Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (Belgie) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, digitale fotografie.
Ik ben reeds meer dan 40 jaar gehuwd met Annie
Wondere wereld Niks wereldschokkend, niks belangrijks en alles met een dikke korrel zout te nemen
17-09-2014
Lang geleden
Van april is het geleden dat ik nog eens stukje geschreven heb. Een hele tijd als ik het zo bekijk. Er is sindsdien ook een en ander gebeurd. En het waren niet mijn beste maanden. Maar het einde is in zicht. Hoop ik tenminste. Het begon na mijn hartoperatie. Die dokter van het ziekenhuis had mij een serie medicijnen voorgeschreven die niet echt nuttig bleken. Mijn bloeddruk bleef steken op zes en dat is niet gezond voor een menselijk schepsel. Ik bleef rondzwalpen als een zombie. Maar na een week was ik toch in staat om met mijn cardioloog te overleggen en die schrapte onmiddellijk een aantal pillen. In eerste instantie ging het stukken beter. Maar toen kwam het. Een brandende pijn in mijn linker bovenarm. Volgens de cardioloog was dat het gevolg van een verkeerde houding op de operatietafel en zou de kinesist dat binnen de kortste tijd oplossen. Niet dus. Ook de tweede kinesist begreep niet wat er aan de hand was. Terug naar de cardioloog. Die stuurde me door naar een neuroloog. Na een onderzoek, een scan en radiologie bleef de pijn een mysterie. Meer zelfs, het werd met de dag heviger. Naar een andere weet-ik-veel-loog dan maar. Zonder resultaat. Naar een elektroloog dan maar. Of een elektroloog wel bestaat weet ik niet, ik noem hem zo omdat de man naalden in mijn arm stak en er een stroom door stuurde...Niks te vinden. Naar een andere specialist dan maar. Een paar scannen en radiologie later had die man goed en slecht nieuws. Het goede nieuws was dat hij de oorzaak van de pijn gevonden had. Er zat een zenuw gekneld in mijn nek en dat zorgde voor brandende pijn in mijn arm. Het slechte nieuws: zonder operatie is genezing niet mogelijk. Ondertussen waren we al enkele maanden verder en bleef de pijn. En zes dafalgans en zes nurofen per dag konden de pijn niet verdrijven, zelfs niet verminderen. Hele dagen afzien en slapeloze nachten door de pijn waren het gevolg. Tot ik het lumineuze idee kreeg om eens naar mijn huisdokter te gaan. Gelukkig had ik alle resultaten van onderzoeken naar hem laten doorsturen zodat hij een idee had van wat er aan de hand was. Wachten op de operatie was de enige optie. Maar ondertussen kon hij wel iets doen aan de pijn. Hij schudde een cocktail van sterke pijnstillers en ontstekingsremmers uit zijn mouw. Het bleek een paardenmiddel, weliswaar met een aantal neveneffecten, maar het werkt. Nu ben ik dan ook volledig afhankelijk van pillen en is het afwachten tot de operatie. Dat zal voor oktober zijn. Al moet ik voorlopig met de neveneffecten leren leven. En die zijn niet mis. Een fatsoenlijke maaltijd is niet meer mogelijk. Steevast volgen er braakneigingen, waardoor ik al zes kilo vermagerd ben. En dat is zo'n 10% van mijn lichaamsgewicht. Maar dat is nog niets. Want ondertussen is het ondenkbare gebeurd: ik kan geen duvel meer binnenhouden. De laatste poging dateert van enkele weken geleden, binnen de tien seconden na het nuttigen van een frisse duvel kwam hij er terug uit. Langs dezelfde weg als hij naar binnen ging. En geef nu zelf toe. Een fatsoenlijk stukje schrijven zonder gouden gerstenat is onmogelijk. Maar blijkbaar past een menselijk lichaam zich aan alle omstandigheden aan. Want kijk, na maanden van drooglegging lukt het me om af en toe een stukje te schrijven. En er is hoop. In de loop van de maand oktober is een operatie voorzien; een paar nekwervels opzij wringen, een zenuw omleiden en we zijn weer als nieuw. En reken maar dat duvel & co het zal geweten hebben.
De operatie liep niet zoals verwacht. En de dag later was het zaakje dan wel opgelost, maar de herstelperiode zou iets langer duren. Het begon al op de operatietafel. Daar ontstond enig animo onder dokters. Ik kon het nog enigszins volgen doordat ik slechts plaatselijk verdoofd was en het gewroet met camera in mijn aderen kon zien op de monitor. Maar een normaal mens begrijpt natuurlijk niks van wat er te zien is. Voor mij leek het een wandeling in een maanlandschap. Tot de handelingen gestopt werden met de mededeling “we gaan de video even bekijken”. Dat nam de nodig tijd in beslag en ik begon nattigheid te voelen toen steeds meer mensen naar de video kwamen kijken. Tot er eentje dacht om mij moed te komen inspreken met de woorden; “het komt in orde hoor meneer, er zijn drie professoren een oplossing aan het zoeken”. Ik zweer het je, dat zijn geen geruststellende woorden als je op een operatietafel ligt. Maar goed, het zaakje werd afgebroken en ik ging naar intensieve. Om dezelfde avond weer als lijdend voorwerp te fungeren. Ditmaal echter onder volledige verdoving. Ik kreeg het vermoeden dat er geen ooggetuigen mochten zijn bij hetgeen ze zouden uitspoken. Want dat er rare dingen gebeurd zijn mag duidelijk zijn. Toen ik wakker werd bleek dat men mijn borstkas opengesneden had, twee by pass kanaaltjes geplaatst had en het hele zooitje terug dichtgemaakt had. De dokters mogen dan wel komen vertellen dat ik binnen een maand als een jonge hinde zal rondspringen, voorlopig voelt het alsof er een tractor over me heen is gegaan. Ik heb trouwens een vermoeden dat de operatie niet door gediplomeerde chirurgen gedaan is. Het stond zelfs aangeduid in de lift; 'Gauwdieven opereren ook in het ziekenhuis'.
Het kwam als een sneeuwvlaag in volle zomer. Op een normale nacht toen ik niet kon slapen en klaarwakker voor de PC zat uit te denken welke zever ik kon schrijven voor mijn blogje. Het begon met een druk op mijn borst, net alsof iemand besloten had om een bankschroef aan te spannen. Onmiddellijk gevolgd door een vlammende pijn in mijn linkerarm. En toen brak er zweet uit met een draaierige misselijkheid als kers op de taart. Bijna donderde ik van de stoe. Gelukkig vond ik nog de mogelijkheid om te gaan liggen. De druk, de pijn en het zweten duurde een klein uurtje. Niet normaal dacht ik nog. Want een doorgewinterde luiaard als ik zal er wel voor oppassen om te zweten. Naar de dokter dus. Ik was de eerste klant die ochtend. De dokter keek bedenkelijk toen ik hem uitlegde wat me was overkomen en binnen de kortste tijd zat ik in de wachtzaal van een cardioloog. Na enkele testen viel het verdikt. “Het lijkt wel alsof je een klein hart infarct gehad hebt” zei de man. Waar dat vandaan kon komen was me een raadsel want ik laat het niet snel aan mijn hart komen. En een groot hart heb ik altijd gehad. Vooral voor vrouwen. En toch. Mijn trouwe hartje liet me in de steek. Een duidelijke verwittiging dat er iets moest gebeuren. Het is raar. Een mens raakt zo gewoon dat alle onderdelen hun normale functie verrichten zonder klagen en zagen en dan komt er plots een kink in de kabel. Een schreeuw om aandacht. Het is nu een tiental dagen geleden dat ik de eerste verwittiging kreeg en sindsdien zijn er nog gevolgd. Op onregelmatige tijdstippen laat men hartje weten dat er iets mis is. Ik kreeg dan wel de nodige pillen om een beetje tijd te rekken, het mag niet baten. Telkens weer begint het rotding te pruttelen als een oude motor die zonder brandstof dreigt te vallen. En morgen is het dan zover. Om zeven uur word ik in het ziekenhuis verwacht. Op een tijdstip dat ik er in normale omstandigheden nog niet aan denk om op te staan. Als dat maar goed is voor mijn hart denk ik dan. Maar goed, we zullen wel zien. Ik vraag me echter nog altijd af hoe het zover is kunnen komen. Komt het omdat er hier ten huize een opfrisbeurt aan de gang is en dat ik zien werken heb? Of komt het omdat ik teveel aan vrouwen denk. Al twijfel ik ten zeerste aan dat laatste want dat heb ik nog nooit aan mijn hart laten komen. Maar een frisse operatie zal soelaas brengen. Morgen. En tegen morgenavond is het zaakje opgelost. Misschien volgt er wel een dieet. Een zoutvrij dieet? Een suikervrij dieet? Eigenlijk kan het mij niet schelen. Want in duvel zit geen zout of suiker.
