De wind blaast eindeloos
kringen over diep water
De oceaan ademt getijden
ruisend in oeroud licht
*
Een zeevrouw
rijzend uit het golvenspel
tekent een kryptisch symbool
in de rimpels van het zand
*
Sneeuwvogels weven
betoverende patronen
op het ritme
van haar magisch lied
Wuivend lacht zij naar de einder
dromend van de vrede
van het kelpwoud
*
In de withete schittering
van de branding
verdwijnt zij weer
in de koele rust
van haar eeuwig heem...
|