie

    Emma van Daalen, Psychiater - Medisch hoofd Peuterunit

    Sophie Willemsen-Swinkels, Etholoog - Senior onderzoeker

    Stephanie van Goozen, Psycholoog - Senior onderzoeker

    Piet van den Hoven, Onderwijskundige - Hoofd F.Redlschool

    Jan Buitelaar, Psychiater - Medisch hoofd Kindercircuit

    Chantal Kemner, Psychofysioloog -Senior onderzoeker

    Uit de inhoud

    1 Van vroeger naar nu
    2 De ontwikkeling van de infantpsychiatrie
    3 Een gen voor contactstoornissen?
    4 Zonder ouders kan het niet: samenwerking met ouders in de kinder-en jeugdpsychiatrie
    5 Een aap van een kind
    6 Over zijn en haar zijn: ‘gender’ in de kinder- en jeugdpsychiatrie
    7 De professor Fritz Redlschool
    8 Over hyperactiviteit vroeger en nu
    9 Kinderen met opstandig en agressief gedrag
    10 Agressief gedrag bij kinderen: een kwestie van nature of nurture?
    11 Van groepsleider naar verpleegkundige kinder- en jeugdpsychiatrie
    12 Een puber kent geen romantiek: over het eigene van de adolescentie
    13 De sfinx in de psychiatrie
    14 Wat beweegt hen? Over adolescenten en psychomotoriek
    15 Leren eten in het AZU
    16 Leidinggeven in de kinder- en jeugdpsychiatrie: een terugblik op 15 jaar Jeugdcircuit

    Lees verder>>>   http://www.vangorcum.nl/NL_toonBoek.asp?PublID=3311

    30-04-2008 om 19:36 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechtingsproblemen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Anniek Thoomes-Vreugdenhil

    Gehechtheidsproblemen

    Veilige gehechtheid wordt gezien als bepalend voor het leven, zowel voor het kinderleven als voor de relatievorming als voor het latere functioneren. Veilig gehechte kinderen hebben sensitieve ouders. Dat zijn ouders die gericht zijn op wat dit kind nodig heeft, ouders die in staat zijn de signalen van hun kind goed op te vangen en er vervolgens gehoor aan geven. Deze ouders zijn gericht op de behoefte van hun kind en kunnen de emoties van hun kind adequaat spiegelen. Dat kunnen die ouders niet alleen als het kind klein is maar gedurende hun hele ontwikkeling tot de volwassenheid. De ervaren interacties zijn overwegend positief. Deze kinderen hebben nabijheid ervaren en vinden dat vanzelfsprekend.

    Onveilig gehechte kinderen en jongeren ontwikkelen veel minder sociale vaardigheden, hebben minder vrienden, zijn minder zelfstandig. Een relatie is geconstateerd tussen onveilige gehechtheid en depressie bij jongeren. Eveneens is er een relatie tussen onveilige gehechtheid en psychopathologie geconstateerd, vooral tussen de gehechtheidswijze gedesorganiseerd gehecht en probleemgedrag.

    Ook bij volwassenen wordt in onderzoeken een relatie aangetoond tussen onveilige gehechtheid en problematiek, de problematiek waarvan gesproken wordt is divers.

    Vooral negatief denken over zichzelf kan leiden tot problematiek. Negatief denken over zichzelf betekent een gebrek aan zelfrespect, een gebrek aan autonomie in relatie met anderen en een overtuiging dat het zelf het niet waard is om lief te hebben en om steun te krijgen.

    Lees verder>>>>  http://www.hechtingsproblemen.nl/hechtingsproblemen.html

    29-04-2008 om 17:34 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn kind heeft problemen in de sociaal emotionele ontwikkeling
    • Mijn kind is lastig en druk, hij is hyperactief en impulsief, mogelijk heeft hij ADHD
    • Mijn kind is opstandig en vertoont ontremd gedrag, mogelijk heeft hij ODD-CD.
    • Mijn kind heeft concentratieproblemen, mogelijk ADD of ADHD
    • Mijn kind heeft problemen in de sociaal emotionele ontwikkeling. Hij heeft last van faalangst, scheidingsangst, hechtingsproblemen en een slechte sociale weerbaarheid.
    • Mijn kind heeft last van depressies.
    • Mijn kind loopt steeds verder achter op school en hij is toch niet dom.

    gedragsproblemen…
    Hoe kan ik mijn kind helpen?

    Het zou zo fantastisch zijn als:

    • Mijn kind rustiger is en eens nadenkt vóórdat hij iets zegt of doet.
    • Mijn kind minder opstandig is en zich ook kan aanpassen aan zijn omgeving.
    • Mijn kind zich beter kan concentreren.
    • Mijn kind minder angstig is en zich beter staande kan houden in sociale contacten.
    • Mijn kind over de hele linie lekker in zijn vel zit.

    Met de BSM therapie kan dat allemaal gebeuren!

    Lees verder>>>>Praktijk Pippi  http://www.praktijkpippi.nl/index.php?id=190

    29-04-2008 om 13:53 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het onverwoestbare kind
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Rubin, Lillian B.
    Het onverwoestbare kind

    Primaire gegevens van het gelezen werk:
    Auteur: Lillian B. Rubin
    Titel: Het onverwoestbare kind
    Ondertitel: Verhalen over overwinningen op het verleden
    Verschenen in: 1997
    Uitgever: Ambo | Anthos Uitgevers
    Verwachtingen vooraf: psychologisch geneuzel, alsof het een lesboek zou zijn van de studie psychologie, met een hoop vaktermen en andere moeilijke woorden.

    Samenvatting van de inhoud:

    Lillian Rubin is psychologe. Zelf heeft ze een moeilijke jeugd gehad. Haar alleenstaande moeder was erg agressief en had weinig op met haar kinderen. Rubin beschrijft dat ze het vreemd vond dat ondanks hun band, haar broer zich niet heeft kunnen onttrekken uit de greep van zijn moeder. Rubin is ondanks de verbale en lichamelijke aanvallen van haar moeder in haar jeugd, er goed bovenop gekomen. Haar broer heeft die kracht nooit gehad en pleegde zelfmoord. Daarom schreef Rubin dit boek waarin ze slachtoffers van een verschrikkelijke jeugd vol geweld en vernederingen interviewt. De acht mensen die opgevoerd worden hebben allemaal iets vreselijks meegemaakt, maar hebben toch een goedlopende carrière en genieten van het leven. Hun broers en zussen, als ze die hebben, komen er vaak minder goed vanaf. Hieronder korte samenvattingen van de levensverhalen van die mensen.

    Sara Mikoulis
    Omdat haar ouders niet voor haar kunnen zorgen, sturen ze haar als baby naar haar oom en tante. Ze heeft het er prima naar haar zin en wordt liefdevol opgevoed. Totdat ze zeven jaar oud is. Haar moeder besluit dat ze haar dochter weer bij zich wil hebben en Sara gaat terug naar haar moeder. Haar broertje, die daar altijd is blijven wonen, ziet in zijn zus een rivale als het gaat om zijn moeders aandacht. Van broer en zusliefde is dus geen sprake. Ook haar moeder moet eigenlijk niets van Sara hebben, en tuigt haar regelmatig af. Zelfs als ze nog maar vier jaar is wordt ze al tot bloedens toe geslagen met de gespkant van een broekriem. De enige die lief voor haar is, is haar stiefvader. Alleen misbruikt hij haar wel seksueel en neemt hij het niet voor haar op als haar moeder weer eens op haar inslaat. Ook haar broer begint Sara te misbruiken. Hij weet haar op een dag zelfs een boerenschuur in te lokken, waar ze door drie jongens verkracht wordt. Dan heeft Sara er echt genoeg van. Ze slaat haar broer letterlijk van zich af door een hamer onder haar kussen te bewaren. Als haar stiefvader haar in de keuken benadert bedreigt ze hem met een mes. Haar moeder stuurt haar weg en Sara gaat bij haar biologische vader en zijn vrouw wonen. Uiteindelijk gaat ze succesvol psychologie studeren. Ze krijgt tweemaal een relatie met uiterst gewelddadig mannen tot ze haar huidige man vindt. Ze is een liefhebbende moeder van twee kinderen.

    Petar Steprovic
    Petar komt uit Slovenië. Hij woont daar nog steeds als zijn moeder hem meeneemt naar het lijkenhuis. Hij is dan vijf jaar oud. Zijn vader is overleden, zelfmoord zegt zijn moeder. Ze neemt hem mee naar het lijkenhuis zodat hij het lijk ziet van zijn vader. ‘Zo weet je tenminste dat hij dood is.’ Naderhand is Petar het pispaaltje in de uiterst katholieke familie. Zelfmoord is een doodzonde, dat kan echt niet. Daar komt bij dat Petar’s vader een alcoholist was. Zijn moeder noemt Petar ‘de zoon van zijn vader’, ‘een nietsnut,’ gedoemd om ook alcoholist te worden. Hij ondergaat het verbale geweld van zijn moeder, tantes en zijn oma, die ook allemaal een hekel aan hem hebben. Dan hertrouwt zijn moeder met een Amerikaanse sergeant en ze verhuizen naar Amerika. Hij mag vervolgens nooit meer over Slovenië praten, ‘het is alsof er een sluier over getrokken werd.’ Hij is nu Amerikaans, zegt zijn moeder. Hij is nog maar acht jaar en spreekt geen woord engels, toch is dat de enige taal die ze voortaan nog spreken thuis. Ook zijn naam wordt verengelst. Hij heet nu Peter Bancroft, hij háát die naam. Daar komt bij dat Petar geboren is met een lichte afwijking in zijn gezicht. De artsen hadden tegen hem gezegd dat het maar een kleine ingreep zou zijn, en dat hij er daarna weer normaal uit zou zien. Maar dat heeft ze nooit laten doen: ‘Je bent een Steprovic, het is Gods bedoeling om je te laten lijden!’ Petar weet te ontsnappen in zijn studieboeken en gaat zelfs studeren aan de universiteit van Yale. Hij verandert zijn naam weer terug in Petar Steprovic.

