**We hebben het stadje Tata gekozen om enkele dagen te blijven staan want er is een grote was te doen. We gaan daarvoor op de camping municipal staan, een iets groter complex met koude douches, wasdraden en alle soorten aanverwant comfort. Temeer ligt de plaats aan de rivier Tata, in dit seizoen bijna zo droog als een stokvis weliswaar, maar toch daardoor al bij al een prachtige oase. Overdag en in de zon zien we de thermometer dicht tegen de 50° Celcius aanleunen. In de nacht geraakt hij moeilijk boven de 5°. Nog een reden om op campings te gaan staan in deze streken. We hebben een elektrisch vuurtje bij en voor de frigo is het ook goed. We sparen LPG uit.
De muren van de huizen aan de rand van de stad zijn in pisé een mengeling van zand, keitjes en stro. Op de volgende fotos eerst een huisje aan de lager gelegen oever van de Tata. Een tweede met zicht op de toegang. Rika kon niet verder gaan want de eerste kamer was er eentje dat je de drollenkamer zou kunnen noemen.
*Opvallend is hoe donker de huid van een deel van de bevolking is. Op eenvoudig verzoek komen wij te weten dat dit de nakomelingen zijn van de eerste bewoners van de oases in de tijd dat de Sahara beetje bij beetje noordwaarts terrein verwierf. Nu zijn ze overspoeld door Berbers die op hun toer hadden moeten plaats maken in hun gebieden voor de oprukkende Arabieren.
*Als we op de soukh iets willen kopen, stellen we vast dat met welke Europese taal ook het moeilijk is zich verstaanbaar te maken. Maar we trekken onze plan en de soukh is en blijft een place to be, met geuren en kleuren en vriendelijke en lachende mensen. Op fotos hieronder, onze eigen schoenmaker en vrouwen in de soukh. Om redenen van welvoeglijkheid neem ik geen fotos van de voorkant van de dames. Er is daarrond nog veel bijgeloof
.
*Ik weet niet of de hierna volgende situatie bij u die dit leest aanslaat, maar wij hebben er ons kriek bij gelachen. Stel je een allervriendelijkst Nederlands koppel voor, met ons de enige niet Fransen op de camping. Hun Frans is peniblement slecht, maar zij spreken het in hun hoofd waarschijnlijk verstaanbaar. Het koppel heeft van de wijn geproefd. Dat moet ook de Fransman en zijn vrouw die de ganse dag met haar zonnebril op zit te bruinen, met aangepast gevolg, hebben zitten doen. Déguster.
*Ze geraken niet rond in hun conversatie en ik tolk. De Nederlandse mevrouw zegt iets onnozels en ik vertaal vals: Elle dit quelle vous trouve beau et quelle est un peu amoureuse.
De Fransoos bekijkt haar en brabbelt iets en ik vertaal naar de lieve Nederlanders: Hij is een voorstander van groepssex. Verder wil ik hier niet op ingaan want de waarheid zou niemand toch kunnen geloven. Amen.
**We trekken verder. Een niet zo leuke baan brengt ons naar Foum Zguid, een 150 km lange trip met geen ander zicht (wel mooi) dan hetgeen je juist ervoor ook al hebt gezien. En dan geraken we weer in de bergen. We like it. Korte draaikes, putten in de weg mooie tafereeltjes, het mag precies de rest van ons leven blijven duren. Maar dan komen we in een vallei waar mama natuur een canyon heeft gebaard die voor liefhebbers van de soort,ik tel me erbij, het hart in vervoering brengt. Hij is niet overal even diep, maar de grilligheid ervan maakt hem tot een prachtig schaduwspel.
*En dan loopt een vent midden op de weg. Hij is zonder diesel gevallen, en of we hem naar zijn dorp kunnen rijden. Tuurlijk. Volgt een litanie van aanbidding voor zoveel vriendelijkheid van onzentwege en dat we op zijn terrein MOETEN slapen en we s avonds bij hem thuis tagine MOETEN eten. Ik zie Rika alsmaar minder vrolijk kijken. Kan ik het helpen als de herinnering aan overledenen bij me opkomt, Sadam, Adolf? Ik bedank hem voor de gastvrijheid en we rijden een km verder, waar we ons tussen de palmen nestelen en een hele nacht lang onbewust genieten van de stilte
.
**s morgens zetten we nogal vlug aan en ontbijten in Agdz, zowat het beginpunt van de wereldbefaamde Vallée du Drâa genoemd naar de gelijknamige rivier. De Drâa heeft zijn bronnen in de Hoge Atlas en loopt zon 250km bovengronds om dan rond Mhamid ,aan het begin van de Sahara, ondergronds te gaan gedurende een 750 km om zich dan in de Atlantische oceaan te storten. Storten is misschien een te groot woord voor het kabbelend dingetje. Toch is de Drâa verantwoordelijk voor een aan weerszijden van zijn oevers groene heel vruchtbare streek. Precies als de Nijl in Egypte. Het is één langgerekte palmeraie, meer dan 150km lang met in de schaduw van de bomen groene perceeltjes van graan of gras voor de dieren ea.
*Vooorbij Agdz begint tevens in de verte maar toch verschrikkelijk aanwezig de Jebel (gebergte) Kissane ( zie foto). We rijden een heel eind langs de Drâa, eigenlijk in dit seizoen eerder slechts een Draatje.
*Onderweg doen wij een werk van barmhartigheid. Een kamelenhoeder is met zijn bende in de rivierbedding vruchteloos naar water aan het zoeken. Hem hebben we voor een tijdje van dorst kunnen sparen, de bultenaartjes, sorry dat waren er teveel.
** Een verwittigend bord vermeld dat de we in de enige echte Sahara binnenrijden, een uurtje later zijn we in het dorp Mhamid.