Drie dagen heb ik nodig gehad. Drie volle dagen om te recupereren van gedane inspanning. Gebroken en geradbraakt lag ik met mijn pikkelen omhoog. Het was begonnen met vrouwlief die, weeral, vond dat het plafond afgewassen moest worden. Een serieus werkje voor een gediplomeerd luiaard als ik. En alsof dat nog niet genoeg was moesten de muren geschilderd worden. Allemaal nog wel. Dat is inmiddels ook al gebeurd. Zeg nu nog dat ik niet van aanpakken weet. Al is het nog niet het einde van mijn lijdensweg. Terwijl we toch bezig zijn moet er volgens vrouwlief een nieuwe vloer komen. Weg met het vast tapijt, laminaat moet er komen volgens de directeur van gedane zaken. Dat is ondertussen al in de planning voor zaterdag opgenomen. Hoe ik dat ga overleven weet ik nog niet. Al ben ik ditmaal iets slimmer geweest. Ik ben dan wel totaal uitgeput, het kon erger. Want deze keer heb ik er voor gezorgd dat ik mij kon beperken tot het kijken naar hoe de werken werden uitgevoerd. Ik had iemand gevonden die het tegen betaling kwam doen. Bovendien heeft die man mij verzekerd dat hij zaterdag het laminaat komt leggen. Met hulp, met twee mannen gaan ze er zaterdag tegenaan. Misschien zullen ze zondag ook nog een restje moeten komen doen. Dat valt nog af te wachten. Maar ik ben niet gek hé. Zelf begin ik er niet meer aan. Ik ga mij hier niet kreupel werken voor een paar details. Nee, nee, ditmaal geen breuken en verrekkingen voor mij. Ditmaal zal ik alleen maar moe zijn van het kijken hoe de werken gedaan worden. Wat had je gedacht? Ik heb ze nog alle vijf op een rij hoor. Die vijf mogen dan wel in ploegen werken, ik heb ze nog allemaal. En als het me echt teveel wordt ga ik een pint drinken. Zoals ik gedaan heb als het plafond afgewassen werd en de muren geschilderd werden. Ik heb zo een vermoeden dat zaterdag en zondag weer een vermoeiend weekend gaat worden. Als ik dat maar overleef.
Stress is de ziekte van deze eeuw, dat blijkt uit een Europees verslag. Het is de tweede grootste ziektemaker na vasculaire aandoeningen. En die vasculaire ziektemaker wordt dan ook nog eens in de schoenen van stress geschoven. Vasculaire problemen als neven effect zeg maar. Het lijkt wel of er geen andere ziektes meer bestaan dan stress. En dat vind ik dan een hele vooruitgang. Alle ziektes zijn verdwenen en vervangen door stress. Als de farmaceutische industrie nu nog een pilletje zou uitvinden tegen stress zijn meteen alle ziekten de wereld uit. Maar dat lijkt voorlopig niet te lukken. Want volgens Monica De Coninck, onze intelligente minister van werk, moeten er geen pilletjes uitgevonden worden maar moeten er beleidsmaatregelen genomen worden. Raar lijkt mij dat, als er iemand beleidsmaatregelen kan nemen is het toch wel de minister dacht ik. Maar blijkbaar is onze mini-ster van mening dat er beter over gepalaverd wordt dan daadwerkelijk iets aan te doen. Ze heeft dan maar een debat georganiseerd met de nodige logen en peuten. En volgens die therapeuten en psychologen wordt stress veroorzaakt door het feit er steeds maar meer verantwoording geëist wordt van werknemers. En daar heb ik dan weer vragen bij. Zou het niet kunnen dat die gestresseerde werknemers boven hun mogelijkheden werken? Iedereen wil hogerop op de sociale ladder en dan komt er een moment dat ze hun taken niet meer aankunnen. Want iedereen wil een succes carrière en daar bovenop nog een familieleven, interessante hobby's, een grote vriendenkring en een uitgebreid sociaal netwerk. De nieuwste snufjes mogen natuurlijk ook niet ontbreken want faceboek en twitter zijn van levensbelang. Kortom, iedereen wil alles, en wil het onmiddellijk. En wie niet mee wil of kan is een slappeling, een loser en een sukkel. Gelukkig heb ik nooit last gehad van stress. Ik werkte dan ook niet boven mijn mogelijkheden. Integendeel zelfs, en dat voelde heel comfortabel. Ik kon er dan nog gemakkelijk enkele zaken bij nemen. Zoals een sociaal leven en een vriendenkring. Dat mijn nevenactiviteiten zich voornamelijk aan een cafétoog afspeelden had er misschien ook mee te maken. Dat is nu eenmaal geen stresserende omgeving. Maar goed. Tijden en gewoontes veranderen en iedereen wil tegenwoordig belangrijk zijn en moet stress hebben om er een beetje bij te horen. Ik moet mij dus ook aanpassen. Al is het wel moeilijk, want ik heb geen stress, ik ken geen stress en ik heb nooit last gehad van stress. En daar krijg ik dan stress van.
Voordat president Obama naar ons land kwam werd prins Laurent in kunstmatige coma gebracht. Nu obama vertrokken is gaat men prins Laurent terug uit coma halen. Toeval?
Vergeet de energie goeroes. De pot op met de isolatie fetisjisten. Breng uw zonnepanelen naar het containerpark en gooi je Leuvense stoof op het stort. Er is op deze aardbol energie in overvloed. Meer dan genoeg om de hele wereld te voorzien van energie gedurende miljarden jaren. En de mensheid heeft de technologie om die energie te exploiteren. Wat zitten we ons zorgen te maken over fossiele brandstoffen die op raken als er onder onze voeten een massa energie voorradig is die, als het moet, zelfs voldoende is om de noord- en zuidpool te doen smelten. (Ja , ik weet het, die zouden al aan het smelten zijn. Het is maar om een voorbeeld te geven.) En al die energie bevindt zich onder onze schoenzolen, onder het stukje grond waar je woont, werkt of de liefde bedrijft. Al wat ons te doen staat is, het er uit halen. En dat is technisch perfect haalbaar. We hebben de middelen. Meer zelfs; er zijn plaatsen waar het al gebeurt. En nu hoor ik je al denken; waar heeft die idioot het over? Wat kan er zo goed als gratis mijn huisje verwarmen? Wat kan er gratis en voor niks mijn badwater opwarmen? Welke geheimzinnige kracht kan er voor zorgen dat ik zowat gratis alle elektrische toestellen aan de praat kan houden? Het is simpel; aardwarmte, ook wel geothermie genoemd. Binnen in de kern van onze wereldbol heersen temperaturen van duizenden graden. Het is alleen maar de kunst om dat er uit te halen. En dat kan. Het vergt enkel een investering van niet meer dan de prijs van een fatsoenlijke verwarmingsinstallatie voor uw huis. Daarna is er nog enkel een kleine onderhoudskost. Moet ik er een tekening bij maken? Voorruit dan maar. Wat doet een verwarmingsketel in uw huis of appartement? Een verwarmingsketel warmt het water op dat door buizen loopt en die warmte afgeeft aan de radiatoren. Als je die buizen nu eens niet langs je verwarmingsketel stuurt, maar in plaats daarvan door een buizensysteem diep genoeg in de grond laat gaan heb je hetzelfde resultaat. Het water warmt op. Het is alleen kwestie van diep genoeg te gaan. Hoe dieper hoe heter. En kom nu niet zeggen dat het niet kan. Het bestaat al. In het Nederlandse Den Haag wordt een hele straat verwarmt met aardwarmte. Het systeem is simpel. Toen de stad besloot om een nieuwbouwwijk te creëren is men begonnen met de verwarming. Een buizensysteem verticaal in de grond zorgt er voor dat er water circuleert. Er gaat koud water naar beneden en er komt water van zowat negentig graden naar boven. Dat hete water gaat via een buizensysteem onder het voetpad naar de huizen. Wat als bijkomend voordeel heeft dat de voetpaden in de winter sneeuw- en ijsvrij blijven. Natuurlijk heeft de stad voor elk huis een metertje geplaatst, kwestie van er nog iets aan te verdienen. Maar het kan ook anders. Je kan ook zelf een dergelijke installatie laten plaatsen, enkel en alleen voor je eigen woning. Voor appartementen kan er een installatie voor het hele gebouw gemaakt worden. Ja, ik weet het, het systeem heeft een prijskaartje. En dat prijskaartje is niet overal gelijk, dat hangt af van de plaats waar je woont. Op sommige plaatsen is er al warmte te vinden op enkele honderden meters, op andere moet je dieper gaan zoeken. Ook hangt het af wat je wil doen met die warmte. Wil je het simpel houden en gewoon gebruiken als verwarming dan is een vrij eenvoudige installatie voldoende. Als je ook elektriciteit wil opwekken is een iets ingewikkelder installatie aan te bevelen. Ten eerste moet het water een hogere temperatuur hebben en ten tweede heb je een stoomgenerator nodig om die elektriciteit op te wekken. Want, ja hoor, je kan ook stoom uit de diepe ondergrond naar boven halen. Al ga ik niet beweren dat, om elektriciteit op te wekken, het sop de kolen waard is voor huishoudelijk verbruik. Maar het kan dus wel. Al zullen de multinationals die tegenwoordig voor energie zorgen het wel met alle middelen proberen tegen te houden, die moeten hun aandeelhouders tevreden houden natuurlijk. Tot alle fossiele brandstoffen opgebruikt zijn en ze niet anders kunnen dan over te schakelen naar een nieuwe energiebron en dat zullen ze dan ook wel doen. Je moet je dus geen zorgen maken dat er ooit een tekort zal zijn. En wie de milieubewuste wil uithangen weet bij deze al wat hem te doen staat. Dat het geld zal kosten is de evidentie zelf. Maar besparen kost nu éénmaal geld.