    Lynne Halsted
    De meeste mensen in het boek van Rubin komen allemaal uit achterstandswijken en arme gezinnen. Lynne niet, haar moeder is ontzettend rijk. Ze hebben meerdere huizen en minstens zestig man personeel. Haar moeder is alcoholica en nooit thuis, ze is altijd druk. Als ze wel thuis is slaat ze Lynne verschrikkelijk, vaak om de stomste redenen. Ook haar broer is ontzettend gemeen, hij duwt haar de trap af of slaat haar. Als hij zes jaar oud is verdwijnt hij naar kostschool, en Lynne kan ook niet wachten tot zij naar kostschool mag. Dan is ze tenminste niet zo eenzaam. Want ondanks huishoudster Phoebe moet Lynne hele dagen alleen doorbrengen in het grote huis. Ondertussen hertrouwt haar moeder met Craig Halsted, een lieve zachte man. Hij biedt Lynne enige troost al is hij ook alcoholicus en zijn haar ouders bijna altijd van huis. Op twaalfjarige leeftijd vertrekt Lynne dolgelukkig naar kostschool. Ze komt vele kilo’s aan, iets dat haar moeder verschrikkelijk vindt. Vooral nu het debutantenbal eraan zit te komen. Haar moeder vindt Lynne zo een veel te gênante vertoning en stopt haar in een ziekenhuis waar ze gedwongen wordt af te vallen. Dat lukt niet. Na haar studie heeft Lynne een centrum opgericht voor rijke vrouwen die iets met hun vele geld willen doen. Ze is een succesvolle zakenvrouw en goeddoener.

    Wayne Morgan
    Wayne’s moeder leeft voor haar man. Dat ze samen een kind hebben is een bijkomstigheid, maar eigenlijk kan ze hem helemaal niet gebruiken. Alle aandacht van haar man die ze door Wayne misloopt wordt hem kwalijk genomen. Als Wayne tien jaar oud is overlijdt zijn vader. Zijn moeder gaat aan de drank en leeft haar woede uit op haar zoon in de vorm van verbaal en fysiek geweld. Ze laat hem nooit met rust en zit constant op hem te vitten. Wayne en zijn moeder wonen in hetzelfde huis als zijn tante en oma. Die twee kunnen Wayne’s moeder niet velen. Er is constant ruzie in het huis. Als Wayne zeventien jaar oud is en zijn moeder weer eens tegen hem aanschreeuwt, vliegt hij zijn moeder aan. Hij grijpt haar rond de nek en wil haar op laten houden met schreeuwen. Hij zet niet door en laat zijn moeder dus leven. Maar een paar dagen later is hij verhuisd naar een studentenflat. Daar ontmoet hij Diane, een meisje. Ze raakt zwanger van Wayne en ondanks dat ze niet echt van elkaar houden, gaan ze samen wonen. Ze krijgen een dochter: Erin. Diane kijkt niet echt naar haar kind om, maar Wayne neemt maar wat graag de zorg van zijn kind op zich. Op een dag verongelukken Diane en Erin in de auto. Erin is dan net zes maanden oud. Wayne stort zich in de drank en besluit naar Vietnam te gaan. Als hij alle sores uit zijn lijf gevochten heeft, gaat hij terug naar Amerika waar hij een opleiding begint om priester te worden. Ondanks dat hij af en toe de regels aan zijn laars lapt (hij is verschillende malen met een vrouw samen geweest), is hij gelukkig als priester.

    Ana Gutierreze
    In Californië werken veel seizoenarbeiders, zo ook de ouders van Ana. Ze komen uit Mexico en hebben lang als illegalen gewerkt op het Amerikaanse land. Samen met haar ouders, broers en zussen woont ze in een houten keet, waar maar één kamer in zit. Daar eten, slapen en leven ze in. De wc staat buiten en wordt gedeeld door de andere seizoensarbeiders. Ze verhuizen vaak, daar naartoe waar er werk is. Haar vader is ontzettend streng en agressief. Als ze ook maar één keer niet luistert wordt ze hardhandig aan haar haren rondgeslingerd of krijgt een flinke stomp. Ana kan zich ook vaag iets herinneren van seksueel misbruik van haar vader, maar hoe het precies zat weet ze niet (meer). Als ze oud genoeg is werkt Ana mee op het land. Om aan haar vader’s tirannie te ontsnappen trouwt ze met Ramon. Samen krijgen ze een dochter Angela. Ramon is ontzettend jaloers en net zo gewelddadig als haar vader was. Ondertussen komt het feminisme in die tijd op zetten. Ana leert dat er meer voor haar is dan kersen of uien plukken. Ze besluit avondcursussen te volgen. Ramon staat het niet toe en als ze toch gaat weigert hij voor hun dochter te zorgen. Hij wordt steeds agressiever en gaat steeds meer drinken. Uiteindelijk wordt het Ana te veel en vertrekt ze bij Ramon. Hij blijft hen nog een tijd stalken en bedreigen. Als Ana hem daarvoor een tijd laat opsluiten door de politie is het afgelopen. Ana is nu een succesvolle lerares.

    Kevin McLaren
    Kevin is een intelligente jongen die op zevenjarige leeftijd al meer weet en kan dan zijn ouders. Zijn vader is een alcoholicus en zijn moeder is manisch depressief. Hun relatie is gestoord, zoals Kevin het noemt. Als zijn moeder depressief is heeft ze de neiging om haar man te lijf te gaan, bijvoorbeeld met een broodmes. Kevin leert thuis niets over cultuur zoals muziek of boeken. Als hij van een tante een speelgoedpiano krijgt, ontstaat zijn liefde voor muziek. Hij leert zichzelf piano en altviool te spelen. Ook later als hij volwassen is en optredens verzorgt met een groot orkest achter zich, snappen zijn ouders niets van wat hij nu is: beroepsmusicus. Ze weten niet of ze trots moeten zijn op hun zoon, of verdrietig dat hij een vreemde voor hen is.

    Karen Richards
    Karen heet eigenlijk Kareena en komt uit Finland. Als ze vijf jaar oud is neemt haar moeder haar mee naar de haven. Ze zegt dat ze naar Amerika gaat, waar ze heel veel speelgoed en jurkjes zal krijgen. Kareena is erg enthousiast, totdat ze door heeft dat haar moeder niet achter haar aan loopt als een matroos Kareena de grote boot opbrengt. Kareena is in tranen en wordt zes dagen lang in een hut alleen gelaten. Ze moet constant braken en huilt om haar moeder. Het personeel van het schip is Zweeds en ze snapt dus niet wat er tegen haar gezegd wordt. Wat blijkt: haar moeder heeft haar verkocht aan een Amerikaanse advocate die er een Amerikaanse familie voor zoekt. Eenmaal in Amerika aangekomen blijkt dat de advocate geen gezin gevonden heeft, dus neemt ze haar zelf in huis. Haar naam is Vivian Thompson. Vivian is ontzettend wreed tegen Karen, wat haar nieuwe Amerikaanse naam is. Het is duidelijk dat ze niets van het meisje moet hebben en Karen heeft een verschrikkelijk leven bij Vivian. Vaak wordt ze ’s nachts aan haar haren uit bed getrokken om de keukenvloer te boenen, krijgt ze slaag zonder reden of moet ze rechtop op een stoel zitten terwijl ze allerlei verbaal geweld naar zich toe geslingerd krijgt. De rest van het gezin doet niets om Karen te beschermen. Op een gegeven moment, Karen is dan vijftien jaar oud, probeert Vivian haar het raam uit te duwen van de tweede verdieping. Karen weet zich te verzetten en schreeuwt het uit naar haar stiefmoeder dat zij haar nóóit meer zal aanraken! Karen weet te ontsnappen door als oppas bij een gezin in te trekken. Ze neemt avondcursussen en gaat studeren. Ze raakt ook zwanger en na lang wikken en wegen besluit ze haar kind te houden. Een dochter wordt geboren: Jennifer. Ondertussen is Karen een succesvol advocate en gaat ze op zoek naar haar Finse familie. Vivian is ondertussen overleden, Karen stond niet in haar testament. Van een tante hoort Karen dat haar Finse familie haar lange tijd gezocht heeft, onder andere haar broer Lars, die zelfs in de VS is geweest. Hij heeft Vivian gesproken maar die zei tegen hem dat Karen niets meer met hen te maken wilde hebben. Uiteindelijk vindt Karen haar familie weer terug en alles gaat goed met haar. Totdat haar dan negentienjarige dochter omkomt. Haar wereld stort in. Toch weet ze er bovenop te komen en vindt ze haar troost bij haar nieuw gevonden broer en haar man.

