Ik ben Ronny, en gebruik soms ook wel de schuilnaam traumadour.
Ik ben een man en woon in Veurne () en mijn beroep is vroeger wel ja.
Ik ben geboren op 28/03/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: De wereld, de mensen, de natuur, de geest....
Waarom een blog?
Communicatie! Het gevoel niet nutteloos zo maar allerlei dingen te denken en te schrijven.
Mijn doel?
Dat mensen mij verstaan en de brug van vooroordelen naar naoordelen durven nemen.
Protest!
Een aantal jaren jong? Geleefd!
Zoals op vele plaatsen was vorig weekend de 'nacht van de duisternis' ook bij ons geprogrammeerd met een wandeling. Om de boel wat op te frissen werd ik gevraagd mijn stemgeluid in te zetten onderweg. Het zou een soort natuurwandeling worden met uitleg door een gids over de planten en bomen (had men mij gezegd). Dus enkele voordraagbare gedichtjes gekozen en/of geschreven. Maar in de duisternis valt niet veel te lezen, dus heb ik mijn geheugen eens ferm opgepoetst om die woorden te etaleren. Valt niet mee. 'On the limit' was ik klaar om drie luistermomenten te vullen. Maar....
De gids bleek zich vooral te richten op de kinderen (wat goed is!), met spook en heksen verhalen (wat ze fantastisch deed) in een soort sluitend geheel dat je best niet onderbreekt (waar improviseren van mij vooral zou gestoord hebben). Daarnaast kwam men mij (terloops) zeggen dat er eigenlijk al tijdsgebrek was, voor het verder programma in de kerk. Mijn medewerking werd dus gereduceerd tot een derde, op een ongelukkige plaats waar die (gelukkig) grote groep mensen niet allemaal bij konden.
Het werd toch een geslaagde avond. Maar voor mij met een duistere nasmaak. En een lesje, halve afspraken deugen niet.
Een dezer dagen zet ik die tekstjes wel eens in mijn blog. Ik moet er toch ergens mee naartoe.
Nu hebben we er ook één en is het geen alleenrecht meer van de down-unders! Ons gat is natuurlijk nog maar een gaatje, maar als we zo goed voortdoen dan zal het met bijna 100% zekerheid uitgroeien tot een groot gat. En dan kunnen we de zon nog meer vereren.
Er bestaat een paradox van Russell (jawel, Bertrand) die
zegt dat een verzameling van alle verzamelingen die zichzelf niet omvatten,
niet bestaat. Want als die verzameling wel zichzelf omvat, dan behoort ze niet
tot die reeks en als de verzameling zichzelf niet omvat dan zou ze per
definitie in zichzelfmoeten zitten.
Twee contradicties, een paradox.
Normale mensen zetten zich daar sprakeloos bij neer. Er kan
dus gewoon geen verzameling bestaan van alle verzamelingen.
Maar wiskundigen moeten een oplossing vinden! En die
vinden ze in de vorm van een klasse, die eigenlijk een verzameling is die
verschillende soorten verzamelingen kan bevatten. Dus , eureka!, er bestaat een
klasse van alle verzamelingen! Maar, aker(dj)ue, er kan wel geen klasse bestaan
van alle klassen.
Wat zeggen ze? Je moet geestelijk actief blijven om
geestelijk gezond te blijven!? Ik denk dat ik stilaan spataders op mijn
hersenen krijg van die kronkels die me erg veel (te veel) aan de politiek doen
denken.
Ik dacht dat het niet meer kon, dat na zeven jaren alle
mogelijke triggers hun effect verloren hadden door veelvuldig gebruik. Eerst
waren er de fotos, maar je wordt ze gewoon. dan de videos die misschien nog
vlugger hun traanverwekkend vermogen verliezen. Plots kwam het uit een andere
hoek. Muziek pakte, soms haar voorkeur, soms een al te toepasselijke inhoud.
Tien keer twintig keer Joe Cocker, en je verliest het weer. Het pakt je niet
meer. En je voelt je schuldig omdat het niet meer lukt. En de plaatsen waar
we ooit op reis waren, ik zag ze ondertussen bijna allemaal terug, alleen
natuurlijk. Op een plaats sliep ik zelfs in hetzelfde bed, zonder effect. Maar
op een ander plaats stond haar geschrift in de Livre dOr: Het was hier
goed. We komen zeker terug. En dat was een zware trigger.