Rampzalige rampen staan ons te wachten. Het leven wordt onleefbaar op de hele planeet. Volgens milieu goeroes althans. Die doemdenkers voorspellen dat het tegen het jaar 2050 over en uit is met het menselijk leven op de aarde. Het moet er natuurlijk eens van komen. Het mensenras kan niet eeuwig blijven bestaan. De dino's hebben ook ooit het loodje moeten leggen nadat ze enkele miljoenen jaren de overheersende soort waren. Maar toch had ik gedacht dat het langer zou duren. Dat we net zoals de dino's nog een paar eeuwen te gaan hadden. Niet dus. En dan gaat het niet over enkele details die te verwaarlozen zijn zoals het feit dat er geen koffie meer zal zijn. Volgens die voorspellers van dienst zal de koffieboon aangetast worden door zwarte roest. Dat is een ernstige schimmelziekte die door de opwarming van de aarde steeds meer koffieplanten zal treffen. En voorlopig is daar niks tegen te beginnen. Geen bestrijdingsmiddelen of genetische manipulaties zijn bij machte om de ziekte te stoppen. Al is dat maar een detail. Zonder koffie valt best te leven. Net als zonder appels, want die zijn ook gedoemd om te verdwijnen. Appels en peren hebben vrieswinters nodig om vruchten te dragen. Dat zit in de genen van die bomen. Zonder winterse vorstperiode dragen de bomen steeds minder vruchten. En vermits er door de opwarming van de aarde geen periodes van vorst meer zullen zijn, zullen we appels en peren moeten missen. Niks aan de hand denk ik dan. We kunnen altijd meer bananen eten. Maar dat is verkeerd gedacht want ook bananen zullen we tegen 2050 moeten missen. Weeral wegens de opwarming. De bananen worden nu al deels opgevreten door insecten en die beestjes vermenigvuldigen zich in razend tempo, gewoon omdat het warmer wordt. En de voorspelling is dat al de bananenplanten tegen 2050 geen kans meer maken om te groeien. Want de mensheid is tot nader orde niet in staat om die insecten te vernietigen. Wegens geen verdelgingsmiddel beschikbaar voor die specifieke soort. Een roemloos einde van de banaan is in zicht. Ook chocolade is gedoemd om te verdwijnen. Door de opwarming zijn de cacaoplanten niet in staat zich te handhaven. De vruchtbare grond die de cacaoplant nodig heeft zal uitdrogen en het is gedaan met smullen. Maar dat zijn allemaal details. Er is groter onheil op komst. Wat dacht je van een leven zonder wijn. De wijnboeren stellen reeds enkele jaren veranderingen vast in hun oogst. De druiven worden gemiddeld tot twee weken vroeger rijp, bevatten meer suiker en minder zuur. En laat dat nu net nefast zijn voor een fatsoenlijke wijn. De wijnboeren doen er dan ook alles aan om hittebestendige planten te kweken maar tot nog toe zonder resultaat. Maar goed. Een leven zonder wijn is dan moeilijk maar toch nog net haalbaar want er is nog steeds bier. Maar dan komt de doodsteek voor het menselijk ras. Want ook het bier moet er aan geloven. Door de opwarming dreigt er een watertekort en om het nog erger te maken zal er geen hop meer groeien. Want hop heeft strenge winters en warme zomers nodig om te groeien. En laat die twee ingrediënten nu net de hoofdbestanddelen zijn van bier. Vooral de speciaalbieren zullen getroffen worden omdat die het moeten hebben van hoogwaardige hopsoorten. Er zal dus wel nog heineken beschikbaar zijn, maar dat is geen bier, wat de Nederlanders ook beweren. Het echte, natuurlijke, hoogwaardige, gerstenat zal in 2050 niet meer gebrouwen kunnen worden. Het is dan ook duidelijk dat het einde van de wereld nabij is. Want zeg nu zelf; wat is het leven nog waard zonder duvel.
Jawaade joengne, meer dan een maand geleden dat ik nog iets schreef voor mijn blog. Maar dat gaat zo. Er zijn van die tijden dat het niet echt lukt, dat er andere zaken voorrang hebben. Dat er problemen dienen opgelost te worden. Maar goed, problemen zijn er om opgelost te worden en dan kunnen we weer aan de slag. Al is dat blijkbaar niet bij iedereen zo. Er zijn mensen die problemen zoeken en het vervolgens met geld van anderen willen oplossen. Zoals het Gentse stadsbestuur. En als het zo triestig niet moest zijn, ik zou mij een breuk lachen. Het gaat over burgemeester Daniël Termont, die met zijn socialistische achterban zo een beetje de meerderheid heeft in het stadsbestuur van Gent. Ze hebben daar weer een kemel met zeven bulten geschoten. Een tijdje geleden lieten ze roma-zigeuners toe op het grondgebied van Gent met de woorden: “iedereen is welkom in Gent, er is ploatse genoeft”. Dat daar problemen moesten van komen wist heel Gent, behalve natuurlijk de slimme beleidsvoerders. En die beleidsverantwoordelijken gaan nog verder. Nu willen ze extra geld van Europa om die roma-zigeuners te integreren. Niet alleen voor het onderwijs van de roma-kinderen, maar ook voor taallessen en integratie pakketten voor de volwassenen. Stel je voor; volgens Daniël Termont “moet er geld komen voor taallessen en opleiding van roma-zigeuners zodat die mensen een job kunnen vinden”. Roma-zigeuners en werken? Welke wereldvreemde idioot haalt het in zijn hoofd om de woorden 'roma-zigeuners' en 'werken' in één zin te gebruiken? Het Gentse stadsbestuur heeft nochtans al ervaring met het verkwisten van belastinggeld. Onder andere met een poging om roma-kinderen naar school te krijgen. Maar nog zijn ze niet geleerd. Volharden in de boosheid noem ik dat. Want wat is er gebeurd met dat schoolbeleid? Een grote flop was dat. En dat weet ik uit goed ingelichte bron. In mijn kennissenkring is een leerkracht die in het Gentse stadsonderwijs staat en als dusdanig ervaringsdeskundige is. -Ja, ik weet het, een leerkracht in je kennissenkring, dat is niet iets waar je fier moet over zijn, maar ik heb wel meer rare kwieten in mijn kennissenkring, daar gaat het niet om-. Waar het wel om gaat is het feit dat die leerkracht weet waarover ze spreekt. Zo presteert het Gentse stadsbestuur het om 37 ( zevenendertig !!) bijkomende leerkrachten aan te werven om roma-kinderen bij te staan in een poging om fatsoenlijk Nederlands te leren. Terwijl die roma-kinderen de school zien als iets totaal overbodig. Als je dan weet dat er in het stadsonderwijs klasjes zijn van, officieel, gemiddeld 10 kinderen, waarvan er in het beste geval 5 aanwezig zijn. En daarvoor zijn dan 37 extra leerkrachten aangeworven. Terwijl elke Gentenaar zijn kind naar een randgemeente school laat lopen in klassen van gemiddeld 30 leerlingen, dan weet je het wel zeker. En laat die hierboven genoemde leerkracht nu net les geven in die kleine klasjes. Een mens zou denken dat het toch iets rustiger en makkelijker gaat in kleine klassen. Maar dat blijkt niet zo, tenminste toch niet volgens die bepaalde leerkracht. Want volgens haar is het gezegde 'dweilen met de kraan open' niet van toepassing op de situatie. Ik zal haar eigen woorden gebruiken om de situatie te schetsen: 'de dam is doorgebroken en wij staan daar met een dweil om de tsunami op te vangen'. Onbegonnen werk dus. En nu wil Daniël Termont extra geld om de volwassen roma-zigeuners aan het werk te krijgen. Eigenlijk weet ik niet of ik moet lachen of wenen om zoveel domheid. Ik zal het op zijn gents zeggen: k'ben kurieuze of den Daniël die zoetwaotersjineezen ne puut kan loate uitsteeke. Al zegt mijn glazen bol duidelijk nee.
