De Bhagavat Gita met mystieke toelichting van een sannyasi
De Bhagavat Gita, een filosofische leidraad in een moeilijke wereld
27-07-2024
Vers 36. O Madhava, hoe zouden we gelukkig kunnen worden door onze eigen familieleden te doden? Wat bereiken we ermee? We zullen tot zonde vervallen. Daarom is het verkeerd om Dhritrashtra's zonen en onze vrienden van het leven te beroven.
Arjuna spreekt Heer Krishna aan als Madhava, wat heer van het geluk betekent. Arjuna denkt nooit meer gelukkig te kunnen worden wanneer hij zijn familieleden en vrienden geestelijk doodt. Hij vraagt Heer Krishna, door zijn redenering, wanhopig om raad wat te doen in deze netelige kwestie, want hij streeft als een liefdevolle mens naar het goede en wil geen zonde begaan door de foute keuze te maken.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
26-07-2024
Vers 32 - 35. O Govinda, zelfs al winnen we een koninkrijk met alle geluk vandien, wat baat het ons als alle personen voor wie we dat verlangen nu op het slagveld tegenover ons staan. O Mathusudana, wanneer grootvaders, vaders, zonen en andere familieleden, vrienden en leraren bereid zijn hun leven en bezittingen op te offeren in deze strijd. O Janardana, ik wil niet met hen strijden, zelfs niet in ruil voor de drie werelden, laat staan deze aarde. Er bestaat voor mij geen vreugde te behalen in het doden van Dhrithrastra's zonen.
Heer Krishna wordt hier met drie verschillende namen aangesproken: Govinda, Mathusudana en Janardana. Govinda verwijst naar Veda (kennis), Mathusudana verwijst naar de vernietiging van de demon Madhu, die het ego symboliseert en Janardana verwijst naar Heer Vishnu (de instandhouder van het universum) en betekent: Hij die de oorspronkelijke verblijfplaats en beschermer is van alle levende wezens. Arjuna weigert dus de strijd aan te gaan met zijn familie omdat, zoals we reeds hebben vermeld, hij de stoffelijke familiebanden niet wil verbreken en alles bij het oude wil laten. De drie werelden verwijzen naar de causale wereld, de subtiele wereld en de fysieke wereld. De causale wereld is de ruimte waar alle mogelijke creaties reeds bestaan doch slechts als energie, de subtiele wereld waar de creaties zijn vastgelegd als op een blauwdruk en de fysieke wereld waar alle creaties hun vorm krijgen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
25-07-2024
Vers 31. O Krishna, hoe kan het doden van mijn eigen familie in deze oorlog tot iets goed leiden. Evenmin verlang ik naar de overwinning en het geluk die hierop zullen volgen.
Net als Arjuna zijn we allen geconditioneerd in de stoffelijke wereld. We menen familiebanden te hebben doch deze bestaan slechts zolang we in de materiële wereld leven. Feitelijk is de gedachte van het hebben van familie niet meer dan een illusie. Om het spirituele pad te volgen zullen we dus deze banden moeten verbreken en uiteraard is dit een zeer moeilijk en pijnlijk proces. Moeten we dan van ons hart een steen maken en onze familie verlaten zoals sommige traditionele yogis doen, soms zelf echtgenote en kinderen in de steek laten om ons volledig aan de Allerhoogste te wijden? Neen, naar mijn mening dienen we dit niet letterlijk te nemen maar figuurlijk op te vatten. We dienen ons wel geestelijk van onze familie- en andere banden te onthechten doch zonder aan mededogen en onze plicht tegenover hen in te boeten. We dienen dus duidelijk te begrijpen wat deze banden wel en niet betekenen. Arjuna kan, door gebrek aan spirituele kennis, het niet over zijn stoffelijke hart krijgen om de strijd aan te gaan en de stoffelijke banden met zijn familie te verbreken, want hij gelooft in dat geval nooit meer gelukkig te kunnen zijn.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
24-07-2024
Vers 30. O Krishna, mijn geest duizelt en ik heb mijn zelfbeheersing verloren. Ik zie enkel onheil in het vooruitzicht en ben niet langer in staat om op deze plaats te verblijven.