Ik heb ze dus gezocht in die zeven jaar en dacht dat ze
uitgeput waren. Maar vanavond bij mijn dagelijks bezoek aan mijn schoonouders,
zapte mijn schoonmoeder wat rond en bleef hangen op een film Carmen. En dan,
als plots op de achtergrond de muziek van Bizet speelt, wordt het mij teveel.
Ja, het is wel een gevoelige dag, op datum zeven jaar sinds de begrafenis en we
zouden vandaag veertig jaar gehuwd zijn. En blijkbaar is er niemand die dit
beseft, je kan er nergens mee weg. En dan die muziek: ik moest weg en besloot
nog eens naar het kerkhof te gaan, in alle rust, onder de sterren. Daar werd ik
bewust waarom Carmen mij ontroert. Ooit in een onbezorgde gouden tijd,
speelde mijn vrouw op een feest die rol uit de Championetten. Helemaal niets
hoogstaand, maar wel een van de weinige keren dat we samen zoiets opbouwden.
Een gouden moment, rustend in mijn onderbewustzijn, tot
Wat heb ik gisteren gelachen toen ik hoorde dat mijn
gemeente was uitverkozen tot de groenste en meest ecologische gemeente, van
Europa nog wel. Onmiddellijk kreeg ik een visioen van gemeentewerkers die
kilometers lange stroken struiken verwijderen en verhakselen, die toch alleen
maar stof en geluid van de voorbijrazende autos tegenhielden en
nestgelegenheid gaven aan massas hinderlijke vogels. En een visioen van een
bestuur dat een politiek voert tegen het plaatsen van windmolens. En een visioen
van anti-fietspaden, waar fietsers gehinderd, weggeduwd, zoveel mogelijk
vermeden worden, waardoor 18 jarigen eindelijk met een zucht hun fiets inruilen
voor een ecologische auto. Maar bloemen hebben we wel, oogverblindend, evenals
de ecologische vuurwerken. Zou ik mij vergist hebben en economisch verkeerd
begrepen?
De wereld zat deze namiddag weer vol welwillende
natuurliefhebbers.
Tientallen wandelaars reden met hun auto door de natuur
van onze industriële landbouw. Ze houden toch zo van die BBRs (body building
runderen) of GUKs (gedisproportioneerde uier koeien). En wat een tegenslag ook
nog! Het was ALLEEN autoloze zondag in de steden. Onze landelijke gebieden zijn
toch altijd verwaarloosd bij die culturele evenementen. Je bent dus wel
verplicht om er niet aan mee te doen te lande! Hier en daar een uitzondering
wordt wel door de vingers gezien.
Maar er waren nog natuurliefhebbers, die zelfs hun kledij
aanpassen wegens hun liefde voor de dieren. Groene rubberen botten om ze in de
open velden te kunnen benaderen. Groen-bruin gevlekte broek en vest om ze niet
op te schrikken. Wat een kosten om de rust van die dieren niet te storen. En
dan nog een aangepaste groene hoed, een soort onderling herkenningsteken,
vooral om te velde het verschil te zien met , nou ja , met de doelgroep. En
over de arm dragen ze een geknikt toestel dat met een kruitig mengsel het
loden bewijs van de liefde overdraagt naar de doelgroep. Ze verplaatsen zich
meestal met een zestien (4X4) en om eigen inspanningen en ongewenste nattigheid
te vermijden brengen ze hondjes mee die de liefdesobjecten aan baasjes voeten
leggen. Gereed voor die kunstzinnige tableau. Of dat echt nodig is? Zeker!
Want de laatste paar dagen is er een opvallende ware invasie van fazanten in de
streek. Trekfazanten, denk ik, want een week geleden waren ze er niet.
Misschien met die westerstormen aangevoerd? Vergeet niet dat die dieren een
echt gevaar zijn, want ze dwarsen zomaar de landelijke wegen waar je in stilte
op fietst. Het is opvallend hoeveel hanen er tussen zitten, je zou haast denken
dat de natuur een voetje is gelicht.