Dat er tegenwoordig beroepen zijn die, pakweg, dertig jaar geleden nog niet bestonden mag wel duidelijk zijn. Denk maar aan IT-er, webdesigner of blogger. Al is dat laatste misschien niet een eerbaar beroep maar ik moet toch een paar voorbeelden geven. De meeste van die beroepen zijn computer gerelateerd. Maar er zijn ook beroepen bijgekomen die niks met computers te maken hebben. Zoals futuroloog, of toekomst voorspeller. Een moderne Jules Verne, zeg maar. Onze Jules was dan wel geen futuroloog, gewoon omdat het woord toen nog niet bestond, maar hij kon er wat van. Met veel fantasie begon hij uit zijn nek te lullen over wat er zoal zou kunnen veranderen in de loop der tijden. Gewone stervelingen verklaarden hem knettergek. Maar tot grote verbazing van velen bleken vele van zijn voorspellingen uit te komen. Of het gelukstreffers waren of dat zijn voorspellingen wetenschappelijke gronden hadden laat ik in het midden. Al heb ik toch bedenkingen telkens ik toekomst voorspellingen hoor of lees. Het doet me altijd denken aan madame Soleil. Die beweerde ook dat ze in de toekomst kon kijken, maar toch kon ze niet voorspellen dat de belastingdienst bij haar zou binnenvallen. En wat ik me ook nog herinner zijn enkele voorspellingen uit de jaren zestig van vorige eeuw. Zo was er iemand die zeker wist dat we “in het jaar tweeduizend, met zacht zoemende eitjes naar ons bureau zouden zweven” en ook “dat we met één prikje van alle ziekten genezen zouden zijn”. De voorspeller van dienst had er vergeten bij te zeggen dat we in de file zouden terecht komen en dat we van dat ene prikje wel eens levensgevaarlijke aids konden krijgen. Maar goed. Dat waren wellicht niet noemenswaardige details. Maar tegenwoordig hebben we dus futurologen. En die voorspellen nieuwe beroepen die nu nog niet bestaan. Zoals daar zijn; persoonlijke digitale curator. Dat is iemand die voor u een pakket hardware, software en andere apps samenstelt, omdat er zoveel mogelijkheden zullen zijn dat je zelf de bomen door het bos niet meer ziet. Ook een verticale tuinier zou een toekomstig beroep zijn. Dat is een tuinier die gewassen tegen gevels van gebouwen kweekt. Wegens plaatsgebrek zullen we in de toekomst onze erwtjes en boontjes met een ladder moeten oogsten. Ook een 3D-print-klusjesman is een beroep van de toekomst. Dat is een man die herstellingen komt doen aan allerhande toestellen en de nodige, op maat gemaakte, onderdelen gewoon uit zijn 3D printer tovert. En wat dacht je van een digitale ontgiftingstherapeut. Iemand die u helpt om af en toe eens een pauze in te lassen omdat je dreigt gek te worden van alle informatie die je te verwerken krijgt. Of een privacyconsulent. Iemand die u helpt om niet te veel persoonlijke zaken op allerhande sociale netwerken te plaatsen. Ook dronebestuurder is een toekomstig beroep. Doordat drones meer en meer met commerciële doeleinden ingezet zullen worden moeten die bestuurders een gepast vliegbewijs hebben. Kwestie van niet te veel ongelukken te veroorzaken. En dan is er nog een beroep dat heel geschikt is voor mij; een bedrijfsdesorganisator. U leest het goed, een DESorganisator. Iemand die elk goed geolied bedrijf deskundig overhoop kan laten lopen. Volgens de futurologen zal dat nodig zijn om de creativiteit van de medewerkers op te krikken. En laat dat nu net iets zijn waar ik goed in ben. Zowat alles dat goed georganiseerd en soepel verloopt kan ik zonder moeite in de soep laten draaien. Vraag maar aan mijn vrouw. Maar helaas zal ik mijn specialiteit niet meer te gelde kunnen maken. Ik ben ondertussen immers te oud geworden om nog deel te nemen aan de werkende samenleving. De wereld zal het moeten zien te redden zonder mijn geniale gave.
Het is lang geleden dat ik nog iets over vrouwen schreef. Die vreemde wezens die eigenlijk van een andere planeet komen. Waarschijnlijk zelfs van een ander zonnestelsel want hoe je het ook draait of keert, begrijpen zal een normaal mens ze toch nooit. Om te beginnen hebben ze een spraakgebrek. Wat ze ook zeggen, het is nooit hetgeen ze bedoelen. Als ze zeggen dat ze het helemaal niet erg vinden dat je met vrienden eens een avondje naar een plezante bar gaat, dan bedoelen ze eigenlijk: “Als je dat durft, kan je er zeker van zijn dat je bij thuiskomst een leeg huis vindt. Ik pak alle meubels mee en plunder je bankrekening”. Als ze zelf met vriendinnen op stap gaan, moet je als man niet verwachten dat ze op voorhand gaan zeggen waar ze naartoe gaan. Ook een sms berichtje moet je tijdens haar afwezigheid niet verwachten. Maar, o wee, als je zelf met vrienden een pint gaat drinken en je stuurt niet om de vijf minuten een sms berichtje. Dat is vragen om een echtscheiding. En heb je al eens gezien wat er gebeurt als je madam meeneemt naar een feestje en als blijkt dat daar nog een vrouw is met dezelfde outfit? Hun ogen schieten vuur. Het liefst zouden ze elkaar verscheuren, vierendelen, uiteenrukken en opstoken met een pikant sausje. Maar zelfs als er geen twee vrouwen met dezelfde outfit op dat feestje zijn gebeuren er nog wel rare dingen. Zo gaan vrouwen nooit alleen naar het toilet. Altijd met minstens twee. Zelf ben ik nog nooit naar een vrouwentoilet geweest, maar volgens mij moet het daar toch niet pluis zijn. Daar moeten wel nare monsters zitten die ze niet alleen de baas kunnen. En dan is er nog hun uiterlijk. Hoe oud ze ook zijn, ze willen er altijd twintig blijven uitzien. En dat mag iets kosten. Moet iets kosten zelfs. Alle soorten zalfjes schuur en plamuur middelen zijn goed om dat ene rimpeltje te verdoezelen. Face liften en renoveringswerken gooien ze er tegenaan. Iedereen moet zien dat ze de eeuwige jeugd hebben. Met de nieuwe gadgets is ook iets mis. Of die dingen nu smartphoon, i-pad, e-pad of wat dan ook heten, ze kunnen er niet aan uit. Ze willen ten allen prijzen over die dingen beschikken maar er mee omgaan is iets heel anders. Dan mag het nog zo simpel zijn dat een tweejarig kind meteen begrijpt hoe het werkt, een vrouw kan het ding zelfs niet aanzetten. Daarvoor hebben ze de hulp nodig van een man. Maar het grootste probleem van vrouwen heeft te maken met seks. Met het oerinstinct van de menselijke soort. De voortplanting. Of beter, de schijnvoortplanting. Want sinds de pil en andere soorten anticonceptie middelen is er geen gevaar dat er voortgeplant wordt. En laat ons eerlijk zijn, wat is er eenvoudiger dan een potje seks. Het stomste, achterlijkste dier op deze aardbol kan zich voortplanten. Zelfs eencellige kwallen planten zich voort. Maar vrouwen slagen er in om daar problemen van te maken. Ze zijn altijd moe, hebben stress, een slechte dag gehad of wat je nog zoal kan bedenken om toch maar geen seks te hebben. Maar de zeldzame keren dat ze zelf zin hebben in een vrijpartij en haar man dan per hoge uitzondering eens geen zin heeft is het einde van de wereld nabij. Dan denken ze onmiddellijk dat er andere zaken in het spel zijn. Dan is het van; “hij ziet me niet graag meer, hij houdt niet meer van me, hij heeft een minnares, hij gaat me in de steek laten, er zit een scheiding aan te komen”. Nee, de hersenkronkels van een vrouw zijn niet van deze wereld. Eigenlijk zouden we vrouwen op een veraf gelegen en geïsoleerde planeet moeten zetten. Al zou ik ze dan wel missen.
