** Als wij Sidi Kaouki verlaten neem ik afscheid van een oudere man die zowat de rol van bewaker van het pand vervult. Tot voor twee jaar was het een camping die die naam niet mocht dragen (juridische redenen) en waarvan de eigenaar een fransman is. Ze, de overheid, hebben de man weg gebonjourd en is er een camping die de naam wel mag dragen, geopend met Marokkaanse eigenaar(s).
*Met de oude man, een Berber, kan ik niet converseren. Hij is ook analfabeet, mijn boekje met trefwoorden en zinnen doen het dus ook niet. Toch vinden we het leuk om samen te zijn en vooral, hij meer dan ik, kleine dingen voor elkaar te doen.
*Marokkanen noemen elke witte, mon ami, mijn maatje nooit, zijn ogen wel. Als we vertrekken kloppen we op mekaars armen en schouders en een gemeende accolade op zijn Marokkaans, vier kussen en hand op het hart. Ik zie hem graag
**We stoppen in Tagazout, iets voor Agadir, waar we een parking vinden voor 5 dirham per dag. (= 0.50 euro), een multicolour alsmede spectaculaire zonsondergang zichtbaar op bijgaande foto evenals inbegrepen een heuse storm in de nacht. Wij stonden goed met de neus van de camper gericht tegen de wind in, een Franse buurman ving de verschrikkelijke rukwinden in de flanken. Hij en zijn vrouw hebben met angstzweet een stuk van de nacht doorgebracht. Ja camperen is niet altijd joliger dan jodelen in Tirol.
** De dag erop is het weer zon as usual en we maken een tocht naar Paradise Valley. Ik laat Rikas fotos voor zich spreken.