*Il est six heures, Wervik seveille
Il est six heures jai plus sommeille.
*Het is de dag van onze grote stap zuidwaarts. We zijn in Wervik, waar de Leie de grens vormt tussen het Rijk van AlbertII en dit van SarkoI, blijven slapen. Bernard heeft als taak de korste weg te tonen en te vertellen vanaf onze slaapplaats tot aan een zonnig Spaans strand bij Elx . Langs smalle straatjes in de dorpen Bousbeque (ooit Bosbeke waarschijnlijk) en Linselles (Lijnsele) geraken wij in Rijsel en vandaar op de autosnelweg A1 naar Parijs. Rika die al die tijd is blijven genieten van de bedwarmte ontwaakt. Aan de payage gaan we eraf omdat we het als een principe nemen nooit betaalde wegen in te slaan.
*Het is zondag, de Fransen genieten van hun croissant en we hebben de baan bijna voor ons alleen. Tot Parijs, de pérépherique, barstens vol. Wie zijn zij? Wat drijft hen?
Noch een paard, een brandende haard of de Pucelle in persoon melden aanwezig om ons te helpen herinneren aan Jeanne dArc als wij Orleans voorbij rijden.
*Ook zegt, zingt niemand tas voulu voir Vierzon et on a vu Vierzon als we deze stad aandoen.
Mogen Les Jacques, Dutronc en Brel me vergeven.
*Tegen vier uur stoppen we in Argenton sur Creuse , omdat er een gratis parking is voor campers. Pech, foorkramers oefen er hun beroep uit. No harm done, we zoeken een hoekje waar we hopelijk rustig de nacht kunnen doorbrengen, wat lukt
** s Morgens is het ietwat mistig en dat is jammer want we rijden langs en door bossen die in deze periode, begin november, het mooiste van hun kunnen vertonen. Een beetje zon die we later in de dag af en toe krijgen helpt het schouwspel van kleuren, gemeenlijk noemen wij ze herfstkleuren, naar een aardparadijselijk vertoon leiden.
*We rijden door en langs dorpen, steden en streken met namen die iets oproepen. Nogal eens gaat het om papillenverheffende dranken zoals wijn van Saint Estephe of Pinot van de Charente of nog dat drankje uit het stadje Cognac.
*Zo geraken te midden van de wijngaarden die zorgen voor de naam en faam van de stad die we aan de kant voorbij rijden, Bordeaux. Van daar geraken we beetje bij beetje in de Landes, de kerstboom van Zuid Europa. Als het vier is het bijna donker hier en we zoeken een plaatsje tussen de sparren en aanverwanten om ons voor te bereiden en uitgerust morgen door de Pyreneeën te rijden.
**De Landes zijn niet meer wat ze geweest zijn, althans wat ik er me nog van voorstelde. Heel veel jaren terug reed ik erdoor een twee- hoogstens drievakbaantje, honderd kilometer lang met niet anders dan sparren links en rechts. Nu loopt er dwars doorheen een autosnelweg en men is over de ganse lengte bezig aan beide kanten een derde vak aan te breien.
*Ook de ETA in Baskenland, dat we vervolgens doorkruisen aan zowel de Franse als de Spaanse kant, is gelukkig maar, niet meer wat het geweest is. De moordmachine heeft op gehouden te werken.
*En dan komt het mooiste moment terwijl we aan het hooggebergte beginnen via de Col de Somport, 1650m. De Pyreneeën stralen onder een wolkenloze hemel en die moraalopkikkerende vuurbol genaamd Zon. Na al de druilerigheid van de laatste dagen echt een welkome versnapering.
*Tegen 16.00 stoppen we in het eerste beste dorp, Calamocha. Waarschijnlijk ligt het nogal hoog want s morgens is het met 7 graden koud opstaan.
**Ik heb in de voorafgaande drie dagen geen 100 meter gewandeld en het zal vandaag niet beter zijn, want we willen onze voorlopige eindbestemming Elx( of Elche) bereiken. Het weer is prachtig, met zon 25 graden. We rijden door ontelbare viñedos, wijngaarden, met bloedrood tot saffraankleurige blaadjes in hun heel tijdelijk herfstkleedje..
*Ietwat versleten ploffen we in de vooravond onze camper neer tegen het strand van La Marina tussen twee andere. En wie staat achter ons? Annie en Jan, een uitermate sympathiek Nederlands koppel en hun zingende hond Luma. Het doet deugd hen terug te zien.
*Oef, we zijn vroeger dan we dachten zover geraakt, vanaf nu mag en kan het rustiger. Daar drinken we er een op. Salud.