Zal ik eens een gok doen naar de ware betekenis van de rare hersenkronkels die zich in uw verderfelijke brein wel eens manifesteren? Van die fantasietjes waarvan je wel eens droomt. Seksuele fantasietjes die een normaal mens niet eens durft uit te spreken, laat staan ze werkelijk uit te voeren. En die normaal gezien enkel mogen of kunnen uitgelegd worden door gediplomeerde Freudiaanen. Maar deze keer dus niet. Deze keer ga ik zelf eens een analyse maken van uw immorele hersenspinsels. Niet gehinderd door enige psychologische kennis ter zake. Maar gewoon puttend uit mijn eigen ervaringen met zogenaamd afwijkend seksueel gedrag. En dat zijn zeker geen negatieve ervaringen. Integendeel. Dat zijn eerder plezante ervaringen. Ik zal me dan ook beperken tot enkele simpele, eenvoudige, gewone uitspattingen die uitvoerbaar zijn zonder dat je het risico loopt om als pervert gebrandmerkt te worden. Hier gaan we dan.
Seks in het openbaar. Als je er van droomt om seks te hebben terwijl je het risico loopt om betrapt te worden. In een café, in het bos, achter een hoekje op straat of op een ruwhouten tafel in het park bijvoorbeeld, zou dat wel eens kunnen betekenen dat je geen angst hebt om een beetje risico te lopen in het leven. Je durft wel een avontuurtje aan en je hebt ook geen angst om op je bek te gaan en zelfs een splinter in je billen schrikt je niet af.
Rollenspel. Je zou graag eens seks hebben op een vooraf afgesproken manier. Met een op voorhand uitgestippeld scenario. Een ondervraging met intieme gevolgen, een sexy bediening of een hete scène tussen een leerkracht en een student(e). Dat zou kunnen betekenen dat je van regeltjes houdt. Dat je het allemaal wel wil beleven maar er moeten grenzen zijn. Het moet overzichtelijk blijven. Een verrassing mag, maar niet te veel.
Bicurious. Je wil graag eens weten hoe het is om met een persoon van hetzelfde geslacht een beetje te rollebollen. Maar er echt voor gaan schrikt je toch wel af. Dat zou dan betekenen dat je wel ruimdenkend bent maar de hele wereld hoeft dat niet te weten. Je bent al tevreden als je van jezelf denkt dat je ruimdenkend bent.
Voyeurisme. Daar zijn dan twee kanten aan. In het eerste geval wil je jezelf eens lekker blootgeven. Je wil gezien worden door onbekende supporters terwijl je een stomende vrijpartij beleeft. Of je wil zelf kijken hoe anderen het er van afbrengen. Misschien kan je iets leren. In het eerste geval zou dat betekenen dat je zelf in het middelpunt van de belangstelling wil staan. In het tweede geval moet je blijkbaar nog veel leren.
Spelen met voedsel. Dat is een leuke. Je lichaam laten besmeuren met voedsel. Liefst iets plakkerig. Choco, confituur of honing, dat plakt lekker. Dat zou dan betekenen dat je graag in het middelpunt van de belangstelling staat. Je kan dan afgelikt worden door degene die honger hebben.
Trio. Het is de natte droom van zowat elke man om met twee vrouwen het bed te delen. Maar dat kan flink tegenvallen. De meeste mannen krijgen immers technische problemen als ze twee vrouwen moeten bevredigen. Zelf zou ik er niet aan beginnen. Twee mannen en een vrouw daarentegen is realistischer. En dat zou dan kunnen betekenen dat je graag zaken deelt. Samenwerken en groepsopdrachten zijn je ding.
Een streepje SM. Niet het harde spul met bloed en pijn. Maar eerder het zachtjes ondergaan, het initiatief uit handen geven, je volledig toespitsen op ontspannen genieten. Dat zou dan kunnen betekenen dat je niet preuts bent en dat je alles wel eens wil proberen.
Swingen. Ook wel partnerruil of georganiseerde ontrouw. Je wil wel eens weten hoe groen het gras aan de overkant is, met als geruststelling dat je naderhand terug naar je vertrouwde tuintje kan. Dat zou dan betekenen dat je graag van verschillende snoepjes wil proeven. En verandering van spijs doet eten. Het moet maar zo lekker niet zijn.
Tot zover mijn persoonlijke uitleg van die afwijkende gedachten die je brein wel eens komen bezoeken. En je moet niet schromen om een en ander eens te proberen, want het leven is kort. En genieten is de boodschap. Wat anderen er ook van denken, het blijft een feit: A dirty mind is a joy forever.
“God ziet U, hier vloekt men niet” Dat hing aan de muur bij opa en oma. In grote letters en met een alziend oog in het midden. En in mijn kinderlijke naïviteit geloofde ik het nog ook. God was immers overal en zag dus alles wat ik uitspookte. Tot ik er enkele jaren later begon aan te twijfelen. Want als god dan toch overal was, en alles zag en hoorde wat ik zoal deed of zei, waarom moest ik dan tegen de pastoor mijn zonden gaan biechten? God wist het toch allemaal al, waarom zou ik het dan nog eens moeten zeggen tegen zijn vertegenwoordiger? Het waren levensvragen die me bezig hielden, tot weer enkele jaren later bleek dat er helemaal geen god was. Dat het simpelweg de pastoor was die zijn neus overal wou insteken. Het ging om kennis, en kennis is macht. De pastoor wou enkel macht over zijn parochianen om ze dom te houden zodat anderen ze konden uitbuiten. Maar tijden veranderen en de pastoor kon de pot op met zijn sprookjes. Het alziend oog verdween uit de gemeenschap. Je kon naar hartenlust liegen en bedriegen, niemand kwam het ooit te weten. Je kon drinken en zuipen en toch volhouden dat je geheelonthouder was. Het leven begon er uit te zien als een sprookje. Maar dat was iets te vroeg gejuicht. Want er kwam een nieuw alziend oog, meer zelfs, er kwamen meer ogen en oren. In de eerste plaats is er de NSA. De Amerikaanse veiligheidsdienst die zowat alles afluistert wat er maar af te luisteren valt. En dan zijn er nog de privé maatschappijen zoals Google en konsoorten. Elk woord dat je in een zoekmachine intikt wordt zorgvuldig bijgehouden, samen met de websites die je bekijkt. Daar valt heel wat meer informatie uit te halen dan wat je ooit tegen de pastoor wou vertellen. Maar er is meer. Veel meer. Elk telefoontje wordt ergens op een schijf opgeslagen. Twintig miljoen sms berichtjes per dag worden zorgvuldig door een scanner gehaald. En er is nog meer. Niemand kan zich nog verstoppen, want door met een gsm rond te lopen kan men perfect nagaan waar je bent en wanneer. Binnen een straal van enkele honderden meters denk je dan, want het is geregistreerd met welke zendmast je contact hebt en wanneer. Maar door de doorgedreven technologie is er veel meer mogelijk. Als je rondloopt met een i-pad of i-pod, of hoe die dingen tegenwoordig ook heten, kan men tot op de centimeter weten waar je bent. Op dergelijke toestellen staat immers standaard een gps systeem. Heel handig uiteraard als je door overmatig drankverbruik de weg naar huis niet meer vindt, maar dat ding werkt langs twee kanten. Bovendien mag je die gps nog uitschakelen, het kan ten allen tijde in werking gezet worden, zelfs zonder dat je er zelf weet van hebt. En het gaat om centimeters. Als je ergens ligt te wippen met je pod of pad in je achterzak kan dat gezien worden door de op en neer gaande beweging. Al kan je die bewegingen misschien nog rechtvaardigen door te verklaren dat je paard aan het rijden was in de slaapkamer van je buurvrouw. En nu hoor ik je al zeggen dat het bij u niet zal lukken omdat je geen i-pad hebt. Vergeet het maar. Er is nog meer. In Nederland is een knaap van 17 voor de rechter verschenen op beschuldiging van schending van de privacy. Hij was er in geslaagd om met een simpel programmaatje zowat tweeduizend laptops naar zijn hand te zetten. Hij kon de ingebouwde camera en micro van die laptops van uit zijn luie stoel activeren zonder dat de eigenaar er erg in had. Bij mij is dat geen probleem. Als hij op mijn lelijke smoel wil kijken zegt dat meer over hem dan over mij. Maar toch is er een waarschuwing uitgegaan naar elke laptop gebruiker om het cameraatje af te dekken met een post-it bij niet gebruik. Je weet maar nooit wie er meekijkt. Als een knaap van 17 tot zoiets in staat is dan kan je verwachten dat veiligheidsdiensten veel meer kunnen dacht ik zo. En als je dacht dat dit alles was dan is dat weer mis gedacht. Want dan zijn er nog de verschillende satellieten die boven ons hoofd toertjes draaien. Die kunnen van op 36000 km hoogte zien welke krant je aan het lezen bent. Laat ons maar eerlijk blijven, we zijn allemaal gezien. Of we willen of niet. De oude spreuk bij oma en opa is realiteit geworden. “God ziet U”. Alleen heeft god tegenwoordig een andere naam.
