ik vul de geboden tijd veel minder in dan het denken zou willen
ontleen de huidige zin aan het heden dat mijn gevoel alleen met de thans aanwezige ervaring kan stillen
niet dat ik spreek over onmacht of al van overgave
ik word geacht, daar de ziel dat vraagt, mij aan de werkelijkheid hetzij zoet dan wel zuur doorgaans te laven
het is ook raken aan de uiteinden van een regenboog
of vertragen in een andante de ogen gedrenkt in vormeloze liefde die de hoop zo aanlengt
ik ben geaard in het leven doch ook meedrijvend in de onkenbare stroom
dat draagt mijn adem waarom zou ik hopen op een nu nog onverstaanbare droom
|