Arjuna raakt steeds meer in de ban van de levensomstandigheden van de materiële wereld en raakt volledig verstrikt in het web van illusies. Eerst is er de totale verwarring gevolgd door het verlies van zelfbeheersing. Hij wil enkel nog vluchten voor het onheil dat zijn denken beheerst. Door te vluchten denkt hij bevrijd te worden van deze verwarring, doch waar men ook gaat blijft de geestelijke verwarring in ons aanwezig. Door devotionele dienst aan de Allerhoogste kunnen we dit obstakel echter overwinnen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
22-07-2024
Vers 28 - 29. O mijn Heer, als ik al deze mensen hier zie die verlangen naar de strijd, voel ik mijn lichaam beven, mijn ledematen worden zwak, mijn mond droog en mijn haar gaat overeind staan. Mijn boog Gandiva glijdt uit mijn hand en mijn huid gloeit.
Alle symptomen die alhier beschreven worden verwijzen naar hevige angst en totale verwarring. De boog Gandiva die uit Arjuna's handen glijdt verwijst naar het verlies van zijn houvast in de wereld. Overal in de wereld spelen zich dagelijks dergelijke taferelen af. Als we er zelf niet bij betrokken zijn kunnen we wel mededogen hebben maar lijkt het ons verder niet te deren, maar als ons eigen "ik" er mee te maken krijgt lijkt het of de wereld voor ons vergaat. Al deze symptomen worden veroorzaakt door een materialistische levensopvatting (niet te verwarren met dat we het leed in de wereld zomaar moeten laten gebeuren zonder in te grijpen).
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
21-07-2024
Vers 25 - 26 - 27. Voor Bhisma en Dronacharya, en alle heersers van de wereld, sprak Heer Krishna: O Arjuna, zie hier alle leden van de Kurudynastie verzameld. Daar zag Arjuna vaders, grootvaders, ooms, neven, zonen en kleinzonen, leermeesters en vrienden, schoonvaders en weldoeners aan beide kanten geschaard. Toen keek Arjuna al dezen aan en door medeleven overmand sprak hij.
Aan beide zijden zag Arjuna familieleden en vrienden staan. Al dezen waren hem zo vertrouwd en maakten deel uit van zijn lichamelijk en mentaal bestaan dat hij tot nu toe had geleefd. Hoe in hemelsnaam kon hij zich ontdoen van wat een deel van hem was geworden. Arjuna stond op het punt een totale verandering te ondergaan vanwaar geen terugkeer meer mogelijk was.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
20-07-2024
Vers 24. Sanjaya sprak: Toen Heer Krishna, Hij die de geheimen van ieders hart kent, het verzoek van Arjuna, hij die de slaap heeft overwonnen, had gehoord mende hij de beste der strijdwagens tussen beide legers in en bracht deze aldaar tot stilstand.
Het grootste moment in ons leven breekt aan. Arjuna wordt hier ook Gudakesa genoemd (hij die de slaap heeft overwonnen) want hij is wakker geworden en ziet thans het verschil tussen goed en kwaad. Hij is bereid in zijn innerlijke het gevecht aan te gaan tussen de goede en kwade krachten. Arjuna is de vertegenwoordiger van de mens die zijn keuze dient te maken die bepalend is voor het verdere verloop van zijn leven. De beste der strijdwagens is, zoals we reeds eerder vermelden, niet gemaakt van aardse materialen, maar gemaakt van transcendentale energie.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
18-07-2024
Vers 21 - 22 - 23. O onfeilbare, rijd mijn strijdwagen tussen beide legers in, zodat ik kan zien wie de boosaardige Duryodhana steunt en met wie ik het in deze grote veldslag dien op te nemen.
Arjuna bidt tot de Allerhoogste om raad want hij weet dat eenmaal deze oorlog is begonnen, er geen terugweg is. Arjuna wil zeker zijn wie zijn tegenstanders zijn en of dit conflict niet op vreedzame wijze kan worden opgelost.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
17-07-2024
Vers 20. Toen Arjuna, op wiens banier Hanuman prijkte, de zonen van Dhritrashtra in slagorde zag staan, klaar om de strijd te beginnen, nam hij zijn boog en sprak volgende woorden tot Heer Krishna.
Arjuna vertegenwoordigt de goede mens die wijsheid zoekt doch noch steeds in de ban is van twijfel en rusteloosheid. De aap (Hanuman) op zijn banier, die wappert in de wind, verwijst enerzijds naar de rusteloze geest maar ook naar wereldverzaking, want Hanuman was geen gewone aap maar een wezen dat volledig wereldonthecht en bovendien een groot toegewijde van Heer Rama was (een incarnatie van Heer Vishnu, de instandhouder van het stoffelijk universum). Doch is het uiteindelijk enkel door de aanwijzingen en genade van de Allerhoogste mogelijk de rusteloze geest en onze twijfel definitief tot zwijgen te brengen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
16-07-2024
Vers 19. Het overweldigende tumult weergalmde in de lucht, deed hemel en aarde beven en verscheurde de harten van Dhrithrashtra's zonen.