Nu terwijl ikmoest
opletten voor dat wild gevaar, hoor ik (op mijn fietsradiootje) een reclame
over een smakelijke côte à los. Als je t hoort denk je: die is in de pan
geraakt zonder een dier te doden. Maar dan loopt je tijdswekker af die je laat
beseffen dat er nog een paar honderd jaar zullen verlopen voor we een in vitro
côte à los zullen kunnen eten.
Maar ja! Wie denkt er nu aan dat er een link is tussen die
rustig herkauwende kolossen met mooi bewimperde vriendelijke ogen en een
culinair genoegen? En daarbij ook dat is toch een vorm van liefde voor de
natuur!
En spreken ze mekaar tegen? Niet echt, ze bestaan naast
elkaar.
Vormen ze een probleem?....
Door het samen bestaan, verhinderen ze een oplossing en dat
is een leegte die ik voel als ik aan de toekomst denk.
Over welke cijfers? Die van de wereldbevolking, wat betreft
mensen dan. Zeven miljard in 2013 berekende de Club van Rome. We zijn er al
over!! Maar zeven miljard Ethiopiërs gebruiken niet meer dan de zeshonderd
miljoen van de US en Europa samen. Als alle mensen dus dezelfde (onze)
levenkwaliteit moeten krijgen dan is de verbruikerscurve nog afschrikwekkender
dan de groeicurve. Die cijfers doen me niet vrezen voor onze generatie, maar
voor die van onze kleinkinderen. Kunnen we sparen voor hen? Vrijwillig of onder
dwang? Wie bepaalt de verbruiksnormen? Neutraal?
En dan stel je vast (de vaststelling dus) dat bijna niemand
die cijfers ernstig blijkt te nemen. Dat bijna iedereen ze met een Ja, maar
weg wuift. En als je het nu eens nagaat, van wie zou je begripmogen verwachten? De kinderen, kun je daar
toch niet mee belasten. Adolescenten zijn geconcentreerd op hun eigen zijn,
later misschien eens . Jong volwassenen bouwen hun nest en hun zekerheid. Daar
verwacht je toch geen zelfopgelegde beperkingen? Boven de 50 heb je zoveel
gewerkt, dat je toch wel mag genieten zeker. En in je oude dag is het toch te
laat om je daar zorgen over te maken.
Dit is zo algemeen geldend dat mijn maag ineenkrimpt.
Iedereen is met veel belangrijker persoonlijke problemen bezig zeg. Er blijkt
geen mogelijkheid tot bewustmaking. Ze zijn ziende blind, heeft er ooit ene
gezegd. En als je er teveel over zevert, wordt je gewoon uitgesloten,
vermoedelijk speuren ze dan nog na welk profijt je eraan hebt. En ik moet
eerlijk toegeven dat het lastig is te genieten met die cijfers in je
achterhoofd.
En waarop baseert gij u (ik dus) om te beweren dat de
wereld de mensengroei niet aankan?
Op beweringen, van anderen, van wetenschappers, van
nieuwsberichten, van mensen. Beweringen die je gelooft. Waarom? Omdat ze door
de tijd standvastig blijven.
In 1960 leerden we op school dat we met drie miljard waren.
Af en toe in de loop van de verlopen 50 jaar kwam er een melding van meer,
exponentieel meer. Exponentiele groei kan toch niet blijven duren. Dat wist de
schaakspeler van koning Shirham al.
Omdat je weet van jezelf dat gewone hygiëne 10-20 keer meer
water vereist dan vroeger. Omdat de verpakking . Omdat de reizen . Omdat de
voeding . Omdat ijskappen en gletsjers (kun je zelf vaststellen!) verdwijnen
Omdat de economie niet zonder groei kan
Maar er is niet veel dat je zelf kunt vaststellen. Het
blijven voor een groot deel beweringen. En vermits er zoveel tegenstrijdige
beweringen de ronde doen, moeten er zijn die liegen, die de waarheid
verkrachten, die bedriegen. En een sterk argument dat in die richting wijst is
als men uit de bewering voordeel haalt. Dat maakt het op zijn minst verdacht.
