k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
Lieve Heer,ik hoop dat je begrijpt dat het niet altijd even gemakkelijk is om vergeving te schenken en nieuwe kansen aan te reiken.Toch wil ik je vragen mij te helpen om het telkens opnieuw te proberen, tot zeventig maal zeven keer als 't nodig is.Laat mij niet wachten tot een ander 't voor mij doet of tot dat het zo moeilijk wordt dat er geen uitweg meer is.Maar geef mij den moed zelf te proberen om met een warm hart naar mensen toe te gaan, op de manier zoals u naar mij toekomt. Ik zal je daarvoor altijd dankbaar zijn.
Mijn lieve God;geef ons uw Geest van alertheid,zodat wij geen onbezonnen dingen doen,maar integendeel ingaan op wat u ons vraagt in mensen. Zorg dat wij uw naam 'ik zal er zijn' waarmaken hier op aarde.Leer ons kijken om ons heen hoe u aanwezig bent in mensen, in bloemen in pas geboren dieren,zo stil, zonder enige commentaar.
(Met de groetjes van ploef)'k ben nog een beetje suf van den antibiotica)
(Foto; Wat van Passchendale overblijft)Terwijl in hun gracht met stilstaande water, de enkele mannen van luitenantSeverin en kommandant Louis, tot aan hun schouders in den vloed, zonder eten of drinken na een slapeloozen nacht geduurende zeven uuren zullen vuren op de Duitschers, die over de voetbruggen komen,, vraagt majoor Aulaerts van het 9'linie, die verneemt hoe de vijand bij de Roode Hoeve nog een brug slaat,versterking aan zijn overste Reding. Deze zendt twee compagnien waarvan een door zijn zoon wordt aangevoerd, maar hoe prachtig ze ook aanmarcheerden worden deze afdeelingen reeds vernietigd voor zij den Yzer bereikten.Luitenand Legrand en luitenand Mahieu worden gedood en luitenant Berg is doodelijk gewond, terwijl men majoor Aulaerts gekwetst wegvoeren moet. Van oversten beroofd, gedund door de machienegeweren van de bocht overtuigd van de onmogelijkheid in deze kromming, die reeds doorboord is en waarin een vloed van mitrailleurs en voetvolk doordringt, nog verderen weerstand te kunnen bieden, wijken de soldaten van het 2', met hun gewonden, naar den weg van Schoorbakke rechts van de brug zal het bataljon Lippens nog den ganschen dag stand houden de bocht is dus tusschen den haak van luitenant Severin tot aan hetbataljon Lippens. open voor den vijand die zich verschanden gaat op de hoeven en in de grachten, wanhopige pogingen werden in het werk gesteld om den tegenstander nog te verjagen. Majoor Blairon zond zijn laatste reserve, de compagnie Pire, die juist wat rust geboot omdat den vorige dag afgelost was.De officier stapte aan het hooft van zijn mannen.'tGing door een geweldig vuur; veel soldaten, de fourier, een korporal sneuvelden ; dan viel den luitenant zelf. En 't werd nog erger. Eensklaps barstten de mitrailleurs los. Van de kompagnie bleven nog eenige mannen over, zonder oversten. Ze kropen terug tusschen de gewonden, over de dooden. Men hoorde tusschen de knallen der granaten en het fluiten der kogels gekerm. gekreun, geschrei. De toestand was verschrikkelijk. Hier scheen geen uitkomst meer.WIE ZICH EVEN BLOOT GAF? WAS EEN MAN DES DOODS.Kolonel Couturiau zond dan het 1'bataljon van het 8' in 't vuur. We hebben reeds gezegd, dat dit in reserve was te Stuivekenskerke, het kleine dorp,dat daar altijd zoo vergeten lag tusschen de weiden, ver van de groote wegen. Maar den vijand vond het dus wel en had het den ganschen nacht beschoten. Op enkele inwoners na, waren alle inwoners gevlucht;.Alleen de pastoor en den onderwijzer waren op de dorpsplaats gebleven om de gewonden bij te staan. Weer geven wij het woord aan Marguerite Baulu om de episode van de 35 mannen van dit 1'bataljon te beschrijven. Haar verhaal geeft den lezer een denkbeeld van al het moordadige van dezen eersten Yzerslag ..In den nacht van 21 op22sliep het dorp Stuivekenskerke vreedzaam. Eensklaps schkudde tegen den ochtend een geweldige ontploffing de huisjes. De straatsteenen sloegen de ruiten uit, en aldus werd brutaal ook een raam geopend van een school waar de compagnie Pottier kantoneerde.Maes(een soldaat uit Coxyde, voor den oorlog onderwijzer), was zoo afgemat daar hij den vorigen dag loopgraven gemaakt had, dat hij pas een seconde na de slag ontwaakte; in de terugkeerende stilte gingen zijn oogen open op het bevallig dekor van een schoolklas, kleine lessenaars, een bord, wantkaarten. Maar onmiddelijk daarna slingerde een nieuw gedonder de potten met geraniums van 't vensterkozijn en 't roode steengruis over den vloer."Buiten vallen er nog bloempotten, mompelde Graide( een der manschappen van de compagbie) en weemoed vervulde eensklaps zijn hart. Gedurende eenige oogenblikken volgde hij met het oog de dikke schrapnellwolken tegen den hemel." als hij onzen Yzerveldtocht aan de kleine boeren van Coxyde vertelt, zult hij ook uw blik naar Stuivekenskerke moeten wenden",zei hij tot Maes" want er is iets, dat mij zegt,dat de veldtocht hier voor mij eindigen zal." "Zijt gij hek...wilt ge...." Maar hij werd onderbroken door het vreeselijk lawaai dat het dorpje van de kleine school vervulde.vervolg op nummer 5
Wie lief kan zijn,aanvaard elkaar zijn fouten,ze geven vrijheid,geven ruimte om zichzelf te vinden,zonder dat ze elkaar hinderen.Ze aanvaarden ook mensen hun fouten;hoe vervelend die ook kunnen zijn, hoeveel geduld je er voor moet hebben.Ze weten dat wij met de fouten die wij 't liefst niet zouden hebben moeten leren leven.