    Chris Lydon
    Neem een typische zwarte getto in een Amerikaanse stad. Dat is waar Chris is opgegroeid. Het was erg druk en erg vol bij hem thuis. Zijn ouders hadden vaak ruzie en ze hadden regelmatig te weinig eten. Slapend komt hij de middelbare school door, niet omdat hij zo slim is, maar omdat het niet veel voorstelt. Ze laten hem gewoon overgaan. Chris zoekt zijn heil op straat. Samen met een vriend van hem begint hij met winkeldiefstallen, op een gegeven moment zelfs op bestelling. Op zijn zestiende belandt hij in een jeugdgevangenis. Niet omdat hij gepakt was, nee, zijn vriend was gepakt. Maar omdat deze bang was het nooit te kunnen redden in de bak, besloot Chris zich ook te laten pakken. Als hij er terug uit komt gaat het leven als winkeldief gewoon door. Hij wordt zwendelaar, een tijdje cokedealer en zelfs pooier. Totdat hij bij een speciaal project van de overheid de psychologe Linda Martin leert kennen. Hij wil alles doen om met haar samen te werken. Hij besluit naar ‘college’ te gaan en later naar de universiteit. Hij moet er keihard voor werken, maar bereikt op een gegeven moment zelfs de titel doctor. Beetje bij beetje laat hij het straatleven los en verkoopt zijn zwarte cadillac om er een beschaafde Volkswagen voor terug te kopen. Nu is hij psycholoog, docent aan de universiteit, (alleenstaande) vader van vier kinderen en adviespersoon bij buurtorganisaties.


    Titelverklaring:
    Rubin praat constant over het onverwoestbare kind. Wat maakt een kind onverwoestbaar en een ander niet? Hoe kan het dat sommige kinderen zelfs na zeven keer vallen toch nog een achtste keer opstaan? De mensen in het boek, de slachtoffers, zijn allemaal onverwoestbare kinderen. Ze hebben verbaal en lichamelijk geweld en vernederingen moeten doorstaan. Veel van hun broers en zussen zijn het slechte pad opgeraakt of eerder overleden door onder andere zelfmoord. Maar zij zijn doorgegaan, zij hebben nu een redelijk succesvol leven en weten te genieten van het leven. Ze zijn niet verwoest door hun (stief-)ouders.

    Opbouw:
    Het boek bestaat uit tien hoofdstukken. Het eerste en het laatste hoofdstuk gaan over de visie van Rubin, Rubin’s jeugd en waarom ze dit boek heeft geschreven. De andere acht hoofdstukken zijn vernoemd naar de hoofdpersonen, de slachtoffers. Daarin vertellen ze wat hen, chronologisch gezien, is overkomen in hun leven.

    Taalgebruik:
    Als de slachtoffers aan het woord zijn, is het taalgebruik vlot en goed leesbaar. Soms verdwaal je een beetje in de vele namen die opgevoerd worden. Dit komt omdat ze hun levensverhaal in tien pagina’s vertellen, dan staat alles toch vrij dicht op elkaar. Als Rubin commentaar geeft op de gebeurtenissen die de slachtoffers vertellen, wordt het taalgebruik wat moeilijker. Ze noemt psychologen, titels van boeken over de psychologie en vele vaktermen. Dat is gewoon wat minder interessant om te lezen.

    Tijd:
    Omdat dit boek geen roman is en niet bestaat uit één verhaal, is het moeilijk om hier de tijd te gaan beschrijven. Wat ik wel kan zeggen is dat de verhalen van de hoofdpersonen zo goed als chronologisch verteld worden, al dan niet afgewisseld door flashbacks.

    Het duurde bij mij ongeveer zeven uur voordat ik dit boek van 251 pagina’s uit had.

    Plaats en ruimte:
    Omdat dit boek geen roman is en niet bestaat uit één verhaal, is het moeilijk om hier de plaats te gaan beschrijven. Elk verhaal speelt zich in andere steden af. Er is niet één plek die eruit springt.

    Spanning:
    Er is vrijwel geen spanningsopbouw. De hoofdstukken zijn ingedeeld op de verhalen van de personen: één hoofdstuk per persoon. In die hoofdstukken wordt hun verhaal zo goed als chronologisch verteld. Het levensverhaal van Rubin is iets spannender opgebouwd, dat vertelt ze tussen de verhalen van de andere personen door. Dan geeft ze bijvoorbeeld commentaar op hun handelen en probeert dat dan te verduidelijken door te vertellen hoe zij dat deed als haar iets dergelijks overkomen was.

    Vertelperspectief:
    Alles wordt verteld door Lillian Rubin, in het ik-perspectief.

    Personages:
    Alle personen worden beschreven bij 'Plot'.

    Thema en motieven:
    Omdat dit boek geen roman is en niet bestaat uit één verhaal, is het moeilijk om hier het thema en de motieven te gaan beschrijven. Maar waar het duidelijk over gaat is het onverwoestbare kind, dat komt elke keer terug. De slachtoffers hebben zich in hun jeugd weten te redden door allemaal dezelfde dingen te doen. Ten eerste door zich te desidentificeren met de rest van het gezin. Ze hadden altijd al het gevoel er niet bij te horen. Ten tweede door een mentor of een vertrouwenspersoon te vinden buiten het gezin. Dit komt door hun adopteerbaarheid: ze zijn in staat om mensen voor zich in te nemen, mensen voelen snel de neiging om voor hen te zorgen. Zo’n iemand wordt dan een mentor of vertrouwenspersoon genoemd. Dat kan een pianolerares zijn, een psychologe of een moeder van een vriendin. Bovendien zijn de mensen opgevoerd in het boek altijd positief: zij zien een half vol glas terwijl iemand anders misschien een half leeg glas ziet.

    Genre:
    Dit boek is geen roman, maar het is ook geen naslagwerk of studieboek. Dit boek vertelt de verhalen van negen mensen over hun verschrikkelijke jeugd en hoe ze daaruit gekomen zijn, allemaal verteld door een psychologe. Je zou het een psychologische autobiografie van negen mensen kunnen noemen.

    27-04-2008 om 13:23 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een hechtingsprobleem is een grotere handicap dan lichamelijke gebreken

    De Stelling:

    Een hechtingsprobleem is een grotere handicap dan lichamelijke gebreken

    De rubriek waarbij uw mening telt. In ieder nummer een nieuwe stelling waar reacties op binnengekomen zijn. Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Lees wat uw collega-pleegouders en andere partners in de pleegzorg van de stelling vinden. Wilt u ook uw mening geven: de nieuwe stelling staat op de deze pagina.

    Een lichamelijk gebrek is vaak zichtbaar, een hechtingsprobleem wordt soms pas na jaren herkend. Voor de lichamelijke beperking is vaak alle begrip en er wordt rekening mee gehouden. Op het afwijkende gedrag wordt het kind of de (pleeg)ouder aangesproken. Van een lichamelijk gebrek is vaak bekend hoe het behandeld moet worden, door wie en hoe groot de kans op succes is. Over de behandeling van hechtingsproblematiek wordt verschillend gedacht. Inderdaad: ‘Een hechtingsprobleem is een grotere handicap dan lichamelijke gebreken.’

    Rijk, bestandspleegvader

    De grootste handicap bij een hechtingsprobleem is het isolement waar (pleeg)ouders in terechtkomen. De overlevingstechnieken van het (pleeg)kind zijn zo geraffineerd en sterk dat een buitenstaander niet door heeft wat zich afspeelt binnen het gezin en dat ook niet gelooft, want naar buiten toe zijn het zulke ‘leuke voorbeeldige’ kinderen en dus zeuren de (pleeg)ouders. Zolang (pleeg)ouders hun verhaal niet kwijt kunnen zijn zij gehandicapt en een onzichtbare handicap is geen handicap. Uit ervaring weet ik dat het zo werkt. Met andere woorden, neem de verhalen van (pleeg)ouders serieus.

    Arno, zelf ooit pleegkind, nu vader en pleegvader

    Een hechtingsprobleem is een handicap die niet zichtbaar is (tegenstelling 1: een lichamelijk gebrek is zichtbaar). Een hechtingsprobleem wordt niet opgemerkt door mensen die het kind oppervlakkig kennen, soms niet eens door mensen die het kind goed kennen (tegenstelling 2: een lichamelijk gebrek wordt opgemerkt door anderen). Voor een hechtingsprobleem zijn geen hulpmiddelen beschikbaar (tegenstelling 3: voor een aantal lichamelijke gebreken zijn hulpmiddelen). Toch durf ik het niet aan om te zeggen dat een hechtingsprobleem een grotere handicap is, daar is het mij ook niet om te doen. Ik wil erkenning dat een hechtingsprobleem een HANDICAP is, met ernstige gevolgen voor het leven van het kind en de omgeving. En dat is vergelijkbaar met accepteren van en leren leven met een lichamelijk gebrek.

    Anne, moeder van vier kinderen, waaronder twee pleegkinderen

    Ten eerste vind ik dat beide problemen vrijwel niet met elkaar te vergelijken zijn. Het is een beetje appels en peren met elkaar vergelijken. Ten tweede vraag ik me af waar we naar kijken: naar het welzijn en geluk van de persoon en zijn omgeving of naar het functioneren als lid van de maatschappij. Ik denk dat op beide gebieden: zowel geluk als het "mee kunnen draaien" de personen met de hechtingsproblemen het er slechter af kunnen brengen dan hun collega's met een lichamelijk gebrek. Dan ben ik het wel met de stelling eens. Maar het geheel is natuurlijk sterk afhankelijk van de mate waarin de mensen beschadigd zijn.

