Onder een droge hemel en niet te koud weer vertrokken we op uitstap naar Affligem.
Affligem is een gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant. De gemeente telt ruim 12.000 inwoners. Grensgemeenten zijn: Aalst (Noorden en Westen), Denderleeuw (Zuid-westen), Liedekerke (Zuiden), Ternat (Zuid-oosten) en Asse (Oosten).
Affligem weerklinkt bijna dagelijks op de radio als knelpunt waar de files op de E40 Oostende-Brussel ontstaan.
Onze tocht vertrok aan de abdij van Affligem.
De abdij van Affligem mag beschouwd worden als de meest imposante abdijstichting van de benedictijnen in de Lage Landen. Als huisabdij van de hertogen van Brabant werd ze Primaria Brabantiae (de voortreffelijkste van Brabant) betiteld. In de rijmkroniek van Sinte-Lugartde (circa 1200) wordt ze Spiegel voor alle abdijen genoemd.
De abdij is ontstaan uit een eremitische gemeenschap die vermoedelijk op 28 juni 1062 werd opgericht. Haar grote weldoener is paltsgraaf Herman II van Lotharingen ( 1085). Via zijn minderjarigheidsvoogd, aartsbisschop Anno II van Keulen (1056-1075), gaf hij toelating aan de eremieten om op zijn domein te Affligem een gemeenschap te stichten.
Wellicht is deze paltsgraaf ook de beschermheer van de eerste Sint-Pieterskerk geweest (1083). Op de dag van de kroning van de Duitse keizer Hendrik IV te Rome (31 maart 1084) schonk hij bovendien zijn eigengoed te Affligem voor de formele oprichting van de abdij met een reguliere orde. In 1086 werd de stichting nogmaals rijk begunstigd door de landsheerlijke opvolger van paltsgraaf Herman II van Lotharingen in Brabant, graaf Hendrik III van Leuven. Zodra deze inkomsten voorhanden waren, werd overgegaan tot de formele inwijding door bisschop Gerardus II van Kamerijk.
Op onze wandeling in het Kloosterbos kregen we het gezelschap van een reiger.
In de verte zagen we de gebouwen van mijn vrouwtje haar laatste werkgever.
De boeren waren op de hoppevelden al bezig met de voorbereidingen voor de hop. In het voorjaar worden eerst de resten van de oude plant weggesneden, daarna bevestigt men fijne ijzerdraadjes aan de lange draden bovenaan. Die ijzerdraadjes worden later vastgemaakt in de grond. Rond deze draadjes groeit de hoppe. Begin mei draait men de hoppescheuten(+/-50cm) rond de ijzerdraadjes. Meestal draait men 3 gezonde, stevige scheuten rond elke draad, zo raken er normaalgezien zeker 2 boven. Nadien groeit de hop min of meer zelfstandig. Bij winderig weer durven de scheuten de draad wel eens te verliezen. Daarom moet de boer af een toe het bovenste stuk van de scheuten opnieuw aandraaien.
Ook een kudde ezels kwam ons vriendelijk groeten.
En ze lieten zich maar wat graag aaien door mij.
Een eind verder stond er ons ook een paard op te wachten. We waren ons juist aan het afvragen welk ras dit zou zijn, toen de eigenaar langs kwam om te voederen. Dus mijn vrouwtje nieuwsgierig als ze is, sprak de man aan en vroeg uitleg..
Het is een Pinto. Nog nooit van gehoord.. dus opgezocht op internet.
De Pinto stamt af van de paarden met gevlekte vacht die NoordAmerikaanse indianen ontvreemdden bij de conquistadores. Zijn naam heeft hij te danken aan een Spaans woord, 'pintado', wat 'geverfd' betekent.
Een Pinto karakteriseert zich beter aan de hand van zijn kleur en niet zozeer door zijn bouw. Gewoonlijk is het een stevig gebouwd, krachtig paard dat gedurende zeer lange tijd inspanningen kan leveren.
De vacht van de Pinto kan worden onderverdeeld in twee groepen: de 'overo' (witte vlekken op een gekleurde ondergrond) en de 'tobiano' (wit met vlekken in verschillende kleuren, behalve zwart).
De Pinto werd nog niet zolang geleden erkend als ras en dan nog maar alleen in de Verenigde Staten. Dit spectaculaire paard heeft soepele, losse gangen en gewoonlijk is het bijzonder comfortabel. Het bezit een korte, dunne staart. Wellicht ontstond die door selectief fokken om niet te blijven hangen aan de struiken en doornen van de ongerepte vlakten in de VS.
Weer een aantal bomen gezien met zwammen. Wist je als er op een boom een zwam groeit, dat deze boom dan ziek is ?
Dus moet deze boom er wel heel slecht aan toe zijn... al die uitstulpingen die je ziet zijn zwammen.
Onderweg kwamen er toch wat wolken aanzetten.
Toen we onze weg verder zetten, kwamen we aan de Meldertvijver : deze vijver maakte vroeger deel uit van het draineringsproject van de abdij van Affligem en diende destijds ook als viskweekvijver en potvijver.
Even uitblazen onderweg in een volkscaféetje...
...onder het genot van een drankje, en terwijl even de kaart bestuderen om te zien of we nog op de goede weg zijn.
Aan de Vrije School in Meldert hing er een heus modern kunstwerk.
De gotische Sint-Walburgakerk van Meldert wordt momenteel gerestaureerd.
O-L-Vrouw van Lourdeskapel.
Landelijke vergezichten.
Sint-Rochus kreeg hier als volkse heilige en beschermer van de hoplochtingen tegen allerlei plagen een kapel, de Sint-Rochuskapel (1560), ook genoemd de "Kapel van Nievel".
En zo kwam onze eindbestemming stilaan in zicht.. terug op weg naar de abdij.
Nog even een foto van dit beeld aan de abdijmuur.
Zo beste bloggers, dit was alweer een verslagje van onze tocht.. we hopen dat jullie er ook van genoten hebben.
Bron : Wikipedia Bron : www.abdijaffligem.be Bron : http://users.skynet.be/olo3000/hetjaardoor.htm Bron : http://users.belgacom.net/paardenwereld/ras/pinto.htm Bron : http://toerismeaffligem.be/
|