Vrienden komen en vrienden gaan Verdwijnen als schepen in de mist Varend tot achter de verre horizon Je denkt, heb ik me zo vergist ? Maar nee, de echte vrienden blijven Varen als een loods steeds langszij Ook al dobber je zelf maar wat rond Ze blijven je trouw en dat maakt blij
Zo gauw de zon weer warmte geeft En de lucht wordt hemelsblauw Dan krijgen we de lentekriebels Fluiten de mannen in de bouw Naar al die mooie blote benen Van de dametjes in hun rokje Vogeltjes willen een nestje maken En zoeken al naar 't beste hokje Narcissen richten zich op in de zon Een groene waas komt in de bomen Als teken van de eerste bladeren Geniet van al wat nieuw zal komen
We kunnen alleen kaarsjes branden Want het is nog lang niet voorbij Overal is zo onnoemelijk veel leed Witte kistjes staan daar in een rij Hoe kunnen wij de mensen troosten Nooit meer te horen hun lieve stem Verdoofd door smartelijk verlangen Naar hun kind, naar haar, naar hem Voor de volwassenen een bruine kist Bloemen liggen er in een lange rij Knuffeltjes en heel veel kaarsjes Nee, het is nog lang niet voorbij Nog niet.....
Na een nacht vol mooie dromen Begon ik aan een nieuwe dag De radio vermelde een vreselijk ongeluk Daardoor raakte ik totaal van slag Een bus vol kinderen en begeleiders Vrolijk, niet wetend van de nood Die het lot velen die dag zou brengen 28 mensen vonden er een tragische dood Ouders spoeden zich naar hun kinderen Niet wetend wat hen te wachten stond Het vreselijkste wat je maar kunt denken 20 Kinderen die men niet levend vond Lieve God, zij hen genadig, sta ze bij Ben zo begaan met hun groot verdriet Holland en België samen in rouw Stil ben ik want bevatten kan ik het niet
Verliefdheid, vlinders in je buik Een mooier gevoel bestaat er niet De warmte zit zo diep van binnen Met mooie dromen in 't verschiet De meeste vlinders vliegen weg Naar mate de jaren zullen verstrijken Ze maken plaats voor houden van Daardoor zal je leven zich verrijken Samen hand in hand ga je verder Word je ouder, maar keer op keer Wanneer je in elkaars ogen kijkt Voel je die vlinders telkens weer
Sinds ik in de levenstrein stapte Ben ik al menig station gepasseerd En overal waar de trein ooit stopte Heb ik veel gezien en bijgeleerd In die trein maakt het niets uit Of je jong of oud bent, arm of rijk Ieder draagt zijn bagage mee We zijn daar allemaal gelijk De trein vervolgt zijn levensreis Tot het einde van onze dagen Wie het zwaar heeft wordt getroost Door elkaars bagage te helpen dragen