| Langs de koperen zoom van het esdoornbos tussen parelamanieten en bedauwde varens ontwaar ik jou vrouwe zo lieflijk... * Omgeven door stralen van de bleke nevelzon zingen je ogen een magisch lied woorden vol zoete tover verlangen naar hemelse gouwen zomerdromen voorgoed vergaan... * En je lacht naar mij een fontein van gouden warmte schrijdt dan verder door de schrale struwelen van het herfstlandschap getooid met een spinragbloem verdwijn je in de schaduwen van mistige verten... 
 |