    Kitty, moeder van drie kinderen, waaronder een pleegkind

    http://www.mobiel-pleegzorg.nl/archief/2003/mo03220.htm

    23-04-2008 om 21:08 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het geboorte verhaal van een baby

    HET GEBOORTEVERHAAL

    VAN EEN BABY

     

     

    Rien Verdult

     

    Een nieuw beeld.

     

    Heel lang werd gedacht dat baby’s als een onbeschreven blad ter wereld komen. Pasgeborenen hebben een onvolgroeid zenuwstelsel en dus werd aangenomen dat ze geen ervaringen opdoen tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Er werd ook aangenomen dat baby’s geen geheugen hebben en dus geen prenatale en perinatale ervaringen kunnen vasthouden of herinneren. Niets blijkt minder waar: het prenatale kind blijkt sensitiever, reactiever en communicatiever dan ooit werd gedacht. Het blijkt vormen van bewustzijn te hebben, te kunnen leren en over vormen van geheugen te beschikken. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek bevestigt dit nieuwe beeld van de ‘competente foetus’ en van de ‘competente baby’. Alhoewel deze nieuwe inzichten nog te veel en te vaak worden genegeerd, vooral door artsen, hebben ze toch belangrijke consequenties. Zo kunnen traumatische geboortes tot heel wat emotionele problemen leiden tussen moeder en kind. Deze problemen kunnen voorkomen of opgevangen worden als ze vroegtijdig worden onderkend.

     

    Een casus.

     

    In onze praktijk meldde zich een koppel aan met hun vier maanden oude baby Jonas. Jonas werd vier weken te vroeg geboren. Zijn tweelingbroertje is vlak voor de geboorte gestorven en ook zijn leven heeft aan een zijden draadje gehangen. Er was sprake van een placenta-loslating. Hij is met een spoed keizersnede geboren en zijn leven kon gered worden na een reanimatie. Hij verbleef nog één week in een couveuse. Zijn moeder en vader waren emotioneel in verwarring: blij om de geboorte van Jonas, verdrietig om de dood van hun zoontje Ward. Baby Jonas was hyperalert en snel overprikkeld; hij kon zich moeilijk overgeven aan slapen; hij kende periodes van intens en langdurig huilen, waar zijn ouders geen raad mee wisten; zijn bewegingen straalden een grote mate van onrust uit; zijn moeder vertelde dat hij alleen maar in haar lijfelijke aanwezigheid tot rust kwam. Haar eigen emotionele problemen en die van baby Jonas ondermijnden haar draagkracht en verstoorden daardoor de relatie met haar overlevende baby.

    Gelukkig had de geconsulteerde osteopaat de emotionele problemen van Jonas en zijn ouders snel onderkend en doorverwezen naar onze praktijk voor babypsychotherapie. Jonas had een traumatische geboorte achter de rug: zijn eigen leven was in gevaar, hij heeft zijn broertje verloren, en hij is via een keizersnede op de wereld gekomen. Na zijn geboorte heeft hij het lichaam van zijn moeder een week lang moeten missen door zijn verblijf in de couveuse. Bovendien is zijn moeder emotioneel in verwarring.

    Hun relatie dreigt te ontsporen.

     

    Kunnen pasgeborenen getraumatiseerd zijn?

     

    Over het prenatale leven bestaan nog steeds twee grote misvattingen. Vaak wordt gezegd dat de baarmoeder een paradijs is met zeer sterke geluksgevoelens, waar alle negatieve invloeden buiten gehouden worden door de placenta. Onderzoek aan de universiteit van Utrecht toont bijvoorbeeld aan, dat stress van de moeder tijdens de zwangerschap wel degelijk een invloed heeft op de foetus. Bij gestresste moeders is de kans op vroeggeboorte met lager geboortegewicht en met meer complicaties aanzienlijk hoger. Foetussen en baby’s kunnen dus al vroeg in hun leven stress opgelopen hebben. De tweede misvatting is dat de pasgeborene zich niets kan herinneren van zijn prenataal leven noch van zijn geboorte. Een baby kan echter zijn verhaal ‘vertellen’. Er bestaat een lichaamsgeheugen, waarmee de baby kan ‘onthouden’ wat er is gebeurd. Hoe dit lichaamsgeheugen precies werkt is nog niet volledig bekend, maar dat het bestaat is een vaststaand feit. Ingrijpende ervaringen kunnen worden opgeslagen in het geheugen van het lichaam en worden gecommuniceerd via lichaamstaal of via ‘orgaantaal’. Zo kunnen een slechte vertering, krampjes of reflux signalen zijn van emotioneel belaste organen. Ook hoge koorts, zonder aanwijsbare lichamelijke oorzaak, kan duiden op een stressreactie van de baby. De baby gebruikt geen woorden, maar zijn lichaam spreekt over zijn ervaringen. Er zijn verschillende aspecten van zijn lichaamstaal die ons samen een beeld kunnen geven van de vroegste ervaringen van de baby. Via zijn motoriek en houding, via mimiek, alertheid, hechtingsgedrag en oogcontact of communicatie door huilen kan de baby signalen geven over zijn gevoelsleven. De opdracht voor de babypsychotherapeut is om de taal van de baby te begrijpen en  er empathisch op te reageren. Om met de bekende Franse kinderpsychiater Françoise Dolto te spreken: ‘de therapeut luistert naar de pijn van de baby’. Een belangrijke valkuil voor de babypsychotherapeut is dat hij vervalt in sympathie voor de baby, terwijl zijn opdracht is om met empathie in te gaan op zijn pijn.

    Voor een baby kan de geboorte traumatisch zijn. Een geboorte kan zo’n ingrijpende ervaring zijn dat deze sterke gevoelens oproept welke moeilijk te verwerken zijn. Omdat de mogelijkheden van een baby nog beperkt zijn om te reageren op overweldigende situaties, loopt hij meer risico dat een ingrijpende gebeurtenis traumatisch wordt, met blijvende emotionele schade tot gevolg. Ogenschijnlijk routinematige medische ingrepen, als het inleiden van de bevalling of een tangverlossing, kunnen voor de baby dramatische gevolgen hebben. Ook geboortes die te lang duren (vastzitten) of die juist veel te snel verlopen (stortgeboorte) kunnen door de baby ervaren worden als een inbreuk op het biologisch geprogrammeerd verloop van zijn geboorteproces. Dergelijke inbreuken op het subtiele verloop van de geboorte kunnen, in min of meerdere mate, traumatisch zijn. Zo is een keizersnede,  als andere ‘uitgang‘uit de baarmoeder, niet voorzien in de biologische programma’s van de menselijke soort. Een keizersnede kan levensreddend zijn, maar heeft ook ingrijpende emotionele gevolgen. Baby’s die via een keizersnede geboren zijn vertonen vaak een overprikkeld zijn, een hyperalertheid, en een ambivalente verhouding tot aangeraakt worden. Ze kunnen het ook moeilijk hebben als een activiteit (zoals borstvoeding krijgen) plotseling wordt afgebroken; dit kan tot intens huilen leiden.

    Geboortetrauma’s leiden tot drie clusters van emotionele problemen: de ervaring van een overweldigende shock, het verlies aan hechting met de moeder, én het verlies van grenzen en controle. De behandeling van baby’s in psychotherapie richt zich dan ook op het ontladen van de lijfelijke spanning die zich heeft vastgezet op bepaalde plaatsen, afhankelijk van waar het trauma lijfelijk voelbaar is geweest. Daarnaast wordt er gewerkt aan het herstel van de hechtingsrelatie met de moeder en aan het herstel van grenzen en controle over het eigen lichaam.

     

    ‘Trauma-huilen’.

     

    Huilen is misschien wel een van de krachtigste manieren om te communiceren waarover een baby beschikt. Als een baby huilt dan huilt hij met heel zijn lichaampje en geeft hij krachtige signalen aan zijn omgeving. De Amerikaanse babytherapeut William Emerson  heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘behoefte-huilen’ en ‘trauma-huilen’. Veel ouders gaan ervan uit dat als een baby huilt, hij uitsluitend een fysiologische behoefte kenbaar maakt. Dit is een belangrijke vergissing van ouders, maar ook van hulpverleners. Naast het kenbaar maken van noodzakelijke levensbehoeften, kan een baby via zijn huilen ook aangeven dat hij pijn heeft. Niet omdat hem pijn wordt gedaan, maar omdat hij zich via het huilen wil bevrijden van zijn opgelopen pijn. Deze vorm van huilen wordt door William Emerson ‘trauma-huilen’ genoemd.  Het is de ontlading van emotionele pijn die de baby in zijn verleden heeft opgelopen. ‘Trauma-huilen’ is een vorm van loslaten van innerlijke spanning, van verwerken van opgelopen belastingen of trauma’s. Deze vorm van huilen is veel krachtiger en krijsender dan ‘behoefte-huilen’ en gaat gepaard met angst en paniek, die goed in de oogjes van de baby te zien zijn. Bij ‘trauma-huilen’ heeft de baby meer spanning in zijn lichaam, de neiging om zich te overstrekken; zijn vuistjes zijn vaak gebald en de bewegingen van armpjes en beentjes nemen sterk toe.

