**24 okt is THE DAY. Na een verjaardaglunch met Rikas familie trekken wij voor een korte trip zuidwaarts, naar Wervik. Afscheid nemen van mijn zus en vroeg gaan slapen dicht aan het station daar. Gewekt door de eerste trein de volgende morgen vertrekken wij tegen O5.00 uur. Rika slaapt de slaap der onschuldige maagden (wat een bekentenis) om zich aan te melden als ik een stopje doe iets voor Parijs om haar te verrassen op een croissantontbijtje, de koffie moet ze zelf zetten.
*Ik moet haar nog zeggen dat we, zoals gisterenavond een beetje beslist, niet naar Bretagne gaan omdat ik bij een weerbericht opgevangen heb dat het daar gaat onweren. Dus zijn we begonnen via Parijs de kortste weg naar La Marina in het zuiden van Spanje te nemen. Er komt geen protest, de croissant smaakt.
* Een eindje voorbij Parijs moeten we onze zonnebril opzetten. Dat vrolijkt op en tegen het omtrent 16.00 is hebben we een 500 km gereden, wat voor een ventje als ik, eigenlijk van het goede teveel is. We poten ons karretje neer in een dorpje dat Nuan les Fuzeliers heet. Een wandeling leert ons dat er weinig te beleven valt op een everzwijn na, dat gretig gevallen bladeren eet uit de handen van de eerste beste vreemdeling. Een voordeel van de locatie, we hebben een zalige geluidloze nacht.
**Het geraakt 10.00 voor we gereed geraken en weg rijden onder een helderblauwe hemel. T a voulu voir Vierzon et on a vu Vierzon. Dat zei, zong Jacques Brel, wij rijden het aan de kant voorbij. Voor de rest wordt het weer hollen om vlug zuidwaarts te geraken . We stoppen in Saint Savin waar we een knusse heerlijke nacht doorbrengen, spijts de thermometer geen hoge scores weergeeft. s Morgens zijn de daken wit gevroren. We liggen nogal hoog boven de zeespiegel waarschijnlijk.
**Een stralende zon kan de sfeer in de camper niet opvrolijken als we gereed zijn om de baan op te gaan. Bernard doet het niet, hij spreekt wel maar we hebben geen beeld en dat is wel gewenst in een land waar om de 400 meter een rotonde is. Vooral Rika ziet het niet zitten om oa. op de ring van grote steden in de wirrelwarrel van afrit op afrit onze camper met een half werkende GPS naar het einddoel te dirigeren. Als de nood .. enz. na de middag vindt ze de oplossing:15 duwen op de startknop en het ding reset zich. Rika belooft Bernard nooit meer op hem te zullen schelden.
*We rijden na een tijd door de Landes, een departement 9000 km2 groot , waarvan het grootste gedeelte begroeid is met eindeloze sparrenbossen (of zijn het dennen?), op de duur toch wel een beetje boaring. Rika vindt ze zelf geen fotootje waardig. Als de bomen weer een beetje kunnen geteld worden wil dat zeggen dat we in Euskal Herria oftewel Baskenland gekomen zijn.
*We stoppen in Saint Jean Pied de Port (verleidelijk om bij die naam niet aan een varkenspoot te denken porco dio) . Het was ooit een omwald dorpje, nu uitgegroeid tot een stad buiten de wallen. Hier komen sinds eeuwen pelgrims op weg naar Saint Jacques de Compostello een stop houden. Als zij dan door de poort het dorp verlaten zien zij voor zich de Pyreneeën in de wetenschap dat ze nog 800 km te stappen hebben.
We zijn op nog geen 100 schietgebedekens van Lourdes af gelegen en hadden eerst gedacht daar eventjes langs te lopen, hadden wij ons reisplan niet wat aangepast. Bernard is niet langer ingesteld om ons naar Andalusia te brengen. We beslisten om toch maar eens naar Portugal door te reizen.
* Om een leeg moment deftig in te vullen neem ik het leesvoer van een oud nummer van Lourdes Magazine le mensuel du pélerin tot mij. Daarin schrijft le Père, Jean Baptiste ABADIE uitleggend dat god vader is van de armen en zondaars. De verschijning aan Bernadette had god op een eerder zonderlinge manier bedacht. Hij stuurde zijn moeder niet als een grote dame maar als een klein jong meisje. Niet groter dan ik zei Bernadette die 1.44m. was. Wel wel, OLV als klein meisje vermomd, dat beeld zou ik wel eens willen zien, het staat niet in Lourdes in elk geval.
*Bernadette sprak geen Frans, waarschijnlijk dus alleen Euskara (Baskisch), later schreef ze wel brieven in het Frans aan haar familie. Waarom niet, wat logisch zou zijn, in haar taal. Die familie kopieerde dan die brieven met de hand geschreven in veelvouden die dan hun weg vonden bij pelgrims. Ruikt naar geldwolverij, mijn gedacht. Ook al in die tijd.
** Nog een verschijning: Rika hoort en ziet in een voor mijn oog lege etalage iemand die haar naam noemt en zegt Bernard te heten. Sjonge, dat de wonderen toch nog niet uit de wereld zijn hé.
** Een stoere bonk uit vervlogen tijden die al van jongs af interesse moet betoond hebben voor het andere geslacht heeft van de meester als straf lijntjes moeten schrijven. Herinnert mij aan mijn prille jeugdjaren .
PS: Maar even later gezien dat het everzwijn niet echt van vlees en bloed is.