Soms, heel soms, probeer ik mijn twee hersencellen aan het werk te zetten. Wat de resultaten dan zijn is heel onvoorspelbaar. Maar toch durf ik de resultaten op mijn blog te plaatsen. Zo zijn er de laatste tijd weeral berichten opgedoken over UFO's. En met de twee, niet door drank aangetaste hersencellen, ben ik dan aan de slag gegaan. Niet dat ik onvoorwaardelijk geloof in buitenaardse wezens, maar toch. Dat er werkelijk leven moet zijn buiten onze aarde kan bijna niet anders. Het kan moeilijk anders gezien het feit dat er zoveel planeten in het heelal zijn. Er moet dus wel leven bestaan op andere planeten. Of die wezens de mogelijkheid hebben naar onze aarde te reizen is nog maar de vraag. Want eigenlijk zijn UFO's niet meer of minder dan niet-geïdentificeerde-vliegende objecten. Het is dan ook best mogelijk dat het vliegende dingen zijn die van aardse makelij zijn, maar op een of andere manier niet geïdentificeerd zijn, of niet als zodanig herkend. Het kan allemaal. Maar misschien, heel misschien zijn die vliegende schotels wel het werk van buitenaardsen. Dan vraag ik mij af waarom ze geen contact zoeken. Waarom ze niet in mijn achtertuintje komen landen en een duveltje komen drinken. Gewoon voor de gezelligheid een babbeltje komen slaan. Als goede buren de sociale contacten een beetje onderhouden. Moet kunnen toch. Maar dan bedenk ik mij. Waarom zouden ze dat doen? Waarom zouden ze contact maken met een levensvorm die niet voor rede vatbaar is? Een levensvorm die zo primitief is dat ze elkaar uitmoorden. Een levensvorm die zo wreed en achterlijk is dat ze iedere andere levensvorm als een gevaar beschouwen. Een levensvorm die eerst met wapens spreekt en dan pas met woorden. Nee, ik denk dat die buitenaardsen schrik hebben van die onderontwikkelde aardbewoners. Het zou me niet verwonderen dat er ergens op een planeet reeds vergaderingen geweest zijn om de toestand op de aarde te bespreken. Dat er ergens ver buiten ons aards gezichtsveld besproken is wat er moet gebeuren als die oorlogszuchtige mensen van de aarde er ooit in slagen om contact te maken met intelligente wezens. Daarom zijn er waarnemingen. Daarom komen ze af en toe even van kortbij kijken. Om te zien hoever dat onderontwikkeld ras gevorderd is in wetenschap en technologie. Om te kijken of die aardbewoners nog geen gevaar vormen voor de rest van de galactische gemeenschap. En om plannen te maken om desgevallend gepast in te grijpen. Daarom denk ik dat er geen contact is. Die intelligente wezens hebben angst van die destructieve soort. Ik vergelijk het met zoiets als de mensheid die contact probeert te maken met dinosaurussen om een soort van samenlevingscontract af te spreken. En kennis uit te wisselen. Dat is ook onbegonnen werk. Daarom denk ik dat intelligente wezens angst hebben om contact te maken met ons. Ze komen alleen af en toe eens kijken en vaststellen dat ingrijpen nog niet nodig is want dat de mensheid nog een lange weg te gaan heeft. Al mogen ze wel in mijn tuintje landen. De duvel staat koud.
113 waren het er verleden jaar. En dan enkel in het UZ Gent. Over andere ziekenhuizen is voorlopig geen informatie. 113 mensen die in het UZ Gent van geslacht veranderd zijn. Dat zou volgens dezelfde bron een verdrievoudiging zijn tov tien jaar geleden. Allemaal mensen die niet tevreden zijn met hun lichaam. Die een ander lichaam willen. Die zich niet goed in hun vel voelen. Vrouwen die man willen worden of vice versa. Een eigenaardig gegeven als je het mij vraagt. Wat drijft zo'n mensen eigenlijk? Ik zou het niet in mijn hoofd halen om me te laten ombouwen tot vrouw. Als ik bedenk wat ik allemaal zou missen. Vooral dat kleine stukje dat tussen mijn benen gegroeid is. Dat kleinood mag tegenwoordig dan wel de pensioengerechtigde leeftijd naderen. Het werkt nog. Geen zeven keer per dag meer, maar toch. Het plezier dat ik er nog aan heb wil ik voor geen geld ter wereld missen. Alhoewel, af en toe zou ik toch eens graag in het hoofd van een vrouw kruipen. Gewoon uit nieuwsgierigheid. Om eens te weten hoe de hersenen van een vrouw werken. Hoe het is om met rare hersenkronkels door het leven te gaan. Hoe het is om een gemakkelijk probleem zo ingewikkeld te maken dat een kat haar jongen er niet meer in vindt. Misschien ga ik dan politiekers ook beginnen te begrijpen. Want die kunnen ook van die totaal onzinnige oplossingen verzinnen voor problemen die eigenlijk geen problemen zijn. Maar het zou dan een tijdelijke transplantatie moeten zijn. Een reisje heen en terug. Vooral 'terug' zou moeten gegarandeerd zijn. Anders wil ik het zelfs niet overwegen. Maar dat zal voorlopig wel niet lukken. Want blijkbaar zijn de hersenen het probleem. In vrouwenhersenen kruipen kan niet. Zelfs niet met de beste wil ter wereld. Want volgens dokters die het kunnen weten is het brein van een vrouw niet toegankelijk voor rationaliteit. Dat zou best wel kunnen want ooit sprak ik met een man die absoluut vrouw wou worden. In zijn uitleg was ook geen plaats voor enige vorm van redelijkheid. Volgens hem had hij een vrouwelijk brein dat als het ware opgesloten zat in een mannelijk lichaam. Ook dat zou kunnen, want de uitleg die hij gaf raakte kant nog wal. En na twee pinten vroeg hij of ik mee ging naar het toilet. Hij kon zelfs geen auto op een fatsoenlijke manier parkeren. Hij moet dus wel een vrouwelijk brein gehad hebben. Dat deed me wel nadenken over het probleem. Het moet niet makkelijk zijn om opgesloten te zitten in het verkeerde lichaam. En dan wil je natuurlijk een ander lichaam. En eigenlijk begin ik dat nu pas echt te begrijpen. Want ik zit tegenwoordig met hetzelfde probleem. Ik vind ook dat mijn geest in een verkeerd lichaam zit. Ik moet er eens aan denken om verbouwingswerken te doen aan mijn lichaam. Want mijn jonge geest zit opgesloten in een oud lichaam.