    Dit ‘trauma-huilen’ kan, als de onderliggende emotionele problematiek niet behandeld wordt, soms maandenlang duren, vaak vele uren per dag. Dit is een poging van de baby om de emotionele pijn van de traumatische ervaring tot ontlading te brengen en zich zo te bevrijden van deze pijn. Echter, deze ontlading kan pas echt optreden als de baby zich gesteund en gedragen voelt door een omgeving die zijn trauma onderkent en hem de veiligheid en containment (houvast) biedt die hij nodig heeft om zijn pijn toe te laten. Een baby in ‘trauma-huilen’  mag nooit alleen gelaten worden. Als dit wel gebeurt dan zal zijn huilen sneller verstommen en stopt de baby met huilen, misschien voorgoed! Het beleven van zijn pijn wordt dan onmogelijk, met als gevolg dat elke pijn in de rest van zijn leven afgeweerd moet worden.

     

    Terug naar Jonas.

     

    In de behandeling lag de nadruk op zijn verdriet over het verlies van zijn tweelingbroertje, op het gemis van niet door het geboortekanaal te zijn gegaan als gevolg van de keizersnede, en op zijn ontreddering als gevolg van het gemis van zijn moeder in de eerste week van zijn leven, en dat na zijn levensbedreigende traumatische ervaring. Bovendien is het noodzakelijk om duidelijkheid te creëren in de relatie met zijn moeder. De behandeling duurde 8 sessies van telkens 1,5 uur. Met zachte technieken werd de emotionele pijn van Jonas naar boven gehaald en dit in een veilig en houvastbiedend klimaat. Door de therapeuten wordt aan zijn verhaal woorden gegeven, omdat een baby onze taal zeer goed kan begrijpen lang voordat ze kunnen spreken. Uiteraard spreken de therapeuten mét de baby en niet óver de baby. Voor Jonas was het belangrijk te ‘weten’, of beter te ervaren, dat zijn moeder niet verdrietig was omdat hij in haar leven is gekomen. Ze liet hem voelen dat ze blij was met hem en voor hem, maar verdrietig over de dood van zijn broertje Ward.

     

    Tot slot.

     

    Voor het onderkennen van vroege trauma’s bij pasgeborenen is het van belang dat de kennis van de prenatale psychologie meer verspreid wordt onder hulpverleners en ouders. Achterhaalde ideeën over baby’s moeten vervangen worden door empathie met het mogelijke lijden van pasgeborenen door prenatale belastingen of door geboortetrauma’s. Babypsychotherapie is volop in ontwikkeling, vooral in landen als de USA, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. Er worden volop nieuwe methoden ontwikkeld om baby’s vroeg in hun leven te helpen. Dit vereist een grondige kennis over de psychologie van de vroegste ontwikkeling van het kind, inclusief zijn prenataal leven. Het vereist van de hulpverleners ook een grote mate van sensitiviteit en empathie. Misschien is nog wel de belangrijkste voorwaarde dat de hulpverlener zijn eigen prenatale trauma’s en geboortetrauma’s heeft herbeleefd en verwerkt. Babypsychotherapie is geen hype, geen overbodige luxe; babypsychotherapie kan veel latere problemen voorkomen door een vroege interventie. Zowel de baby als zijn ouders kunnen er wel bij varen.

     

    Rien Verdult is ontwikkelingspsycholoog en prenataal psychotherapeut voor volwassenen en baby’s. Samen met zijn partner Gaby Stroecken behandelt hij baby’s met prenatale- en geboortetrauma’s. Hij heeft hiervoor een opleiding gevolgd in Zwitserland bij William Emerson en Karlton Terry. Hij werkt in zijn eigen praktijk in Borgloon (B), niet ver van Maastricht. Hij geeft voordrachten en bijscholingen over de vroegste ontwikkeling van het kind.

      

    Correspondentie:

     

    Opeeuwstraat 59, B 3840 Gors-Opleeuw (Borgloon)

     

    rien.verdult@skynet.be

    www.stroeckenverdult.be

     

    Literatuur.

     

    Chamberlain, D., Life in the womb: dangers and opportunities. In: The Journal of Prenatal and Perinatal Psychology and Health, 14,1-2, 1999.

     

    Dolto, F. , La difficulté de vivre. Vertiges du Nord, Carrere, 1986.

     

    Eliacheff, C., Het kind dat een kat wilde zijn. De Bezige Bij, Amsterdam, 1995.

     

    Emerson, W., Birthtrauma: the psychological effects of obstetrical interventions. In: The Journal of Prenatal and Perinatal Psychology and Health, 13,1, 1998.

     

    Emerson, W.,Das verletzliche Ungeborene: Behandelungstechniken und forschungsergebnisse.. In : Harms, Th., Auf die Welt gekommen; die neuen Babytherapien. Ulrich Leutner Verlag, Berlijn, 2000.

     

    Harms, Th., Auf die Welt gekommen; die neuen Babytherapien.Ulrich Leutner Verlag, Berlijn, 2000.

     

    Klaus, M, en Klaus, Ph, Your amazing newborn. Perseus Books, Reading, 1998.

     

    Nossent, S., Babyvisie; wat baby’s denken en voelen. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1998.

     

    Solter, A., Baby’s weten wat ze willen. De Toorts, Haarlem, 1991.

     

    Solter, A., De taal van huilen. De Toorts, Haarlem, 2000.

     

    Stroecken, G., Het miskende kind in onszelf. MOM, Houten, 2001. (alleen nog verkrijgbaar via www.stroeckenverdult.be)

     

    Stroecken, G., De stem van het jonge kind. MOM, Houten, 2003. (alleen nog verkrijgbaar via www.stroeckenverdult.be)

     

    Szejer, M., Platz für Anne; die Arbeit einer Psychoanalytikerin mit Neugeborenen. Kunstmann Verlag, München, 1998.

     

    Terry, K., Accurate empathy. In: Verdult, R., Op maat van de mens. EVPP ‘De Bakkerij’, Borgloon, 2005.

     

    Verdult, R.,  De ‘competente foetus: op weg naar hechting. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 2004 (1), pg 15-19.

     

    Verdult, R. , Die Neuverdrahtung des Gerhirns; Entwicklung des Gehirns, pränatale Bindung und die Konsequenzen für Psychotherapie. In: Schindler, P. ( in press). Am Anfang des Lebens.  Schwabe Verlag, Basel, 2007.

     

    Verdult, R. en Stroecken, G., Babytherapie: ‘spreken’ met de baby. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 3, 2004, pg 132-135.

     

    Verny, Th., Tomorrow’s baby. Simon&Schuster, New York, 2002.

     

    22-04-2008 om 00:28 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cognitieve problemen bij kinderen en adolecenten samenspel van kennis en gevoel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Maurice Berger

    Cognitieve problemen bij kinderen en adolescenten. Samenspel van kennis

    en gevoel

    Een therapeutische aanpak bij kinderen en adolescenten

    De Nederlandse vertaling van de internationaal gerenommeerde psychoanalyticus Maurice Berger

    De mens leert in grote mate met zijn lichaam.

    Vanuit deze centrale hypothese beschrijft de auteur de mogelijkheid om cognitieve stoornissen te begrijpen en te behandelen. Maurice Berger maakt een classificatie van deze problemen en een algemeen model voor behandeling.

    Kinderen bouwen via fysieke gewaarwordingen onbewust een voorstelling op van zichzelf en de wereld. Deze is onlosmakelijk verbonden met hun cognitieve ontwikkeling. Samen met de blijvende invloed van ernstige hechtingsproblemen en de onlosmakelijke band tussen kennis en gevoel vormen deze elementen de belangrijkste assen waarrond de auteur zijn psychotherapeutische methode uitwerkt.

    Uitgewerkte cases uit zijn praktijk, zowel in een residentiële als ambulente omgeving illustreren het geheel.

    Dit boek is een aanrader voor al wie professioneel, zelfstandig of in een team, met kinderen en adolescenten werkt: psychologen, orthopedagogen, psychotherapeuten, psychiaters, pediaters, neurologen, leerkrachten en opvoeders.

    Verschenen: april 2008
    Uitgeverij Terra - Lannoo

    20-04-2008 om 13:32 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorglijn Emotionele Stoornissen

    Zorglijn Emotionele Stoornissen 

    Doelgroep
    Deze zorglijn richt zich op kinderen die problemen hebben in de hechting aan voor hen belangrijke anderen zoals ouders of verzorgers. Ook langdurig sombere of erg angstige kinderen worden hier behandeld. Voor de behandeling komen kinderen in aanmerking met beschreven problematiek en een gemiddelde intelligentie. Ze zijn vier tot dertien jaar oud en woonachtig in de regio Amsterdam of 't Gooi.

    Zorgaanbod/behandeling
    De behandeling is erop gericht om de kinderen weer zelfvertrouwen te geven en ze weer plezier te laten ervaren. De behandeling is nauw afgestemd op de aanpak op school. De ouders of verzorgers worden intensief betrokken bij de behandeling door middel van begeleidingscontacten of oudertrainingen.

