| 
								
								
 De nacht ademt het licht 
van de maanzee 
En met zachte stem 
zingt de eenzame dichter 
zijn weemoed uit 
* 
Voor geen god 
geen schoonheid 
die danst tussen de heuvels 
maar voor haar schrijft hij 
zijn woorden 
* 
Verder dan de engelen 
verder dan de rand 
van de leegte 
zoekt hij haar ogen 
* 
En de wind van verlangen 
fluistert : 
Ras komt de dageraad... 
   
  
    
								 |