In het jaar des heren 1969, toen heette dat nog zo, heb ik mijn legerdienst gedaan. Buiten plantrekkerij en bier drinken heb ik daar niet veel geleerd, maar kom. Al moet ik toegeven dat de cursussen 'bier drinken' en 'plantrekkerij' van nut geweest zijn tijdens de rest van mijn leven. Maar dit tussen haakjes. Ik behoor dus nog tot een generatie die 'den troep' gedaan heeft. Mijn opleiding kreeg ik in Heverlee. Drie maand opleiding als chauffeur. De eerste dag van die opleiding was snel van de baan aangezien ik al op te jonge leeftijd overweg kon met een gewone auto. De tweede dag zat ik dus al bij het zwaar vervoer. Twintigtonners en zo. Dat was verveling troef. Hele dagen rondtoeren met vrachtwagens. En eigenlijk dacht ik dat ik met een auto overweg kon. Tot ik werd overgeplaatst naar Westhoven in Duitsland. Daar kwam ik in contact met een zekere korporaal Gerard. Een berucht man in die tijd. Elke chauffeur die in Westhoven toekwam moest een test afleggen bij hem. De verhalen over die tests waren legio. En gruwelijk angstaanjagend. Korporaal Gerard was een perfectionist. Geen enkel detail ontging hem en zijn woedeaanvallen waren legendarisch. Maar op een of andere manier was dat bij mij niet het geval. Na een eenvoudig ritje kreeg ik te horen dat hij mij persoonlijk zou begeleiden om, volgens hem, een 'goed chauffeur' te worden. Ik kreeg dan ook een bijkomende week opleiding onder zijn persoonlijke leiding. Wat ik daar geleerd heb grenst aan het ongelooflijke. En ik moet dat goed gedaan hebben. In zoverre zelfs dat ik de enige was die met 'zijn' depannage voertuig mocht uitrukken in geval van nood, daar waar anderen zelfs niet in de buurt van 'zijn' depannage wagen mochten komen. Het ging zover dat ik op persoonlijke voorspraak van korporaal Gerard bevorderd werd tot instructeur rijopleiding onder het bevel van de luitenant bevoegd voor de opleidingen. Die luitenant was een beminnelijk man. Daar viel mee te praten. Geen typische beroepsmilitair die, enkel en alleen omdat hij hoger in graad was, dacht dat hij de waarheid in pacht had. En toch had hij een eigenaardig trekje. Dat bleek toen sergeant sukkel onze compagnie kwam vervoegen. Ik noem hem sergeant sukkel omdat het gewoon een sukkelaar was. Sergeant sukkel was een KROO, een Kandidaat Reserve Onder Officier, een man die net als gewone soldaten zijn militaire dienst deed maar dan wel eentje die gekozen had om zijn dienst te doen als sergeant. Zo waren er wel meerdere. Alleen vond sergeant sukkel dat hij met zijn drie streepjes op zijn mouw, en dus hoger in graad, soldaatjes kon en mocht pesten. Zelf had ik er geen last van want onder de vleugels van mijn luitenant bleef ik uit de klauwen van de pestkop. Maar uit verhalen van kamer- en compagnie genoten bleek dat sergeant sukkel een ware sadist was. Hij had er plezier in om soldaatjes het bloed van onder de nagels te halen door onzinnige opdrachten te geven en waanzinnige oefeningen op te leggen. Tot op een koude decemberdag. Ik zat in mijn laatste maand van mijn militaire dienstplicht en ik werd bij mijn luitenant geroepen. En dat gesprek ging zo: Luitenant: Je kent sergeant sukkel? Ikke: Jazeker Luitenant: Al last van gehad? Ikke: nee, gelukkig niet Luitenant: Je kent dus zijn reputatie? Ikke: Uiteraard Luitenant: Wel, het zit zo, sergeant sukkel wil graag zijn rijbewijs halen en ik heb het lang kunnen tegenhouden maar nu komt het van hogerhand. Hij moet een rijopleiding krijgen. Nu heb ik aan u gedacht om hem een opleiding te geven. Een doorgedreven opleiding. Eentje die hij nooit zal vergeten. Je krijgt van mij dan ook de opdracht om de praktische opleiding te geven aan sergeant sukkel. Ik hoop dat je mij begrijpt. Ikke: jazeker luitenant Luitenant: Je krijgt tijd tot de laatste dag van je militaire dienst. Tot die dag staat hij onder uw bevoegdheid. Is dat klaar en duidelijk? Ikke: Héél duidelijk luitenant Luitenant: Morgenvroeg zal ik sergeant sukkel bij mij roepen om hem mee te delen dat zijn rijopleiding begint, onder uw leiding. Je krijgt de volle bevoegdheid om te doen wat nodig is. Nog vragen? Ikke: Neen luitenant Nooit in mijn hele leven heb ik een zo 'doorgedreven' opleiding gegeven en er zoveel sadistisch plezier aan gehad. Het heeft hem, letterlijk, zweet en tranen gekost. Ik moet er geen tekeningetje bij maken zeker? Maar toch vond ik naderhand dat ik misschien een tikkeltje overdreven had. Ik heb daar schandelijk misbruik gemaakt van de macht die ik had. En toch heb ik er tot de dag van vandaag geen spijt van.
Gewoontes veranderen met de jaren. Dat zag ik maar weer toen ik een artikeltje las over drinken. Niet het drinken van ordinair kraantjes- of flessen water, of van die ziek makende light-drankjes. Het ging wel degelijk over het drinken van alcohol. De oerdegelijke, gezonde, stevige godendrank die in staat is om mensen bovennatuurlijke krachten te geven. Volgens dat artikeltje drinkt 15% van de werknemers te veel. Dat zou dan ook betekenen dat zowat 85% van de werknemers te weinig drinkt. Of erger; niet drinkt. Ik weet het niet hoor, maar toen ik aan mijn beroepscarrière begon was het drinken van alcohol een sociale verplichting. Wie niet dronk behoorde er niet bij. Dat was uitschot, achterlijke nietsnutten waar je niks kon mee aanvangen. Outstanders die de werksfeer verpestten. Want elk groot of klein probleem werd toendertijd opgelost tussen pot en pint. Maar volgens een onderzoek van de HR-dienstverlener securex gaat werken en drinken niet samen. En volgens datzelfde onderzoek drinkt 15% van de werknemers dus te veel. Wat eigenlijk 'te veel' is staat er ook bij. Meer dan drie pinten per dag voor een man zou te veel zijn. Voor een vrouw is dat twee pinten. Wie bepaalt wat te veel is staat er echter niet bij. Zou het kunnen dat degene die bepaalt wat te veel is een asociaal geval is? Een zonderling die in een ivoren toren woont? Eén of andere debiel die geen aandelen van een fatsoenlijke brouwerij heeft? En die daarom het drinken van alcohol afraadt in een poging om zijn aandelen in de warme-chocomelk fabriek een beetje op te krikken? Het kan. Tegenwoordig verwondert mij niks meer. Maar toch blijf ik het raar vinden. Waarom zou drinken en werken niet samengaan? Ik heb nooit anders gekend. En dat viel best mee. Na een zware (of lichte, dat deed er niet toe) dienst een koele pint gaan drinken met collega's zorgde voor de groepssfeer. De problemen werden besproken. Oplossingen werden bedacht. Wij hadden geen geldverslindende teambuilding nodig. Geen psychiaters om ons te leren omgaan met stress. De stress werd doorgespoeld met flinke glazen bier. En dat mochten er meer dan drie zijn. De teambuilding gebeurde aan de toog van het café. Het leven was simpel in die dagen. Maar blijkbaar mag het niet meer tegenwoordig. Er mag niet meer gedronken worden. Want werken en drinken gaan niet meer samen. Dus moet ik mij ook aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. Ik heb dan maar besloten om te stoppen. Met werken.
2013 was niet het beste jaar. Of het te maken heeft met het cijfer 13 ga ik niet beweren. Ik wil niet bijgelovig zijn want dat brengt ongeluk. Dus ga ik me over een cijfer geen zorgen maken. Maar toch was het een slecht jaar. Ik heb in 2013 twee vriendinnen verloren. Alhoewel 2013 ook een paar positieve zaken aan het licht bracht. Ik heb sterke vrouwen leren kennen. Alles heeft zo zijn voor- en nadelen. Het begon in het eerste kwartaal van het jaar. Vrouwlief kreeg te horen dat ze kanker had. Niet iets om licht over te gaan. Kanker is ten slotte geen griepje. Het duurt allemaal langer. Maar na bekomen te zijn van de eerste schok begon de hele behandeling. Twee operaties en een reeks chemo kuren. Gevolgd door anderhalve maand dagelijkse bestralingen. Elke dag naar het hospitaal voor de nodige stralen. Zowat een halve dag waren we daarmee telkens zoet. Tijd om iets te posten zat er dus niet in. En inspiratie was er ook niet. Maar dat is gelukkig achter de rug en de voorlopige resultaten zijn positief. Enkel nog wachten tot de brandwonden genezen zijn. Het hele zaakje heeft tot verleden week zowat ons leven beheerst. Nu volgen nog driewekelijkse behandelingen tot augustus 2014. Er komt dan ook meer tijd vrij voor berichtjes te posten. En misschien voor meer frivoliteit. Maar toch heb ik in die tijd een sterke vrouw leren kennen. Eentje die niet opgeeft. Eentje die blijft vechten voor wat haar dierbaar is. Eentje die met optimisme vooruit kijkt en hoopvol is voor wat nog komen kan.