    De zorglijn biedt poliklinische behandeling, dagbehandeling,dag-en-nachtbehandeling en poliklinische nazorg.

    http://www.debascule.com/show.php?p=Kinderen_zorglijn_emotie&t=Zorgaanbod&lang=

    18-04-2008 om 22:23 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee opvoedingswijzen bij hechtingsstoornissen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dr. G. de Lange

    Relatiegestoorde kinderen

    Twee opvoedingswijzen bij hechtingsstoornissen

    2e aangevulde druk

    De auteur heeft als orthopedagoog jarenlang met fundamenteel relatiegestoorde kinderen gewerkt. Op basis van zijn ervaringen heeft hij de in dit boek beschreven opvoedingswijzen ontwikkeld om ouders, onderwijsgevenden en hulpverleners toe te rusten om deze kinderen te helpen uit hun isolement te komen. De eerder door de auteur in zijn boek Hechtingsstoornissen. Orthopedagogische behandelingsstrategieën geïntroduceerde opvoedingswijzen zijn inmiddels toegepast en in dit boek wordt daarvan verslag gedaan.

    Nieuw in deze tweede druk van het boek is de toevoeging van de paragrafen 5.9 De opgenomen jongeren en 6.6 Onderwijs en opleiding geïntegreerd in de opvoeding. Voor het overige is het boek geheel ongewijzigd gebleven.

    Relatiegestoorde kinderen is onder meer bedoeld voor medewerkers van de eerstelijnsgezondheidszorg, voor diagnostici en voor hulpverleners die kinderen met gedragsproblemen in hun praktijk krijgen. Ook is het bedoeld voor onderwijsinstellingen, zowel basis- als speciaal onderwijs, waar het van groot belang is dat fundamenteel relatiegestoorde kinderen adequate begeleiding krijgen.

    Tevens is het boek belangrijk voor iedereen die met de pleegzorg of de adoptie van deze kinderen te maken krijgt en voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van deze kinderen in tehuizen en inrichtingen.

    18-04-2008 om 00:09 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SOCIAAL-EMOTIONELE ONTHECHTING
    Auteurs:  Scholte, E.M.     Ploeg, J.D. van der

    Tijdschrift voor orthopedagogiek

    Uitgave:Jrg. 46 (2007), nr. 4 (april)

    Collatie: p. 169-178

    Verslag van een onderzoek naar sociaal-emotionele onthechting. Hierbij beoordeelden leerkrachten agressief en antisociaal gedrag bij een aselecte steekproef van 1243 leerlingen uit de algemene Nederlandse jeugdbevolking.

    Ook beoordeelden zij de kenmerken van egocentrisme en gevoelloosheid die in verband worden gebracht met psychopathie. Een analyse laat zien dat de oordelen over psychopathie uiteenvallen in een dimensie met sociaal onthecht gedrag en een dimensie met emotioneel onthecht gedrag.

    De oordelen van leerkracht zijn op beide dimensies voldoende betrouwbaar en stabiel. Verder blijkt sociaal-emotioneel onthecht gedrag een belangrijke voorspeller te zijn van agressief gedrag bij jeugdigen.

    Het aantal kinderen dat dagelijks sociaal-emotioneel onthechte trekken vertoont komt uit op twee tot drie procent.

    Tot slot een beschrijving van implicaties voor de praktijk, onder andere over de toepassing van de Vragenlijst Fundamentele Onthechting (VFO) die op basis van dit onderzoek is ontwikkeld.

    Voor meer informatie kunt u terecht onder de bijgevoegde link:

    http://80.89.233.32/cgi-bin/bx.pl?dcat=1&woord=Tijdschrift%20voor%20orthopedagogiek&titcode=SCHSEON9999&ingang=M&vv=JJ&systeem=%2A&event=tdetail&sid=sQOpZ&groepfx=01&vestnr=0011&prt=internet&cdef=002&srvnum=002&sn=43




    16-04-2008 om 18:44 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe ga ik om met opvoedproblemen in de klas?

    Hoe ga ik om met opvoedproblemen in de klas?

     

    Behandeling van hechtingsproblematiek moet in het gezin plaatsvinden. Daar moet gewerkt worden aan het herstel van de band tussen ouders en kind. Als de behandeling succesvol is dan zal dat zeker in de klas te merken zijn. Anderzijds zal het bieden van veiligheid en structuur in de klas de behandeling thuis natuurlijk sterk ondersteunen.

     

    Voor leerkrachten die te maken krijgen met - meer of minder - onveilig gehechte kinderen op school (en die zal je elk jaar wel tegenkomen) wil ik hier kort een aantal kenmerken en tips geven om ze in de benadering van deze kinderen te ondersteunen.
    Als er sprake is van een hechtingsprobleem dan is er bij het kind veel wantrouwen naar volwassenen en er is angst om gekwetst te worden. Het kind schrikt terug voor het praten over gevoelens, voor het maken van contact.

     

    Ook kan het zijn dat het gedrag van het kind bij jou negatieve emoties oproept omdat het kind je kwetst of omdat je je, door wat hij zegt of doet, afgewezen voelt.

    Probeer te voorkomen dat je het gedrag ervaart als tegen jou, als persoon, gericht maar zie het gedrag als voortkomend uit handhavingpatronen.


    Plaats in de klas

     

    Probeer bedreigende situaties te voorkomen of te verminderen, zodat het kind zich beter kan ontspannen en daardoor meer gewenst gedrag kan laten zien.

  • Houd hem dicht bij je, bijvoorbeeld naast je

  • Zet hem in de buurt van rustige kinderen

  • Geef hem een eigen tafel en stoel (bijvoorbeeld met een sticker erop)

  • Plaats zo mogelijk geen kinderen achter hem (bijvoorbeeld met zijn rug richting muur)

  • Contact

     

    Het is heel belangrijk dat het onveilig gehechte kind zich begrepen voelt en dat het ervaart ‘gehoord’ te worden. Positieve interactie met hem is dan ook essentieel. Schenk hem vertrouwen, opdat hij ook vertrouwen in zichzelf kan krijgen.

    Wijs het kind niet af als persoon, maar benoem zijn ongewenste gedrag en bied daarvoor een alternatief aan. Bouw een relatie met hem op en versterk die. Geef hem het gevoel: ‘jij bent belangrijk voor mij. Ik wil dat het goed gaat met ons en dat jij je prettig voelt in de klas’.

    Verwoord dit bijvoorbeeld door:

  • ‘Ik wil je helpen, daar ben ik voor’

  • ‘Grote mensen zijn er om kinderen te helpen met groot groeien, dus roep maar als je me nodig hebt’

  • ‘Je hoeft niet alles te kunnen of alleen te doen’

  • Het is belangrijk om actief naar het kind te luisteren en zijn gevoelens te verwoorden. Als het hoort dat het best bang, boos of verdrietig mag zijn, voelt het zich begrepen en zal de spanning van hem af vallen.

  • ‘Je vindt het moeilijk hè’

  • ‘Je wilt het zo graag goed doen en dan lukt het toch niet, ook niet als je zo je best doet’

  • ‘Je hoeft nog niet alles te kunnen, grote mensen kunnen ook niet alles’

  • Vertel ook de andere kinderen waarom het kind soms moeilijk doet, bijvoorbeeld: ‘Hij vindt het erg spannend en wordt daardoor druk en giechelig’.

     

    Leren

     

    Probeer het leren voor het kind weer leuk te maken door:

  • Lage eisen te stellen (onder zijn niveau)

  • Veel complimenten te geven

  • Waar mogelijk visuele ondersteuning te bieden

  • Zitten en bewegen af te wisselen (zoals bij heel jonge kleuters)

  • Bij overgangssituaties te helpen, zodat hij niet overspoeld wordt

  • Eventueel een beloningsysteem in te voeren (uiteraard met opdrachtjes die haalbaar voor hem zijn)

  • Extra ‘leuke’ taakjes te geven (bijvoorbeeld planten water geven e.d.)

  • Zijn gevoelens te verwoorden

  • Actief naar hem te luisteren

  • Probeer de dag altijd positief af te sluiten met het kind, zo mogelijk met hem alleen. ‘Het ging goed met ons hè. Fijn dat je morgen weer komt’.

    Het kan nodig zijn hulp te vragen van iemand die jouw aanpak observeert en je zonodig coacht in deze benadering. Schakel daar een VIB-er (video-interactie-begeleider) voor in met ervaring op het gebied van hechting of informeer bij mij over de mogelijkheden!

     

    Als we leerkrachten, die te maken hebben met problematische onveilig gehechte kinderen, begeleiden of coachen horen we van hen vaak terug dat deze manier van werken ook voor de andere kinderen goed werkt. Vaak ontstaat er veel meer rust en een beter werkklimaat in de klas en dit is logisch. Immers; een onveilig gehecht kind heeft behoefte aan een klimaat van veiligheid en geborgenheid en hebben niet alle kinderen behoefte aan een dergelijk klimaat?