Ik las vandaag een ontnuchterende zin in "Daniël" van Alex Bouts. En ja, het is die Daniël van de bijbel, maar niet echt de heilige van de leeuwenkuil. Hij zat er wel in, maar de leeuwen schenen nogal versuft door een of ander kruid. (Drugs 2600 jaar geleden!). Toch een interessant boek, goed geschreven.
Nu het zinnetje daaruit:
'De herfst van het lichaam is de lente van de geest.'
Vond ik eigenlijk een stuk openbaring. Waarom zorgen maken als het eens wat minder gaat, lichamelijk dan? We hebben toch onze geesteszomer nog voor de boeg! Alleen hoop ik dat hij iets beter wordt dan wat we de laatste maanden beleefd hebben, als het even kan. Maar ja, als die geesteszon en die geesteswolken vanbinnen zitten, dan kunnen we er misschien iets mee doen? Dan maken we toch zelf het goede weer?
Geen reis, toch niet in de ruimtelijke zin. Misschien wel in de terug-met-je-voeten-op-aarde-komen zin. Plotse hevige krampen, een tijd na het eten, schakelden alle andere activiteiten uit, geen houding, geen plaats, geen handeling bracht soulaas. Doorbijten dan. Tweede dag toch doktersbezoek, gevolgd door allerlei testen. Derde dag, de realiteit: zelfs ik moet hulp aanvaarden, dus opname.
Meestal wil in niet meedraaien in het systeem van de medische wereld. Soms betrap ik er me op wel wat denigrerend te denken over allerlei zwaktes. Nu word ik er pijnlijk op gewezen dat het niet lang duurt om je te vloeren.
Baxter, ECG, bloed. Vloeibare pijnstiller spoelt eindelijk de urenlange kramp weg. Oorzaak onbekend, maar er volgen testen!
Op de kamer word ik pijnloos. Tegenover mij een man die een nieuwe lever verwacht, reeds lang, onmenselijk lang. Ik schaam me voor mijn drie dagen. Daarnaast iemand die een gevecht levert met een onbekend virus. Was vroeger directeur van een lagere school met kinderen van 50 nationaliteiten. Wat kan het leven ondankbaar zijn, denk ik.
Na nog een korte pijnlijke passage, weer vlug weggespoeld, word ik een medisch toerist, die van de ene machine naar de andere wandelt of rolt. Ik neem waar. Pijn en ziekte verleggen de accenten van het leven. Hier telt de basis, het functioneren van het lichaam.
Nu hoor ik de vraag, wat heeft die blogtekst van gisteren met je reis te maken? Op zich niets en dan toch weer alles. Want het is me toen duidelijk geworden dat het allemaal niet zo belangrijk is. Tot dan was ik gefocust op een moeilijk haalbaar doel, de Middellandse zee bereiken met mijn fiets en liefst door de Alpen heen. Je kent dat, je grenzen verleggen, letterlijk en figuurlijk. Doen we dat niet gans ons leven? Door dat moeilijke reserveren, door een bericht van het thuisfront, heb ik dat doel laten schieten. En wat ging het dan toch gemakkelijker. Nu herinner ik me dat ik dit maanden geleden reeds wist:
de weg telt
niet het begin, lang geleden,
niet zijn verdwijnen aan de
horizon,
maar wel die moeilijke bocht
die je neemt
en het spoor van voorgangers
dat je kunt lezen
en de struiken en bloemen
die je ogen trekken
en het vermoeden
van overstekend
wild en vee
en de kruispunten
van ontmoetingen
en de keuze
voor het wisselen,
maar niet dat onbekende
eindpunt.
Traumadour 10/12/2010
Mijn reis was dus eerder geestelijk, met een projectie op het fysieke. Thuisgekomen had ik het gevoel dat dit wel eens de beste reis was die ik gemaakt heb, zou kunnen zijn.
Ben ik nu wat losser van doelen? Ik hoop het. Laat mij maar kijken wat er langs de weg staat.
Klein detail: ik heb de Middellandse zee niet gezien, maar wel de Alpen. Heb ik ooit gedacht dat dit niet genoeg zou zijn?
