XX
10/9/10
We zijn weer op weg en op ons eentje. Plezante wandelingen gedaan, vooral omdat Lamberto zowat elke wilde vijgenboom in de streek weet staan en hun vruchtjes zijn nu op hen best. Vijgen zelf, rijp van de boom plukken, cest un régal. Ook een plezant verjaardagsfeestje mee gemaakt en we prijzen ons gelukkig dat we zoals voorzien niet voortijdig zijn weg gegaan. Het is de gewoonte dat op het einde de totale rekening wordt voor gelegd en dat dit verdeeld wordt onder het aantal deelnemers. Wisten we totaal niet. Dat was gisteren . We rijden door de Appinino Umbrio, de Appenijnen dus. Urbano, Gubbio, Assisi en andere, met een opeenvolging van heuvels en laag gebergte telkens een brok wilde bijna onaangetaste natuur. Volgen ongezien sprookjesachtige valleien zoals de Spoletovallei voor het hooggebergte zich aanmeldt. De bergflanken zijn bezaaid met oude dorpjes, waarbij wij een keuze om even te blijven aan het toeval overlaten. Assisi hadden wij uitgesloten, een bedevaartsoord met vijf miljoen bezoekers zijn twee redenen om er niet te stoppen. Het wordt Trevi (zie foto)een nog door toeristen miskend juweel. Als een roofvogelnest hoog op zijn bergtop is het stadje half omgeven door bergen tot in de nog begroeid met olijfbomen. Ze maken er de beste olie van Italië. Het is ook de streek van de truffels en een speciale saus ervan gemaakt. Als onze frigo opengaat slaat een walm van het spul je neusgaten binnen. Trevi, wat niets te maken heeft met de Romeinse fontein ( Tre vie= drie wegen, straten) gaat nog steeds gebukt onder de slagen toe gebracht door de zware aardbeving in september 1996. Een mooi gedeelte is hersteld maar er staan nog meerdere kranen en wat Rika vond dat er nogal veel en alleen mannen in de straten lopen, wil zeggen dat er nog altijd met man maar niet teveel macht verder af gewerkt wordt