    14-04-2008 om 01:01 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeekbede van een kind in de kerker van zijn hechtingsstoornis

    Gedicht:

    Luister alsjeblieft naar wat ik NIET zeg


    Smeekbede van een kind in de kerker van zijn hechtingsstoornis


    laat mij je niet voor de gek houden
    laat je niet door mijn gezicht in de luren leggen
    want ik draag een masker
    een masker, dat ik niet durf af te zetten
    “doen alsof” is een kunst en mijn tweede natuur
    maar laat je alsjeblieft niet voor de gek houden


    ik geef je de indruk dat ik zelfverzekerd ben
    dat alles zonnig is, zowel binnen in mij als buiten
    dat Vertrouwen mijn naam is en ik echt “cool” ben
    dat ik niemand nodig heb
    maar alsjeblieft geloof me niet . . . . . !


    mijn uiterlijk lijkt onberispelijk
    maar daaronder borrelt de verwarring, de angst
    de eenzaamheid, de pijn
    maar dat verberg ik, want ik wil dat niemand dat weet
    mijn zwakte veroorzaakt paniek in mij
    bang dat ze mijn angst en pijn kunnen zien
    daarom heb ik een masker
    help me . . . . !


    ik heb hulp en zorg van mensen nodig
    die genoeg van mij houden om te blijven helpen
    dat is het enige wat me kan redden uit mijzelf
    hulp en zorg is het enige wat mij bewijst, dat ik er werkelijk toe doe . . . . .
    maar dat vertel ik je niet, want dat  durf ik niet, mijn angst blokkeert
    ik ben bang dat jij me minder waard zult vinden en om me zult lachen
    en je lachen doet me zo zeer


    ik ben heel bang dat ik niets ben
    dat ik slecht ben
    en dat jij dat zult zien en me zult afwijzen
    net als toen . . . . . . . .
    dus speel ik mijn spel, mijn wanhopige spel


    ik houd niet van verstoppen, echt niet . . .
    ik houd niet van die oppervlakkigheid, dat stomme spel
    ik wil liever gewoon zijn en blij . . . . . en mezelf
    maar jij moet me daarbij helpen, ik kan het niet alleen


    jij moet je hand naar me uitsteken, ook al lijkt dat het laatste wat ik wil
    jij alleen kunt mijn leegte en mijn pijn wegnemen, de pijn die ik niet wil voelen
    jij helpt me elke keer als je lief en bemoedigend naar mij bent
    elke keer als je probeert me te begrijpen, omdat je echt om me geeft
    dan begint mijn hart vleugels te krijgen
    hele kleine vleugels, maar toch, vleugels . . . .


    met je aandacht en je begrip, kun jij leven in mij blazen
    ik wil dat je dat weet, dat is heel belangrijk voor mij
    hoe jij een mens in mij kunt scheppen, als je daarvoor kiest
    en, alsjeblieft, kies voor mij . . . .


    jij bent de enige die de muren om mij heen kunt afbreken
    de muren waarachter ik angstig trillend woon
    jij bent de enige die mijn masker kan afnemen
    en me kan redden uit de schaduwwereld van onzekerheid en paniek


    ga alsjeblieft niet aan mij voorbij, alsjeblieft, loop niet door
    ik zal niet gemakkelijk voor je zijn
    een lang gevoel van waardeloosheid bouwt nou eenmaal sterke muren
    hoe dichter je bijkomt, hoe meer ik blindelings naar je zal slaan
    dat is irrationeel . . . soms ben ik gewoon irrationeel


    ik vecht precies tegen datgene waar ik naar uitschreeuw
    liefde en vriendelijkheid zijn sterker dan de sterkste muren
    daarin ligt mijn hoop, mijn enige hoop . . . .
    alsjeblieft, breek die muren af met je sterke handen
    met je zachte handen . . . .
    want het kind in mij is beschadigd en heel gevoelig
    heb mij lief . . . . .


    blijf je liefde geven, tegen de stroom in, al is het vaak heel zwaar
    laat mij niet vallen . . . .
    ook niet als anderen jou laten vallen, gewoon om wie jij bent voor mij


    laat het kind in mij niet verdrinken in verdriet en eenzaamheid en angst
    help die muren af te breken, zodat wij elkaar mogen ontmoeten
    in rust en vertrouwen, eenheid en liefde, gewoon zoals we zijn
    zonder angst voor verlies en wéér die pijn


    eens heb ik geleerd dat liefde alleen maar pijn kan zijn
    leer jij mij alsjeblieft dat liefde fijn mag zijn
    Mama . . . . . . help . . . !


    En voor alle anderen:  Help Mama . . . . !

    http://www.sensibas.com/

    Uit het engels, naar Charles C. Finn, vertaald en uitgebreid door Kees de Vries. Verspreiden is toegestaan. © 2007 Kees de Vries

    13-04-2008 om 00:41 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De herontdekking van de babyknuffel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De herontdekking van de babyknuffel

    SAMENVATTING
    Tegenwoordig is het normaal om een huilende baby op te pakken en te troosten. We denken er zelfs niet meer bij na. Dat was vroeger anders. Toen dachten ze dat de belangrijkste band tussen ouder en kind ontstond tijdens het voeden. Dankzij Bowlby weten we dat een baby zich juist hecht aan zijn verzorgers door aanraking en nabijheid. Een biografie van een van de meest invloedrijke ontwikkelingspsychologen van de 20ste eeuw.


    Anders dan vroeger is het tegenwoordig volstrekt normaal dat ouders bij hun in het ziekenhuis opgenomen kinderen de nacht doorbrengen. Ook is het niet meer vanzelfsprekend een huilende baby te negeren. In de kinderopvang wordt meer aandacht besteed aan de affectieve relatie tussen leidster en kind. Een belangrijke impuls aan deze veranderingen is gegeven door de onderzoeker John Bowlby en zijn gehechtheidstheorie. Wie was deze man en wat waren zijn ideeën?

    Edward John Mostyn Bowlby werd op 26 februari 1907 in Londen geboren. Zoals gebruikelijk in de hogere Engelse klassen, werd hij door een gouvernante opgevoed. John zag zijn moeder slechts een korte periode per dag en zijn vader alleen op zondag. Elf jaar oud werd hij samen met zijn dertien maanden oudere broer Tony naar een kostschool gestuurd. Op zijn veertiende volgde een opleiding tot marineofficier bij het Royal Navy College in Dartmouth. Na een verblijf van enkele jaren aan dit instituut besloot Bowlby echter op zoek te gaan naar werk dat de gemeenschap als geheel ten goede zou komen.

    Tussen 1925 en 1928 studeerde Bowlby medicijnen in Cambridge en psychologie in Londen. Na zijn afstuderen zette hij zijn medische opleiding niet direct voort, maar werkte eerst een jaar als vrijwilliger op twee progressieve scholen, waarvan één voor moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen met onaangepast gedrag. Hier wezen zijn begeleiders hem op het feit dat sommige kinderen afwijkend gedrag lieten zien doordat zij door hun primaire opvoeders waren verlaten. Bowlby was hiervan onder de indruk en besloot vanaf 1929 zijn medische opleiding te combineren met een psychoanalytische training. In 1933 rondde hij het basisartsexamen af en koos de specialisatie psychiatrie. Vanaf 1940 werkte hij als psychiater in het Britse leger en na de oorlog ging hij werken voor de Londense Tavistock Clinic, waaraan hij de rest van zijn leven verbonden zou blijven.

    Separatie
    Toen Bowlby in 1929 op 22-jarige leeftijd werd toegelaten bij het Institute of Psycho-Analysis werd Melanie Klein als zijn supervisor aangewezen. Kleins visie was dat alle geestelijke aandoeningen hun oorsprong hadden in fantasie. Bowlby had moeite met deze verklaring, omdat er geen ruimte was voor de invloed van de omgeving. Bovendien zouden kinderen zich volgens de geldende opvattingen binnen de psychoanalyse aan hun moeders hechten omdat zij door hen worden gevoed. Bowlby’s ervaringen op de progressieve scholen deden hem hieraan sterk twijfelen.

    Bowlby dreef de onenigheid met Klein niet op de spits, maar sprak tijdens zijn toetredingsrede voor de British Psycho-Analytic Society in 1938 wel zijn overtuiging uit dat er meer aandacht moest zijn voor de vroege ervaringen van kinderen en de scheiding van hun moeder. Hij benadrukte dat een verbroken moeder-kindrelatie in de eerste drie jaar vaak leidt tot emotioneel teruggetrokken gedrag van het kind.

    Bowlby was ervan overtuigd dat er meer aandacht moest zijn voor de vroege ervaringen van kinderen en de scheiding van hun moeder.


    Ook tijdens een studie naar afwijkend gedrag bij jongeren bleek Bowlby dat de oorzaak van hun problemen lag in vroege ervaringen. Hij ontdekte dat zij door een vroege scheiding en het ontbreken van een emotionele band met een (substituut-)moeder delinquent en affectieloos gedrag lieten zien. Zijn interesse in onderzoek naar separatie en zijn studie naar deze 44 jeugdige delinquenten brachten hem in beeld bij de Wereldgezondheidsorganisatie voor een onderzoek naar de gevolgen van scheiding bij jonge kinderen. Dit onderzoek zou het verdere verloop van zijn loopbaan en onderzoeksactiviteiten sterk beïnvloeden.

    Vanaf dat moment ging Bowlby op zoek naar alternatieven voor de theorie van Klein en andere psychoanalytici, omdat die in zijn ogen geen bevredigende verklaring kon geven voor de verschijnselen die hij zag. Voor een andere interpretatie van de band tussen moeder en kind wendde Bowlby zich tot de ethologie.

    Ethologie
    In 1951 werd Bowlby gewezen op het werk van de Oostenrijkse zoöloog Konrad Lorenz. Lorenz had samen met de Nederlandse bioloog Niko Tinbergen sinds de jaren dertig gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe discipline die het gedrag van dieren door observatie bestudeerde: de ethologie. Vanuit ethologisch perspectief is gedrag dat specifiek is voor een soort een gevolg van evolutionaire selectie.

