Vers 38. Plezier en pijn, winst en verlies, overwinning en nederlaag. Allemaal hetzelfde, kijk er naar zonder onderscheid te maken. Maak je klaar voor de strijd, je zult geen zonde begaan.
De zon maakt geen onderscheid, ze schijnt voor iedereen, zowel de goede als slechte mens. Verhef je boven de dualiteit van deze stoffelijke wereld, ken liefde noch haat, vreugde noch verdriet. Handel slechts met devotie en volledige overgave aan de Allerhoogste zonder gehecht te raken aan de wereld en haar belangen. Je hoeft aan de wetten van het materiële bestaan geen rekenschap meer af te leggen, enkel aan God. Begrijp dit echter niet verkeerd! Dat betekent niet dat men zomaar elke wandaad in naam van God kan begaan. Je dient eerst een Zelfgerealiseerde ziel te zijn alvorens je in aanmerking komt om je volledig van de aardse wetten af te keren want enkel dan zullen je handelingen in overeenstemming zijn met de Wil van de Allerhoogste, de Geliefde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
|