(Met de groetjes van ploef) ps/ ploef is ziek en aan 't herstellen)
(Foto Duitsche soldaten op de uitkijk in het duin van Oostende)Als de kardoezen der genie uitgeput zijn, trekken de Duitsche soldaten over de bruggen en hechten zich op de helling van den dijk aan de overzijde, waar ze door de kruin geschieden zijn van onzen schiet-loopgraaf,die nu zwijgen moet. Bij deze aanwijzing van gemis aan munitie, hijscht de vijand zich al kruipend op den dijk,en slaat met den geweerkolf op de mannen der genie, die daar ontwapend beneden hem zitten. Velen worden aldus doodgebeukt.Enkelen,die nog patronen bezitten, bieden weerstand ,maar de anderen vluchten naar Tervate,en verspreiden rond zich het alarm en de schrik."De Duitschers zijn er over...Achteruit?Ze zijn met vier honderd?" roepen de eersten."Ze zijn met duizend?" schreeuwen de volgenden.Ze zijn met tweeduizend?" herhaalt men van alle zijden.Eenige officieren van het 8° trachten de vluchtelingen tegen te houden, maar den chaos van waanzin sleurt deze mee naar de brug van Tervate en drijft ze op de helling,waarop de vijand mitrailleurvuur richt, zoodat de onzen bloedend over elkaar in de gracht tuimelen. Opgeschrikt door het gerucht dezer ramp snelt majoor Blairon uit de smidse,links van de brug,houd wat hij kan van de verschrikte vluchtelingen tegen, groepeert ze en luistert dan bleek van woede naar hun verslag en laat te Vicogne, een kasteeltje,wat verder tegen Stuivekenskerke colonel Couturiau verwittigen door den Wielrijder Wittamer, die, terwijl hij op zijn fiets springt,zijn chef hoort mompelen:"Zoolang ik leef,zullen ze niet over de brug trekken."Daarna kalmeert de kolonel de paniek der manschappen van de genie, die hij heeft kunnen verzamelen,en stuurt hen naar hun stelling waar van minuut tot minuut, de toestand nog ernstiger wordt.En inderdaad, is in een poging van heldhaftigen weerstand,majoor Deltenre gesneuveld,en zijn er acht officieren buiten gevecht.Drie slechts blijven overeind aan 't hoofd een handje vol mannen. Onvermijdelijke verwarring vergroot de ramp.Toch slaagde luitenant Severin er in om achter het massief van den dijk 80 soldaten te verzamelen, en vermeerderd met de compagnie Louis van het achste die rechts van hem stond,vestigt bij zich loodrecht op den dijk, drie honderd meter ten Zuiden van de weg naar Keiem,ongeveer op de hoogte van paal elf.De vijand is dus over de rivier,en verspreidt zich langs den dijk en in de grachten.Hij is op dit oogenblik nog niet zeer talrijk maar organiseert zich meesterlijk;twee machienegeweren in den dijk opgesteld, vegen den kruin-noord enzuidwaardts, anderen zijn naar de binnenzijde van den sector gericht;hoeven bij deb stroom worden versterkt en alle toegangen naar de nieuwe positie met ijzerdraad beschermd.(wordt vervolgd op 4)
Tot ik ontdekte; de schoonheid van het leven,Het leven bestaat ook uit haat, tot ik ontdekte dat dat alleen onwetendheid was.bang voor lief te hebben tot het mijn hart raakte en het gevoel plaats maakte voor zonovergoten dagen.Ik had schrik om oud te worden tot ik zag dat wijsheid groeide.Bang voor de toekomst, tot ik ondervond dat waarheid sterker maakte.Ik had schrik voor pijn tot ik leerde dat pijn nodig was om te groeien. en ik had schrik voor mijn lot,tot ik ontdekte dat ikzelf de macht in handen had om mijn leven te veranderen.en ik voelde mij een kind van God. (Met de groetjes van ploef en nog een gezellig weekeind)
Ik was bang tot ik besefte,dat ik mocht beminnen. Ik was bang om te falen,tot ik ondekte dat ik alleen faalde als ik niet probeerde. Ik was bang voor waardering te hebben tot ik ontdekte om tevreden te zijn. Ik was bang voor de mening van anderen tot ik ontdekte dat mensen een mening over mij zouden hebben. Ik was bang voor afwijzing, tot ik leerde mezelf te vertrouwen. Ik was bang voor de waarheid,tot ik zag hoe lelijk leugens waren. Ik was bang voor de dood tot ik ontdekte dat de dood niet het einde was maar het begin