    Ethologen bestuderen het gedrag van dieren door ze te observeren.


    Bowlby paste dit toe op het gedrag dat kinderen laten zien als zij van hun verzorger worden gescheiden en betoogde dat dit ‘gehechtheidsgedrag’ zorgde voor nabijheid van de primaire verzorger bij stress. Volgens Bowlby hebben individuen die gehechtheidsgedrag vertonen meer kans op overleving en dus op nakomelingen. In tegenstelling tot wat psychoanalytici beweerden, is gehechtheidsgedrag volgens Bowlby niet gericht op voeding, maar bevordert het de nabijheid tot de verzorger.

    Wanneer het kind angst voelt, treedt het gehechtheidssysteem in werking en wordt de nabijheid van de verzorger gezocht. Deze nabijheid zorgt er voor dat de angst verdwijnt en dat het kind weer kan exploreren. Het kind gebruikt de ouder op deze manier als een veilige basis vanwaar het de omgeving verkent. Al met al gaf de ethologie Bowlby het inzicht dat gedrag alleen te begrijpen is in de context van de evolutionaire omgeving waarin het is ontstaan.

    In de jaren na zijn eerste kennismaking met de ethologie onderhield Bowlby nauw contact met vooraanstaande ethologen als Lorenz, Tinbergen en in het bijzonder Robert Hinde, die zijn mentor op het gebied van de ethologie zou worden. De jaren die volgden gebruikte Bowlby om de psychoanalyse te herschrijven in het licht van de ethologische beginselen.

    Volgens Bowlby heeft elk kind een aangeboren neiging tot het zoeken van nabijheid van de verzorger.


    Ontwikkeling
    In zijn trilogie Attachment and loss (1969/1982) heeft Bowlby zijn ideeën over de ontwikkeling van gehechtheid uitgewerkt. Volgens Bowlby heeft elk kind een aangeboren neiging tot het zoeken van nabijheid van de verzorger. Dit gehechtheidssysteem wordt ingeschakeld in geval van stress en wordt uitgeschakeld wanneer het kind door de gehechtheidsfiguur wordt gerustgesteld.

    In de ontwikkeling van dit gehechtheidssysteem bij het jonge kind onderscheidde Bowlby vier fasen: (1) een periode waarin het kind signalen uitzend zonder daarbij onderscheid te maken tussen verschillende personen (vanaf de geboorte tot twee maanden), (2) een periode waarin het kind de signalen richt op één of enkele specifieke verzorgers (van twee tot zes maanden), (3) de eigenlijke gehechtheid wanneer een kind met signalen en beweging de nabijheid van één specifieke verzorger handhaaft (van zes maanden tot vier jaar), en ten slotte (4) een periode waarin er sprake is van zogenaamd doelgecorrigeerd partnerschap (vanaf vier jaar), waarbij het kind rekening kan houden met en zich kan inleven in de wensen en plannen van de ouder.

    Empirische ondersteuning voor zijn ideeën kreeg Bowlby aanvankelijk alleen uit studies naar hospitalisatie en deprivatie. De Amerikaanse dierpsycholoog Harry Harlow toonde in zijn baanbrekende onderzoek naar separatie aan dat wanneer jonge resusapen kunnen kiezen uit een voedende ijzerdraadmoeder en een niet-voedende badstofmoeder, zij het grootste deel van de tijd doorbrengen bij de zachte badstofmoeder. Hij bevestigde daarmee Bowlby’s idee dat de band tussen moeder en kind niet afhankelijk is van voeding, maar van contact met de primaire verzorger. Het was echter door de ontwikkeling van instrumenten die de gehechtheid bij kinderen en volwassenen kunnen meten, dat het empirisch onderzoek naar gehechtheid een nieuwe impuls kreeg.

    Zelfs als de badstofmoeder geen melk gaf, bleven Harry Harlow’s babyaapjes zich aan haar vastklampen.


    De Vreemde Situatie
    De instrumenten die voor het meten van gehechtheid worden gebruikt zijn de Vreemde Situatie (Strange Situation) ontwikkeld door Mary Ainsworth en het Gehechtheidsbiografisch Interview (Adult Attachment Interview), ontwikkeld door Mary Main.

    De Vreemde Situatie is een gestandaardiseerde laboratoriumtest voor kinderen van twaalf tot achttien maanden oud. Tijdens de procedure wordt het kind tweemaal kort van de moeder gescheiden. In deze periode zorgt de stress van de scheiding voor activatie van het gehechtheidssysteem. Op basis van het gedrag van het kind tijdens de herenigingen met de moeder kunnen kinderen worden geclassificeerd als veilig (B), onveilig-vermijdend (A), onveilig-ambivalent (C) of gedesorganiseerd (D).

    Kinderen die veilig zijn gehecht zoeken de nabijheid van de moeder en spelen nadat ze zijn getroost weer verder. Kinderen die onveilig-vermijdend zijn gehecht zoeken de nabijheid van de ouder niet en lijken onaangedaan door de scheiding, maar zij gaan niet meer op in hun spel. Onveilig-ambivalent gehechte kinderen zoeken de gehechtheidsfiguur juist op, maar zijn ontroostbaar en boos op de ouder. Gedesorganiseerde gehechtheid kenmerkt zich door tegenstrijdig gedrag van het kind: het kan bijvoorbeeld tegelijk huilen en wegkruipen van de ouder.

    Onveilig-ambivalent gehechte kinderen zoeken de gehechtheidsfiguur juist op, maar zijn ontroostbaar en boos op de ouder.

    Het Gehechtheidsbiografisch Interview, ontwikkeld door Ainsworths studente Mary Main, is een semi-gestructureerd interview dat de mentale representatie of voorstelling van de jeugdervaringen van de volwassene meet. De manier waarop een volwassene reflecteert op zijn ervaringen is indicatief voor de manier waarop deze ervaringen zijn verwerkt. Volwassenen worden geclassificeerd als autonoom (F), gereserveerd (Ds), gepreoccupeerd (E) of gedesoriënteerd (U).

    Autonome respondenten kenmerken zich door een open reflectie over hun ervaringen. Gereserveerde individuen marginaliseren de invloed van hun jeugdervaringen op hun persoonlijkheid, terwijl gepreoccupeerde volwassenen hun jeugdervaringen idealiseren en nog steeds in beslag worden genomen door hun ervaringen. De gedesoriënteerde volwassene heeft te maken met onverwerkt verlies of trauma.

    De Vreemde Situatie heeft gezorgd voor een veelheid aan empirische studies: onderzoek naar de antecedenten van gehechtheidsgedrag (kenmerken van het kind, opvoedgedrag van de ouder), naar interventies ter verbetering van gehechtheidspatronen en naar langetermijneffecten van gehechtheid. Het Gehechtheidsbiografisch Interview is gebruikt in studies naar de overdracht van gehechtheid van de ene generatie op de andere. Met het instrument is Bowlby’s vermoeden dat onverwerkte jeugdervaringen de interactie met het eigen kind zouden beïnvloeden onderzocht.

    Kunnen onverwerkte jeugdervaringen de interactie met het eigen kind beïnvloeden?


    Grote invloed op onze manier van opvoeden
    Bowlby besteedde in de gehechtheidstheorie met name aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, het belang van de sensitiviteit van en de interactie met de opvoeder en hij benadrukte de evolutionaire oorsprong van het gehechtheidsgedrag. Hij liet zaken als de morele of zedelijke ontwikkeling van het kind buiten beschouwing. De gehechtheidstheorie is op dit moment een van de meest invloedrijke theorieën op het gebied van de kinderlijke ontwikkeling en Bowlby een van de meest geciteerde auteurs.

    Met het formuleren van de gehechtheidstheorie gaf Bowlby in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een alternatieve verklaring voor het gedrag dat kinderen laten zien wanneer zij van hun primaire opvoeder worden gescheiden. Door het aaneensmeden van elementen uit onder meer de psychoanalyse en ethologie, vond Bowlby een verklaring voor een zeer belangrijk aspect van het menselijke gedrag.

    De implicaties van Bowlby’s ideeën voor de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop zij worden opgevoed zijn enorm en hebben de praktijk van de dagelijkse opvoeding ingrijpend beïnvloed. In Nederland kreeg de gehechtheidstheorie vanaf de jaren tachtig via het werk van de Leidse hoogleraar Van IJzendoorn grote bekendheid. Het empirische en meta-analytische werk dat sinds de formulering van de gehechtheidstheorie is verricht heeft de theorie naar een hoger plan getild.

    Frank van der Horst (1977) is historicus en pedagoog en werkt momenteel als promovendus en docent bij de vakgroep Algemene en Gezinspedagogiek – Datatheorie van de Universiteit Leiden. Hij bereidt hier een proefschrift voor over de wederzijdse beïnvloeding van John Bowlby en de ethologie.

    http://www.kennislink.nl/web/show?id=186154

    Zie ook:
    Meer informatie over de gehechtheidstheorie en -onderzoek

     

     

    http://www.psychology.sunysb.edu/attachment/

    12-04-2008 om 13:06 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/07-24/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008

    Foto


    Foto


    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    rilatine
    blog.seniorennet.be/rilatin
    Een interessant adres?

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Hechtingsprobleem (Forum)
  • Hechting (Forum)
  • Hechtingsproblemen (Startpagina)

  • Een interessant adres?

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!