Ik zag haar in een glimp, 
een eenzame zonnepriem 
door het dikke wolkengrijs, 
een waaier van regenbogen 
Nooit verscheen zij weer 
in de spiegel van mijn ogen 
Maar haar beeld volgde mij 
Zij bleef leven in mijn sprookjes, 
de illusie van mijn betogen 
* 
Ik noemde haar : zo mooi,  een jasmijn in de nacht  of een wonderlijk lied  dat het hart verovert  Ik noemde haar : eeuwig verlangen  Ik noemde haar : verdroomde meren  Ik noemde haar : schoonheid  achter een sluier die mij betovert  Ik noemde haar : geef me je hand  zodat mijn ziel kan zingen  Ik noemde haar : mijn oase,  het tedere huis van mijn wanen,  de essentie van alle dingen  Ik noemde haar : vergeet-mij-nietje,  blanke bloem vol regentranen,  ik zal je nooit vergeten... 
   
Bijlagen: https://youtu.be/0rA_sTYUL6w   
    
								 |