Het kwade doet zich steeds sterker en stoerder voor dan het in werkelijkheid is. Het kan slechts rekenen op uiterlijke bongenoten doch innerlijk is het leeg, laf en zwak. Dhritrashtra's zonen, die het kwade vertegenwoordigen, voelden zich plots overweldigd door het éénheidsgevoel van de Pandava's die enkel de stem en aanwijzingen van de Allerhoogste volgen, en het goede vertegenwoordigen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
15-07-2024
Vers 18. En Drupada, de zonen van Draupadi en de sterkgearmde Subhadra, de grote strijder, en anderen, allen bliezen op hun schelphoorns.
Drupada, hij die tot het einde blijft. De vijf zonen van Draupadi, die de eigenschappen symboliseren van: mededogen met de ouderen (ouderliefde), zachtmoedigheid, fijngevoeligheid, standvastigheid en sierlijkheid. Zij allen zijn krachtige hulpmiddelen bij het beoefenen van meditatie. De sterkgearmde (gestrekte armen) Subhadra verwijst naar de reikwijdte van het handelen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
13-07-2024
Vers 17. Verder heb je Parmeshvas Kashi, de machtige strijdwagenmenner Shikhandi, Dhrishtadyuman, Virata en Satyaki.
Sommige auteurs vertalen Parmeshvas als de grote boogschutter. We kunnen het woord Parmeshvas echter opsplitsen in Param-Ish-Vas en wat dan één zijn met de Allerhoogste betekent. Kashi verwijst naar ons lichaam dat door middel van beheersing van de zintuigen en concentratie op onze geest en ons hart, ons de mogelijkheid aanreikt om één te worden met de Allerhoogste. Shikhandi verwijst naar het doorlopen van het proces van daadwerkelijke wereldonthechting waarbij men op het einde zelfs bevrijd is van het uitvoeren van rituelen. Dhrishthadyuman belichaamt het tot plicht besloten standvastige hart. Satyaki verwijst naar de correcte levenswandel en het handelen naar waarheid.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
12-07-2024
Vers 16. Koning Yudhishtira, de zoon van Kunti blies op zijn schelphoorn Anantvijaya. Nakula blies op zijn schelphoorn Sughosha. Sahadeva blies op zijn schelphoorn Manipushpaka.
Sanjaya, de raadsheer van koning Dhritrashtra, noemde Yudhishtira koning en maakte hierdoor duidelijk dat Yudhishtira rechtsgeldig voor het koningschap was voorbestemd en niet Dhitrashtra's zonen. Kunti is de belichaming van plichtsvervulling, die de vroomheid (Yudhisthira) heeft gebaard. Het transcendentale geluid van de schelphoorn Anantvijaya maakt de éénwording met de Allerhoogste mogelijk. Tijdens de oorlog blijft de belichaming van de vroomheid, Yudhishtira, onberoerd net zoals tijdens het gevecht tussen de mens en zijn aangeboren natuur, alsook in tijden van diep verdriet. Aldus helpt ons de Allerhoogste om uiteindelijk de overwinning te behalen. Nakula die op zijn schelphoorn Sughosha blies verwijst er naar dat bij elke plichtsvervulling het onheil mettertijd wordt vernietigd. Sahadeva die op zijn schelphoorn Manipushpaka blies verwijst er naar dat de ware dienst aan de Allerhoogste, de Geliefde, zich niet voltrekt in tempels of door ritualen maar in ons innerlijk, als onze geest zich volledig isoleert van de buitenwereld en slechts in het gezelschap van het Zelf verkeert, in diepe reflectie en meditatie.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
10-07-2024
Vers 15. De volmaakte yogameester Krishna, ook Hrishikesha genoemd, blies op zijn schelphoorn Panchajanya Arjuna, ook Dhananjaya genoemd, blies op zijn schelphoorn Devadatta en de dappere Bhima blies op zijn vermaarde schelphoorn Paundra.
