Een vriend-blogger wees me op een stukje van Frederiek Weeda, dat ging over een rector die na 43 jaar afscheid nam van het onderwijs.
De rector verwoordde zijn ervaringen en opvattingen erg beschaafd. En toen kwam ik in de verleiding om zijn gedachten om te zetten in Lieviaanse terminologie.
Rector: "Opvoeding van tieners gebeurt op school. Met akkoord van ouders."
Lieve: "Ouders geven hun onmacht toe, ze kunnen hun kinderen niet aan, ze falen op pedagogisch vlak. Laat de school hen maar opvoeden."
Rector: "Steeds meer kinderen halen een hoog diploma. Ze zijn niet slimmer geworden, maar de normen zijn aangepast."
Lieve: "De onderwijskwaliteit is aangetast. Leerkrachten verlagen hun lesniveau om ook de zwaksten mee te sleuren ten koste van de sterkeren."
Rector: "Moderne ouders zijn vrienden van hun kinderen, ze willen een gezellige thuis, zonder ruzie, zonder strijd."
Lieve: "Vriendschap sluiten met je kinderen is makkelijk als je geen gezag hebt, als je hen zelf niet kunt opvoeden. Laten pa en ma maar gaan werken en hun hobby's beoefenen, dan kunnen ze thuis in serene sfeer kameraadschappelijk omgaan met hun kinderen. Er zijn toch geen opvoedingsperikelen om over te struikelen. De school zal wel alles oplossen."
Rector: "Hier komen allerlei bevolkingsgroepen. En homoseksualiteit wordt normaal gevonden."
Lieve: "We hebben hier een multiculturele school met verschillende rassen en uiteenlopende seksvariëteiten. Over de invloed op gewone leerlingen zwijgen we liever. Laten we het bij het rooskleurige plaatje van ideale diversiteit houden."
Rector: "Leerlingen accepteren het gezag van een volwassene niet zomaar, je moet hen alles uitleggen."
Lieve: "Als ze thuis niet geleerd hebben om respect op te brengen voor gezag, dan kunnen ze dat op school ook niet."
Rector: "Kinderen van meegaande ouders worden minder weerbare volwassenen, ze zijn geen tegenslagen gewend, hebben niet geleerd om te buffelen om iets te bereiken."
Lieve: "Verwende jeugd kan niet tegen en stootje, ze zijn vlug gekwetst en hulpeloos. Als kwalletjes en watjes hebben ze geen weerbaarheid opgebouwd. Problemen in het echte leven kunnen ze niet aan. Rotverwende jongeren worden bijgestaan door allerlei instanties: slachtofferhulp, psychische hulpverlening, telelijnen, begeleidingen, therapieën... Luxe dingen die vroeger niet bestonden. Wij waren sterk genoeg om in ons eentje of samen met onze ouders problemen op te lossen."
Rector: "Elke klas heeft een mentor om toe te zien op het welzijn van de kinderen. De mentor praat met hen als er thuis problemen zijn."
Lieve: "Er is een mentor omdat de ouders falen in hun opvoedingstaak. Ouders horen met hun kinderen te praten over problemen, niet een rare mentor."
Zonder gezag, zonder tucht en discipline, zonder eisen stellen, kweken we een generatie slappe studenten zonder ruggengraat, wiens vooruitzichten op de arbeidsmarkt erg beperkt zullen zijn.
|