Een wiskundige functie (niet weglopen het gaat nog wat over mijn reis) heeft een afgeleide die men differentiaal noemt. Die afgeleide geeft de richting van de oorspronkelijke functie aan. Zo heb ik mijn reis dit jaar als afgeleide van mijn leven ervaren. Het heeft iets van symboliek, vooral door de etappes. Het steeds veroveren van kleine tijdelijke doelstellingen. En na het bereiken toch weer telkens verder kijkend, zo herkenbaar in mijn leven.
Maar het loopt niet vanzelf; de moeite die het kost om zekerheden in te bouwen zoals een slaapplaats en comfort. Ik probeerde telkens 4-5 dagen op voorhand te reserveren, gemiddeld met drie pogingen, soms tot zeven en een keer negen! In mijn leven zie ik analoog de vaste job, de contracten, de verzekeringen die we aangaan. Die lukten ook niet zonder moeite en zeker niet van de eerste poging. Maar eens het lukt, dan ligt de weg ook vast. Zekerheden binden ons aan de reisweg en aan het leven.
Op een warme middag op 20km van Cluny, hoorde ik het tijdens het eten donderen, niet in Keulen, maar wel in het Westen. "Als ik me haast, kan ik er misschien voor blijven." dacht ik, de natuur zwaar onderschattend. Gedrup ging vlug over in geregen en wat verder in totale verwatering. Alles grijs, weinig herkenbaar en geen plassen meer, maar twee vingers water over gans de baan. Donder, bliksem, plensregen, en blijven rijden. Het kon en eigenlijk duurt dat niet lang, want in Cluny was men verwonderd dat ik zo nat was. Nog wat onder invloed van deze reis-be-leven-is schreef ik gemeend:
Uit de reacties op mijn blogje van enkele dagen geleden, toen ik mezelf verwonderde over de onnatuurlijke middelen die ik gebruik om een terug naar de natuur reis te maken, blijkt dat men meer verwacht : wat is er eigenlijk gebeurd, wat heb je beleefd?
Nu ik moet gaan zoeken wat ik de mensen kan vertellen over mijn drie weken, besef ik dat er eigenlijk niets speciaals gebeurd is. Ik heb vooral gereden en in tijd veel meer geklommen dan afgedaald. Gelukkig doe ik het ook voor het klimwerk vooral omdat onze platte omgeving daar weinig gelegenheid voor biedt. Het geeft toch telkens zo'n overwinningsgevoel om over de helling of top te kunnen kijken. En het is toch ook altijd daar dat de mooiste uitzichten te vinden zijn. Op smaak gebracht met natuurlijk zweetzout is dat telkens een optisch genot. Wie weet, zie ik dat nog ooit terug? Vastleggen op foto, doe ik soms, maar perspectief, zout en geuren ontbreken. Je kan een streek eerst respecteren als je ze met eigen inspanning hebt beleefd.
Er waren veel van die oh en ah momenten, want Frankrijk is een oud land en dus helemaal gerimpeld.
En soms voel je je klein, zoals in de tuin van een 'Chambre d'hôtes' op de rand van de vallei van de Seine en zo'n 200m erboven waar ik het niet kon laten iets in de 'Livre d'or' te schrijven. Maar omdat ze 't zouden verstaan moest ik mijn best doen in 't Frans:
In 1965 moet er ook een zomer geweest zijn, van de soort die we nu beleven. En ik moet bekennen dat het toch positieve resultaten had. Mijn ouders waren voor het eerst op reis met een auto, in Frankrijk, en met een tent. Ik moest mee, voor het laatst. En ik herinner mij een wandeling op het strand van Paris-Plage met al onze truien en vesten aan en met het doel toch weer eens wat warm te krijgen. Kort daarop werd beslist de reis te onderbreken en onze resterende vakantietijd te besteden aan familiebezoek bij de grootouders (voor mijn ouders) en op de daar plaatselijke kermis (voor mezelf). Op die kermis ontmoette ik mijn vrouw. Dus dank zij het slechte weer, besef ik nu. Ergens zal het slechte weer misschien nu ook mensen bij elkaar brengen? Leve de zon die achter de (wolken) schermen werkt.