Heer Krishna, die één is met de Allerhoogste, wordt ook Hrishikesha genoemd. Hrishikesha betekent Heer der zinnen, Hij die weet wat er in ieder hart omgaat. De vijf organen waarmee we voelen (aanraking, smaak, reukzin, spraak en vorm) worden sterk beïnvloed door onze zintuigen. Heer Krishna wil ons helpen om deze organen van de beïnvloeding der zintuigen te bevrijden en deze enkel in dienst te stellen van de Allerhoogste. Arjuna wordt ook Dhananjaya genoemd. Dhan betekent "vermogen". Dit vermogen verwijst naar onze levensbehoeften, die echter ondergeschikt zijn aan het innerlijk vermogen van onze ziel. De onmetelijk, krachtige Bhima blies op zijn vermaarde schelphoorn Paundra. Paundra betekent naastenliefde. De liefde vindt haar oorsprong in ons hart en wordt ook buik der gevoelens genoemd.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
09-07-2024
Vers 14. Vanop hun grote strijdwagen, getrokken door sneeuwwitte paarden, bliezen de volmaakte yogi Krishna en Arjuna op hun transcendentale schelphoorns.
De sneeuwwitte kleur van de paarden is het symbool van zuiverheid. Het geluid van de transcendentale schelphoorns klinkt voorbij de drie werelden waar de dood heerst: de wereld der mensen, der goden en de wereld van Brahma. In deze drie werelden heerst nog steeds de angst voor sterfelijkheid en eindigheid. De grote strijdwagen is niet uit aardse materialen gebouwd, zoals hout, zilver of goud maar is eveneens transcendentaal.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
07-07-2024
Vers 13. Daarna weerklonk plots en gelijktijdig een overdovend geluid van schelphoorns, trommels, trompetten en bazuinen.
De enige boodschap van de Kaurava's is het creëren van angst en chaos. Bij succes binden zij ons steeds vaster aan onze aangeboren natuur.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
06-07-2024
Vers 12. De macht van elkaars troepen afwegend, blies Bhisma, de roemrijke, grijze grootvader van de Kuru dynastie zeer luid op zijn schelphoorn. Het was als het gebrul van een leeuw en vervulde Duryodhana's hart met vreugde.
De leeuw symboliseert de angst. Angst bestaat slechts in onze stoffelijke, innerlijke natuur doch niet in de Allerhoogste. Als Bhisma, die de verwarring vertegenwoordigd wint dan wordt de angst in onze stoffelijke, innerlijke natuur verder aangewakkerd en bindt deze ons nog meer aan de materiële natuur. De materiële natuur voedt ons slechts met illusies; meer heeft zij niet te bieden. Het blazen van de schelphoorns van de Kaurava's wakkeren slechts het angstgevoel aan. Dat is de enige macht waarover zij beschikken.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
02-07-2024
Vers 11. Ieder vanuit zijn strategische positie dient grootvader Bhisma te beschermen. Zolang Bhisma in leven is zijn wij onoverwinnelijk. In plaats van met de Pandava's te strijden moeten jullie enkel Bhisma beschermen.
De Kaurava's dienen dus enkel Bhisma te beschermen. De naam van grootvader zou kunnen verwijzen naar de hoge ouderdom van Bhisma en dat deze niet meer in staat is om zichzelf te beschermen. Vanuit symbolische betekenis is grootvader Bhisma geen menselijk wezen van vlees en bloed maar het zinnebeeld van verwarring. Zolang de verwarring aanwezig is, leeft, zijn de demonische eigenschappen (de Kaurava's) onoverwinnelijk. Zolang er verwarring heerst is er onwetenheid. Is de verwarring opgelost eindigt ook de onwetenheid. Zelfs door de minste twijfel aan de Allerhoogste verliest men het evenwicht en wordt de verbinding met Hem verbroken. Daarom lijkt het leger van de Kaurava's onoverwinnelijk.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
29-06-2024
Vers 10. Onmetelijk is onze krijgsmacht die wordt aangevoerd door grootvader Bhisma, beperkt daarentegen de krijgsmacht aangevoerd door Bhima.
Vanuit objectieve benadering is Bhisma als generaal zeer ervaren en superieur aan Bhima als bevelhebber. Duryodhana is dus van mening dat dit in zijn voordeel is en hij hierdoor zal zegevieren. Vanuit subjectieve benadering drukken de woorden van Duryodhana: onmetelijk en beperkt, zijn twijfel uit.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna
28-06-2024
Vers 9. En er zijn nog vele andere helden, uitgerust met verschillende wapens en bedreven in de strijdkunst. Zij allen zijn bereid hun leven voor mij te geven.
Duryodhana voelt zich enorm gesteund doordat de krijgers van zijn strijdmacht er alles aan zullen doen om de overwinning te behalen en zelfs bereid zijn hun leven voor hem op te offeren. Het kwade heeft steeds bondgenoten nodigen die ondersteuning bieden. Helemaal op zichzelf aangewezen is het bang en machteloos.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 De wanhoop van Arjuna