De tweede is, of liever was, ook een sterke vrouw. Helaas heeft ze de strijd verloren. Het begon ook in het begin van 2013. Door een geheimzinnige ziekte vielen stuk voor stuk haar organen uit. Het leek een soort ebola, je weet wel, het ebola virus, waar, door inwendige bloedingen, het ene orgaan na het andere uitvalt. Maar waar het ebola virus na zowat een week een dodelijke afloop heeft duurde het bij haar een klein jaar. Het leek wel een ambtenaren variant van ebola. Langzaam maar zeker, maar zeker langzaam. Enkele uren voor haar overlijden heb ik haar nog bezocht. Al heeft ze dat waarschijnlijk niet beseft want ze lag in coma, happend naar adem en met een zwart gekleurde huid, maar met een hart dat bleef pompen tot er niks meer te bevoorraden viel. Tranen met snottebellen heb ik geweend. Want een dergelijke vriendin zal ik waarschijnlijk nooit meer tegenkomen. Maar ik zal ze nooit vergeten. En me altijd blijven herinneren zoals ze was, een levenslustige, sensuele, prachtige vrouw met een gouden hart.
De derde sterke vrouw is een geval apart. Eigenlijk ken ik ze nog niet zo heel lang. Maar toch dacht ik haar een vriendin te mogen noemen. Helaas wil ze niet meer communiceren. Doordat ze een persoonlijke tegenslag had is ze alle vertrouwen in mensen kwijt. Spijtig maar helaas. Al had ik graag af en toe naar een fruitgemeente gegaan om een vruchtje te plukken. Maar ze wil geen hulp, laat staan vruchtjes plukken. Ze wil haar tegenslag alleen doorstaan en vertrouwd niemand. Sterke vrouw die het op haar eentje wil verwerken. Al blijf ik hopen dat ze het verwerkt krijgt en er binnen afzienbare tijd een berichtje komt en dat we de draad weer kunnen opnemen. Misschien moet ik zelf de eerste stap zetten en eens een berichtje sturen. Het risico dat er geen antwoord komt is groot, maar dat neem ik er wel bij. Afwachten maar. Misschien komt dat nog goed. Wat ik maar wil zeggen is dat 2013 geen schitterend jaar was. Een pechjaar zeg maar. Al besef ik ook wel dat het niet altijd rozenschijn en manegeur kan zijn. Het leven heeft nu eenmaal ups en downs. Zonder tegenslag weet een mens niet wat geluk is. Maar ik leef op hoop. Voor de vriendin die het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft is geen hoop meer. Maar dat staat ons allemaal te wachten. Voor de rest blijft het hoopvol uitkijken naar een goede afloop.
Tijd en geld. Het zijn zaken waar nogal verschillend tegen aangekeken wordt. Twee voorbeelden; eerst eentje over tijd. 1minuut, hoe lang is dat eigenlijk? Voor de ene een eeuwigheid en voor de andere is het in een flits voorbij. Het hangt er alleen van af aan welke kant van de wc-deur je staat. En dan eentje over geld; Is duizend euro veel of weinig. Dat hangt er ook weer van af. Voor een vrouw die dat uitgeeft is dat twee keer niks. Maar voor een man die het moet verdienen is dat heel anders. Het is dus maar hoe je het allemaal bekijkt. Zo kreeg ik zowat een jaar geleden een voorstel voor het beleggen van mijn spaargeld. En wetende dat mijn zuurverdiende centjes op een spaarboekje tegenwoordig zo goed als niks opbrengen had ik wel interesse in het voorstel. Al was het dan een bizar voorstel. De adviseur van dienst gaf mij de raad om te beleggen in whisky. Op het eerste zicht leek me dat een lucratieve belegging, maar de man had ervaring in dat soort zaken. Hij had al een partij opgekocht en op enkele maanden tijd was zijn whisky al 7% meer waard. Het zag er goed uit beweerde hij. Volgens de vooruitzichten zou hij na een jaar dik 12% in zijn zak kunnen steken. Dat was inderdaad heel wat meer dan wat een spaarboekje mij zou opleveren. Toch maar eens proberen dus. Een mens weet nooit. Ik kocht dan maar twaalf flessen whisky van een uitstekend merk. Als proef. Kwestie van niet al mijn centjes te riskeren. Maar na een jaar moet ik vaststellen dat het toch niet zo een goed idee was. Ik geraak mijn flessen aan de straatstenen niet kwijt. En al zeker niet aan de prijs die ik in gedachten had. Meer zelfs, van mijn investering blijft niks meer over. Totaal niks. Al mijn centen foetsie. Ik kon het niet nalaten om de man die het mij destijds had aangeraden om opheldering te vragen. Hij beweerde bij hoog en bij laag dat zijn belegging wel de moeite waard geweest was. Zelf was hij er immers in geslaagd om een meer dan behoorlijke prijs te krijgen van zijn toendertijd opgekochte whisky. Maar na nadere uitleg bleek het om details te gaan. Kleine details die ik over het hoofd had gezien. Ik kreeg de raad om in het vervolg de whisky te stockeren op een veilige plaats. En de inhoud van de flessen niet meer te verplaatsen van uit de flessen naar mijn maag. Volgens de man ging het niet om de flessen maar om de inhoud. Nu zit ik hier met twaalf lege flessen die naar de glasbol moeten. Al mijn geïnvesteerde geld kwijt en een illusie armer. Volgens vrouwlief was het dan ook een heel slechte investering. Volgens mij was het een lekkere belegging die voor herhaling vatbaar is. Het is maar hoe je het bekijkt.
Het is vijf voor twaalf. We moeten dringend ingrijpen. Er moet actie komen. Verandering. Aanpassingen dringen zich op. We staan aan de rand van de afgrond. Als we zo doorgaan dan gaan we met zijn allen naar de verdoemenis. Dat is de huidige stand van zaken. Waar het dan wel over gaat vraagt u zich af. Over zowat alles. Over de opwarming van de aarde, over de economie en de werkgelegenheid. Over ontwikkelingshulp, het gehandicapten beleid en het immigratiebeleid. De opvang van daklozen en de huisvesting van hulpbehoevenden. De leefloners en de leeglopers. Het fileprobleem. Het onderwijs. De vergrijzing. De staatsfinanciën. De veiligheid. De gezondheidszorg. Kortom alles loopt verkeerd in dit land. De hoogste tijd om in te grijpen. Het is immers vijf voor twaalf. Voor sommige zaken is het zelfs vijf over twaalf. Te laat om nog iets te doen aan de oorzaken. En met de gevolgen zullen we moeten leren leven. Niks aan doen. Maar we hebben geen tekort aan ministers, staatssecretarissen en andere beleidsvoerders die voor oplossingen zouden moeten zorgen. Zowel op Europees vlak als op federaal vlak. En die komen dan ook met oplossingen. Eerst en vooral moeten die oplossingen henzelf ten goede komen. Voor de rest zijn het lapmiddelen. Pleisters op houten benen. De scherpe kantjes een beetje afronden hier, een beetje verdoezelen daar en tijdelijke oplossingen ginder. Voor de rest zijn ze als de dood voor structurele maatregelen. Nochtans beweren ze allemaal dat het vijf voor twaalf is. De hoogste tijd dus om in te grijpen. Maar ze bakken er niks van. Tenminste dat dacht ik tot enkele weken geleden. Want toen kwamen ze met een allesomvattende maatregel. Weg alle 'vijf voor twaalf' toestanden. Zelfs de 'vijf over twaalf' toestanden zijn meteen van de baan. De oplossing is geniaal in zijn eenvoud. We hebben met zijn allen de klok een uur teruggedraaid.